17

op één lijn 43 2e uitgave 2012 2e uitgave 2012 WESP-studenten: Carolien Leijten, Alexandra Mannaerts en Dionne Welter Ben ik gerustgesteld, dokter? BEGELEIDERS: WEMKE VELDHUIJZEN EN ESTHER GIROLDI vlnr: Carolien, Dionne en Alexandra Achtergrond Geruststellen is een van de meest gebruikte verbale interventies van huisartsen. Er is echter geen eenduidig bewijs met betrekking tot effectieve strategieën die leiden tot geruststellen. Doel Onderzoeken welke technieken huisartsen toepassen om patiënten gerust te stellen en hoe deze door patiënten worden ervaren. Methode Kwalitatief observationele studie bij 12 huisartsenpraktijken in Zuid-Nederland. Per huisartsenbezoek is er gestreefd naar twee matches van ongeruste patiënten en doel geruststellen bij huisartsen. Bij huisartsen en patiënten zijn stimulated recall interviews afgenomen waarbij video-opnames van consulten als geheugenstimulus dienden voor de deelnemers om te reflecteren op de geruststellingtechnieken. Hiervan werd een kwalitatieve analyse uitgevoerd. Carolien heeft zich specifiek gericht op de strategieën die huisartsen toepassen om gerust te stellen. Alexandra heeft gekeken naar de patiëntenpercepties die geruststellen ondersteunen. Dionne keek vervolgens op consultniveau naar wat patiënten en huisartsen op hetzelfde moment zeggen over technieken die de huisarts toepast om gerust te stellen. Resultaten Huisartsen onderscheiden verschillende doelen bij geruststellen. Zij gebruiken meerdere mechanismen en acties om deze doelen te realiseren. Er zijn verschillende percepties die patiënten als geruststellend ervaren. Deze worden ondersteund door deelpercepties, factoren en geruststellende acties van de huisarts. Wat tot nu toe blijkt, is dat er mogelijk discrepanties bestaan tussen de patiënten wat betreft technieken die ze als geruststellend ervaren. Conclusie Uit de analyse van de huisartseninterviews blijkt dat huisartsen veel strategieën toepassen om gerust te stellen waarvan sommige gedurende het hele consult belangrijk en sommige tijdsgebonden lijken. Uit de analyse van de patiënteninterviews blijkt dat er vijf hoofdpercepties bijdragen aan het gerustgesteld zijn van de patiënt. Wat betreft de conclusies van het derde deelonderzoek, na verschillende methodes toegepast te hebben om de dyadische data van huisartsen- en patiënteninterviews te analyseren, zijn we op dit moment in het beginstadium van de analyses en kunnen er nog geen conclusies getrokken worden. Voor u geschreven in Maastricht Wetenschap in de praktijk DOOR JELLE STOFFERS, HUISARTS MEDISCH CENTRUM WEST KERKRADE EN UNIVERSITAIR HOOFDDOCENT VAKGROEP HUISARTSGENEESKUNDE UNIVERSITEIT MAASTRICHT Deze keer: Geen trombosebeen, wat dan? Onderwijs jaar zes, Nederland-Turkije en Keniaanse huisartsen lijken op u. In onderzoeksprojecten worden vaak gegevens verzameld waarbij je vragen kunt bedenken die buiten de hoofdvraag van het onderzoek vallen. Het AMUSE-1 onderzoek – waar velen onder u aan hebben meegedaan – naar een veilige en efficiënte manier van diagnosticeren van een trombosebeen (DVT) in de huisartspraktijk, leverde ook gegevens op over de andere diagnosen in het rijtje 17

18 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication