30

op één lijn 68 1 e uitgave 2021 Moreel dilemma Verplichte anticonceptie, is voorkomen beter dan genezen? DOOR NATHALIE NOTERMANS, DERDEJAARS HUISARTSGENEESKUNDE, MA PHILOSOPHY, BIO-ETHICS & HEALTH In juli afgelopen jaar diende oud kinderrechter Cees de Groot een petitie in over verplichte anticonceptie, in de hoop dat er in de aanloop van de verkiezingen een debat over gevoerd zou gaan worden.1 Inmiddels zijn de verkiezingen voorbij en doen andere prangende zaken zich voor, maar het onderwerp is in de huisartsenpraktijk niet minder relevant geworden. Het is niet voor het eerst dat verplichte anticonceptie onderwerp van gesprek is. In 2016 pleitte demissionair Minister van Volksgezondheid, Hugo de Jonge, ook al voor het wettelijk verplichten van anticonceptie in bepaalde situaties. De Jonge zag zich als wethouder Jeugd en Zorg in Rotterdam geconfronteerd met schrijnende situaties en vond dat ‘sommige kinderen het recht hebben om niet geboren te worden’. In 2017 diende Cees de Groot samen met een beraadgroep al een wetsvoorstel in, maar dit werd afgewezen door het ministerie van VWS. Afgelopen jaar probeerde hij het opnieuw, maar tot dusver zonder resultaat.2 In de discussie over verplichte anticonceptie staat de autonomie van de (potentiële) ouders recht tegenover het niet schaden van het (potentiële) kind. Daarnaast speelt ook de lichamelijke integriteit een belangrijke rol in dit debat. Onaantastbaarheid van het menselijk lichaam, maar ook het recht op een familieleven en een gezin stichten is allebei in de Nederlandse Grondwet vastgelegd. Toch is het mogelijk om mensen verplichte anticonceptie op te leggen. Sterker nog, in de WGBO is een artikel gewijd aan het mogelijk maken om aan wilsonbekwame personen anticonceptie te geven zonder instemming of zelfs tegen hun wil. Hierbij is vereist dat de persoon wilsonbekwaam is ten aanzien van een kinderwens, een wettelijk vertegenwoordiger heeft die instemt met de anticonceptie en dat de anticonceptie noodzakelijk is om ernstig nadeel voor de persoon zelf te voorkomen.3 Opvallend is dat het ernstig nadeel dus slechts beschreven staat voor de potentiële ouder. Het ernstig nadeel voor het potentiële kind is niet wettelijk vastgelegd en dat is juist het punt van discussie. Wat als je van tevoren met (enige) zekerheid weet dat een kind ernstige schade gaat oplopen? Geef je mensen het 1 De Volkskrant, ‘Experts: ongeschikte moeders moeten gedwongen anticonceptie krijgen’, 27 oktober 2020 2 KNMG-dossier, ´Anticonceptie en kwetsbaar ouderschap’, 11 augustus 2020 3 Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO), artikel 7:465 lid 5 BW 30 30 30 4 https://www.nunietzwanger.nl/ 5 Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, ‘Actieprogramma Kansrijke Start’, 12-09-2018 6 NVAVG, ‘Handreiking kinderwens en anticonceptie bij mensen met een verstandelijke beperking. Herziening op de standaard uit 2005: een monodisciplinaire handreiking’, oktober 2016 voordeel van de twijfel en een zo goed mogelijke begeleiding? Of is voorkomen beter dan genezen? Elke huisarts kent wel een casus waarin de situatie dusdanig schrijnend is, dat de gedachte ‘dit had voorkomen kunnen worden’ je bekruipt. Casus met ernstige psychiatrische aandoeningen, drugs- of alcoholgebruik brengen ons naar de definitie van ‘goed ouderschap’. Van goed ouderschap hebben we geen objectieve definitie. Je zou kunnen stellen dat elke definitie ervan gestoeld is op subjectieve kenmerken. Toch hebben we wel een objectieve definitie van kindermishandeling. ‘Slecht ouderschap’ is dus wel degelijk objectiveerbaar! Maar zelfs als vooraf duidelijk vastgesteld kan worden dat een potentieel kind ernstige schade zou oplopen, dan nog kan in de huidige wetgeving geen verplichte anticonceptie worden opgelegd. Tenminste, niet zolang de potentiele ouder als wilsbekwaam ten aanzien van de kinderwens wordt geacht. Maar hoe kun je vaststellen of iemand wilsbekwaam is? Kun je ooit alle consequenties van het ouderschap goed overzien? Is er iemand die níet verrast is door de hoeveelheid werk en de impact op je leven? Voor de huisarts ligt er in de spreekkamer de taak om potentieel kwetsbare ouders te signaleren, goed voor te lichten en mee te nemen in de besluitvorming. Programma’s als ‘Nu Niet Zwanger’4 en ‘Kansrijke Start’5 kunnen daarbij ondersteunen. Ook gratis anticonceptie kan voor bepaalde groepen een doorslaggevende rol spelen. Zowel de KNMG als de AVG artsenvereniging hebben een handreiking geschreven die ondersteuning kan bieden in de praktijk.6

31 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication