doof …. zij horen het geschreeuw niet meer van hen in grote pijn …. zij zijn te oud geworden …. zij zijn met pensioen gegaan …. geheel afgestorven …. nee, zij horen niks meer …. en luisteren doen ze niet … ze zijn te oud voor die dingen …. en nu doen ze hun dansjes, en hebben hun feestjes …. nu leven ze om te eten …. kannibalen zijn zij … gulzige kannibalen …. alles willen ze hebben, maar ze hebben niks …. stokdoof zijn zij, en steke blind … zo drijven zij voort … gedreven door de wind … gedreven door de gulzigheid …. Joost zag het niet meer zitten, Joost zag het niet meer staan …. ze willen alleen maar zitten … ze willen alleen maar staan …. niets meer doen, alleen maar gulzig eten, dan gulzig dansen, en dan slapen ze … Joost ging toen naar een andere heks, maar dat was ook allemaal hetzelfde … toen vluchtte hij naar de rode hof, maar daar waren ook alleen maar heksen … Joost is gekomen met z'n bibelebonse pap … Joost is gekomen met z'n biblebonse pap … Hij neemt een hap … Hij zag hun domme dansjes … als ouwe nonnen gingen ze daar … door de hele tuin, door het hele land, en ze namen ouder en kind mee … wat een optocht … De nonnen, zij bewaken het zo goed, en Joost kon niet uit zijn nachtmerrie komen … Koning pap wat heb je dan gedaan … De nonnen hebben het gedaan ! Joost zat onder de nonnen. Ze hielden hem overal vast, aan z'n armen en benen, en probeerden hem te wassen. 'Wie zijn jullie !' riep Joost, maar ze antwoordden niet … Koning pap wat heb je dan gedaan … De nonnen hebben het gedaan ! Joost had een zware nachtmerrie ... Uit : Amazone Bijbel Romans, Korte Verhalen I, de Nachtregen, uitgave : coab ________________________________ HET SNOEP ORAKEL Niemand werkt natuurlijk voor niets. Ik had hard gewerkt voor klinkende munt. Ik was bij het snoep orakel aangekomen. Het was hier waar mensen deftiger begonnen te spreken, alsof ze iets groots te verbergen hadden. Droom ik ? vroeg ik. Nee, het is echt, zeiden ze, een EGT, een hersenprogrammaatje wat via echopeiling je hersenen scant. Ik had tijden moeten werken voor ene heer G. van Genis, en nu was ik hier. Hij had mij uitbetaald met klinkende munt. Iemand die naast mij stond had gewerkt voor ene heer Z. Iekenhuis. We moesten allemaal wachten op ene heer S.R. Vies, want die moest namelijk het snoep orakel uitleggen, en die kwam maar niet, en we begrepen er allemaal niks van. Het was hier waar mensen weer begonnen om te keren. Ze wilden er niet op wachten. Op het laatst waren alleen ik en degene die voor de heer Z. Iekenhuis had gewerkt overgebleven. We wisten wel wat volhouden was, dus we wilden het nog niet opgeven. Pas toen het nacht was geworden kwam de heer S.R. Vies eindelijk. Nou, daar zul je hem hebben, zei ik. Degene die naast me stond zei toen : Leg nu het snoep orakel uit. We hebben al lang genoeg gewacht. Maar de heer S.R. Vies ging zich toen geheel uitkleden, en ging toen een bosmeertje in, vlakbij. Wij volgden hem. Nou, komt er nog wat van ? Hij deed net alsof hij ons niet zag. Toen zijn we ook maar het bosmeertje ingegaan. Nou, het zit namelijk zo, zei hij ineens. Het wachten is nog op de heer K. Onijn. We hebben toen ik weet niet hoe lang in het bosmeertje gewacht, totdat de ochtend viel, en toen kwam eindelijk de heer K. Onijn aanzetten, maar die zei ook niets. Die zei toen een half jaar later dat we nog moesten wachten op een zekere heer E.K. Hoorn, en toen is degene die voor de heer Z. Iekenhuis had gewerkt boos weggelopen. Nu was alleen ik nog over met deze vreemde heerschappen. Ik kon er naar fluiten. De heer E.K. Hoorn kwam gewoon niet opdagen, hoe lang ik ook wachtte. Ik werd toen ook heel kwaad, en zei : Dat hele snoep orakel zal me worst wezen. Direct toen ik het had gezegd kwam er een zekere heer M. Elkman aanlopen. En die heeft toen het hele snoep orakel voor me uitgelegd. Het was zo'n lang verhaal, en het ging zo snel, dat ik er niks van kon verstaan en ook niks van kon onthouden. Ik zei kwaad : Waar doe ik het allemaal voor ? Toen zeiden ze dat ik blij moest wezen dat iemand tenminste de moeite deed om het uit te leggen. Ik zei dat het een orakel op zich was. Maar toen begon de heer M. Elkman zo kwaad te worden, en ik wist nog steeds niet wat hij zei. Ik heb nog nooit iemand zo kwaad zien worden. Hij explodeerde gewoon, en begon het hele snoep orakel aan stukken te slaan. Ik keek naar de scherven en zag mijn hele leven op de grond liggen. Ik keek toen op en zag een vrouw die al die tijd in het snoep orakel had gezeten. Ze zei : Maak jij het snoep orakel weer in orde ? Als je klaar bent mag je de suiker smelten. En zo moest ik werken en werken voor deze vrouw.
9 Online Touch Home