9

1 ste uitgave 2023 dan 20 mmHg verschil in systolische bloeddruk), kan het nodig zijn om verder onderzoek te doen om te bepalen of er een onderliggende medische aandoening aanwezig is. Impact van COVID-19 op chronisch zieken Promovendus Jeroen Gruiskens interviewde patiënten met de chronische ziekten hartfalen en/of COPD om te zien welke psychosociale impact de COVID-19 pandemie inclusief alle maatregelen op deze groep had. Uit het onderzoek kwamen drie samenvattende dimensies naar boven waarin de COVID-19 pandemie een negatieve invloed had op de psychosociale gezondheid van patiënten met een chronische ziekte: (1) de mate waarin de patiënt zich kwetsbaar voelde voor COVID-19 en door de chronische ziekte, (2) de invloed van gezondheidsbeleid inclusief alle maatregelen en (3) een disbalans tussen vraag en aanbod van gezondheidszorg. In deze dimensies bleek de impact van de COVID-19-crisis een negatief effect te hebben op het psychosociaal welzijn, verergerd door nationale strategieën om de pandemie te beheersen en een verstoring van de chronische zorg voor patiënten. Let wel, dit waren dus patiënten die niet werden geïnterviewd omdat ze COVID-19 hadden gehad. Hetzelfde team leidt momenteel wel een project waarbij persoonsgerichte integrale nazorg voor patiënten met langdurige klachten na COVID-19 wordt geëvalueerd. In dit PINCOR-project wordt nauw samengewerkt met onder andere revalidatiegeneeskunde. Mocht u met uw praktijk interesse hebben om deel te nemen dan kan dat zeker nog: https://www.maastrichtuniversity.nl/nl/onderzoek/pincor-1. De terugkeer van (andere) infecties Na een lange periode van coronadrukte en andere-infectieluwte, werd afgelopen jaar ons geheugen weer opgefrist met een breed scala aan infecties in de spreekkamers. Hierbij moesten we telkens weer afgewogen beslissingen maken over het al dan niet behandelen met antibiotica. Manon Janssen bestudeerde onder begeleiding van huisartsonderzoeker Eefje de Bont de Research Network Family Medicine database. Zij bekeek de data van vijf jaar antibioticavoorschriften voordat de COVID-19 pandemie toesloeg. In de gegevens van maar liefst 800.000 patiëntjaren vond ze dat de antibioticavoorschriften in die periode voor de categorie patiënten boven de 65 jaar toenam, terwijl patiënten jonger dan 65 iets minder vaak antibiotica kregen. Ze keek ook naar de keuze voor welk antibioticum. Mannen, patiënten ouder dan 80 jaar, en met comedicatie kregen vaker middelen die niet eerste of tweede keuze zijn volgens de NHG Standaarden. Het gebruik van de zogeheten niet-aangewezen middelen nam wel af over de tijd overigens. Het is een fraaie studie met handvatten waar je in FTO-bijeenkomsten op praktijkniveau aardig naar zou kunnen kijken. Ondertussen keek promovendus Stefan Cox in een systematic review welke interventies het beste werken als je antibioticavoorschriften voor urineweginfecties wilt beïnvloeden. Hij bekeek daartoe alle internationale literatuur en daaruit bleek dat met name interventies met meerdere componenten het meest succesvol zijn. Die componenten zijn bijvoorbeeld spiegelcijfers met dan ook (FTO-)bijeenkomsten om de cijfers te duiden. Wellicht ben ik cynisch als ik stel dat het tegenwoordig vooral al fijn is als je eerste of tweede keuze antibioticum überhaupt leverbaar is. Ik leerde recent dat de KNMP er een heuse website voor heeft gemaakt: Farmanco; Dé website voor alle geneesmiddelen tekorten. Van die slogan krijg je toch hoofdpijn. Is paracetamol wel leverbaar? Vaardig in communicatie(vaardigheden) Michelle Verheijden is een van onze aiotho’s. De groep aiotho’s, die naast de huisartsopleiding ook promotieonderzoek doet, groeit weer. Michelle publiceerde een van haar eerste projecten meteen in het prestigieuze tijdschrift Medical Education. Ze deed kwalitatief onderzoek naar de kenmerken van ‘skilled communication’; iets anders dan ‘communication skills’. Het artikel geeft dit verschil in de Engelse taal fraai aan, maar ik vond het best lastig om de goede Nederlandse termen voor jullie te vinden. Zou onze digitale coassistent kunnen helpen? Vraag aan Chat-GPT: leg in het Nederlands het verschil uit tussen ‘communication skills’ en ‘skilled communication’. Antwoord: ‘Communication skills’ en ‘skilled communication’ zijn twee termen die vaak worden gebruikt in de context van communicatie en interactie tussen mensen, maar er is wel een subtiel verschil tussen beide. ‘Communication skills’ (communicatieve vaardigheden) verwijst naar de verschillende vaardigheden die betrokken zijn bij het communiceren met anderen. Dit omvat het vermogen om effectief te luisteren, helder te spreken, non-verbale communicatie te begrijpen en gebruiken, feedback te geven en te ontvangen, empathie te tonen en conflicten op te lossen. ‘Skilled communication’ (vaardige communicatie) is daarentegen een bredere term die niet alleen de individuele communicatieve vaardigheden omvat, maar ook de manier waarop deze vaardigheden kunnen worden geïntegreerd en aangepast aan verschillende communicatiesituaties. Skilled communication gaat over het begrijpen van de context waarin communicatie plaatsvindt, het aanpassen van de communicatiestijl aan de persoon met wie je communiceert en het aanpakken van complexe communicatie-uitdagingen. Met andere woorden, ‘communication skills’ richt zich op individuele vaardigheden en ‘skilled communication’ op het toepassen van deze vaardigheden in verschillende situaties. Een persoon met uitstekende communicatieve vaardigheden kan bijvoorbeeld nog steeds moeite hebben om effectief te communiceren in een situatie die nieuw of complex is, terwijl iemand met vaardige communicatie deze uitdagingen beter zou kunnen aanpakken door de juiste vaardigheden in te zetten op het juiste moment. Het lukte Michelle en collegae om een mooi conceptueel model neer te zetten voor vaardige communicatie. In het model zijn twee parallelle processen essentieel voor het ontwikkelen van aanpasbare expertise in communicatie: (1) gevoelig zijn en communicatie aanpassen aan de patiënt en (2) communicatie monitoren in termen van zelfbewustzijn en reflectievermogen. De geïdentificeerde kenmerken en het conceptuele model bieden een basis om een op de aios gericht programma te ontwikkelen, dat herhaalde oefening en reflectie mogelijk maakt. Verder gaat zij ook kijken hoe aios optimaal ondersteund kunnen worden bij het worden van vaardige communicators tijdens het leren op de werkplek. Ongetwijfeld komt haar werk nog langs bij de lezende huisarts-opleiders onder ons. Dan zal meteen blijken of taalkundig model Chat-GPT wel vaardig bleek om het 9 op één lijn 72

10 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication