38

op één lijn 51 1 e uitgave 2015 Gezondheidsrechtelijke kwesties Ons beroepsgeheim in het doolhof van het sociale domein DOOR MR. ARIE DE JONG, HUISARTS IN GOIRLE EN JURIST Wie heeft nog nooit het verzoek gehad om informatie te verstrekken aan een sociaal wijk team, home team of netwerk (jeugd) hulpverlening? Vaak betreft dit veelplegers, multiprobleemgezinnen, huiselijk geweld of bemoeizorg, maar sinds 1 januari 2015 kan het ook een verzoek zijn van het gemeentelijke intaketeam bij toegang tot de jeugdzorg. Hoe zat het ook alweer met ons beroepsgeheim? Van de actualiteitenrubrieken op TV worden we niet veel wijzer. Mag je als geheimhouder, in de casus van Els Borst, wel informatie aan Peter R. de Vries geven, maar niet aan de politie? Vaak wordt vanuit de genoemde teams ook nog beweerd dat informatie verstrekken mag, omdat we met zijn allen in het team zitten en dus een behandeleenheid vormen. Een ander gebruikt argument is, dat het achteraf informeren van de patiënt ook goed is. De nieuwste trend is dat het beroepsgeheim ondergeschikt is, wanneer er sprake is van bescherming van de menselijke waardigheid, vastgelegd in internationale verdragen. De nationale wetgeving is ondergeschikt aan internationale verdragen. Tijd om het beroepsgeheim in relatie tot wijkteams, in samenwerking met Gemeenten en andere samenwerkingsverbanden onder de loep te nemen. Beroepsgeheim Artsen en andere BIG-geregistreerden zijn geheimhouders op grond van de wet. Dit beroepsgeheim bestaat uit zwijgplicht en het verschoningsrecht. De zwijgplicht garandeert een geheimhouding van alles wat in de behandelrelatie ter kennis komt van de arts. Het verschoningrecht garandeert dat ook ten opzichte van de rechter de zwijgplicht wordt gehandhaafd. Dit waarborgt het beginsel van de persoonlijke autonomie, het recht op zelfbeschikking en de vrije toegang tot medische hulp. Alle drie zijn nodig als waarborg voor de menselijke waardigheid, in een bredere uitleg dan de hierboven genoemde menselijke waardigheid. Tegenover het zelfbeschikkingsrecht staat het beschermingsbeginsel, waar alleen in uitzonderlijke gevallen gebruik van gemaakt mag worden om de patiënt tegen zichzelf te beschermen. Er zal altijd een belangenafweging moeten worden gemaakt tussen deze beginselen. 38 Doorbreking beroepsgeheim Het beroepsgeheim is echter niet absoluut. Met uitdrukkelijke toestemming mag de geheimhouder doorbreken, maar hij hoeft dat niet altijd te doen. Op grond van een wettelijke verplichting moet de geheimhouder informatie verstrekken1 en in een conflict van plichtensituatie mag de geheimhouder zijn of haar beroepsgeheim doorbreken mits aan alle voorwaarden is voldaan2. Door recente nieuwe wetten3 is er veel veranderd en dus kunt u om informatie worden gevraagd over uw patiënten door samenwerkingsverbanden, sociale wijkteams, veiligheidshuizen maar ook in de ketenzorg. Vaak zijn dit geen BIG-geregistreerde zorgprofessionals, maar andere deelnemers van deze sociale teams. Het is soms lastig laveren met het beroepsgeheim, maar de BIG-geregistreerde loopt wel als enige het risico dat hij of zij zich voor de tucht-, straf- of civiele rechter moet verantwoorden. Daarom hieronder alles nog eens op een rij4. Doorbreking met toestemming Met toestemming van de patiënt mag de geheimhoudingsplicht worden doorbroken. Voorwaarden: • de toestemming moet vrij5, geïnformeerd en doelgericht6 worden verleend • duidelijk moet zijn aan wie de informatie mag worden verleend • er mag niet meer informatie worden verstrekt dan strikt noodzakelijk om het doel te bereiken Ook met toestemming is de geheimhouder niet verplicht om informatie te verstrekken als: • de verstrekking niet in het belang van de patiënt is • in strijd is met goed hulpverlenerschap • het algemeen maatschappelijk belang, dat burgers zich vrij tot een arts moeten kunnen wenden, in het geding is7 1 Denk aan de Wet op de lijkbezorging, de Wet publieke gezondheid 2 Denk aan de 6 cumulatieve criteria van Leenen (zie Op één lijn 41, 2011) 3 Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, Jeugdwet 4 Zie ook ‘Het beroepsgeheim in samenwerkingsverbanden, een wegwijzer voor zorgprofessionals’, december 2014 5 Vrij wil zeggen dat de patiënt zo nodig de tijd krijgt om te beslissen 6 Met welk doel wordt de informatie gevraagd en een gerichte vraagstelling 7 Hoge Raad 26 mei 2009 (LUMC)

39 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication