coverstory Eelco de Jong denkt dat het met die participatieplicht zo’n vaart niet zal lopen. “In de meeste gevallen kan het gemeentebestuur geen vergunning weigeren wegens het ontbreken van een participatieproces. Dat is alleen anders als er moet worden afgeweken van het bestemmingsplan. Dan kan de gemeenteraad participatie eisen. Verder is het ook nog vrij onduidelijk wie je moet uitnodigen. De buren? De dorpsraad? De vlinder vereniging? En wat moet dat overleg dan inhouden? Ik moet nog zien dat dat echt gaat gebeuren.” Goede gesprekken De Jong benadrukt dat participatie niet betekent dat iedereen het ermee eens moet zijn. “Aan de andere kant: het is hoe dan ook slim om een goede verhouding op te bouwen met je buren en met de belangrijkste lokale belangenverenigingen, bijvoorbeeld op het gebied van natuurbescherming. Ik sprak laatst een ondernemer die na het indienen van zijn plannen zeven bezwaarmakers had. Hij heeft ze allemaal uitgenodigd op de koffie. Hij voerde vijf goede gesprekken waarin wederzijds begrip ontstond. Twee bezwaarmakers kwamen niet. Maar uiteindelijk trok iedereen zijn bezwaar in.” De Jong ziet wel mogelijkheden om participatie vooraf als strategisch instrument in te zetten. “Dan nodig je alle potentieel belanghebbenden uit om je plannen te bespreken. Eerst vraag ‘Het is zeer de vraag of gemeenten er nu wél echt klaar voor zijn’ je omwonenden, daarna de andere belanghebbenden, zoals natuurbeschermers. Sommigen komen, anderen niet. Maar hoe dan ook maakt het een goede indruk bij de gemeente als je iedereen vooraf al hebt uitgenodigd.” Het uitstel van de Omgevingswet had vooral te maken met de haalbaarheid voor gemeenten om de wet in te voeren. De regels toepassen is dan één ding. Complexer is dat alles voortaan digitaal wordt geregeld in het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO). Volgens Rosanne de Groot is het de vraag of gemeenten er nu wél echt klaar voor zijn. “Hoe dan ook gaan we over van een bekend systeem naar een nieuw systeem. Iedereen, zowel aanvragers als behandelaars, zal daar in het begin mee moeten leren werken. Vooral in 2024 zal dit aan beide kanten tot heel wat frustratie leiden”, voorspelt ze. Dat roept de tactische vraag op: kunnen ondernemers met plannen hun aanvraag beter vóór of na 1 januari indienen? De Groot: “Dat verschilt natuurlijk per aanvraag. Het een loopt soepeler onder de huidige regels, met het ander heb je na 1 januari meer kans. Het is wel duidelijk dat gemeenten de complexe aanvragen het liefst zoveel mogelijk nog dit jaar afwerken. Vooral als het gaat om bestemmingsplanwijzigingen. Dat kan dan nog volgens de vertrouwde systematiek gebeuren.” Bruidsschat Om gemeenten de ruimte te geven de omgevingswet in alle systemen en procedures op te nemen, komt er een overgangsperiode. Dat heeft ook te maken met de zogenaamde ‘bruidsschat’, de regels die nu centraal vanuit Den Haag worden vastgesteld en die straks in het omgevingsplan kunnen worden vastgesteld. Gemeenten krijgen de tijd om te bepalen wat precies hun standpunt wordt. Of ze die regels één op één overnemen, of er lokaal een draai aan geven. Mede daarom adviseert De Groot ondernemers om werkzaamheden die nu op basis van landelijke regels vergunningsvrij kunnen worden uitgevoerd, vooral aan te pakken. Voorlopig zal de Omgevingswet zowel voor gemeenten als ondernemers veel onduidelijkheid met zich meebrengen. Wellicht ten dele ook meer administratie en extra kosten. Gelukkig is er een overgangsperiode. Hou de vinger aan de pols van je gemeente, is een algemeen advies. En kijk voor verdere informatie over de Omgevingswet op: www.hiswarecron.nl (zoekterm: omgevingswet) 04-2023 | Recreactie 19
20 Online Touch Home