4

mag je wel hebben, gratis.’ Het jongetje begon te glunderen. ‘Graag, mijnheer,’ zei hij. Hij kreeg het beeldje van Juiceling mee en zette het op zijn kamer. ‘s Nachts kwamen er stemmen uit het beeldje, en hij hoorde Juiceling zegen : ‘We gaan de elementen uitstorten.’ Het jongetje kon er lekker van slapen. Het was alsof hij in het paradijs was. De volgende ochtend vertelde hij het aan zijn vader en moeder. ‘Maar dat kan toch niet ?’ zeiden ze. ‘Stemmen uit een beeldje.’ Ze stuurden het jongetje toen naar een zieleknijper die het jongetje begon te ondervragen en af te matten. Het ging daardoor steeds slechter met het jongetje. Op een nacht had hij een droom over Juiceling. Juiceling was op een podium en keek de zaal in, en het jongetje dacht ook dat Juiceling naar hem keek. Juiceling zei toen : ‘We gaan de elementen uitstorten.’ En weer voelde het jongetje zichzelf alsof hij in een paradijs was aangekomen. Bij de zieleknijper vertelde het jongetje het verhaal en zei erbij dat hij niet meer terug wilde komen. Hij had immers Juiceling. De zieleknijper vond dit zo ernstig dat hij het jongetje niet meer liet gaan. Het jongetje moest en zou aan de medicijnen. Maar het jongetje gaf de zieleknijper een klap in het gezicht en rende weg. Hij wilde niet naar zijn vader en moeder, maar rende het bos in. De politie werd ingeschakeld. Het jongetje vond uiteindelijk in het bos een gat wat hem leidde tot een ondergronds dorp. Daar kwam hij Juiceling tegen die hem in zijn armen nam. ‘Je hebt me gevonden,’ zei Juiceling. ‘We gaan de elementen uitstorten.’ En het jongetje voelde zich weer alsof hij in het paradijs was aangekomen. Stevig hield het jongetje zich vast aan Juiceling. ‘Ik wil hier nooit meer weg,’ zei het jongetje. ‘Hoeft ook niet,’ zei Juiceling. ‘Ik zal je alles leren wat je nodig hebt. Taal en kunst. Bovenal humor.’ Het jongetje begon te lachen en te lachen, en kon niet meer stoppen, en werd toen wakker. Hij had alles maar gedroomd. Hij had geen vader en moeder meer. Hij woonde bij zijn oom en tante. Op zijn nachtkastje stond een beeldje van Juiceling die hij van zijn oom en tante had gehad. En hij had alle stripboeken van Juiceling, de hele serie. Hij ging naar beneden en vertelde de droom aan zijn oom en tante. ‘Negen van de tien keren komen zulke dromen als je te druk bent geweest,’ zei zijn oom. En ja, dat was zo. Hij was heel druk geweest op school met een werkje, een opstel, en dan mag jij raden over wie dat opstel ging. Einde ________________________________ MENEER, IK HOUD VAN UW JASJE Ik liep naar het centrum en was in de supermarkt, en een oud lied van Tina Turner speelde over dat we geen helden nodig hebben, geen andere wegen naar huis, maar dat we door deze arena heenkomen. Ik had weer even dat tachtiger jaren gevoel, alsof ik als een reus was teruggekeerd van de oorlog, en er was ook een kinderkoor aan het eind. Ik heb dat lied vroeger helemaal grijs lopen draaien. Ik dacht : Dat moet voor die kinderen wel een goed gevoel zijn geweest dat ze samen zongen met de oorlogsgodin. Ik zag wat kinderen in de supermarkt en die keken naar mij alsof er een reus van de oorlog was teruggekeerd. En geloof me : Zo voel ik me echt niet altijd, maar ik besefte ineens hoe lang ik was, en ik ben ook best wel lang, boven de 1 meter 90, maar ik voel me echt niet altijd zo, en het dringt vaak ook niet tot me door. Toen ik klaar was in de supermarkt en naar buiten liep om naar de andere supermarkt te gaan liep ik langs wat andere kinderen, en een meisje zei : ‘Mijnheer, ik houd van uw jasje.’ Ik zei : ‘Ja ? Mooi hè.’ Ik noem het mijn shamaanse jas. Het heeft van die korte, rafelige franjes. Het was voor mij een teken dat de jongeren het werk ook oppikten, en ik voel mij in die zin ook een trendsetter. Maar ja, als ik soms bekenden tegenkom zeggen ze dat ook weleens : ‘Mooie jas.’ We hebben geen andere wegen nodig naar huis, we gaan er dwars doorheen, op het pad van Areta. We hebben geen helden nodig die ons er wel even uithalen, geen opnames vóór de grote verdrukking. We moeten zorgen dat we door deze arena heenkomen. Dat was het thema van de film Mad Max in de tachtiger jaren, en ook in de liederen van Tina Turner van die tijd, die in die film meespeelde. Ik heb nog steeds de film en het boek, en we hebben er in het verleden ook veel over geschreven. Het blijft terugkomen. Het is het pad van Areta. Uitgave : Rodenbergs Predikanten Fonds (RPF) ________________________________ DE VLOEK VAN DE ZWARTE NACHT Ik kwam die morgen van de trap af naar beneden en ging de huiskamer in en groette mijn oom en tante waarbij ik logeerde. We waren allemaal wakker geworden van een lange nacht, de zwarte nacht, gemaakt door dwergen. We hadden naar hun schat gekeken en het had ons verblind, en daarom duurde de zwarte nacht zo lang, omdat we onder een betovering waren. Ik omhelsde mijn tante, en toen mijn oom, en ik weende. Ik was blij dat we allemaal wakker waren geworden. Mijn tante weende ook, en ook mijn oom. ‘Waar zijn de anderen ?’ vroeg ik. ‘In de lange nacht,’ zei mijn tante. ‘Oh, die moeten dus nog wakker worden,’ zei ik. ‘Ik dacht altijd dat

5 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication