4

op één lijn 63 1 e uitgave 2019 Van de voorzitter Vermaatschappelijking van de academie DOOR JEAN MURIS, VOORZITTER VAKGROEP HUISARTSGENEESKUNDE UM Prof. André Knottnerus zei in zijn afscheidsrede in 2018: “Ik dank de talloze patiënten en vrijwilligers, zonder wie mijn onderzoek niet mogelijk zou zijn geweest. Dat geldt evenzeer voor de vele huisartsen, praktijkassistenten, specialisten, verloskundigen en andere zorgverleners die het Maastrichtse onderzoek droegen en dragen. Jullie bijdragen onderstrepen dat het niet alleen ging over academisering van de eerste lijn, maar vooral ook over vermaatschappelijking van de academie1.” De vakgroep Huisartsgeneeskunde in Maastricht heeft vanaf begin jaren tachtig de verbinding gemaakt tussen praktijk, het onderwijs, het opleiden en het wetenschappelijk onderzoek. Om deze verbinding te maken, zijn er in het verleden vele projecten opgezet. Van gezamenlijke consulten met specialisten tot en met de hedendaagse diagnostiek zoals de CRP. Onze mooie regio is al langere tijd goed georganiseerd in zorggroepen. We lopen hier voorop met zorginnovatie (‘proeftuinen’) en daaraan gekoppeld wetenschappelijk onderzoek samen met de universiteit. Voor ons was het een logische ontwikkeling dat zorggroepen zelf zijn gaan ‘academiseren’. Elke zorggroep heeft een groep kernpraktijken waarin naast de reguliere taken op het gebied van (huis)artsen opleiden en meedoen aan onderzoek, ook aan zorginnovatie wordt gedaan. Onze vakgroep koestert alle 1400 huisartsen in deze regio (Limburg en Zuidoost Brabant), u bent ons adherentiegebied, wij zien u als een waardevolle en gewaardeerde relatie. Daarom ontvangt u bijvoorbeeld ook al 20 jaar dit tijdschrift ‘Op één Lijn’. Samen met de bestuurders van de zorggroepen zoeken we naar een (al dan niet virtuele) vorm c.q. werkplaats voor deze vermaatschappelijking van de academie. Hierin gaan praktijk, beleid, onderzoek en onderwijs hand in hand. Vakgroep en zorggroepen trekken al redelijk samen op in opleiden voor en door de regio, wetenschappelijk onderzoek en registratie in de zorg. Voor dat laatste beschikt de vakgroep ook over een registratienetwerk van huisartspraktijken in Limburg, het RNFM (www.rnfm.nl). Momenteel bestaat het registratienet uit 27 praktijken. Op pagina 15 vindt u een uitgebreid artikel. Een groot deel ervan is pluspraktijk in de eigen zorggroepregio. Daarnaast worden ook HIS-gegevens tussen regionale praktijken en universiteit uitgewisseld en van de nodige feedback (spiegelinformatie) voorzien op verzoek van een zorggroep. Ook kunnen wetenschapsstudenten (WESPen) worden ingezet bij onderzoek naar zorginnovaties zoals de anderhalvelijnszorg. Ik vraag jullie vertrouwen in onze werkplaats. Een vertaling zou kunnen zijn dat als we u vragen om mee te doen aan onderzoek, dat u dan zeker weet dat er goed naar de onderzoeksvraag is gekeken door zowel (huisarts) onderzoekers als huisartsen uit de regio. We kunnen dan nog beter op het nut en de waarde voor de praktijk letten is mijn verwachting. Belangrijkste is we samenwerken in netwerken en dat ook de belangen van de huisartspraktijken als die van de zorggroepen zijn verzekerd. Ook zoeken we de samenwerking met de andere academische werkplaatsen van het MUMC+. Welke dat zijn en wie wat doet, daar kom ik een volgende keer graag op terug. 1 Groot A de, Knottnerus JA. Academisering van de eerste lijn of vermaatschappelijking van de academie? Medisch Contact 1982; 37: 37-9. 51 4

5 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication