op één lijn 34 2e uitgave 2009 Lijdzaam zitten op een krukje of voor het eerst echt zelf dokteren? De huisartsenpraktijk als leer- en werkplaats DOOR JONNE VAN DER ZWET, ARTSONDERZOEKER Sinds anderhalf jaar doe ik promotieonderzoek naar werkplekleren in de huisartspraktijk. In eerste instantie deed ik dat in combinatie met de huisartsopleiding, maar tegenwoordig richt ik mij volledig op het onderzoek, waarover ik hieronder meer zal uitwijden. Maar eerst het volgende: In het licht van nog niet publiceerbare resultaten van lopend onderzoek heb ik een wetenschappelijk minder verantwoorde doch zeer informatieve poll gehouden onder afgestudeerde artsen. Ik vroeg hen wat zij zich herinnerden van de leerzaamheid van hún coschap huisartsgeneeskunde. “ Tijdens het coschap huisartsgeneeskunde kreeg ik voor het eerst meer verantwoordelijkheid waardoor ik me al veel meer dokter in spe voelde. Een patiënt voor het eerst alleen zien en alleen supervisie op afstand; dat was heel spannend ook al ging het om een voetschimmel! ” “ Ik wist toen ik mijn coschap huisartsgeneeskunde liep één ding zeker: zo’n huisarts wil ik nooit worden! Patiënten includeren in onderzoeken waar ze geen weet van hadden en continu proberen overal een financieel slaatje uit te slaan en ondertussen op wintersport, om verwerpelijke redenen gesponsord door de farmaceut. Patiënten die antibiotica voorgeschreven kregen toen ze het woord alleen al in de mond namen, bang om impopulair te worden, en ondertussen met 80 km/ uur door de bebouwde kom rijden naar de visites. Over rolmodellen gesproken! ” “ Een echte huisarts lijkt zijn autoriteit misschien te ontlenen aan de manier waarop hij tot de patiënt doordringt; namelijk gewoon via de achterdeur. Ook ontleent hij zeggingskracht aan een hoed, die na zijn entree sierlijk op het nachtkastje van de patiënt landt. Als een dergelijke huisarts spreekt, luisteren de patiënten. Maar oh wee als het niet meer klopt wat hij zegt. Dan mag hij voortaan aanbellen en blij zijn als er nog open gedaan wordt. En zo mag (mocht) het zijn, want de klassieke dorpsdokter transformeert de laatste 36 “ jaren in een patiëntenmanager die alles bijhoudt en van alle markten thuis is. Tijdens het coschap vond die transformatie door een wat conservatief ingangsbeeld ook versneld in mijn hoofd plaats. Eigenlijk was het wel moeilijk afscheid nemen van die oude, mannelijke éminence grise en moest ik dus wennen aan de alleskunnende voorhoedespeler/-speelster (!) die hem verdrong. Maar na een paar weken coschap zou ik al niet meer anders willen. ” “ Toen ik na de tweede dag van mijn coschap huisartsgeneeskunde naar huis fietste, wist ik het zeker; dit wordt het! Ik had al langer het idee dat huisartsgeneeskunde wel iets voor mij zou zijn, maar dit was de absolute bevestiging. Leuke en interessante patiëntcontacten met voldoende tijd voor zowel de agenda van de patiënt als die van mij als junior dokter. En een hele leuke dorpspraktijk met een prima team en goede begeleiding. ” In de huisartspraktijk waar ik stage liep, leerde ik dat je als huisarts patiënten krijgt die bij je passen. Het was bijzonder om te zien hoe twee huisartsen die in hetzelfde pand op een totaal verschillende manier werkten, allebei tevreden patiënten naar huis lieten gaan. ” “ Ik herinner me hoe een 16-jarige puber op het spreekuur van mijn huisarts kwam. Hij liep wat sloom een keek de huisarts niet aan. Z’n moeder had hem gestuurd omdat zijn hoest maar niet over ging. Nadat de huisarts naar zijn longen had geluisterd, legde hij de jongen iets uit over hoesten. Interessant was dat de huisarts de mechaniek van een brommer als beeld van de longen nam. Later begreep ik dat de jongen sinds het recente overlijden van zijn vader zich volledig op het sleutelen aan brommertjes te hebben gestort. Dat een arts door de ‘verpakking’ van zijn verhaal in iemands belevingswereld kan komen, was een echte eye-opener voor mij. Ik realiseerde me ook hoe belangrijk het kan zijn om als arts de gezinssituatie van de patiënt te kennen. ”
37 Online Touch Home