40

op één lijn 64 2e uitgave 2019 ZORGPLAN OPSTELLEN (artikel 7 WZD) Het zorgplan • Het zorgplan wordt z.s.m., maar uiterlijk binnen 6 weken na start van de zorg opgesteld. • Het zorgplan houdt zo veel mogelijk rekening met de wensen en voorkeuren van de cliënt. • Als dat niet mogelijk is, laat de zorgverantwoordelijke de cliënt2 bouwd weten waarom niet. • De zorgverantwoordelijke bespreekt het zorgplan met de cliënt. Ontstaat er (risico op) ernstig nadeel? Constateert de zorgverantwoordelijke/vertegenwoordiger dat het zorgplan niet voldoet aan de zorgbehoefte en dat er een risico bestaat op ernstig nadeel voor de cliënt en/of zijn omgeving? Doorloop dan onderstaand stappenplan. Evaluatie zorgplan • 4 weken na inwerkingtreding. • Daarna min. 1x per 6 maanden. • Onvrijwillige zorg in zorgplan: evaluatie door (uitgebreid) deskundigenoverleg. schriftelijk en onderRechten cliënt • Begrijpelijke informatie over zorg. • Periodieke evaluatie zorgplan. • Advies en bijstand van een cliëntenvertrouwenspersoon. • Zo nodig: bijstand van een tolk. • Mogelijkheid om klacht in te dienen. STAP 1: ONDERZOEK NAAR ALTERNATIEVEN (artikel 9 WZD) De zorgverantwoordelijke bespreekt met minimaal 1 andere deskundige: • Hoe groot is het risico op ernstig nadeel? • Wat zijn de oorzaken van het gedrag? • Heeft de omgeving invloed op het ontstaan van ernstig nadeel? • Zijn er alternatieven die voor deze cliënt vallen onder vrijwillige zorg? • Als de cliënt thuis woont: is de thuissituatie geschikt voor toepassing van de alternatieven? Cliënt heeft recht om bij het overleg te zijn. Onvrijwillige zorg is zorg waartegen de client zich verzet en kan bestaan uit: • Toedienen vocht, voeding en medicatie, medische controles/ handelingen vanwege de VB of dementie. • Beperking van bewegingsvrijheid. • Insluiting. • Toezicht (inclusief domotica). Geen alternatieven gevonden? Naar stap 2 • Ontstaat toch risico op ernstig nadeel? • Verzet de cliënt zich tegen de alternatieven? Naar stap 2 Alternatieven gevonden? Vrijwillige zorg opnemen in zorgplan. • Onderzoek aan kleding of lichaam. • Onderzoek van de woon­ of verblijfsruimte op middelen die het gedrag beïnvloeden en op gevaarlijke voorwerpen. • Controle op middelen die gedrag beïnvloeden. • Beperking van vrijheid om eigen leven in te richten, waardoor de cliënt iets moet doen of laten (incl gebruik communicatiemiddelen). • Beperking op het ontvangen van bezoek. 40

41 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication