25

E B F A C G D H Schematisch overzicht van het Zero Emission Lab van Marin. A Cavitatietunnel met scheepsschroef B Generatorset C Batterij D Supercondensator geen koolstof, maar kent een ander nadeel zoals giftigheid. Een groot voordeel is dat ammoniak veel waterstof bevat en relatief goedkoop te produceren is. Kortom, de brandstof van de toekomst wordt vooral bepaald door fundamentele keuzes op het gebied van productie en distributie.” Hoe staat het met het onderzoeken van de toepasbaarheid van elektrische aandrijving? “Een elektromotor aan de schroefas is een veel voorkomende vorm van aandrijving. We kunnen die manier van voortstuwen configureren in het lab. Een belangrijke vraag is hoe het elektrisch vermogen wordt opgewekt en gedistribueerd. Je kunt elektriciteit natuurlijk opslaan in batterijen maar dat heeft beperkingen in vermogen en afstand. Elektriciteit is ook op te wekken met brandstofcellen en met generatorsets. Al deze oplossingen zijn configureerbaar in het Zero Emission Lab. Het voordeel is dat de maritieme industrie modulaire vermogens- en energieunits ontwerpt en bouwt. Alstom bijvoorbeeld deed dat voor de waterstoftreinen. De eerste maritieme initiatieven zijn in ontwikkeling.” Welke praktijkervaring hebben jullie opgedaan bij de bouw en het ontwerp van het Zero Emission Lab? “Als je de hierboven genoemde oplossingen allemaal zelf wilt ontwikkelen en bouwen, dan moet je een geavanceerde aanpak hebben. Die aanpak moet multidisciplinair zijn: van scheepsontwerp, werktuigbouw en elektrotechniek tot en met besturing en automatisering. Die disciplines moeten gelijktijdig en parallel worden ingezet. Als je bijvoorbeeld een elektrisch vermogenssysteem ontwerpt dan zijn ruimtebeslag, koeling en besturing belangrijke aanpalende technieken. Je kunt de stappen niet na elkaar uitvoeren dus het moet parallel. De ontwerpresultaten De aanpak moet multidisciplinair zijn: van scheepsontwerp, werktuigbouw en elektrotechniek tot en met besturing en automatisering. Marin ontwikkelde ook een model waarin verschillende aandrijfsystemen worden nagebootst. Heeft dat andere inzichten opgeleverd? “Wij noemen dit nabootssysteem het ‘virtuele lab’. Op basis van simulaties concludeerden we dat bij een hybride voorstuwingsaandrijving grote verstoringen op de schroef, bijvoorbeeld door zeegang, beter worden opgevangen door de elektrische aandrijving waardoor de verbrandingsmotor nagenoeg constant wordt belast. Dat is een groot voordeel voor het aandrijven van verbrandingsmotoren met nieuwe brandstoffen.” E Elektrische verdeelkast F Schroefas G Aandrijflijn H Brandstofcel moeten eenduidig worden vastgelegd. Niet in losse, monodisciplinaire schema’s en documenten. Ze moeten goed aan elkaar worden gekoppeld want bijvoorbeeld een wijziging van het voorstuwingsvermogen geeft een wijziging van de elektrisch aandrijfmachine, het verliesvermogen of het koelsysteem.” Meer informatie Een korte introductie van het Zero Emission Lab staat op het YouTubekanaal van Marin: www.youtube.com/marinmultimedia. 06 2022 | HISWA MAGAZINE 25

26 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication