4

op één lijn 44 3e uitgave 2012 Van de voorzitter Geen opwindend 2013 DOOR JOB METSEMAKERS, VOORZITTER VAKGROEP HUISARTSGENEESKUNDE UM Het einde van het kalenderjaar nadert. Mijn balans in een terugblik en een vooruitblik. Er hebben weer 344 (regulier geneeskunde traject en AKO, Arts Klinisch Onderzoeker) coassistenten in huisartspraktijken stage gelopen, naast 6 zogeheten GEZP-en (18-weekse keuzestage zorg in Jaar 6) en 3 AKO-combi’s (zesdejaars wetenschap- en zorgstage allebei bij Huisartsgeneeskunde in gecomprimeerde vorm). De huisartsopleiding telde afgelopen jaar 210 huisartsen in opleiding en er zwaaiden 60 opgeleide huisartsen af. We hebben 30 huisarts-fte huisartsen op de loonlijst, vertaald naar personen is dat 101 huisartsen. Het wetenschappelijk onderzoek loopt gestaag door waarbij u behalve door ons ook regelmatig benaderd wordt door onderzoekers van andere afdelingen van het MUMC+ of van een ander UMC. We proberen altijd om dergelijk onderzoek vooraf te toetsen aan huisartsgeneeskundige relevantie en meest efficiënte werkwijze in de praktijk. Tegelijk proberen we het onderzoek te spreiden in tijd en plaats. Als wij als vakgroep een onderzoek van dergelijke adviezen hebben voorzien, dan staat dat in de brief vermeld. Vorig jaar hebben we de Service Science Factory van de UM gevraagd wat we kunnen om met zoveel mogelijk huisartsen een relatie te krijgen voor onderwijs, opleiding of wetenschappelijk onderzoek (in plaats van de standaard brieven). Hun antwoord was eigenlijk eenvoudig, maar toch ook weer ingewikkeld. Zorg dat iedereen zich lid kan voelen van de groep. Blijf studenten aan je binden zodat ze aios huisartsgeneeskunde worden en laat de afgestudeerde huisartsen niet los, want het zijn je toekomstige docenten. Gebruik de website om het Join our Family principe vorm te geven. Die website werd gerealiseerd. Het is niet langer een verzamelplaats voor alles wat er over de vakgroep te vertellen valt, maar veeleer een plek waar essentiële wervingsinformatie staat voor onze doelgroepen: artsen die in opleiding tot huisarts willen, en huisartsen die mee willen werken aan onderwijs of opleiding. Dit is een belangrijke fase van ons Marketing Communicatieplan, waarbij we de Sociale Media nog moeten invoegen. Verder hebben we de heroriëntatie van de relatie met academische praktijken voortgezet in het licht van de ontwikkeling van de Regionale Huisartsen Organisaties (RHO). We merken dat deze RHO’s steeds meer het aanspreekpunt voor de regio zijn, dat ze actief zijn of willen worden op gebied van wetenschappelijk onderzoek 4 (regelmatig samen met de vakgroep), en zelfs, met het oog op goede balans van uit- en instroom, zich afvragen of de regio niet meer opleiders zou moeten tellen. De vraag is nu waar deze praktijken staan? Is het verstandig ze te zien als trekkers in de regio ( wat ze natuurlijk al jaren zijn) en kunnen we als ‘Maastricht’ daar dan nog iets speciaals mee doen? Nu weet ik dat nog niet. Ik wacht even af tot we het rondje langs alle RHO’s begin 2013 afgerond hebben. Wordt de vooruitblik voor 2013 heel opwindend? Eerlijk gezegd niet, want onze kerntaken blijven hetzelfde, met een kleine toename in aantallen studenten en huisartsen in opleiding. Dat alleen vraagt al een forse inzet van alle betrokkenen naast de zorg dat het onderwijs en de opleiding van uitstekende kwaliteit blijven bieden bij die grotere aantallen. Daarbij horen de huisartsen in het veld nadrukkelijk genoemd te worden. We gaan verder met het inzetten op de combinatie aios en co (waar mogelijk en geleidelijk). We bemoeien ons nu al met de plannen voor accreditatie en visitatie vanuit het standpunt dat huisartsen/ huisartspraktijken/huisartsorganisaties niet voor 3-4 verschillende instanties dezelfde of bijna dezelfde gegevens zouden moeten aanleveren. Taaie materie waarbij er nog flinke stappen gemaakt dienen te worden om te voorkomen dat er meerdere verschillende systemen komen zoals in HIS land. De Toekomstvisie Huisartsgeneeskunde 2022 is aangereikt. De essentie van ons vak verandert niet, maar de uitvoering wordt aangepast aan de tijd. Dat zal nog wel wat discussie geven, met name over de openingstijden. Wat zijn de consequenties voor onderwijs, opleiding en wetenschappelijk onderzoek? Dat expliciet opgenomen is dat het tot de taak van de huisarts behoort om deel te nemen aan onderwijs, opleiding en wetenschappelijk onderzoek stemt me zeer tevreden. Het getuigt van een gezamenlijk gedragen verantwoordelijkheid voor de toekomst van de huisartsgeneeskunde. Komt er in 2013 nog een bedreiging voor de huisartsenzorg uit Den Haag? Voorlopig niet, want de eerste uitwerkingen zijn redelijk gunstig voor de verdere uitbouw.1 Ik eindig met een redelijk tevreden gevoel over 2012 en een positieve vooruitblik voor 2013. 1 Ik schrijf deze tekst in de periode waarin nog wordt gepuzzeld op de wijzigingen van het premiestelsel.

5 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication