15

op één lijn 43 2e uitgave 2012 Masterstudent Arts-Klinisch Onderzoeker: Eefje de Bont Antibiotica bij kinderen: soort bepaalt voorschrijfgedrag BEGELEIDERS: JOCHEN CALS EN GEERT-JAN DINANT Achtergrond In de meeste huisartsgeneeskundige richtlijnen wordt geadviseerd antibioticum voorschriften bij kinderen met infecties te beperken. Het is echter onduidelijk hoeveel voorschriften het afgelopen decennium gegeven zijn. Bij het evalueren en bijstellen van interventies die het antibioticagebruik in de huisartsenpraktijk moeten terugdringen, is het echter van belang om dit te weten. Doel Met deze studie onderzoeken wij de voorschrijffrequenties van orale en topicale antibiotica bij kinderen jonger dan 12 jaar in de periode 2000-2010. Ook willen we nagaan of huisartsen specifieke antibiotica voorschrijven waarvoor geen indicatie is volgens de huidige Nederlandse richtlijnen. Methode Met behulp van het Registratie Net Huisartspraktijken (RNH) werden gegevens verzameld over demografische kenmerken van patiënten, antibioticum voorschriften en relevante co-morbiditeit. Statistische analyses werden uitgevoerd met behulp van frequenties en multivariabele logistische regressie analyse om na te gaan welke variabelen van invloed zijn op antibiotica voorschriften. Resultaten In de periode 2000-2010 zijn 108.555 patiëntjaren geanalyseerd, waarbij 15,8% met chronische ziekte, met astma als meest voorkomende. In 14,8% van de patiëntjaren werd minimaal één antibioticum voorschrift gegeven. Tussen 2000 en 2005 observeerden we een significante toename in het aantal voorschriften voor zowel orale als topicale antibiotica (p<0.001). In 2005-2010 daalde het aantal orale voorschriften (p<0.001), terwijl het aantal topicale geleidelijk bleef toenemen (p=0.04). We vonden een significante invloed van leeftijd en chronische ziekte op het krijgen van een antibioticum voorschrift. Voorschriften zonder indicatie werden slechts incidenteel geobserveerd. Conclusie Eén op de zes kinderen ontving in 2000-2010 minimaal één antibioticum voorschrift. Terwijl topicale voorschriften geleidelijk bleven toenemen, stegen de orale voorschriften tussen 2000-2005 en daalden ze daarna significant. Omdat richtlijnen in die tijd niet zijn veranderd, is dit verschil mogelijk toe te schrijven aan de opname van het pneumokokkenvaccin in het Rijksvaccinatieprogramma in 2006. WESP-studenten: Laurens Starmans en Inge van ‘t Klooster Echo bij schouderklachten: juiste diagnose een MUST BEGELEIDERS: RAMON OTTENHEIJM, JOCHEN CALS, GEERT-JAN DINANT, ROB DE BIE Achtergrond Echografie is een accuraat diagnosticum bij schouderaandoeningen. De epidemiologie van specifieke schouder-aandoeningen in de huisartspraktijk is onbekend omdat anamnese en lichamelijk onderzoek nu niet tot een patho-anatomische diagnose leiden. Mogelijk is de behandeling hierdoor niet optimaal, wat de kans op chroniciteit kan verhogen. Inzicht in de prevalentie zou dit kunnen verbeteren. Doel Het vaststellen van de prevalentie van specifieke

16 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication