15

Niet alle Omgevingsdiensten gaan even coulant met de regels om niet zulke pasklare oplossingen. De vraag is: kun je dan wel van de zwembaden eisen dat ze eraan voldoen? In feite moeten we constateren dat de overgangsperiode van één jaar echt te kort was.” Dat vindt ook Pascal Derkoningen, specialist zwembaden bij Center Parcs. Misschien niet voor zijn eigen concern, maar wel voor de kleinere bedrijven, die geen eigen specialist hebben. “Center Parcs heeft geen gewone zwembaden, maar subtropische baden met duizenden bezoekers per dag”, vertelt hij. “Dat brengt meer risico’s met zich mee en we waren dus al veel meer gespitst op hygiëne dan wettelijk verplicht was. 13 van de 17 parameters die nu door de laboratoria gemeten moeten worden, zijn bij ons al langer deel van het meetprotocol. Dat doen we om de veiligheid van gasten en medewerkers te garanderen. We sturen er al heel lang op om de chemische parameters in evenwicht te houden. Dat vraagt om nauwkeurige apparatuur en om heel veel kennis bij de zwembadtechnici. Ook bij ons komt het incidenteel voor dat een waarde tijdelijk buiten de norm valt, maar dat wordt dankzij continue monitoring snel gecorrigeerd. Waterstofcarbonaat is soms een probleem; we hebben al installaties toegevoegd die bicarbonaat kunnen doseren. We streven er naar om volledig aan de eisen te voldoen.” Derkoningen snapt wel dat ondernemers als Koen Quicken veel metingen overbodig vinden. “Er zitten stoffen bij die pas na jarenlange blootstelling schadelijk zouden kunnen zijn. Als je dan een open bad hebt dat maar 4 of 5 maanden per jaar geopend is, lijkt het een onredelijke eis om zo’n meting te doen. Maar onze baden zijn 365 dagen per jaar open. Wij willen echt dat alles perfect veilig is, ook op de lange termijn.” Pascal Derkoningen is ook betrokken bij het zoeken naar oplossingen voor de huidige problemen in zwembadland. “Wij kunnen aanbevelingen doen aan de expertgroep en dat zullen we ook zeker doen. Een belangrijk aspect is kennisdeling, met name naar de kleinere bedrijven. We moeten echt de handen ineen slaan om alle baden open te kunnen houden. Vergis je niet: er is diepgaande kennis van de chemische processen én kostbare apparatuur nodig om de huidige normen te halen.” Twee besluiten Er zijn binnen de Omgevingswet verschillende besluiten die de kwaliteit van het zwemwater reguleren. Voor recreatieondernemers de belangrijkste is het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal), hoofdstuk 15. Deze stelt de regels vast voor zwemmen en baden in bassins, zowel binnen als buiten. Daarnaast is er het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl), dat betrekking heeft op zwemmen in oppervlaktewater. Het is ook onder het Bkl van belang om de voorschriften goed na te leven, want bij ongevallen kan de locatiehouder (bijvoorbeeld de gemeente of exploitant van het water) aansprakelijk gesteld worden. Risico-analyse De parameters zorgen nu voor chaos in zwembadland. Maar per 1 januari is de volgende overgangsregeling afgelopen: dan zijn de zwembaden verplicht om te beschikken over een risico-analyse, met daarbij een beheersplan, dat omschrijft hoe de risico’s worden weggenomen of geminimaliseerd. Marcel Tap: “Het gaat erom dat de veiligheid in en rond het water wordt gegarandeerd. Meer specifiek: het voorkomen van verdrinking, het voorkomen van letsel in en rond het bassin, en het beschermen van de gezondheid van medewerkers en zwemmers.” Op zich lijken dat prima eisen, ware het niet dat de wet hier, bewust, ook weer ruimte schept voor willekeur. Tap geeft een voorbeeld: “In de vorige wet stond heel eenvoudig dat toezicht niet verplicht is, als een bad ondieper is dan 1,40 meter. Veel zwembaden hebben daar hun baden op aangepast. Nu is die norm vervallen en moet je zelf bepalen wat ‘veilig’ is. > 08-2025 | Recreactie 15

16 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication