25

vraag & antwoord column Vraag van een lid van HISWA-RECRON Een koper beweert dat het geleverde product gebrekkig is en verlangt herstel of vervanging, maar de garantietermijn is al (lang) verstreken. Moet ik de koper tegemoetkomen? Herbert van Oord Manager Arbeidsmarkt, Training en Opleiding Antwoord van HISWA-RECRON Het gaat hier om twee dingen: garantie en non-conformiteit. Het verstrijken van een garantietermijn hoeft niet te betekenen dat een koper geen recht meer heeft op herstel of vervanging van een product. Een aanspraak op garantie is een aanvullende, contractuele verbintenis van de verkoper of producent. Die garantie houdt bijvoorbeeld in dat de verkoper of producent zich verbindt tot kosteloos herstel, vervanging of terugbetaling als de zaak binnen een vaste termijn niet voldoet aan bepaalde, in het garantiebewijs of de reclameboodschap omschreven specificaties. Met een aanspraak op garantie heeft een koper een betere bewijspositie en kan deze zowel de verkoper als de producent aanspreken. Vanwege de garantie wordt immers vermoed dat het product gebrekkig (non-conform) is, omdat het binnen de termijn al gebreken vertoont. Vanwege dat vermoeden, zal de verkoper of producent moeten bewijzen dat een bepaald gebrek juist door toedoen van de koper is ontstaan. Echter ook na het verstrijken van de garantietermijn, kan een koper nog steeds stellen dat het product niet de eigenschappen bezit die hij op grond van de overeenkomst mocht verwachten. Daarbij spelen zowel subjectieve elementen een rol (specifieke afspraken), maar ook objectief vast te stellen normale gebruikseisen en verwachtingen. Als de zaak niet aan deze eisen voldoet, is er sprake van non-conformiteit. Wanneer er sprake is van non-conformiteit kan een koper op grond van de wet kosteloos herstel, vervanging of aflevering van het ontbrekende eisen. Daarbij geldt wel dat moet worden beoordeeld of de verkoper (nog) redelijkerwijs kan voldoen aan herstel van de afgeleverde zaak. Ook kan een aanspraak op vervanging van het product worden gemaakt, maar niet als de afwijking van de eigenschappen van het product te gering is en/ of de koper niet zorgvuldig voor het behoud van het product heeft gezorgd. Samengevat: een aanspraak op garantie is een contractuele, aanvullende toezegging van de verkoper of producent, die koper extra rechten geeft en een betere bewijspositie. Los daarvan kan ook na het verstrijken van de garantietermijn, er een verplichting bestaan voor de verkoper om een non-conform product te herstellen of te vervangen. Het effect van leermotivatie Van de week bracht ik enkele bedrijfsbezoeken. Dat is altijd leuk. Elk bedrijf heeft wel een eigen verhaal, dat vaak leuk of interessant is om te horen. Eigenlijk verrassen dergelijke verhalen mij altijd. Ik leer er altijd van. Zo ook deze keer. In het eerste bedrijf kwam ik in gesprek met een jonge jongen. Hij werkte al enige jaren in het bedrijf na het afronden van zijn mbo-diploma. Op mijn vraag of hij nog plannen had om verder te leren, antwoordde hij ontkennend. Leren had hij totaal niet nodig in zijn huidige werk. Het was wel goed zo voor hem. Hij dacht, dat hij de rest van z’n leven wel bij het bedrijf zou blijven werken. Erg enthousiast sprak hij niet over zijn werk. Veel plezier ontleende hij er ook niet aan, zo te zien. Het bedrijf vond opleiding ook niet echt zo nodig. “Als je ze opleidt, dan vertrekken ze daarna meestal. Ik ga toch niet opleiden voor een ander”, deelde zijn baas mij mee. Ik vond dat nogal uitgeblust. Zeker voor een jongen van zijn leeftijd. Hoezo niet verder leren? Hoezo de rest van je leven uitgekakt gewoon je dingetje doen? Hoezo geen ambitie? Hoezo de rest van je leven bij één bedrijf? Hoezo geen enkele stimulans vanuit het bedrijf om verder te leren? Je wilt toch gewoon dat al je medewerkers de beste worden in hun vak? Een flinke ‘schop onder hun kont’ hadden ze nodig, zowel die jongen als het bedrijf. Ook al doe je maar een training van één dag. Zelfs dat kan al heel stimulerend zijn. Doe in ieder geval iets! Ik werd er niet echt vrolijk van. Hoe anders was dat in het tweede bedrijf. Daar sprak ik ook met een jonge medewerker. Ik zag alleen maar enthousiasme. Vol passie vertelde hij over z’n werk. Van de baas mocht hij een opleiding doen. Dat kostte hem één dag in de week gedurende twee jaar. Dat was nog een flinke klus. Maar, hij vond het leuk, omdat hij onderzoek mocht doen naar de verbetering van een werkproces in het bedrijf. Hij werd er een stuk slimmer van en het bedrijf een stuk beter. Het mes sneed dus aan twee kanten. Zijn baas stimuleerde hem nu al om verder te kijken dan dit bedrijf, terwijl hij zijn opleiding nog niet eens had afgerond. “Je blijft toch niet je hele leven in mijn bedrijf”, zei zijn baas. Ik vond dat genereus. Een werknemer alle kansen bieden en hem het beste gunnen. Oók als de toekomst van je medewerker buiten jouw eigen bedrijf ligt. Het resultaat? De medewerker vertelde me, dat hij nog lang niet was uitgeleerd in het bedrijf. Hij was nog niet klaar: “ Ze zijn nog niet van me af. Ik grijp eerst mijn kansen hier. Na een paar jaar kijk ik wel verder.” Vertel mij maar, wat voor bedrijf je wilt zijn en wat voor medewerkers jij in jouw bedrijf wilt hebben rondlopen; uitgekakte of gemotiveerde? 06 2025 | HISWA MAGAZINE 25

26 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication