23

3e uitgave 2010 brillenglazen op (ook de mijne) en had een röntgenapparaat om de longen te doorlichten. Hij schafte graag de nieuwste apparatuur aan. Toen mijn moeder in 1968 een licht hartinfarct kreeg was hij al in het bezit van een ECGapparaat zodat hij zelf de diagnose heeft gesteld en haar thuis heeft behandeld omdat ze niet naar het ziekenhuis wilde. Het beroep van huisarts was niet ongevaarlijk. Hij heeft een keer zijn pols gebroken toen hij in een strenge winter op de schaats zijn visites reed. In de oorlogsjaren heeft hij zijn auto onklaar gemaakt, zodat deze niet door de Duitsers geconfisqueerd kon worden. Hij is (mogelijk vanwege een verzetsdaad) enkele maanden ondergedoken in een smalle ruimte boven de keuken. Ik kan me nog heel goed herinneren dat mijn vader op een donkere avond onder de koeienstront thuiskwam omdat hij op weg naar een boerderij die slecht verlicht was, was gaan lopen en in een open gierput was gevallen. Hij was bijna verdronken, maar kon er toch uitklimmen en is stinkend, woedend en geschokt in zijn auto naar huis gereden. Mijn broers hebben hem in bad gestopt en zijn auto (een tweedehands Lincoln, de trots van de familie) gewassen. Tot een half jaar voor zijn dood in 1980 heeft hij nog gewerkt. Hij is overleden aan hartfalen, maar had de laatste jaren ook leukemie, mogelijk ten gevolge van de vele doorlichtingen die hij heeft gedaan. Van de zes kinderen in ons gezin zijn er drie geneeskunde gaan studeren. Voor dit themanummer over huisartsenfamilies heb ik gesproken met mijn broers Arno en Wim over hun motieven om geneeskunde te studeren, met het doel de vraag te beantwoorden of deze keuze wel of niet genetisch bepaald is. Ik wilde ook wat meer weten van de familieachtergrond van onze vader. Van mijn broer Pam hoorde ik dat Pa de eerste arts in zijn familie was, en tot mijn verrassing was geneeskunde niet zijn eerste keuze. Opa was hoofd instrumentmaker bij de genie. Pa (1904) wilde liever bouwkunde in Delft studeren, maar dat werd hem door zijn ouders verboden omdat er minder toekomst in zat. Hij heeft in Utrecht geneeskunde gestudeerd, en zich in 1931 als huisarts gevestigd in Stompwijk (later Leidschendam genoemd). Zoals hierboven beschreven heeft hij in de avonduren zijn liefde voor bouwen goed kunnen uitoefenen. Arno, de tweede zoon (1937), wilde absoluut geen geneeskunde studeren omdat hij vond dat het beroep van huisarts teveel invloed had op het gezinsleven. Hij koos eerst voor Nijenrode en later een opleiding tot officier bij de commando’s. Beide opties bevielen hem echter niet, en op aanraden van een oom is hij enkele jaren na het gymnasium toch nog geneeskunde gaan studeren omdat hij dan de militaire dienst kon verlaten. Tijdens zijn studie trouwde hij en kwamen er al kinderen. Nadat hij enkele jaren als geneesheer­directeur van een verpleeginrichting heeft gewerkt, koos hij er in 1971 na een conflictsituatie op zijn werk geheel onverwacht voor om samen met Pa te gaan werken die toen 65 jaar was en een opvolger zocht. Het huis werd verbouwd, Arno ging er met zijn gezin wonen en mijn ouders verhuisden naar een flat. Er kwam een aparte praktijkingang, een tweede spreekkamer en een kamer voor een doktersassistente. Tonnie, de vrouw van Arno, was verpleegkundige en wilde die taak wel op zich nemen. Pa heeft nog negen jaar met Arno samengewerkt, maar hij deed geen diensten en bevallingen meer en werkte de laatste jaren alleen in de ochtend. Hij was pas vlak voordat Arno kwam voor het eerst een soort van kaartsysteem gaan bijhouden. Arno heeft de groene NHG­kaarten ingevoerd. De patiënten moesten wennen aan de nieuwe situatie, want mijn vader had geen afspraak ­ spreekuren, maar in de ochtend een inloopspreekuur voor ziekenfondspatiënten en ‘s middags een inloopspreekuur voor particuliere patiënten. Arno voerde gemengde afspraakspreekuren in, waarbij de particuliere patiënten eerst niet samen met ziekenfondspatiënten in de wachtkamer wilden zitten. Tonnie observeerde goed hoe Pa zijn praktijk uitoefende. Hij kon goed naar zijn patiënten luisteren, er vielen veel stiltes en bij het ausculteren en palperen deed hij zijn ogen dicht om zich beter te concentreren. Maar ze was geschokt toen ze een keer een spier had verrekt en hij zonder enig overleg opeens een spuit met corticosteroïden zette. Arno heeft beter dan onze vader bewaakt dat zijn gezin niet te kort kwam, en dat zijn privéleven werd afgeschermd. Van de vier kinderen van Arno heeft de tweede dochter (Christel) de huisartsopleiding gedaan, is gepromoveerd, en getrouwd met een chirurg. Zij zorgt nu vooral voor de kinderen. Zijn oudste dochter werd verpleegkundige en later artsenbezoekster, en ze is met een huisarts getrouwd geweest. Wim, de vierde zoon (1940), wist vanaf zijn achtste jaar dat hij huisarts wilde worden. Hij hielp Pa met het draaien van pillen, en hielp een enkele keer ook in de praktijk bv met het vasthouden van het hoofd van een boer bij wie een kies werd getrokken. Als hij bloed zag viel hij toen echter flauw. Wim is een knutselaar, uren kon hij aan zijn radio’s bouwen en wat dat betreft leek hij op opa. Na zijn studie geneeskunde in Leiden heeft hij even overwogen om met Pa te gaan samenwerken, maar koos door omstandigheden eerst voor psychiatrie en tenslotte voor de neurologie. Hij maakte lange dagen in het ziekenhuis en was voor zijn chronische patiënten naast neuroloog ook een soort huisarts. Hij werkt na zijn pensionering nog steeds een paar dagen per week. Zijn dochter Denise is gynaecoloog geworden en gepromoveerd, ze heeft 2 kinderen en werkt nu parttime. Als jongste kind (1948) hoorde ik aan tafel de verhalen van mijn oudere broers over de snijzaal en enge ziektes, en ik zag de dikke boeken die ze moesten bestuderen. Geneeskunde was wel het laatste wat ik wilde studeren, ik had meer belangstelling voor psychologie. Toch kreeg ik in de zesde klas van de HBS­B steeds meer interesse in biologie en besloot me voor 15 mei voor geneeskunde aan te melden omdat dat later niet meer kon. Na mijn studie in Leiden wilde ik huisarts worden, maar ik wilde beslist geen solopraktijk en beter geregelde diensten. Ook wilde 23 op één lijn 38

24 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication