19

op één lijn 32 3e uitgave 2008 De huisarts is vooral ‘patiënt georiënteerd’, de ziekenhuisspecialist eerder ‘ziekte georiënteerd’. Voor de dagelijkse zorg betekent zulks dat de huisarts ervan uitgaat dat de patiënt gezond is, tot het tegendeel is bewezen. Een ‘vertaling’ daarvan is de benaming ‘gezondheidscentra’ in de eerste lijn, en ‘ziekenhuizen’ in de tweede lijn. De huisarts functioneert op het grensvlak van zelfzorg en professionele zorg en vervult zo de functie van ‘poortwachter’. Met andere woorden: hij bemiddelt tussen de klachten van de patiënt en het medisch systeem. Een operationalisatie daarvan is de International Classification Primary Care (ICPC), waarvan prof.dr. Henk Lamberts een van de grondleggers is. Daarin komt als het ware de ‘vertaling’ terecht. In dat proces beoordeelt de huisarts de risico’s voor de patiënt en heeft daardoor een vanzelfsprekende (primaire en secundaire) preventieve taak. Door de automatisering is hij in staat zijn praktijk in kaart te brengen en te bezien als een ‘population at risk’ met incidenties en prevalenties. Dat fenomeen heeft krachtig bijgedragen aan het epidemiologisch denken in de huisartsgeneeskunde. Het stelt ons in staat in kaart te brengen in welke omvang welke aandoeningen worden gepresenteerd, en te onderzoeken welke determinanten daarbij een rol kunnen spelen en welke de effecten zijn van interventies. Ons RegistratieNet Huisartspraktijken (RNH), een dynamisch steekproefbestand van ca 100.000 patiënten is in dat perspectief een ‘goudmijn’ gebleken. Deze benaderingswijze heeft er in zeer belangrijke mate toe bijgedragen dat de huisartsgeneeskunde hoog scoort als wetenschappelijke discipline, en kerngegevens kan aanleveren voor het medisch onderwijs, nascholing en toetsing. De consequentie daarvan is dat huisartsgeneeskunde een van de kerndisciplines is binnen de medische faculteiten en het overheidsbeleid kunnen beïnvloeden. Hoe staat het nu met die canon uit 1956? De continuïteit van zorg in de persoon van de huisarts is in steeds mindere mate te realiseren door de ‘parttimisering’ van het beroep en de grootschalige Huisartsenposten. Dat is een verliespost, maar voor het persoonlijk leven van veel huisartsen een winst. Het verlies kan ten dele worden opgevangen door een nauwkeurige registratie en een zorgvuldige overdracht. De integrale benaderingswijze in het consult is thans een wezenlijk onderdeel van het basiscurriculum en de huisartsopleiding. De gedragswetenschappen hebben in de jaren zeventig en tachtig daaraan zeer bijgedragen. Maar ook op organisatorisch nivo heeft ons vak een andere gestalte gekregen. Andere disciplines hebben zich bij de huisarts gevoegd: wijkverpleegkundigen, praktijkondersteuners, maatschappelijk werkenden, psychologen, sociaal-psychiatrisch verpleegkundigen en anderen. Er treedt teamvorming op en hun onderlinge samenwerking vindt in toenemende mate plaats vanuit één gebouw of lokatie. Die ontwikkeling leidt ertoe dat we nu spreken over eerstelijns voorzieningen. De huisartspraktijk van weleer, wordt steeds meer onderdeel van een dergelijke voorziening, gericht op een min of meer omschreven populatie. Het is een ontwikkeling die door de ziektekostenverzekeraars en overheid wordt gestimuleerd. Binnen die context worden via ketenzorg en transmurale DBC’s afspraken gemaakt met ziekenhuizen, RIAGG’s en thuiszorgorganisaties. Het is in mijn optiek een onontkoombare ontwikkeling om ons gedachtegoed, onze canon, in de markt van ‘ziekte en gezondheid’ stevig overeind te houden. Aan de deelnemende huisartsen van AMUSE-2: Denkt u nog aan AMUSE-2? Zend iedere verdenking van longembolie in! Om de klinische beslisregel van Wells en de point-ofcare D-dimeer test te valideren moeten we kunnen rekenen op een representatieve populatie. Een huisarts ziet 3 à 4 verdenkingen van longembolie per jaar. Eén gemiste inclusie betekent 25% gemist! Denk dus aan AMUSE-2 en vraag de patiënt voor deelname! Een kleine stap voor de huisarts, een grote stap voor het onderzoek! Vragen? Neem gerust contact met ons op: amuse-2@hag.unimaas.nl ■ Marion de Mooij, onderzoeksassistente (tel. 043-3882324) ■ Petra Erkens, onderzoeker (tel. 043-3882300) ■ Jelle Stoffers, huisarts / projectleider regio (tel. 043-3882250) Algemene faxnummer Huisartsgeneeskunde is weer in gebruik: 043-3619344. 19

20 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication