35

op één lijn 35 3e uitgave 2009 Nascholing Vaardighedentoets voor assistentes op de universiteit zeer succesvol DOOR BABETTE DOORN, PROJECTMANAGER ACADEMISERING Daarnaast werd op woensdag 21 oktober jl. op de UM de allereerste Vaardighedentoets (VAT) voor assistentes uit academische praktijken georganiseerd. Dit idee bestond al langer want: waarom zouden we de kennis en de materialen op de uni die normaal voor aios gebruikt worden, niet inzetten voor assistentes? En is het niet leuk om buiten je praktijk maar wel met elkaar (en met ‘vreemde’ huisartsen) te oefenen? We vroegen vooraf toestemming aan de Huisartsopleiding (het zijn hun docenten, ruimtes en materiaal). Vervolgens dienden we de inhoud te bedenken. Angelique Kleijnen, assistente uit Bocholtz, inventariseerde onder de praktijken welke vaardigheden geschikt en gewenst zouden zijn om te toetsen. Wat zijn veel voorkomende handelingen? Doen we moeilijke medische vaardigheden of eenvoudige? En is bloeddruk meten wel zo simpel als we denken? Hoe wordt het aangeleerd op school? De assistentes van de academische praktijken komen vanaf 2001 structureel bijeen om allerhande activiteiten te ontplooien. De totale groep bestaat uit 57 assistentes. Een vaste vertegenwoordiger per praktijk woont het reguliere overleg bij. Wie daar meer over wil weten, kijkt op www.hag.unimaas.nl/assistenten. Dit najaar liepen 2 verschillende nascholingen voor deze groep assistentes: de jaarlijkse spirometriecursus en nieuw: een Vaardighedentoets (VAT). Assistente Monique Ploeg uit Elsloo organiseerde 2 avonden in oktober waarop men kon intekenen voor spirometrietraining in Urmond o.l.v. longverpleegkundige Tim Sales. Eigen curves (goede en foute) uit de praktijken werden hierbij nabesproken. Het bleek al snel dat deze onderwijsvorm waarbij je laat zien hoe je iets doet, en vervolgens gestructureerd feedback krijgt van een docent/observator, nieuw was voor assistentes. Het is een zeer prettige onderwijsvorm waarbij in kleine groepjes gewerkt kan worden. Aios hebben de “luxe” om de vaardigheden, ook wel carrousel genoemd, 1 op 1 te mogen uitvoeren. Voor de assistentes hadden docente Lili Keijzer (huisarts in Ysselsteyn) en ik bedacht dat groepjes van maximaal 5 per vaardigheidsstation, een mooie start zou zijn om dit laagdrempelig maar wel kwalitatief goed uit te proberen. Ook praktisch: welke stations kunnen we aanbieden en welke zijn relevant voor assistentes? En wat is de norm: welk protocol houden we als richtlijn? Vragen assistentes andere eisen van een observator dan huisartsen in opleiding? Kunnen onze observatoren dat? De keuze viel op 3 vaardigheden: bloeddruk meten, Enkel Arm Index bepalen ofwel Dopplermeting en injecteren (subcutaan maar daar werd later intramusculair aan toegevoegd). Het aanbod deden we aan onze 12 academische praktijken en hierop konden maximaal 15 assistentes intekenen. De instroomvoorwaarde was dat zij die vaardigheid regelmatig moesten uitvoeren in hun praktijk. De observatoren 35

36 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication