23

3e uitgave 2011 Terugblik: 6th International Shared Decision Making conference DOOR MARIJE KOELEWIJN, SENIOR ONDERZOEKER EN TRUDY VAN DER WEIJDEN, HOOGLERAAR IMPLEMENTATIE VAN RICHTLIJNEN Gezamenlijke besluitvorming: barrières en tips Wij organiseerden het tweejaarlijkse internationale Shared Decision Making congres van 19 t/m 22 juni in Maastricht. Het thema was 'Bridging the gap between research and practice: patient pull or clinician push?' We hebben nagedacht over de beste manier om gezamenlijke besluitvorming te implementeren in de praktijk. In deze terugblik gaan we in op 2 presentaties over thema’s die voor de huisarts interessant zijn: barrières bij de arts om gezamenlijke besluitvorming toe te passen, en een hulpmiddel voor gezamenlijke besluitvorming in de huisartspraktijk. Barrières bij artsen Professor Hanneke de Haes (VU Amsterdam) ging in op de barrières bij artsen om gezamenlijke besluitvorming toe te passen. Als eerste noemde zij stress. Uit onderzoek blijkt dat informatie geven stressvol kan zijn. Dat geldt te meer als informatie complex is, als het gaat over dingen waar we niet alles van weten, en nog meer als het gaat over dingen die emotioneel beladen zijn. Bij gezamenlijke besluitvorming gaat het vaak om complexe en emotioneel beladen beslissingen. Het gaat om situaties waar het niet duidelijk is wat de beste beslissing is; er zijn meerdere behandelopties en ze hebben allemaal hun specifieke voor- en nadelen. Je neemt ls arts de beslissing want stress is iets dat je liever vermijdt. Tijdsdruk is ook een bron van stress. Als er dan iets nieuws bij, zoals gezamenlijk beslissen, dan verhoogt dat de stress. Een gebrek aan vaardigheden is ook een barrière om gezamenlijke besluitvorming toe te passen. Vooral de vaardigheid om met de patiënt te exploreren wat voor de patiënt belangrijk is. Artsen zijn vaak actieve en energieke mensen die naar een beslissing toe willen. Het kan dan lastig zijn om achterover te gaan zitten en te vragen: vertel nu eens, wat is voor u belangrijk? Het blijkt dat deze vraag in de praktijk nog te weinig wordt gesteld. Dit is een heel andere vaardigheid dan informeren waar je een veel actievere rol hebt. Een derde barrière is dat artsen vaak al een voorkeur in hun hoofd hebben. We weten dat de voorkeur van de arts vaak verschilt van die van de patiënt. Bovendien maken artsen vaak andere keuzes als het om hun eigen zorg gaat, dan de keuzes die ze maken voor hun patiënten. Artsen kunnen nog niet zo goed voorspellen wat hun patiënten kiezen. Je zou dus willen dat ze een zekere neutraliteit hebben, maar dat is lastig. Dat hebben we allemaal: als je ergens van overtuigd bent, is het lastig om dat niet te laten merken. Maar het is een kunst om wel een neutrale houding aan te nemen. Dat is belangrijk omdat blijkt, ook uit onderzoek, dat patiënten toch, zelfs tegen hun eigen voorkeur in, doen wat de arts zegt. In de huisartspraktijk Lyndall Trevena is huisarts en Universitair Hoofd Docent aan de Sydney Medical School in Australië. Zij ziet gezamenlijke besluitvorming als onderdeel van Evidence Based Medicine. Als huisarts heeft ze relatief weinig tijd voor een patiënt. Om gezamenlijke besluitvorming toe te passen, gebruikt ze een ‘clinical framework’ bestaande uit 3 stappen. De eerste stap is Verzamelen. Dit omvat de medische geschiedenis van de patiënt en het doen van lichamelijk onderzoek. Soms is het nodig om in literatuur of richtlijnen te zoeken naar informatie. Daarnaast hoort ook het verzamelen van informatie over de waarden en voorkeuren van de patiënt. Stap twee is Organiseren. Je hebt alle informatie maar die moet georganiseerd worden zodat dat er een beslissing genomen kan worden. De laatste stap is Beslissen. Dit raamwerk sluit goed aan bij de manier waarop huisartsen doen en denken. Anders is de stap Organiseren. Informatie wordt zo georganiseerd, dat het de betrokkenheid van de patiënt bevordert. Zij gebruikt daarvoor drie vragen voor de patiënt: 1. Wat zijn mijn opties? 2. Wat zijn de voor- en nadelen van deze opties en wat is de kans dat ze plaatsvinden? 3. Wat is belangrijk voor mij? Deze vragen helpen om de patiënten meer te betrekken bij de beslissing. In Australië is onderzoek gedaan naar het effect van deze vragen en patiënten bleken meer betrokken te raken bij de besluitvorming. Het aantal opties dat besproken werd, nam toe en ook het aantal besproken voorkeuren van patiënten nam toe. En, niet onbelangrijk: de consultduur bleef gelijk. De presentaties van de keynote speakers vindt u op www.isdm2011.org. Op www.medischcontact.nl vindt u een videoverslag. 23 op één lijn 41

24 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication