2e uitgave 2015 Videotoetsing De ‘skinny’ versie, nieuwe mode? DOOR KATRIEN BOOTS, HUISARTSDOCENT/COÖRDINATOR VIDEOTOETS HUISARTSOPLEIDING Als we over een tijdje op de zomer van 2015 terugkijken, stellen we dan dat de trend daar gezet werd? Dat die zomerse collectie geen bevlieging was, maar een dermate grote aanwinst voor de garderobe, dat hij niet meer uit het modebeeld weg te denken is? De alom bekende of beruchte videotoets, gaat in pilotvorm als ‘skinny’ versie de zomer in. De drie eerstejaars groepen die in maart zijn gestart en die in de eerste week van augustus hun toets inleveren, leveren geen 40 consulten aan, maar slechts 6! De enige instructie die de aios bij het verzamelen van deze zes consulten krijgen is dat ze hun ‘beste werk’ mogen laten zien. De enige voorwaarde is, dat het niet zesmaal dezelfde ICPC-categorie mag zijn. Alle overige criteria –waaronder het gehate tijdscriterium- zijn losgelaten. Het idee achter deze vernieuwing is, dat de Maastrichtse videotoets in de huidige vorm veel werk en vooral stress voor de aios oplevert, omdat ze 40 consulten moeten verzamelen in een kort tijdsbestek. We vragen van aios immers om in een maand tijd deze consulten op te nemen en daar niet al eerder mee te beginnen en bijvoorbeeld consulten van drie maanden geleden aan te leveren –het moet immers representatief zijn voor waar de aios nu staat en het APC-onderwijs maakt dat een aios in maand vijf verder is in zijn communicatieve vaardigheden dan in maand drie van zijn opleiding. De toets heeft zoveel impact dat ook opleiders en docenten hier last van hebben: aios komen niet tot leren zoals ze dat op andere momenten wel kunnen. Dit komt omdat het opnemen en verzamelen van beeldmateriaal teveel tijd in beslag neemt. We zijn ons doel dan voorbij zijn geschoten. Het gaat om de kwaliteit, niet om de kwantiteit. Het gaat erom dat we een beeld krijgen van hoe de aios consulten medisch inhoudelijk en op communicatief vlak kan voeren. Het gaat er niet om de aios en met hem of haar zijn/haar opleider en docent overspannen te maken. Wat we willen is dat de observator een beeld kan vormen van wat de aios in huis heeft met betrekking tot de consultvoering. Wat is er hot aan de ‘skinny’ toets ? • 6 consulten, dus minder opneem- en verzamelwerk • Er wordt ‘overall’ beoordeeld, dus de aios hoeft niet in iedere consult iedere (communicatieve) vaardigheid te laten zien, maar er wordt gekeken naar wat de aios laat zien als totaalplaatje • Er wordt beoordeeld naar het moment van de opleiding: dus niet einde jaar 3 niveau maar niveau van een aios die 5 maanden bezig is en 5 maanden APC-onderwijs heeft gehad De observator hoeft nu niet meer uit 40 consulten een selectie van 6 consulten te maken omdat er al een setje van 6 consulten wordt aangeleverd. Daarnaast beoordeelt de observator naar het moment van in opleiding zijn en niet naar een referentiepunt dat in het einde van jaar drie ligt. Verder verandert er voor de observatoren niets: het bekijken en beoordelen van de toets blijft op dezelfde manier gebeuren. De Maas-Globaal scorelijsten blijven onderlegger voor het beoordelen van de toetsen. De observator gebruikt ze om zijn oordeel uiteindelijk in een feedbackbrief te verwoorden. De toets blijft selectief en de punten voor zowel medisch inhoudelijke kennis als communicatieve vaardigheden worden op een ComBelschaal van 1-7 gegeven. Skinny betekent natuurlijk niet dat we onder evaluaties uitkomen. Maastricht zou Maastricht niet zijn zonder evaluaties. De aios uit de drie recent gestarte groepen wordt om hun evaluatie/feedback gevraagd, evenals de observatoren, opleiders en docenten. Ter vergelijking zullen we de eerstejaars groepen die de toets nog in het oude maatje-meer-model maakten, dezelfde vragen stellen. Wordt ‘skinny’ de nieuwe mode? Als de pilot goed geëvalueerd wordt en past binnen de in ontwikkeling zijnde landelijke APC-lijn, dan wordt deze toetsvorm verder uitgerold. Wellicht is hij over een paar jaar niet meer uit het Maastrichtse straatbeeld weg te denken. 37 op één lijn 52
38 Online Touch Home