27

In de leer Stage in een Brits hospice DOOR EEFJE DE BONT, AIOTHO Gedurende de chronische zorgstage in jaar 2 van de huisartsenopleiding, biedt Maastricht AIOS de mogelijkheid om gedurende zes weken stage te lopen in een hospice in Engeland. Begin dit jaar was Eefje de Bont één van de AIOS die is afgereisd naar Engeland. Ze heeft voor haar aios-groep wekelijks een verslag gemaakt over haar ervaringen en leermomenten. Week 1 – All about the P’s De eerste week van mijn tijd in het hospice in Engeland had alles te maken met de letter P. Ik ben op zaterdagmiddag met koekjes en thee ontvangen door mijn hospita Pam. Een lieve, intelligente vrouw van middelbare leeftijd. Ik ben niet iemand die van nature graag bij een vreemde in huis zou verblijven, maar ik moet zeggen, dat ik dat gevoel vanaf nu misschien van me af moet zetten. Het is werkelijk gezellig om hier bij haar te zijn, haar broer (tijdelijk over uit Frankrijk) en haar studerende dochters die binnen komen waaien in het weekend. Ook in het hospice in Woking heb ik tot nu toe niets dan vriendelijke mensen getroffen. Iedereen is vriendelijk, opgewekt en geïnteresseerd. Dat brengt me op de P’s van Planning en Praten rondom Palliatieve zorg. Als ik iets mee naar huis ga nemen, dan is het wel de open manier waarop hier door iedereen over de dood en het einde van het leven wordt gepraat. Bij iedere patiënt die binnenkomt, wordt gesproken over de voorkeuren met betrekking tot de plaats waar ze zorg willen krijgen en ook waar ze zouden willen sterven. Patiënten in een hospice in Engeland komen veelal ook binnen voor behandeling van symptomen, of voor een week rust, ook voor het thuisfront. Het is dus zeker niet, zoals in de meeste gevallen in Nederland, een one-way ticket. Ik krijg het gevoel, dat de spanning en de taboes die rondom een hospice kunnen heersen hier daardoor ook niet aanwezig zijn. Ik heb deze week patiënten zien opknappen en naar huis zien gaan, maar ben ook getuige geweest van de laatste adem die een jonge patiënt onverwacht uitblies, terwijl we naast haar stonden. Opvallend daaraan was voor mij ook, dat de verpleegkundigen en artsen enkele momenten later in het kantoor zelf een traan van hun wang moesten wegvegen. Al met al is het dus een hele prettige plek om over sterven, gevoel van patiënten, maar ook gevoel van zorgverleners te praten. En dat dan ook nog met de beste, meest optimistische sfeer die ik ooit heb gezien op een palliatieve afdeling. Zijn er dan alleen maar positieve dingen, zal je misschien denken? Nou nee, er is ook de P van Papier. Voor een digitaal wezen als ik die haar Iphone met Twitter en Email als derde hand heeft, is er één ding tot nu toe verschrikkelijk. Alle statussen en zelfs de brieven worden met de hand geschreven! Naast het feit dat het verspilling van kostbare tijd is, is de patiëntveiligheid voor mijn gevoel op sommige momenten ook echt in het geding. Waar ze hier Advanced Care Planning tot een kunst hebben verheven, zijn de handschriften zeker geen kunstwerken. Dan is er nog de P van Penny. Ik ben een echt familie- en hondenmens en mis mijn hond (Penny!), vriend en familie natuurlijk enorm. Ook daarvoor is deze stage zeer geschikt. Je leert meteen waarderen wat je thuis hebt en moet koesteren. Palliatieve zorg laat me inzien dat het leven eindig is en je van iedere dag moet genieten. De samenvatting brengt me tot mijn laatste P, namelijk die van Prima! Ik kijk met Plezier (Ah, toch nog een!) uit naar de tweede week. Week 2 – Relativeren BENG! Maandagmorgen, ik kijk omlaag en zie, dat alle spaken uit mijn achterwiel zijn geknald. “Zucht”, ik stap af en begin te rennen naar het station om als alternatief de trein te nemen van West Byfleet naar Woking. De man achter het loket verkoopt me vriendelijk voor vijf pond (!) een kaartje en ik stap 2 minuten later in de trein. Ondertussen begin ik mezelf een beetje zielig te vinden, eerst onze auto kapot en mijn fiets mee naar Engeland. Nu in de tweede week mijn fiets al kapot. Met een trillende lip stuur ik Sander (mijn vriend) een sms’je: Slecht begin van de feestweek. Feestweek, zo noemen we de week waarin ik jarig ben altijd (op vrijdag de 13e…). Wonder boven wonder ben ik toch op tijd in het hospice. Terwijl ik binnenloop, denkend aan mijn arme fietsje, zie ik een van de artsen ernstig kijkend bij de verpleegkundigen staan. Het gaat niet goed met een van onze patiënten. Het betreft een jonge vrouw van 40 met gemetastaseerd mammacarcinoom die we de week ervoor met een paraplegie hebben opgenomen (ten gevolge van uitzaaiingen in haar ruggenmerg). Haar opname was een andere dan alle andere tot nu toe. Ze zat vrolijk opgemaakt met een blos op haar wangen in bed. 27 op één lijn 52

28 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication