5

uit de jungles van Nicotine. Een man staarde ons aan met een lange baard. Hij liet ons de tand van een haai zien. ‘Waar zijn we ?’ vroeg ik. ‘Welkom,’ zei de man. Hij was direct heel vriendelijk. Hij staarde naar mijn ring. ‘Wie bent u ?’ vroeg ik. ‘Ik ben Terang,’ zei de man. ‘Gezand van de koning.’ ‘Wie is de koning ?’ vroeg ik. Hij liet me een klein balletje zien. Maar daar kwam Nicotine al aan. Ik greep Melango weer bij haar hand en rende met haar verder. Maar ook in de verte zag ik Nicotine aankomen, en toen van alle kanten. Snel werden we ingesloten. ‘Nicotine heerst hier,’ zeiden ze. Plotseling kwam er rood licht uit mijn ring voort en scheen op de harten van de Nicotines om ons heen. Een van de Nicotines had witte klederen met een lange witte punthoed. Hij leek wel op een pion. Achter hem stonden nog een paar van zulke Nicotines. Ik richtte de straal van de ring op zijn gezicht, en hij begon weg te smelten. Ik rende met Melango door de opening die was ontstaan. Weer zag ik die man. ‘Kan ik iets voor je doen ?’ vroeg Terang. ‘Ja,’ zei ik. ‘Help ons hier uit.’ Maar Terang werd gegrepen door de Nicotines en werd verslonden. De Nicotines waren als een kudde hongerige honden. Weer richtte ik de straal van de ring op hen. In de verte was een piramide waar we naartoe renden. Binnenin zat een farao op een troon. Hij was geheel gemaakt van metaal, en er kwam rook uit hem voort. Maar al snel waren ook de Nicotines binnen en verslonden de metalen farao. Een paar Nicotines zaten op paarden. Het waren grote paarden. We renden door een deur in een andere gang. Maar hier waren zwarte Nicotines met hun paarden. Weer beukte ik een deur in, en kwamen in een kamer terecht met een raampje waardoor we konden ontsnappen. We waren nu op de piramide. De vrouw haalde wat pakjes sigaretten en sigaren uit haar broekzakken en begon ze tussen haar handen te rammelen, terwijl ze veren begon te krijgen. Snel greep ze me en we vlogen weg. Het was mij een raadsel. Nicotine Magie, zei ze. We vlogen naar een hoog kasteel waar de Nicotine Tovenaar woonde. We hadden hier groot uitzicht. De Nicotine Tovenaar was een aardige man. Hij liet ons alle mechanismes van Nicotines zien. Het waren robotten. Ook hun grote paarden. De Tovenaar zette ons ergens neer op de rotsen, in een ander rijk. We kwamen op een strand terecht met heet zand. Ook was er een hutje van riet en bamboe. ‘Blijf je bij me ?’ vroeg Melango. ‘Ach, ik kom je nog weleens een keertje opzoeken,’ zei ik. ‘Ik hoop dat je het hier naar je zin zult hebben. Er is hier strand en zee, en er groeit hier voldoende aan de bomen.’ Daar kwam de Tovenaar aan, vanaf het strand. ‘Je hebt in ieder geval goed gezelschap,’ zei ik. De Tovenaar gaf mij een hoed van stro en riet. En toen vertrok ik. Einde Uit : Proza van de Vuh, uitgave : coab ________________________________ HET LULUK TABLET Ze waren in een gevecht. Zij probeerde hem in verwarring the brengen door leugens. Hij zat op de bank, en wilde de moed opgeven. Zijn hoofd kon het niet meer aan. Zij wilde hem aangeven bij de godin Serket. Zij was een wellustige vrouw. Ze verkocht haar man aan haar. Maar Serket wilde niet komen, en zond daarom Luluk, een indiaanse prinses. Luluk nam bezit van haar, en bracht haar man nog meer naar beneden, met de meest gemene truukjes. Hij had de moed allang opgegeven en wilde zelfmoord plegen. Hij staarde naar de beeldjes van zijn vrouw, haar godinnen. Hij wist niet wat hij er mee moest, maar hij begon tot hen te bidden. Een keer kwam in zijn lot, de godinnen waren hem opeens goedgezind. Zijn vrouw kalmeerde. Van binnen voelde hij een haat naar de godinnen want zij hadden dit alles aangesticht. Zij hadden zijn vrouw gek gemaakt. Hij hield het Luluk tablet in zijn handen, en wilde het breken. Dit tablet hield zijn vrouw opgesloten. Ze vloog hem aan. Ze was ongelovelijk sterk ineens. Ze bond hem vast, en hongerde hem uit. Het tablet werd ergens op een tafel neergelegd. Een vriendin van haar kwam. 'Kun jij dit tablet in bescherming nemen,' vroeg ze. De vriendin knikte, en vertrok weer. Hij begon weer tot de godinnen te bidden en wist dat hij zich dit keer beter moest gedragen. Ze maakte hem los. Hij staarde naar de beeldjes van zijn vrouw. Ook hij was in dit tablet opgesloten. 'Dochter van de regen,' werd ze genoemd, 'dienares van Luluk,' ze was aan het kalmeren. In ieder geval liet ze hem nu met rust. Uit : Proza van de Vuh, uitgave : coab ________________________________ DE DROKELAARSE PAP Met zijn vader kwam hij de herberg binnen, en hij wist niet wat hij zag. Allemaal zaten ze of scheef op hun stoelen of lagen op de grond van het lachen. En het hield maar niet op. 'Wat is hier gebeurd ?' vroeg hij aan zijn vader. Zijn vader hief zijn schouders op. 'Ik heb geen idee.' Toen vroeg hij het aan de herbergier, maar die lachte ook verschrikkelijk, en kon niet meer stoppen, en moest alleen maar harder lachen toen de jongen het hem vroeg. 'Zitten jullie me soms uit te lachen ?' vroeg de jongen.

6 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication