29

op één lijn 43 2e uitgave 2012 inspiratie: het zijn zaken waar artsen vaak mee worstelen. Maar ze hoeven dat niet onvoorbereid en ongewapend te doen, want met behulp van intervisie en supervisie kun je jezelf aardig overeind houden. Des te merkwaardiger is het, dat al meer dan 20 jaar supervisie vast onderdeel uitmaakt van het opleidingscurriculum, maar dat maar een minderheid van de praktiserende huisartsen deelneemt aan intervisie of supervisie. Supervisie is een leermethode waarin het functioneren van de persoon in het beroep centraal staat. De supervisant reflecteert op eigen houding en gedrag tijdens het werken in het huisartsenberoep, waarbij vragen opdoemen.Vragen betreffen onder meer de omgang met patiënten, collega’s en samenwerkingspartners, werklast en energiehuishouding, psychohygiëne en motivatie. De supervisor gaat in gesprek met een enkele supervisant (in individuele supervisie) of met meerdere supervisanten in een groepje (in groepssupervisie). Aan het begin van de supervisie stelt de supervisant een beginnota op, waarin diens leerdoelen zijn beschreven. De supervisant onderzoekt onder begeleiding van de supervisor de eigen houding in het gebeurde, en analyseert het eigen gedrag. Daardoor wordt de supervisant zich bewust van gevoelens, gedachten en overtuigingen, van eigen normen en waarden, verwachtingen en strevingen, en van de manier waarop deze het handelen beïnvloeden. Daarbij ontstaat inzicht in de opbouw van de eigen persoonlijkheid, en deze inzichten worden afgezet tegen de normen en waarden die gelden in het beroep en in deze tijd. Zo vindt integratie plaats van de persoon in het beroep, en worden iemands persoonlijke overtuigingen en kwaliteiten in verband gebracht met de eisen die het beroep aan de beroepsbeoefenaar stelt. Veel supervisoren bieden naast supervisie tevens coaching, loopbaanbegeleiding, begeleiding rond burnout en nascholing. Sommige zijn actief als intervisiebegeleider van SCEN-artsen (Steun en Consultatie rond Euthanasie Nederland) en mentor bij andere kaderopleidingen. Bovenstaande gelezen hebbende, vindt u het dus vast ook raar, dat relatief zo weinig huisartsen deel uitmaken van een supervisiegroep. Of dat u zelf geen deel uitmaakt van zo’n groep! Aan de andere kant ook wel weer een beetje gelukkig, want over heel Nederland verspreid zijn er maar 34 kaderhuisartsen supervisor, onder wie 2 in Limburg en 2 in Noord-Brabant. Er zijn wel meer erkende supervisoren, maar die zijn geen kaderhuisarts. Eén van de Limburgers is Gerard Benthem, oud-huisarts in Roermond, lang werkzaam geweest bij de Huisartsopleiding Maastricht als coördinator voor de huisartsopleiders, en nu vooral bij Huisartsopleiding Nederland in de ontwikkeling van het onderwijscurriculum voor opleiders. Hij richtte met enkele Roermondse collega’s begin jaren 90 al een supervisiegroep op. Het begrip bestond toen nog nauwelijks. Aanleiding was zijn behoefte aan persoonlijke vorming, en vooral ook nieuwsgierigheid. In 1998 begon Gerard met de 3-jarige kaderopleiding en tot op de dag van vandaag heeft hij nog 7 supervisieen intervisiegroepen onder zijn hoede. Niet alleen huisartsen, maar bijvoorbeeld ook een groep aios kindergeneeskunde. Volgens hem zijn de eerste jaren na vestiging voor een jonge huisarts de moeilijkste. Dan is de muur tussen eigen waarden en andermans normen het dikst. Het kost veel tijd en moeite, en ook frustratie, van beide kanten om te integreren in een hagro of maatschap waar de tradities en verhoudingen al lang geen punt van discussie meer zijn, maar dat misschien al heel lang hadden moeten zijn. In groepen van al langer zittende huisartsen komen vooral vragen rond patiëntencasuïstiek, time-management en aanpassing aan nieuwe eisen aan de orde. Daar gaat het vaak om afleren van vroeger zo normale zaken, en het moeilijkste: bijstellen van ingesleten gedrag. Volgens Gerard loopt de beroepsgroep achter in dit aspect van professionaliteit en attitude. Hij zou het, als een soort verlenging van de opleiding, geen gek idee vinden, als verse huisartsen zeker in het eerste jaar nog maandelijks terug zouden komen op het opleidingsinstituut voor supervisie in hun oude groep. Enkel gericht op het competentiegebied professionaliteit dus. Onderzoek onder aios wijst uit, dat de supervisie in de opleiding als zeer positief wordt ervaren. Gerard Benthem is niet zo van de dwangmaatregelen, maar hij zou elke werkende huisarts intervisie of supervisie van harte gunnen. Gerard is tevens EKC-er (die opleiding kan je als kaderhuisarts verkort volgen) waardoor hij de bijeenkomsten ook kan accrediteren. Wat mij betreft: ik begrijp met het voorbijgaan van de jaren steeds minder, dat wij huisartsen gewoon al die dingen aankunnen die we elke dag weer doen. Dat het heel soms te zwaar is, bewijzen de burn-outcijfers die onder huisartsen hoger liggen dan gemiddeld. Deelnemen aan een supervisiegroep zou een prima preventiemiddel kunnen zijn. Na lezing van dit stukje zal het aantal aanmeldingen voor supervisie ongetwijfeld zo fulminant toenemen, dat die 34 kaderhuisartsen dat echt niet meer kunnen behappen (en ook voor hen zelfs burn-out zou dreigen!). Als u denkt zo goed in uw vel te zitten, dat u uw collega’s zou kunnen ondersteunen, dan is de Kaderopleiding Supervisor een logische stap. De eerstkomende cursus in september van dit jaar zit alweer vol. Zit u daarbij? U kunt één en ander nog eens nalezen op www.chbb.artsennet.nl 29

30 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication