0

CAPHRI Care and Public Health Research Institute op één lijn 72 Ai Ai photo of the St. Servaas bridge and St. Jan Church in Maastricht in the spring with blossoming trees Unlock your imagination. What will you make today? Vakgroep Huisartsgeneeskunde behoort tot de School CAPHRI van het MUMC+

Colofon Inhoudsopgave Oplage 2600 exemplaren Hoofd-/eindredactie Babette Doorn Redactieleden Jeroen Smeets, Eefje de Bont, Lisette Verheijen, Hendrik-jan Vunderink en Babette Doorn Doelgroep Huisartsen Limburg en Brabant, SO’s in Limburg, aios en alumni, afdelingen MUMC+ & overige relaties E-mail op1lijn@maastrichtuniversity.nl Deadline volgend nummer 16 juni 2023 Postadres Vakgroep HAG Universiteit Maastricht Postbus 616 6200 MD Maastricht Bezoekadres P. Debyeplein 1 6229 HA Maastricht Ontwerp/druk The Creative Hub – Maastricht University UM-230019 Fotografie Pagina 5 rechtsboven: MSV Pulse Pagina 15: Philip Driessen Pagina 16 en 17: Harry Heuts Pagina 20: Philip Driessen Pagina 21 rechtsboven: Loraine Bodewes Pagina 21 rechtsonder: John Peters Copyright © Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd bestand of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Kaft De kaft is deze keer gegenereerd op basis van software op de computer van de vaste grafisch vormgever van ons blad. Ai ai of vaker doen? Onderzoek Bruikbare Wetenschap – Jochen Cals WESP-en Sharona Hendrix en Liz van Loon, Ziektelastmeter artrose Karin Flipsen, Implementatie van de Gecombineerde Leefstijlinterventie Esmée Vaes, Ziektelastmeter voor Chronische Aandoeningen bij COPD én hartfalen Puck Hoitinga, Uriscreen Dennis van der Lugt, Patiëntervaring rondom het E-meedenkconsult Nova-Lee Unshelm, Uitdagingen van de behandeling van malnutritie OOK en de Witte Raven – Paul Höppener Opleiding Ouderengeneeskunde Trots – Mariëlle van der Velden De allereerste diplomauitreiking – Babette Doorn 8 12 12 13 13 14 14 15 15 17 Missie is geslaagd als aios ervaren dat wetenschap leuk en verrijkend is – Daisy Janssen 18 Over de grens – Kim van de Kant 20 Huisartsopleiding Uit het hoofd. Landelijke samenwerking – Matthijs Limpens Made in Maastricht en Eindhoven – afgestudeerde huisartsen Equilibre. Rubriek voor huisartsopleiders – Elsje Kuijper en Marieke Kools Column: Autonomie – Jeroen Smeets Impressie Interstavendag – Priska Israel Weten is eten. Ik heb wat op m’n lever – Hendrik-Jan Vunderink Moreel dilemma. NIPT-test – Nathalie Notermans GSConsult onderzoek – Sanne Sanavro Boekje Kinderen met Koorts – Eefje de Bont 21 22 24 25 26 28 29 31 31 Algemeen Van de redactie – Babette Doorn Onderwijs Clinicus van het jaar – redactie Kaderopleiding Hart – en Vaatziekten Stellen zich voor Pien van der Meijs, huisartsbegeleider locatie Eindhoven Roel Smeijsters, huisartsbegeleider Maastricht Anneke van Duivendijk, managementassistent CaRe Paddy Hinssen, onderzoeksmedewerker/medewerker studentzaken Joanna Houtermans, vakgroepsecretaresse Karin van Selm, GW-docent huisartsopleiding Maastricht Loes Engels, AIOTHO 3 Van de voorzitter: Onderzoek van onderwijs in huisartsgeneeskunde perspectief – Jean Muris 4 5 5 6 6 6 6 7 7 7 2

Van de redactie Ai ai Inderdaad, met een kleine i. Biologische domheid. Hoe dat nu weer? Voor het eerst sinds lange tijd dachten we weer eens een voorjaarsnummer uit te brengen en de frequentie opnieuw op 3 keer per jaar te zetten. Maar veel schrijvers hebben stress. Ze schrijven hun stukjes namelijk zelf. Er wordt flink gechat met de redactie. Beter gezegd: gebedeld om uitstel van deadline of editie. Van uitstel komt niet altijd afstel, dus ik vind dat meestal wel prima. Zo moest u de vorige keer de ‘Bruikbare Wetenschap’ van Jochen Cals missen. Zijn project ‘Digitalisering in de huisartsenzorg’ en ander onderzoekswerk gingen voor, net als de patiëntenzorg. En wie zijn collega’s goed kent, weet ook, wanneer je vooral niet moet pushen. Het zijn immers echte mensen. Voor dit nummer had hij zijn vaste artikel aan mij beloofd. Daarna volgt dan een paar keer de vraag wanneer de ‘echte keiharde’ deadline is… Over pushen gesproken! En wat krijg je als al heel lang collega’s bent? Inderdaad, je wordt besmet met dezelfde op-één-lijn-zit-virus. Ik kon enkele alinea’s van mijn eigen stuk schrappen... Ai ai. Maar niet getreurd, we hebben weer leuke artikelen om de lente mee door te komen. Huisartsopleiding Nederland heeft een landelijke onderzoeksagenda laat vakgroepvoorzitter Jean Muris weten. Verder de uitreiking van de prijzen voor beste clinici van het jaar waarbij Ester Klaassen en Nicole HaselagerWolfs op de gevoelige plaat werden vastgelegd. Winnaar van de studentenprijs voor beste werkplekbegeleider coschap Huisartsgeneeskunde, Wouter Bekhuis, was helaas niet fysiek bij de uitreiking aanwezig. Verder weer, bijna standaard, veel nieuwe collega’s die zich voorstellen. Good old Paul Höppener zette in zijn rubriek ‘OOK’ óók de digitale dokter aan het werk. Viraal gaan mag weer! Zeven WESP-en lukte het om een kort verslag over de wetenschapsstage bij HAG in te leveren. Feest bij de opleiding Ouderengeneeskunde: de cyclus van de driejarige opleiding staat als een huis. De eerste twee Specialisten zijn afgestudeerd en we hadden feest. Ja, we inderdaad, want ik ben net als ons hoofd Mariëlle van der Velden-Daamen trots op ‘onze’ opleiding. Het feest van hoogleraar Ouderengeneeskunde Daisy Janssen vond plaats in december. Gelukkig hadden we de foto’s nog en konden we nu terugblikken op die mooie dag. En vooruitblikken, door acht vragen te stellen over haar relatie met de opleiding. Kim van de Kant, onafhankelijk vertrouwenspersoon MUMC+ Academie, gaat letterlijk over de grens. In dit nummer overbrugt zij namelijk het deel van de opleiding Ouderengeneeskunde en de Huisartsopleiding. Sinds kort is Kim eveneens de onafhankelijke vertrouwenspersoon van de Huisartsopleiding Maastricht. Intern zitten we mooi weer… op één lijn. Hoofd Matthijs Limpens beschrijft de landelijke lijn, de prettige samenwerking die er heerst. En wat te denken van vijf diploma-uitreikingen van huisartsen? Heerlijk al die feestelijkheden! Als vanouds: Equilibre, de rubriek voor huisartsopleiders. Elsje Kuijper stelt zich voor als nieuwe coördinator. Op de HAO-terugkomdag in Urmond zien we daar de usual suspects Cals en Höppener voorbijkomen. Zouden het toch chatbots zijn? En als ik iemand qua gedrag wel vind lijken op een ChatGP gezien zijn snelheid, hyperactiviteit en intelligentie, dan is het wel Jeroen Smeets. Des te mooier is het om een artikel van hem te lezen waarin hij over een oudere patiënt van hem schrijft, waaruit blijkt, dat dit contact echt nooit te behalen valt met een digitale dokter. Huisartsdocent Priska Israel bezocht de Interstavendag van de Huisartsopleiding en leverde een puik stukje schrijfwerk af bij de redactie. Ze vermeldt enkele websites met leesvoer. Tip: bezoek dit blad op de digitale leesplank1 op onze website en u kunt meteen doorklikken. Hendrik-Jan Vunderink, HAB in ruste, klom graag even in zijn toetsenbord. Als ik al geen zin had in een trip naar het Spaanse binnenland, dan krijg ik het nu wel. Tot slot, NIPT, een ‘Moreel Dilemma’ van Nathalie Notermans in ‘Autonomie: kiezen is verliezen’. Op de laatste pagina konden we nog net de laatste oproep voor aios aan het onderzoek GPConsult kwijt. En omdat papier geduldig is: het boekje ‘Mijn kind heeft koorts’, van onze eigen babbeldokter Eefje de Bont, is weer te bestellen in een bladerbare variant. Vergeet het chatten maar en praat met elkaar, Babette Doorn 1 https://www.huisartsgeneeskundemaastricht.nl/over-ons/op-één-lijn 3 op één lijn 72

op één lijn 72 1 ste uitgave 2023 Van de voorzitter Onderzoek van onderwijs in huisartsgeneeskunde perspectief DOOR JEAN MURIS, VAKGROEPVOORZITTER Het toekomstbestendig opleiden van nieuwe generaties huisartsen vereist kennis over de juiste dingen op de goede manier leren. Om gefundeerd de opleiding tot huisarts te blijven verbeteren, hebben onderzoekers van de vakgroepen Huisartsgeneeskunde de handen ineengeslagen. Er ligt nu een gezamenlijke onderzoeksagenda1 die het onderzoek naar leren & opleiden verbindt. Huisartsen worden al 50 jaar lang opgeleid als specialist Huisartsgeneeskunde bij een van de acht huisartsopleidingen. De manier van opleiden bewoog in de loop van de jaren mee met de tijdgeest, maar behield in essentie wel de opzet van de opleiding. De snelle veranderingen binnen de jongere generaties, de samenleving en de zorg, vragen om een kritische blik op hoe je de juiste dingen op de goede manier leert. De opleidingsinstituten willen de opleiding gefundeerd verder ontwikkelen en verbeteren. Voor de huisarts van morgen, die een leven lang leert en die een duidelijke rol in het zorgnetwerk heeft. De opleidingsinstituten hebben daarom in hun strategische agenda de ambitie vastgelegd om meer verbinding en gezamenlijkheid te brengen in het wetenschappelijk onderzoek naar leren & opleiden. De onderzoeksagenda is ontwikkeld om samenwerking tussen onderzoekers van de acht huisartsopleidingen te faciliteren en te komen tot onderzoeksgebieden. Met behulp van de Q-sort-methode zijn vijf concrete onderzoeksgebieden/contexten geformuleerd. Met deze open methode kon concurrentie tussen geijkte of individuele voorkeursgebieden worden voorkomen. 1 https://un-h.nl/gezamenlijk-onderzoek-naar-leren-opleiden-in-dehuisartsgeneeskunde/ De verschillende contexten zijn: • de academische huisarts • de maatschappelijk betrokken huisarts • een specifieke identiteit van de huisarts • de huisarts als ondernemer • een theoretisch fundament voor leerprocessen. De onderzoeksagenda maakt het mogelijk om onderzoek te doen als groep. Samenwerking tussen de huisartsopleidingen kan nu zowel inhoudelijk als procedureel beter verlopen. Zo wordt de onderzoeksexpertise verbreed en vergroot. Dat levert relevant onderzoek op van goede kwaliteit en met impact op goede huisartsgeneeskundige zorg in de toekomst. De volgende stappen Op basis van deze onderzoeksagenda voor de komende vijf jaar, werken de opleidingsinstituten samen aan het verwerven van structurele financiering. In juni dit jaar gaan de instituten gezamenlijk 4 onderzoeksvoorstellen indienen bij ZonMw. ZonMw doet de onafhankelijke kwaliteitsbeoordeling van de voorstellen door middel van een referentensysteem uit binnenen buitenland. Maastricht zal voor deze eerste ronde optrekken met Amsterdam. Het concurrentiemodel wordt langzaamaan een coöperatiemodel. Een duidelijke noodzaak in dit kikkerlandje 4

Uitreiking prijzen Clinicus van het jaar verkiezing DOOR BABETTE DOORN, REDACTIE De genomineerde huisartsen Ester Klaassen en Nicole Haselager-Wolfs (winnaar Wouter Bekhuis kon niet bij de uitreiking zijn) Net als voorgaande jaren organiseerde de Mastercommissie van Pulse de ‘Clinicus van het jaar verkiezing’. De laatste verkiezing was die over het jaar 2021-2022. De uitreiking was op 16 februari 2023. In de categorie beste werkplekbegeleider van het coschap Huisartsgeneeskunde werd tot winnaar uitgeroepen: Wouter Bekkers van Huisartsenpraktijk ‘t Heelhuis te Helmond. De studenten zeiden over deze opleider en werkplek het volgende: • Fijn dat er geregeld wordt gevraagd hoe het gaat • Veel zelfstandigheid in patiënten zien en kleine chirurgische ingrepen doen, super leerzaam • Begeleider luistert goed naar voorgestelde beleid en legt uit wanneer het niet klopt en waarom het anders is • Geeft structuur van de dag aan, zodat je weet wat je te wachten staat • Leuk om terugkoppeling van patiënten te horen die bijvoorbeeld zijn doorverwezen • Eigen kamer, met eigen spreekuur. Fijne begeleiding, goed team waarin je terecht komt. De scores bij het coschap Huisartsgeneeskunde zijn sowieso erg hoog. Ook horen wij altijd de enthousiaste verhalen van co’s bij elk eindsymposium van de groepen op de Universiteit Maastricht. De coassistenten mogen veel zelf doen, krijgen goede feedback en begeleiding en krijgen door hun huisartsstage veel zelfvertrouwen. Dank aan alle opleiders! Kaderopleiding Hart- en Vaatziekten Start nieuwe groep in september 2023 DOOR BABETTE DOORN, REDACTIE In de vorige editie kon u lezen dat er weer een groep van 13 kaderhuisartsen Hart- en Vaatziekten was afgestudeerd. Inmiddels is cursuscoördinator Robert Willemsen, die eerder Yvonne van Leeuwen opvolgde, gestopt met deze rol. Hij heeft deze taak overgedragen aan collega kaderhuisarts Andrew Oostindjer. Het opleiden van deze kaderhuisartsen is nog steeds hard nodig. Daarom start er in september 2023 weer een nieuwe groep die de tweejaarlijkse scholing gaat doorlopen. Er zijn nog plekken vrij, dus meld u aan bij a.oostindjer@maastrichtuniversity.nl. Informatie is te lezen op: www.huisartsgeneeskundemaastricht.nl/nascholing/ kaderopleiding-hart-en-vaatziekten/ 5 op één lijn 72

op één lijn 72 1 ste uitgave 2023 Welkom! Nieuwe collega's stellen zich voor Pien van der Meijs huisartsbegeleider locatie Eindhoven Mijn naam is Pien van der Meijs, 34 jaar en sinds 4 jaar woon ik in het mooie Breda, samen met mijn vriend en mijn zoontje van 3. Oorspronkelijk geboren en getogen in de Achterhoek, maar met Brabantse roots, wat maakt dat ik me zeker thuis voel in het gezellige zuiden. Sinds half november ben ik werkzaam als huisarts-docent op de locatie Eindhoven. Daarnaast werk ik 2 dagen als waarnemer in een huisartsenpraktijk in Breda. Onderwijs heeft me altijd getrokken en ik ben dan ook blij dat ik de keuze heb gemaakt om hiermee iets te gaan doen. De afwisseling met de dagpraktijk vind ik leuk en leerzaam. Daarnaast houdt het me zelf ook scherp. In mijn vrije tijd doe ik graag aan bootcamp, spendeer ik tijd met mijn gezin of spreek ik af met vrienden. Roel Smeijsters Huisartsbegeleider Ik ben Roel Smeijsters en huisarts sinds 2002. Mijn opleiding heb ik in Groningen en Nijmegen genoten. Na een aantal jaren als waarnemend huisarts ben ik sinds 2008 werkzaam in praktijk ‘Huisartsen Hartje Dorp’ in Munstergeleen, waar we al meerdere jaren werken volgens de principes van Meer Tijd Voor De Patiënt en positieve gezondheid. Mijn speciale interesses gaan uit naar kindergeneeskunde, psychosociale hulpverlening, palliatieve zorg en voeding. Ik vind het een leuke uitdaging om mijn kennis en ervaring over te dragen en mee te helpen bij de opleiding van huisartsen en ben naast huisartsbegeleider (hab) ook huisartsopleider. Mijn hobby’s zijn wandelen en tennis. Ik ben getrouwd met Carolien en we hebben twee dochters. 6 Anneke van Duivendijk Managementassistent Research School CaRe Mijn naam is Anneke van Duivendijk en ik ben sinds begin januari 2023 werkzaam als managementassistent op het secretariaat van Prof. Onno van Schayck en op het secretariaat van de Research School CaRe. Mijn achtergrond is van een heel andere aard dan mijn huidige functie doet vermoeden. Ik ben opgeleid als kunsthistorica in de middeleeuwse kunst, afgestudeerd aan de VU in Amsterdam. Na mijn afstuderen liet ik de kunstgeschiedenis achter me en was ik ruim 20 jaar werkzaam als projectmanager voor diverse commerciële bedrijven. Omdat ik het dienstverlenende en secretariële karakter van het projectmanagement altijd het leukst vond besloot ik onlangs een carrièreswitch te maken naar managementassistent. Ik woon in het centrum van Maastricht met mijn zoon Alexander van 10. In 2009 ben ik, na 20 jaar in Amsterdam gewoond te hebben, naar Zuid-Limburg verhuisd. In mijn vrije tijd wandel ik graag met mijn vriend en zoon door het heuvelland. Ook maak ik zelf sieraden, een inmiddels uit de hand gelopen hobby. Paddy Hinssen Onderzoeksmedewerker/medewerker studentzaken Mijn naam is Paddy Hinssen. Dit jaar ben ik 25 jaar in dienst bij de vakgroep Huisartsgeneeskunde, voor mij een goede reden om een nieuwe uitdaging aan te gaan. Per 1 maart a.s. zal ik mijn huidige baan als onderzoeksmedewerker gaan combineren met werkzaamheden voor het coschap huisartsgeneeskunde als medewerker studentzaken. Ik zal samen met Denise van den Booren de werkzaamheden overnemen van Marlies Noevers die per 1 juni met pensioen gaat en waarvan ik tot die tijd zoveel mogelijk hoop te leren.

1 ste uitgave 2023 Ik kijk ernaar uit om binnen de groep waar ik mij al 25 jaar thuis voel weer nieuwe uitdagingen aan te gaan en nauwer samen te werken met nieuwe, oude (gevaarlijke woordkeuze…) collega’s! Ik woon samen met mijn man en kinderen in Cadier en Keer. In mijn vrije tijd doe ik aan fitness, lees ik graag een goed boek en bezoek ik zo vaak dat kan mijn geliefde Spanje. Joanna Houtermans Vakgroepsecretaresse Mijn naam is Joanna en ik ben in januari begonnen als vakgroepsecretaresse Huisartsgeneeskunde. In deze uitdaging ga ik samen met Joyce de Loë het secretariaat van de vakgroep HAG verder ontwikkelen, iets waar ik enorm veel zin in heb. Ik ben afgestudeerd als Officemanager bij Schoevers Hogeschool en heb daarna diverse functies bekleed, eerst buiten de UM en later binnen, waar ik veel van heb geleerd. In mijn laatste functie was ik onderzoeksprogrammasecretaresse bij Ageing and Longterm Care (ALTC) en de Academische Werkplaats Ouderenzorg Limburg (AWO-L), onderdeel van vakgroep Health Services Research (HSR), waar ik de afgelopen 8 jaar met veel plezier heb gewerkt. Samen met m’n gezin, mijn man Martijn en onze twee dochters Aurelia van 12 jaar en Valeria van 15 jaar, wonen we in Gellik (Lanaken), net over de grens bij Maastricht. Daar wonen we op steenworp afstand van het bos en naast de manege, waar ook ons lief huisdier staat, Lizzy. Nee, zelf rij ik geen paard, maar de meisjes wel en bij goed weer vind je ons ook geregeld in het bos voor een wandeling. Ik kijk uit naar een fijne samenwerking met iedereen in de vakgroep. Tot ziens in de wandelgangen. Karin van Selm GW-docent huisartsopleiding Mijn naam is Karin van Selm, GZ-psycholoog en per 1 december gestart als GW/docent aan de Huisartsopleiding, in het blok Acute Zorg van jaar 2. Na mijn studie Sociale- en Organisatiepsychologie in Groningen startte ik in 1995 als trainer en arbeids- en organisatie psycholoog. In 2005 ging ik in opleiding tot GZ-psycholoog en ben sinds 2007 als zodanig werkzaam. Op verschillende plekken deed ik ervaring op. Zo werkte ik lange tijd binnen het Specialisme voor behandelprogramma Depressie en een aantal jaren in de Basis GGZ. Ik heb Loes Engels AIOTHO Huisartsgeneeskunde Mijn naam is Loes Engels, 26 jaar en ben per 1 november gestart als AIOTHO binnen de vakgroep Huisartsgeneeskunde in Maastricht. Ik begin met een periode van onderzoek en zal dit per september 2023 gaan combineren met de opleiding tot huisarts. De komende jaren zal ik mij gaan bezighouden met onderzoek naar medicatie-reviews bij patiënten met polyfarmacie in de huisartsenpraktijk, de huidige richtlijnen en de ervaren barrières rondom de implementatie hiervan, dit onder begeleiding van Jesse Janssen. Ik heb gestudeerd en gewoond in Maastricht, nadat ik het nest bij mijn ouders in Helden verlaten heb. Ik volgde eerst de bachelor Gezondheidswetenschappen om daarna in 2021 de master Arts-Klinisch Onderzoeker af te ronden. Na mijn afstuderen ben ik gaan samenwonen in Roosteren. Daarna heb ik gewerkt als basisarts bij Interne geneeskunde, MDL en Klinische Geriatrie en vervolgens nog kort als basisarts in het verpleeghuis, beiden binnen Zuyderland. In deze periode heb ik mezelf kunnen ontwikkelen tot de arts die ik nu ben, maar ik heb stiekem altijd geweten dat huisarts worden mijn grootste droom was. Mijn vrije tijd besteed ik graag met familie en vrienden. Een hapje en een drankje, een weekendje weg of gewoon een goed gesprek. Daarnaast kan ik ook genieten van een mooie wandeling. Ik kijk uit naar een fijne tijd binnen de vakgroep! mij, onder andere, ontwikkeld tot Interpersoonlijke PsychoTherapeut (IPT) en tot supervisor. Sinds 2018 ben ik als GZ-psycholoog werkzaam in een aantal huisartspraktijken in Hoensbroek, waardoor ik het beroep huisarts en de dynamiek in de praktijk van dichtbij heb leren kennen. De professionele houding die van een huisarts wordt gevraagd, de brede medische kennis, het samenwerken met andere disciplines en de betrokkenheid bij de patiënt in diens woonomgeving, maken het vak huisarts tot een uniek beroep. Ik vind het boeiend om een steentje te mogen bijdragen aan de opleiding van huisartsen, de benodigde competenties te helpen versterken. Wat kan ik nog meer vertellen over mezelf? Ik ben 51 jaar, moeder van drie zoons (studerend en in de tienerleeftijd) en ik heb een relatie. Het lijkt me leuk jullie te ontmoeten! 7 op één lijn 72

op één lijn 72 H P 1 ste uitgave 2023 E Bruikbare Wetenschap Chatten met je huisarts? R DOOR JOCHEN CALS, HUISARTS IN SITTARD EN HOOGLERAAR EFFECTIEVE DIAGNOSTIEK IN DE HUISARTSGENEESKUNDE Bruikbare wetenschap is een selectie van wetenschappelijke artikelen van Maastrichtse makelij. Hiervoor selecteren wij artikelen die direct bruikbaar kunnen zijn voor de dagelijkse praktijkvoering. Huisarts & Digitale zorg we wat bruikbare wetenschap voor de huisarts inhoudt en waarom het belangrijk is. We laten zien hoe het toepassen van deze wetenschap kan bijdragen aan betere zorg voor patiënten en hoe huisartsen deze kennis kunnen integreren in hun dagelijkse praktijk.’ Huisarts & Diagnostiek Samen Beslissen & interprofessioneel samenwerken U zult begrijpen dat ChatGPT ook uitdagingen gaat bieden voor tekstschrijvers en wetenschappers. Ik heb PubMed even voor u doorzocht op de toepassingen hiervan in de huisartsgeneeskunde en vond nog geen hits, maar ook de eerste wetenschappelijke studies zullen niet lang op zich laten wachten. Voordat u denkt dat u nu een artikel van een chatbot leest; het resterende stuk is gewoon met twee handen getypt. Wél stel ik de digitale coassistent Chat-GPT af en toe een vraag en geef ik het antwoord integraal aan u door. Innovatieve trials in de huisartsgeneeskunde De speerpunten van de vakgroep huisartsgeneeskunde zijn Huisarts & Diagnostiek, Huisarts & Digitale Zorg, Samen Beslissen & Interprofessioneel Samenwerken en Innovatie trials in de huisartsgeneeskunde. Chat to your GP? U zult het niet gemist hebben: de komst van ChatGPT. Ik vraag me net als u af, wat dit soort AI-toepassingen voor verschil gaan maken in de spreekkamer. Bij het tikken van dit stuk vroeg ik hem/haar/het eens het volgende: Bruikbare wetenschap voor de huisarts. Wat is dat? En welke introductie zou je schrijven voor een artikel hierover voor college huisartsen? Ik kreeg binnen 3 seconden het volgende terug: ‘Bruikbare wetenschap voor de huisarts is wetenschappelijk onderzoek dat direct relevant is voor de dagelijkse praktijk van een huisarts. Dit soort onderzoek geeft de huisarts praktische inzichten en informatie die kunnen worden toegepast bij het maken van diagnostische, therapeutische en preventieve beslissingen. Een introductie voor een artikel over bruikbare wetenschap voor collega huisartsen zou als volgt kunnen zijn: Als huisarts is het belangrijk om op de hoogte te blijven van wetenschappelijke ontwikkelingen die relevant zijn voor de dagelijkse praktijk. Deze ontwikkelingen kunnen helpen bij het maken van betere beslissingen voor patiënten en het verbeteren van de kwaliteit van zorg. In dit artikel bespreken 8 Hoger of lager? Bloeddrukmetingen doen we in alle soorten en maten tegenwoordig; van handmatig tot automatisch en van puntmetingen tot 30-minuten of 24-uurs opnames. Meet u beide armen? Een internationaal team van onderzoekers, waaronder collega Jelle Stoffers, keken naar de bewijskracht achter het oude adagium dat je altijd de hoogste waarde van beide armen moet nemen. Daartoe gooiden ze een grote reeks aan internationale studies op een hoop en ze keken hoe goed de betreffende waardes overeenkwamen met het uiteindelijke echte risico van de patiënt. De resultaten van ruim 53.000 patiënten waren duidelijk: de hogere bloeddrukwaarde voorspelt cardiovasculaire events en mortaliteit beter. Niet geheel verrassend, maar goed om te weten. Ik moet toegeven dat ik altijd de kant neem die ik zittend op mijn bureau het makkelijkst kan bereiken. Wellicht valt dat toch eens te herzien. Vraag aan Chat-GPT: Welke bloeddrukwaarde moet je aanhouden als je de bloeddruk aan beide armen meet? Antwoord: Over het algemeen wordt aanbevolen om de bloeddruk aan beide armen te meten en de arm te kiezen met de hoogste gemeten waarde voor verdere metingen. Er is geen specifieke bloeddrukwaarde die moet worden aangehouden bij het meten van de bloeddruk aan beide armen, maar het is belangrijk om consistent te zijn bij het kiezen van de arm voor verdere metingen. Het meten van de bloeddruk aan beide armen kan helpen bij het opsporen van unilaterale (eenzijdige) arteriële afwijkingen, die kunnen worden geassocieerd met bepaalde aandoeningen zoals atherosclerose, coarctatie van de aorta en perifere arteriële ziekte. Als er een groot verschil is tussen de bloeddrukmetingen in beide armen (meestal meer B N C R N E R U E T S I S K K B D A M N E A W T E E S S R C S H U A I A T T G H E A U I

1 ste uitgave 2023 dan 20 mmHg verschil in systolische bloeddruk), kan het nodig zijn om verder onderzoek te doen om te bepalen of er een onderliggende medische aandoening aanwezig is. Impact van COVID-19 op chronisch zieken Promovendus Jeroen Gruiskens interviewde patiënten met de chronische ziekten hartfalen en/of COPD om te zien welke psychosociale impact de COVID-19 pandemie inclusief alle maatregelen op deze groep had. Uit het onderzoek kwamen drie samenvattende dimensies naar boven waarin de COVID-19 pandemie een negatieve invloed had op de psychosociale gezondheid van patiënten met een chronische ziekte: (1) de mate waarin de patiënt zich kwetsbaar voelde voor COVID-19 en door de chronische ziekte, (2) de invloed van gezondheidsbeleid inclusief alle maatregelen en (3) een disbalans tussen vraag en aanbod van gezondheidszorg. In deze dimensies bleek de impact van de COVID-19-crisis een negatief effect te hebben op het psychosociaal welzijn, verergerd door nationale strategieën om de pandemie te beheersen en een verstoring van de chronische zorg voor patiënten. Let wel, dit waren dus patiënten die niet werden geïnterviewd omdat ze COVID-19 hadden gehad. Hetzelfde team leidt momenteel wel een project waarbij persoonsgerichte integrale nazorg voor patiënten met langdurige klachten na COVID-19 wordt geëvalueerd. In dit PINCOR-project wordt nauw samengewerkt met onder andere revalidatiegeneeskunde. Mocht u met uw praktijk interesse hebben om deel te nemen dan kan dat zeker nog: https://www.maastrichtuniversity.nl/nl/onderzoek/pincor-1. De terugkeer van (andere) infecties Na een lange periode van coronadrukte en andere-infectieluwte, werd afgelopen jaar ons geheugen weer opgefrist met een breed scala aan infecties in de spreekkamers. Hierbij moesten we telkens weer afgewogen beslissingen maken over het al dan niet behandelen met antibiotica. Manon Janssen bestudeerde onder begeleiding van huisartsonderzoeker Eefje de Bont de Research Network Family Medicine database. Zij bekeek de data van vijf jaar antibioticavoorschriften voordat de COVID-19 pandemie toesloeg. In de gegevens van maar liefst 800.000 patiëntjaren vond ze dat de antibioticavoorschriften in die periode voor de categorie patiënten boven de 65 jaar toenam, terwijl patiënten jonger dan 65 iets minder vaak antibiotica kregen. Ze keek ook naar de keuze voor welk antibioticum. Mannen, patiënten ouder dan 80 jaar, en met comedicatie kregen vaker middelen die niet eerste of tweede keuze zijn volgens de NHG Standaarden. Het gebruik van de zogeheten niet-aangewezen middelen nam wel af over de tijd overigens. Het is een fraaie studie met handvatten waar je in FTO-bijeenkomsten op praktijkniveau aardig naar zou kunnen kijken. Ondertussen keek promovendus Stefan Cox in een systematic review welke interventies het beste werken als je antibioticavoorschriften voor urineweginfecties wilt beïnvloeden. Hij bekeek daartoe alle internationale literatuur en daaruit bleek dat met name interventies met meerdere componenten het meest succesvol zijn. Die componenten zijn bijvoorbeeld spiegelcijfers met dan ook (FTO-)bijeenkomsten om de cijfers te duiden. Wellicht ben ik cynisch als ik stel dat het tegenwoordig vooral al fijn is als je eerste of tweede keuze antibioticum überhaupt leverbaar is. Ik leerde recent dat de KNMP er een heuse website voor heeft gemaakt: Farmanco; Dé website voor alle geneesmiddelen tekorten. Van die slogan krijg je toch hoofdpijn. Is paracetamol wel leverbaar? Vaardig in communicatie(vaardigheden) Michelle Verheijden is een van onze aiotho’s. De groep aiotho’s, die naast de huisartsopleiding ook promotieonderzoek doet, groeit weer. Michelle publiceerde een van haar eerste projecten meteen in het prestigieuze tijdschrift Medical Education. Ze deed kwalitatief onderzoek naar de kenmerken van ‘skilled communication’; iets anders dan ‘communication skills’. Het artikel geeft dit verschil in de Engelse taal fraai aan, maar ik vond het best lastig om de goede Nederlandse termen voor jullie te vinden. Zou onze digitale coassistent kunnen helpen? Vraag aan Chat-GPT: leg in het Nederlands het verschil uit tussen ‘communication skills’ en ‘skilled communication’. Antwoord: ‘Communication skills’ en ‘skilled communication’ zijn twee termen die vaak worden gebruikt in de context van communicatie en interactie tussen mensen, maar er is wel een subtiel verschil tussen beide. ‘Communication skills’ (communicatieve vaardigheden) verwijst naar de verschillende vaardigheden die betrokken zijn bij het communiceren met anderen. Dit omvat het vermogen om effectief te luisteren, helder te spreken, non-verbale communicatie te begrijpen en gebruiken, feedback te geven en te ontvangen, empathie te tonen en conflicten op te lossen. ‘Skilled communication’ (vaardige communicatie) is daarentegen een bredere term die niet alleen de individuele communicatieve vaardigheden omvat, maar ook de manier waarop deze vaardigheden kunnen worden geïntegreerd en aangepast aan verschillende communicatiesituaties. Skilled communication gaat over het begrijpen van de context waarin communicatie plaatsvindt, het aanpassen van de communicatiestijl aan de persoon met wie je communiceert en het aanpakken van complexe communicatie-uitdagingen. Met andere woorden, ‘communication skills’ richt zich op individuele vaardigheden en ‘skilled communication’ op het toepassen van deze vaardigheden in verschillende situaties. Een persoon met uitstekende communicatieve vaardigheden kan bijvoorbeeld nog steeds moeite hebben om effectief te communiceren in een situatie die nieuw of complex is, terwijl iemand met vaardige communicatie deze uitdagingen beter zou kunnen aanpakken door de juiste vaardigheden in te zetten op het juiste moment. Het lukte Michelle en collegae om een mooi conceptueel model neer te zetten voor vaardige communicatie. In het model zijn twee parallelle processen essentieel voor het ontwikkelen van aanpasbare expertise in communicatie: (1) gevoelig zijn en communicatie aanpassen aan de patiënt en (2) communicatie monitoren in termen van zelfbewustzijn en reflectievermogen. De geïdentificeerde kenmerken en het conceptuele model bieden een basis om een op de aios gericht programma te ontwikkelen, dat herhaalde oefening en reflectie mogelijk maakt. Verder gaat zij ook kijken hoe aios optimaal ondersteund kunnen worden bij het worden van vaardige communicators tijdens het leren op de werkplek. Ongetwijfeld komt haar werk nog langs bij de lezende huisarts-opleiders onder ons. Dan zal meteen blijken of taalkundig model Chat-GPT wel vaardig bleek om het 9 op één lijn 72

op één lijn 72 1 ste uitgave 2023 verschil goed uit te leggen tussen vaardige communicatie en communicatievaardigheden. Digitaal first? Tot zover deze Bruikbare Wetenschap, in dit geval een keer samen met digitale coassistent Chat-GPT. Net als dr. Google zal ook AI een plek krijgen in ons vak die we nu nog niet kunnen bevroeden. Wat betreft digitalisering wordt er al jaren een hoop geroepen en beloofd, maar ondertussen blijft ons vak gewoon mensenwerk. Onze vakgroep was betrokken bij de wetenschappelijke evaluatie van het programma ‘OPEN’. Online digitale inzage heeft de patiënt en ons best iets gebracht. Het verandert de relatie tussen huisarts en patiënt, maar heeft ook tijd nodig. Of het leidt tot meer vaardige communicatie durf ik nog niet te zeggen. Onderzoekster Rosa Thielmann zal komend jaar haar proefschrift afronden en de bevindingen van haar en de twee andere onderzoekers zijn hier te vinden: https://openeerstelijn.nl/wp-content/uploads/2022/12/OPEN-InfographicWetenschap-eindresultaten-A4.pdf. Verder leverde de vakgroep huisartsgeneeskunde eind januari ook een rapport aan VWS waarin we de effecten van digitale zorgtoepassingen in de huisartsenzorg in kaart brachten. Postdoconderzoeker en huisarts Lennart van der Burg keek daarbij specifiek naar e-consulten, videobellen, digitale zelftriage en telemonitoring. Over de uitkomsten op met name werkdruk werd al her en der geschreven (en op de terugkomdagen in Urmond vertelden we erover). Het hele rapport en de infographics zijn hier te vinden: www.huisartsgeneeskundemaastricht.nl/onderzoek/publicaties/ digitale-zorgtoepassingen. Werkt het dan allemaal niet? Jawel hoor, maar regelmatig worden er oplossingen geboden voor problemen die er niet zijn. Bij de discussies hierover (en dus ook de grote beloftes) dient goed te worden gekeken waar we exact over spreken; digitalisering, eHealth, digitale zorg, of digitale huisartsenzorg? Het NHG heeft daar op de website een helder overzicht over: https://www.nhg.org/thema/digitalehuisartsenzorg/visie-op-digitale-huisartsenzorg/digitaliseringe-health-digitale-huisartsenzorg-wat-is-het-verschil/ Referenties • Higher Arm Versus Lower Arm Systolic Blood Pressure and Cardiovascular Outcomes: a Meta-Analysis of Individual Participant Data From the INTERPRESS-IPD Collaboration. Clark CE, Warren FC, Boddy K, McDonagh STJ, Moore SF, Teresa Alzamora M, Ramos Blanes R, Chuang SY, Criqui MH, Dahl M, Engström G, Erbel R, Espeland M, Ferrucci L, Guerchet M, Hattersley A, Lahoz C, McClelland RL, McDermott MM, Price J, Stoffers HE, Wang JG, Westerink J, White J, Cloutier L, Taylor RS, Shore AC, McManus RJ, Aboyans V, Campbell JL.Hypertension. 2022 Oct;79(10):2328-2335. doi: 10.1161/HYPERTENSIONAHA.121.18921. Epub 2022 Aug 2.PMID: 35916147 Free PMC article. • Trends in antibiotic prescribing in Dutch general practice and determinants of nonprudent antibiotic prescriptions. Janssen MWH, de Bont EGPM, Hoebe CJPA, Cals JWL, den Heijer CDJ.Fam Pract. 2023 Feb 9;40(1):61-67. doi: 10.1093/fampra/cmac063.PMID: 35723245 • Physician-Targeted Interventions in Antibiotic Prescribing for Urinary Tract Infections in General Practice: A Systematic Review. Cox S, Lo-A-Foe K, van Hoof M, Dinant GJ, Oudhuis G, Savelkoul P, Cals J, de Bont E.Antibiotics (Basel). 2022 Nov 5;11(11):1560. doi: 10.3390/antibiotics11111560. PMID: 36358215 Free PMC article. • Identifying characteristics of a skilled communicator in the clinical encounter. Verheijden M, Giroldi E, van den Eertwegh V, Luijkx M, van der Weijden T, de Bruin A, Timmerman A.Med Educ. 2022 Oct 12. doi: 10.1111/medu.14953. Online ahead of print.PMID: 36223270 • The Psychosocial Impact of the COVID-19 Pandemic on Chronic Care Patients. Gruiskens JRJH, van Hoef L, Theunissen M, Courtens AM, van den Beuken-van Everdingen MHJ, Gidding- Slok AHM, van Schayck OCP.J Am Med Dir Assoc. 2023 Apr;24(4):426-433.e2. doi: 10.1016/j. jamda.2023.01.003. Epub 2023 Jan 16.PMID: 36781063 Free PMC article. 10

1 ste uitgave 2023 11 op één lijn 72

1 ste uitgave 2023 1 e uitgave 2014 WESP-studenten Sharona Hendrix en Liz van Loon Ziektelastmeter Artrose BEGELEIDERS: RAMON OTTENHEIJM Vraagstelling Momenteel is voor de Ziektelastmeter de module Artrose in ontwikkeling, om zo de zorg voor artrose meer patiëntspecifiek te kunnen maken. Het doel van deze studie was om behandeladviezen op te stellen voor artrose die opgenomen kunnen worden in de Ziektelastmeter en hierover consensus te bereiken met kaderhuisartsen bewegingsapparaat. Studiedesign Met behulp van een literatuursearch naar (inter)nationale richtlijnen voor artrose en systematic reviews hebben we behandeladviezen opgesteld. Via een online vragenlijst en een consensusmeeting is hier consensus over bereikt. Primair resultaat en conclusie Opvallend was dat de richtlijnen voor artrose voor huisartsen erg schaars waren. Uiteindelijk is het gelukt om vijftien kaderhuisartsen bewegingsapparaat consensus te laten bereiken over zeventien behandeladviezen voor de domeinen pijn en activiteiten vermijden, die opgenomen kunnen worden in de Ziektelastmeter voor de module Artrose. WESP-student Karin Flipsen Implementatie van de Gecombineerde Leefstijlinterventie BEGELEIDER: ANNE HUIZING Vraagstelling Sinds Januari 2020 wordt de Gecombineerde Leefstijlinterventie (GLI) toegepast in regio Maastricht-Heuvelland. In deze studie deden we onderzoek naar de implementatie van de GLI in de regio. Allereerst werd onderzocht in hoeverre de GLI werd toegepast. Daarnaast keken we naar bevorderende en belemmerende factoren in het gebruik van de GLI. Studiedesign Er werd gebruik gemaakt van zowel kwalitatief als kwantitatief onderzoek. In totaal zijn zeventien betrokken zorgverleners geïnterviewd (huisartsen, POH-S en GLIcoaches). Daarnaast is gebruik gemaakt van de anonieme patiëntendatabase die participeerde in de GLI (n=1022). Primair resultaat en conclusie In Maastricht-Heuvelland is het aantal verwijzingen boven gemiddeld ten opzichte van landelijke cijfers. De eerste resultaten lijken veelbelovend voor wat betreft BMI en kwaliteit van leven. De grootste belemmerende factor in het gebruik van de GLI is de beperkte kennis onder verwijzers over de inhoud van de GLI-programma’s. Daarom wordt aanbevolen deze kennis te verhogen en zo de implementatie te optimaliseren. 12 op één lijn 72

op één lijn 72 1 ste uitgave 2023 WESP-student Esmée Vaes Ziektelastmeter voor Chronische Aandoeningen bij COPD én hartfalen BEGELEIDERS: LOTTE KEIJSERS EN ANNERIKA GIDDING-SLOK Vraagstelling De prevalentie van mensen met multimorbiditeit stijgt. De Ziektelastmeter voor Chronische Aandoeningen biedt mogelijk ondersteuning bij persoonsgerichte zorg. Deze is gevalideerd in mensen met COPD, astma, diabetes type 2 of chronisch hartfalen (CHF) afzonderlijk. De huidige studie beschrijft de psychometrische eigenschappen van de Ziektelastmeter in mensen met COPD én CHF. Studiedesign Via vragenljstonderzoek met een beoogde sample size van n=78 werd convergente (construct en known-groups) validiteit en betrouwbaarheid (interne consistentie en testhertest) van de Ziektelastmeter geëvalueerd bij mensen met zelfgerapporteerde COPD-CHF. Primair resultaat en conclusie Deze voorlopige resultaten (n=40) worden gerapporteerd op een moment dat inclusie nog niet is afgerond. De Ziektelastmeter toonde significante resultaten voor construct validiteit (r=-0.901, vergeleken met RAND-36), known-groups validiteit, interne consistentie (Cronbach’s alfa=0.935) en betrouwbaarheid (ICC=0.969). Daarmee lijkt de Ziektelastmeter geschikt voor het meten van ziektelast bij mensen met COPD-CHF. WESP-student Puck Hoitinga Uriscreen BEGELEIDERS: STEFAN COX, EEFJE DE BONT EN JOCHEN CALS Vraagstelling Dit onderzoek was een validatiestudie naar het gebruik van de Uriscreen-test als point-of-care diagnostiek voor bacteriurie in een populatie afkomstig uit de huisartspraktijk. Daarnaast hebben we onderzocht of er een verschil in resultaten was tussen het handmatig en automatisch aflezen van de dipstick. Studiedesign We deden een prospectieve validatiestudie. Alle urinemonsters die door huisartsen tussen januari - maart 2023 zijn ingestuurd naar het MUMC+ voor een urinekweek, hebben we aanvullend getest met de dipstick en Uriscreen-test. Primair resultaat en conclusie Uriscreen is met een sensitiviteit van 94,3% en een specificiteit van 37,2% niet accuraat genoeg om bacteriurie aan te tonen of uit te sluiten. Ook onze huidige diagnostiek is zeer beperkt. Nitriet had een sensitiviteit en specificiteit 58,6% en 94,5%. Bij combinatie met leukocytenesterase was dit respectievelijk 92,0% en 39,0%. Handmatig aflezen van de dipstick bleek voor nitriet zelfs accurater dan automatisch aflezen met een urinalyzer, terwijl het goedkoper is. 13

1 ste uitgave 2023 1 e uitgave 2014 WESP-student Dennis van der Lugt Patiëntervaring rondom het E-meedenkconsult BEGELEIDERS: JOCHEN CALS, DENNIS MURIS EN KEN PEETERS Vraagstelling E-meedenkconsulten zijn vormen van elektronische, asynchrone communicatie tussen huisartsen en specialisten. Ze kunnen worden ingezet om substitutie van zorg te realiseren. In deze studie hebben we onderzocht wat de ervaringen en mate van betrokkenheid van patienten zijn bij het gebruik van het e-meedenkconsult. Studiedesign In deze kwalitatieve studie hebben we tien semigestructureerde interviews uitgevoerd met patiënten uit de regio, van wie de huisarts een e-meedenkconsult had gebruikt tussen maart en juli 2022. De interviews zijn vervolgens thematisch geanalyseerd. Primair resultaat en conclusie Patiënten hebben overwegend positieve ervaringen met betrekking tot het e-meedenkconsult. De ervaring wordt bepaald door de communicatie, de ernst van het medische probleem, de relatie met de huisarts en efficiëntie van zorg. De huisarts bepaalt voor de patiënt wanneer het e-meedenkconsult inzetbaar is en levert zo maatwerk. De patiënt wil hier verder niet bij betrokken worden, zolang er maar duidelijke communicatie plaatsvindt. WESP-student Nova-Lee Unshelm Uitdagingen van de behandeling van malnutritie BEGELEIDER: ONNO VAN SCHAYCK Vraagstelling In de strijd tegen malnutritie bij kinderen in ontwikkelingslanden wordt therapeutische voeding ingezet. In Shirati, een dorpje in Tanzania, wordt deze voeding lokaal geproduceerd en in de thuissituatie gegeven. Follow-up bezoeken aan het ziekenhuis zijn cruciaal. Wat zijn oorzaken voor het gebrek aan opvolging en/of therapieontrouw? Studiedesign Wij hebben ter plaatse een mixed method study uitgevoerd, bestaande uit een kwantitatief deel (gebaseerd op ziekenhuisdata) en een kwalitatief deel (interviews en observaties tijdens huisbezoeken). Primair resultaat en conclusie Uit descriptieve analyse blijkt dat het gebrek aan financiële middelen om naar het ziekenhuis te komen de belangrijkste reden is van het niet opvolgen. Bijwerkingen en smaak van de voeding zijn oorzaken voor verminderde therapietrouw. 14 op één lijn 72

1 ste uitgave 2023 Onuitstaanbaar Onverklaarde Klachten Dokter ChatGPT denkt mee als u de goede vragen stelt DOOR PAUL HÖPPENER, HUISARTS NP De kunstmatige intelligentie (AI) in ChatGPT staat de laatste tijd vaak in de schijnwerpers. Dokter Google krijgt een geduchte concullega. Casus Uw patiënt, de heer B., is 50 jaar en meldt zich op uw spreekuur met recente klachten van kortademigheid bij inspanning, vermoeidheid en zwakte. Af en toe is hij duizelig, recent twee keer flauwgevallen. Hij slaapt slecht, wordt vaker ‘benauwd wakker’, een extra kussen helpt. Hij is geen ‘dokterloper’, meestal lost hij zijn kwaaltjes zelf op. Een door hem meegebracht 12-afleidingen-ECG (AliveCor) verklaart zijn onregelmatige pols. B. werkt als administratief medewerker in een asielzoekerscentrum. Op een deze week gemaakte controle X-Thorax werd een matig vergroot hart gezien. Voorgeschiedenis B. is vanaf zijn 13e jaar bekend met wisselende klachten van spierzwakte in de heupen en bovenbenen en onstabiel gangpatroon. Bij neurologisch onderzoek werden geen afwijkingen gevonden. De diagnose destijds was: onverklaarde milde atrofie van de bil- en heupspieren. Hij kon hier altijd goed mee leven en had een baan gevonden. 2017 2020 Milde hypertensie, goed onder controle met Amlodipine 5mg dd Gastro-oesofageale refluxziekte (GERD) klachten verdwenen na leefstijlaanpassingen. U bespreekt met de heer B. dat hier mogelijk sprake is van hartfalen en geeft uitleg hierover. Hij vraagt of dit mogelijk kan samenhangen met de zwakte van de spieren in zijn heupen en bovenbenen. U stelt een in goed Nederlands geformuleerde vraag aan dokter ChatGPT https://chat.openai.com/chat Dokter ChatGPT denkt mee Welk antwoord geeft u aan de heer B.? Mail naar op1lijn@maastrichtuniversity.nl De Witte Raven Groep is een werkgroep van huisartsen, opgericht in 2016, die zich richt op het zoeken naar de oorzaak van Onuitstaanbaar Onverklaarde Klachten (OOK), in de veronderstelling dat het kan gaan om een zeldzame ziekte of een zeldzaam verschijnsel. Verwijzing van casuïstiek loopt via de eigen huisarts. De Witte Raven hebben een eigen zoekstrategie ontwikkeld en maken gebruik van 4 zoekmachines. Naast het uitzoeken van casuïstiek richt de Witte Raven werkgroep zich op het nascholen van huisartsen en het delen van hun kennis. Voor meer informatie en voor aanmelding van een casus of aanvraag van een nascholing voor huisartsen kijk op onze website: www.witteraven.org. De leden van de Witte Raven: Geert-Jan Dinant, Mieke Geuze, Paul Höppener, Simon Kleijkers, Raymond Leclercq, Marie-José Metz Erik Stolper, Tonnie van Kessel (vz), Charles Verhoeff Richard Maes, AIOS interne geneeskunde Pierre Hupperets (nieuw) Johan Evers* (nieuw) * Johan is huisartsdocent bij het Skillslab/FHMLvan de UM. Hij was al jaren trouwe volger van deze rubriek, reageerde snel en had altijd de juiste inzending. 15 op één lijn 72

op één lijn 72 1 ste uitgave 2023 Opleiding Ouderengeneeskunde Trots DOOR MARIËLLE VAN DER VELDEN-DAAMEN, HOOFD OPLEIDING OUDERENGENEESKUNDE Vrijdag 17 maart was een bijzondere dag voor het opleidingsinstituut Ouderengeneeskunde Maastricht. We reikten op feestelijke wijze aan de eerste twee afgestudeerde specialisten ouderengeneeskunde hun certificaat uit. Beiden doorliepen door hun ervaring vanuit eerdere opleiding en carrière een verkort traject. Soms voelt het tegenstrijdig: als carrièreswitcher heb je al ruime voorervaring en kan verkorting gegeven worden, anderzijds lukt het nu al niet om alle relevante onderwerpen voor ons vak gepland te krijgen in het curriculumrooster. De vervolgopleiding tot specialist ouderengeneeskunde duurt drie jaar, terwijl de medisch specialistische opleidingen tussen de vier en zes jaar duren. Bijzonder toch? Je zou denken dat we onze opleiding dan ook een jaar langer maken. Dat kan natuurlijk niet zomaar. De duur van een opleiding is vastgelegd binnen regelgeving. Daarnaast is het ook de vraag of we dat echt willen. Ik denk niet eens dat het echt nodig is. Je stopt niet met leren nadat je afgestudeerd bent. Gedurende je werkzame leven blijf je jezelf ontwikkelen met als doel een betere versie van jezelf te worden. Je werkomgeving moet dan wel zo ingericht zijn dat dit ook mogelijk is. En net daar zijn we als beroepsgroep goed in. In onze regio leiden alle zorginstellingen artsen op tot specialist ouderengeneeskunde. Binnen deze zorginstellingen zijn opleiders werkzaam die een kaderopleiding opleiden volgen of afgerond hebben. Tijdens deze kaderopleiding, die uit vier modules bestaat, leer je begeleiden op de werkplek, coachen op competenties, beoordelen en in de laatste module ligt de nadruk op organiseren, samenwerken en professionaliteit. Na het afronden van de kaderopleiding opleiden ben je er nog niet. Daarna volg je jaarlijks de 3L bijeenkomsten, welke staan voor levenslang leren. Naast de kaderopleiding opleiden kan de kaderopleiding psychogeriatrie, eerste lijn, palliatieve zorg en geriatrische revalidatie gevolgd worden. Kortom, door jezelf te blijven uitdagen en een beroep te doen op of hulp te vragen aan collega’s als je iets (nog) niet weet, draag je bij aan je eigen ontwikkeling. Of je nu werkt bij een vakgroep, als zelfstandige of als docent bij de opleiding. Als we met elkaar die veilige leeromgeving en die open houding ook waar maken na het afronden van de opleiding, dan hoeft de opleiding zelf niet langer te duren. Dat is wat we de aios ook meegeven en dat maakt dat ik trots ben. Trots op de twee afgestudeerde specialisten ouderengeneeskunde. Trots op het team dat zich met enthousiasme inzet voor de opleiding. Trots op de opleiders op de leerwerkplek. Vooral zij geven het goede voorbeeld, zijn bereid om de kaderopleiding opleiden te volgen, zichzelf verder te ontwikkelen en dragen zorg voor een veilig en open leerklimaat, ook na het afronden van de opleiding. Het is dus niet de duur van de opleiding zelf, maar veel eerder de werkcultuur erna, die mede bepalend is voor de noodzakelijke duur van de opleiding. En voor ons blijkt dan drie jaar, en soms zelf minder, zeker voldoende te zijn. 16

1 ste uitgave 2023 Opleiding (tot specialist) Ouderengeneeskunde De allereerste diplomauitreiking DOOR BABETTE DOORN, PROJECTMANAGER Staf opleiding Ouderengeneeskunde Maastricht Inauguratie Daisy Janssen Op 2 december was de inauguratie van hoogleraar Daisy Janssen. In dit nummer vonden wij het een goed idee om aandacht te besteden aan haar leerstoel, maar bovenal om haar te bevragen over haar visie op wetenschap en opleiden. Hier hebben wij een apart artikel aan besteed. Interstavendag / aios-regiodag Op de laatste vrijdag van januari zijn we met een flinke delegatie vanuit het Maastrichtse instituut naar de Interstavendag van SOON in Utrecht gegaan. Net als op de Interstavendag van de Huisartsopleiding, ging het bij ons ook over serieuze thema’s zoals het de herziening van Landelijke Opleidingsplan (LOP), maar ook over luchtigere onderwerpen zoals de al dan niet bestaande generatiekloof en het interpreteren van lichaamstaal. Op diezelfde vrijdag hadden onze aios een regiodag georganiseerd op de locatie Lückerheide in Kerkrade. Zij hadden drie medische onderwerpen (Korsakov, Parkinson en Huntington) waarbij aan ervaringsdeskundigen vragen konden worden gesteld. Opleiders Eind januari was een online afstemmingsdag met werkplek begeleiders van Jaar 2. Er werd gekozen voor een sessie over ‘Power dynamics’ uit het handboek ‘Interprofessioneel Opleiden in de zorg’1 van de Federatie van Medisch Specialisten. De afstemmingsdagen met de opleiders Jaar 1 en 3 zijn een paar keer per jaar. De opleiders krijgen daarnaast ook een periodieke nieuwsbrief vanuit het instituut. Wervingscampagne Een groep eerstejaars aios heeft een nieuwe wervingscampagne opgezet om nieuwe aios aan te trekken. Zij kozen voor drie werkplekken om het vak te promoten: de klassieke PG/Somatiek, de revalidatie en de Eerste Lijn. De aios stonden zelf model voor de foto’s. Sollicitatie en selectie Van 15 februari tot 15 april 2023 kan gesolliciteerd worden voor de start in september. Maastricht start een keer per jaar met een nieuwe groep aios. Om de werving te ondersteunen organiseerde SOON op 14 februari een landelijke speeddate avond. Lokaal organiseerden wij een online Meet & Greet op 14 maart. 1 https://demedischspecialist.nl/sites/default/files/2022-11/FMS_ Werkvormen_IPL.pdf Shanly Seferina Diploma-uitreiking Op vrijdag 17 maart 2023 was het eindelijk zover: de allereerste diploma-uitreiking. Het betrof Lucienne Spaans (voormalig huisarts) en Shanly Seferina (voorheen internist). Zij startten in september 2020 in de allereerste groep. Zij kregen geen vrijstellingen, maar op het einde dus wel een verkorting, zodat zij zichzelf per 1 maart Specialist Ouderengeneeskunde mochten noemen. De feestelijke afsluiting was in Koetshuis Kassteel Rijckholt. Het was een zeer geslaagde informele afsluiting! Na afloop was er voor de stafleden een etentje op locatie. Lucienne Spaans 17 op één lijn 72

op één lijn 72 1 ste uitgave 2023 Acht vragen ‘Missie is geslaagd als aios ervaren dat wetenschap leuk en verrijkend is’ DOOR DAISY JANSSEN, HOOGLERAAR OUDERENGENEESKUNDE MAASTRICHT Op 2 december 2022 vond de inaugurele rede ‘Krachtig in kwetsbaarheid’ plaats. Aan de oratie ging een symposium vooraf, genaamd: ‘Ouderengeneeskunde: Klaar voor de toekomst?’ Het was een fantastische dag met veel genodigden uit het hele land. Op de website van de Academische Werkplaats Ouderenzorg is de inaugurele rede terug te lezen.1 In de rede kwamen de diverse onderzoeken waaraan Daisy Janssen verbonden is voorbij. In 2020 kwam de opleiding tot Specialist Ouderengeneeskunde in Maastricht tot stand. Vanaf het begin was Daisy hierbij als docent betrokken, op dit moment als hoofddocent van het Wetenschapsonderwijs. De laatste jaren neemt ook de zichtbaarheid van het specialisme binnen de basisopleiding Geneeskunde toe. Logisch dat ook hier de kersverse hoogleraar een prominente rol speelt bij het wetenschapsonderwijs in de rol van WESPbegeleider, de 18-weekse wetenschapsparticipatiestage in de master Geneeskunde. Waarom is wetenschapsonderwijs belangrijk voor een arts (in opleiding)? Artsen kunnen als wetenschapper een belangrijke bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de gezondheidszorg. Maar ook artsen die geen onderzoeker willen zijn, hebben wetenschappelijke kennis en vaardigheden nodig. Als arts wil je, samen met de patiënt, de beste keuzes maken over diagnostiek en behandeling. Daarvoor is het noodzakelijk om de voor- en nadelen van verschillende opties samen af te wegen. Hier is kennis voor nodig. Als arts moet je dan ook een vraag uit de dagelijkse praktijk kunnen vertalen naar een wetenschappelijke vraag, literatuur kunnen zoeken, deze literatuur kunnen beoordelen en kunnen bekijken wat het antwoord uit de literatuur betekent voor jouw patiënt. Eén van de pijlers van gezamenlijke besluitvorming (ook shared decision-making genoemd) is dus wetenschap. Wanneer werd jouw interesse voor de wetenschap gewekt? En door wie? Mijn interesse voor de wetenschap werd gewekt tijdens mijn eigen wetenschapsstage, bij prof. Vles, toen hoogleraar kinderneurologie in het MUMC. Het was mijn eerste kennismaking met de wetenschap en wat heb ik genoten 1 https://www.awolimburg.nl/userfiles/files/publicaties/oraties/ inaugurele-rede-d_-janssen-final.pdf van deze stage waarbij ik een project van het begin tot einde mocht uitvoeren. Hoe ziet jouw werkweek eruit qua verdeling zorg, onderzoek en onderwijs? Twee dagen per week werk ik als specialist ouderengeneeskunde en kaderarts palliatieve zorg in Ciro in Horn. Hier ben ik verantwoordelijk voor integratie van palliatieve zorg in longrevalidatie en hartfalenrevalidatie. Dat betekent dat ik betrokken ben in de medische zorg van onze patiënten met de meest ernstige en complexe ziekten. Twee dagen per week besteed ik aan onderzoek. Deze dagen zijn heel divers. Ik begeleid bijvoorbeeld promovendi bij hun promotieonderzoek, ben als wetenschappelijke linking pin vanuit de Academische Werkplaats Ouderenzorg Limburg actief bij zorgorganisatie Proteion, schrijf onderzoeksaanvragen en ben betrokken bij richtlijnontwikkeling. Eén dag in de week geef ik onderwijs aan AIOS ouderengeneeskunde en studenten geneeskunde. Ik vind het heel belangrijk om aanstaande artsen al vroeg kennis te laten maken met ons vak. Wat is jouw rol en hoe zie jij die met betrekking tot het onderwijs/opleiding? Als wetenschapsdocent in de opleiding ouderengeneeskunde probeer ik AIOS te begeleiden bij het ontwikkelen van de competenties die ze nodig hebben om evidence-based te kunnen werken in de ouderengeneeskunde. Juist in ons vak is dat een hele uitdaging. Onze kwetsbare patiënten met complexe problemen worden nogal eens niet meegenomen in onderzoeken naar diagnostiek en behandeling. Ook richtlijnen helpen ons niet altijd. Onze patiënten hebben vaak zoveel aandoeningen en problemen, dat we meerdere richtlijnen moeten raadplegen. Met meerdere aanbevelingen moeten we dan de beste keuze maken, samen met de individuele patiënt. Wat moeten aios wanneer doen? In het eerste jaar richten we ons vooral op de basisvaardigheden, zoals het vertalen van een klinische vraag in een onderzoeksvraag, literatuur zoeken en kritisch beoordelen van literatuur. AIOS gaan hier, alleen en samen, mee aan de slag in opdrachten. Ze passen deze vaardigheden toe in het schrijven van CAT (Critical Appraisal of a Topic) en het houden van referaten. Dit doen ze in de studio waarbij ze ook oefenen in het presenteren voor de camera: spannend, maar ook erg leuk! In het tweede jaar richten we ons op evidence-based medicine en 18

Spreker Mustafa Balut, 'Interculturele dilemmas' in de ouderenzorg' gaan we, bijvoorbeeld, kritisch kijken naar richtlijnen en hoe we deze kunnen gebruiken. Gedurende de opleiding werken AIOS aan hun wetenschappelijke leeropdracht, die ze in het derde jaar afronden met het schrijven van een (concept-)artikel en het houden van een presentatie. Hoe probeer je aios te inspireren of te verleiden voor de wetenschap? Ik probeer de AIOS vooral te laten zien hoe verrijkend een wetenschappelijke houding in het dagelijks werk kan zijn. Dit probeer ik te doen door alle opdrachten te laten aansluiten bij vragen uit de dagelijkse praktijk. Natuurlijk is het prachtig als een AIOS ook besluit te gaan promoveren: specialisten ouderengeneeskunde / onderzoekers hebben we hard nodig. Toch is dat niet mijn belangrijkste doel in het onderwijs. Ik zie ook dat de jonge collega’s zich vaak niet verheugen op het wetenschapsonderwijs. Mijn missie is geslaagd als ze dan toch ervaren dat wetenschap leuk en verrijkend is. Hoe kan je AIOTO worden bij de opleiding tot SO? Hoe vindt iemand een onderwerp? Een AIOTO-traject is een hele uitdaging. In zes jaar tijd volgt een AIOTO de opleiding tot ouderengeneeskunde en verricht een promotieonderzoek. Dat vraagt veel inzet en motivatie. Zelf vind ik de combinatie patiëntenzorg en onderzoek ook uitdagend, maar juist ook inspirerend. Ik zie in de dagelijkse zorg welke kennis en innovaties nodig zijn en wetenschappelijke kennis kan ik toepassen in de dagelijkse zorg. Voor een AIOTO betekent dat dan ook dat het onderwerp van het promotieonderzoek echt bij de AIOTO moet passen. Daarnaast moet gezocht worden naar financiering om het onderzoek te kunnen doen. Als ambitieuze basisarts en beginnend wetenschapper kun je dat niet alleen. Zoek naar mentoren die je hierbij kunnen begeleiden en die ook bij jou als persoon passen. “Choose your mentors wisely” heb ik van een van mijn mentoren geleerd. Waar moet echt nog meer onderzoek naar gedaan worden in de ouderengeneeskunde? Deze vraag is moeilijk kort te beantwoorden! Er zijn nog zoveel kennislacunes in de ouderengeneeskunde. Het afgelopen jaar is de Kennisagenda ‘Langdurige Ouderenzorg’ van de Samenwerkende Academische Netwerken Ouderenzorg verschenen.2 Hierin staan veel onderwerpen die voor de ouderengeneeskunde van groot belang zijn. Denk, bijvoorbeeld, aan proactieve zorgplanning, ethische dilemma’s, geriatrische revalidatie, probleemgedrag en infecties. Ik merk dat studenten geneeskunde en AIOSouderengeneeskunde vooral geïnteresseerd zijn in de medische onderwerpen in de ouderenzorg, en terecht: hier zijn nog zoveel vragen te beantwoorden. . 2 https://www.awolimburg.nl/userfiles/files/publicaties/kennisagendalangdurige-ouderenzorg-sano-editie-juli-2022.pdf 19 op één lijn 72

op één lijn 72 1 ste uitgave 2023 Veilig leerklimaat Over de grens DOOR KIM VAN DE KANT, VERTROUWENSPERSOON MUMC+ Een veilig en stimulerend werkklimaat, dat is waar we met z’n allen voor gaan. Maar dat is niet vanzelfsprekend. Onderwerpen als een sociaal veilig werkklimaat en (on)gewenste omgangsvormen staan volop in de aandacht. En de verhalen beperken zich niet tot Studio Sport, The Voice of Holland of Ajax. Ook in de medische wereld komen ongewenste omgangsvormen relatief vaak voor. Uit een nationale enquête1 onder AIOS, blijkt dat een derde van de jonge dokters weleens te maken heeft gehad met ongewenst gedrag, zoals intimidatie door collega’s en leidinggevende. Grensoverschrijdend gedrag laat zich moeilijk definiëren. Soms is het zeer duidelijk, soms is het heel subtiel. Soms is het bewust, soms ook onbewust. En wat voor de een gewenst is, kan voor een ander ongewenst zijn. Iedereen bepaalt zijn eigen grens. Het is belangrijk om hier van bewust te zijn, met elkaar het gesprek over dit onderwerp aan te blijven gaan en elkaar erop aan te kunnen spreken. Het kan ons immers allemaal overkomen, bijvoorbeeld, dat je een grapje maakt, dat net over de grens gaat. Je daar bewust van zijn, sensitief voor iemands reactie en vervolgens oprechte excuses aanbieden kan al voldoende zijn. Als het gaat om een sociaal onveilige cultuur, dan zijn we daar uiteindelijk allemaal verantwoordelijk voor: de organisatie door een goed beleid, degene die het (wellicht onbewust) veroorzaakt, degene die het overkomt en zich hopelijk durft uit te spreken, de leidinggevende die het onderwerp bespreekbaar maakt en adequaat met meldingen omgaat, maar ook collega’s die het zien gebeuren en wegkijken. Als je te maken krijgt met ongewenste omgangsvormen zoals (seksuele) intimidatie, pesten, agressie en geweld, machtsmisbruik, ongelijke behandeling of discriminatie, weet dan dat je er niet alleen voor staat. Je kunt dit melden bij je leidinggevenden maar ook bij een vertrouwenspersoon. Binnen de vakgroep huisartsgeneeskunde kun je terecht bij de vertrouwenspersonen van de Universiteit Maastricht. Het UM Bureau Vertrouwenspersoon (zie kader) ondersteunt studenten en medewerkers die geconfronteerd worden met ongewenst gedrag zoals seksuele intimidatie, agressie en geweld, pesten en discriminatie of ongelijke behandeling. 1 https://dejongespecialist.nl/2022/nationale-anios-enquete-gezond-enveilig-werken-2022 Ook de SBOH heeft een vertrouwenspersoon, waar je voor ongewenste omgangsvormen van collega’s maar ook van patiënten terecht kan. Daarnaast is er voor de AIOS van de Huisartsopleiding en Ouderengeneeskunde nog een aparte Vertrouwenspersoon voor Opleidingszaken. Tijdens je opleiding is een veilig werk- en leerklimaat van groot belang. Soms kunnen er opleidingsgerelateerde vragen, problemen of geschillen optreden. Gelukkig kunnen A(N)IOS en opleiders de meeste vragen of problemen zelf beantwoorden of oplossen. Toch blijken A(N)IOS soms behoefte te hebben aan (vertrouwens) personen die de opleidingscontext goed kennen en vragen binnen dit kader kunnen beantwoorden, bijvoorbeeld bij kwesties die je op dat moment nog liever niet bespreekt met je opleider. In al deze situaties kun je terecht bij de vertrouwenspersoon opleiden voor A(N)IOS, Kim van de Kant. Er is dus geen verwijzing nodig. De opleidingen ondersteunen deze directe route. Als vertrouwenspersoon vangen we je op en bieden we een luisterend oor. We staan altijd achter je. Vanuit onze adviesrol geven we tips en leggen we uit wat de opties zijn en welke weg je kunt belopen. Er kan heel veel, maar dat hoeft niet. Je mag ook alleen je hart luchten. Je beslist uiteindelijk zelf wat je ermee gaat doen. AIOS vertrouwenspersoon MUMC+ én de vervolgopleidingen Ouderengeneeskunde en de Huisartsopleiding Kim van de Kant 043-3871848 / 06-29633801 kim.vande.kant@mumc.nl / kim.vandekant@maastrichtuniversity.nl UM-bureau vertrouwenspersoon Esther Goethart 06-28849965 esther.goethart@maastrichtuniversity.nl SBOH Annelies Hubers 06-41887572 a.hubers@gimd.nl 20

Uit het hoofd Landelijke samenwerking DOOR MATTHIJS LIMPENS, HOOFD HUISARTSOPLEIDING MAASTRICHT Terugkijkend op de afgelopen maanden denk ik vooral met enthousiasme terug aan een groot aantal landelijke bijeenkomsten waarin de samenwerking van de acht huisartsopleidingen mooi naar voren kwam. Deze samenwerking is van belang en is de laatste jaren goed te noemen. De maatschappij verwacht van ons goed opgeleide huisartsen, waar de opleiding dan ook wordt vormgegeven. Of je als huisarts nu opgeleid wordt in Groningen, Amsterdam of Maastricht, de tongval is anders, maar de kwaliteit is gelijk. Kwaliteit GEAR Vorig jaar hebben alle huisartsopleidingen meegedaan aan de Gecombineerde Evaluatie en Audit Ronde (GEAR) van Huisartsopleiding Nederland, NPA en SBOH. In december werd het eindrapport 'Verslag auditronde 2022' uitgebracht, uitgebracht. Op de goed bezochte kwaliteitsbijeenkomst van 9 december werd dit verslag en conclusies met alle opleidingen besproken. In workshops werd gekeken hoe we met de aanbevelingen uit het rapport aan de slag kunnen. Uitwisselen Kennis en Ervaringen Na een aantal jaren afwezigheid was er op 7 februari weer een interstavendag. Leiden organiseerde op hun eigen instituut een prachtige dag. In deze ‘Op één lijn’ lees je er meer over. Met veel enthousiasme werden ideeën uitgewisseld, pareltjes gedeeld en de laatste versie van het nieuwe Landelijk OpleidingsPlan (LOP) toegelicht. Onderzoeksagenda van Onderwijs Op 28 maart werd in Utrecht de nieuwe Onderzoeksagenda1 van onderwijs aangeboden aan ZonMw en SBOH. Onderzoek van onderwijs was voorheen vaak iets van de afzonderlijke instituten. Natuurlijk was er wel samenwerking maar ook regelmatig concurrentie. Gezamenlijk is er nu een onderzoeksagenda opgesteld en zijn er door de opleidingen en SBOH afspraken gemaakt om gelden beschikbaar te stellen voor dit onderzoek. Een mooi voorbeeld hoe samenwerken leidt tot mogelijkheden. Landelijk OpleidingsPlan Actualisering van het huidige LOP, wat dateert uit 2016, was nodig. Dit nieuwe plan bouwt voort op het huidige, maar introduceert ook nieuwe perspectieven op opleiden, die inspelen op maatschappelijke en vakinhoudelijke ontwikkelingen. De opleidingsdoelen zijn gebaseerd op de brede onderwijsvisie van hedendaags onderwijsfilosoof Biesta. Zijn visie past goed op de lange traditie van de huisartsopleidingen. Biesta onderscheidt drie doeldomeinen van onderwijs: kwalificatie, socialisatie en subjectificatie. Vertaald naar de context van de huisartsopleiding zijn de doelen van de opleiding: • Kwalificatie: de opleiding draagt bij aan het verwerven van competenties die de aios nodig heeft om het huisartsberoep uit te oefenen. • Socialisatie: de opleiding biedt de aios een plek binnen de beroepsgroep waardoor de aios kan leren functioneren binnen de beroepsgroep en het vakgebied. • Subjectificatie: de opleiding geeft de ruimte en stimuleert de aios om zich als autonoom, verantwoordelijk en uniek persoon te ontwikkelen binnen de professie, en de professie verder te ontwikkelen. In een echte landelijke co-creatie, met bijzonder veel partijen en betrokkenen, is het nieuwe LOP vormgegeven. Voorbeelden van de landelijke samenwerking zijn de werkconferenties van 13 en 14 december en diverse besprekingen met de verschillende coördinatorenoverleggen. Naar verwachting wordt dit nieuwe LOP feestelijk gepresenteerd in mei. Ook dit zal weer een sprankelende landelijke bijeenkomst worden! 1 https://un-h.nl/gezamenlijk-onderzoek-naar-leren-opleiden-in-dehuisartsgeneeskunde/ 21 op één lijn 72

op één lijn 72 1 ste uitgave 2023 Made in Maastricht 7 maart 2023: Bovenste rij v.l.n.r.: Roelie Verdonschot, Marthe Villevoije, Helene Gendera, Ingrid Thomissen, Gil Schulte, Lotte Cleef, Kitty De Clercq. Vooraan zittend v.l.n.r.: Tom de Jager, Gabrielle Westerveld, Enzo van Loo, Miro Vysocansky, Nick Martens 6 december 2022: Op de bank v.l.n.r.: Lydie Slabbers, Vera van Boxel, Margarita Tukker, Nic Aendekerk, Laurèl de Breet. Achterste rij v.l.n.r.: Linda Janssen, Michelle Rijnders, Sandor Klis, Eline Hendrikx, Jordy van Leendert 14 maart 2023: v.l.n.r.: Moniek Wouda, Audrey van Oijen, Carla de Graaff, 22

op één lijn 72 2de uitgave 2022 Made in Eindhoven 13 december 2022: Achterste rij v.l.n.r. : Bjorn Smits, Jeroen Mom, Richelle Senden, Carlijn Lelieveld, Renee van Lierop, Fenneke van den Brand, Inge Jacobs, Simon Kooijman. Voorste rij v.l.n.r.: Dana Emmen, Eline Roodenburg, Cansu Türk, Mariëlle van Wierst Jessica Willemse, Loes Verkuijlen 23 7 maart 2023: v.l.n.r.: Hosna Hamid, Janne Verhoeven, Sander de Hoop, Christianne Smulders

op één lijn 72 1 ste uitgave 2023 Rubriek voor huisartsopleiders Equilibre DOOR ELSJE KUIJPER EN MARIEKE KOOLS, OPLEIDERSCOÖRDINATOREN Op onze HAO terugkomdagen in Urmond, op 14 en 16 februari, droeg Gaston Peek het stokje als HAO coördinator-curriculum (letterlijk) over aan zijn opvolger Elsje Kuijper. Zij stelt zich nu aan u voor. Per 1 januari van dit jaar heb ik de taak van Gaston over genomen als Coördinator Huisartsopleiders. Tijdens de Urmond dagen kreeg ik het ‘echte’ stokje aangereikt door Gaston. De uitdrukking ‘het stokje overnemen’ komt van het estafettewedstrijd hardlopen in de atletiek. Vier lopers trekken na elkaar een sprint en geven het stokje aan elkaar door. Na Arie de Jong, Paul Schrijver en Gaston Peek ben ik de vierde loper met het stokje en ga ik ervoor zorgen dat ik zo ver mogelijk ga komen. Tijdens de wedstrijd zal mijn aandacht vooral gericht zijn op het publiek; de opleiders. Mijn belangrijkste doel zal het samenstellen van een regionaal opleiderscurriculum zijn. Gaston heeft al een mooie sprint hiervoor getrokken. Ik ga zorgen dat dit curriculum geïmplementeerd wordt en dat de docenten een leidraad hebben om met het curriculum aan de slag te kunnen. Mijn carrière als huisarts en docent begon 15 jaar geleden in Utrecht. Ik combineerde toen mijn werk als huisarts in een echte stadspraktijk met het docentschap aan de geneeskunde opleiding en de hogeschool van Utrecht. Deze functies heb ik jaren met plezier uitgevoerd totdat mijn man, internist hematoloog, een mooie maatschapsplek kreeg in Eindhoven. We moesten het mooie, oude Utrecht verlaten en verhuizen naar de stad van de lampen en PSV. We zouden daar een nieuwe toekomst gaan opbouwen met onze twee jonge kinderen. In Eindhoven ben ik met veel plezier aan de slag gegaan als waarnemend huisarts, maar het onderwijs bleef aantrekken. Gelukkig kon ik een aantal jaren geleden ook beginnen als huisartsbegeleider in het derde jaar van de huisartsopleiding. Ik geef nog altijd met veel plezier onderwijs aan aios en mag elk jaar weer een tiental aios zien afstuderen als huisarts. Het onderwijs geeft mij veel energie en ik kan er mijn creativiteit in kwijt. Ik hoop, in mijn nieuwe functie als HAO coördinator, deze creativiteit en mijn onderwijservaring in te kunnen zetten. HAO-terugkomdag in Urmond ‘Kennis en Wetenschap: elke 15 minuten anders’. We blikken terug op twee dynamische en inspirerende scholingsdagen naar aanleiding van dat thema. Namens de vakgroep Huisartsgeneeskunde nam Jochen Cals het ochtendprogramma voor zijn rekening. Onno van Schayck nam ons mee in het project ‘De gezonde basisschool van de toekomst’: een grootschalige interventiestudie op gezonde voeding en beweging, met positief effect op het BMI en het welbevinden van de kinderen. Lennart van der Burg en Jochen Cals plaatsten naar aanleiding van hun onderzoek in opdracht van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport kritische Elsje (links) en Marieke (rechts) 24

1 ste uitgave 2023 kanttekeningen bij de ontwikkelingen in de digitale zorg. Een levendige discussie met de zaal sloot aan bij hun bevindingen: digitale zorg zorgt vooral voor een andere, maar niet een verminderde werkbelasting in de huisartspraktijk. Vervolgens kregen de Witte Raven Tonnie van Kessel, GeertJan Dinant en Paul Höppener de vloer. ‘Onuitstaanbare Onverklaarde Klachten’, oftewel OOK1, werden na hun workshop meteen al wat minder onuitstaanbaar, want we kregen een zoekstrategie aangereikt die ter plekke geoefend werd door de zaal. Leuk om ook eens met je aios uit te proberen, rondom casuïstiek waar je maar steeds in het duister hebt getast met de vraag ‘wat is hier nu met deze patiënt aan de hand?’. En mocht je er alsnog niet uitkomen, zo was de uitdrukkelijke boodschap, dan zijn de Witte Raven er als hulplijn voor de huisarts: www.witteraven.org. Spontaan lanceerde Paul Höppener op de valreep nog een prijsvraag voor de eerstejaars opleiders op de donderdag: 1 Vaste rubriek in ‘Op één Lijn’ wie binnen twee weken de juiste diagnose had gevonden op hun derde casus van de hand-out, zou een goede fles wijn winnen. Binnengekomen reacties varieerden van ‘aspergillus’ tot TBC, maar huisartsopleider Suzy Satijn was de enige met het juiste antwoord. Met haar diagnose ‘fatal balamuthia mandrillaris brain infection’ werd zij de winnaar. Paul reist nog af naar haar praktijk in Beek om haar de fles te overhandigen. Kennis en Wetenschap in de (Opleidings)praktijk werd nog eens opgefrist in de opleidersgroepen. De docenten gingen samen met de opleiders aan de slag met kennis en wetenschap tijdens het leergesprek. Hoe gaat de aios om met vragen van patiënten over nieuws uit de media? Wat is het wetenschappelijk bewijs achter deze informatie? Aan de hand van een artikel uit De Telegraaf en de uitleg van Dokter media (doktermedia.nl) over het wetenschappelijke bewijs achter medische nieuwsberichten zijn de opleiders gaan bedenken hoe ze de aios een handreiking kunnen geven om een artikel kritisch te lezen en daaruit hun eigen mening te vormen Column Autonomie DOOR JEROEN SMEETS, HUISARTSREDACTIELID Hij was in de 80. Hij was altijd leraar geweest op de middelbare school, in de exacte vakken, natuurkunde. Hij had zijn eigen medisch dossier thuis. Hij werd steeds vergeetachtiger. Maar hij was ook heel koppig. Met de jaren was hij steeds duizeliger geworden. Hij viel dan ook regelmatig en meestal op zijn achterhoofd. Hij had altijd wonden in zijn gezicht. Als de wonden genezen waren, was hij alweer opnieuw gevallen, met steeds weer nieuwe wonden als resultaat. Hij wilde naar de uroloog in Sittard, hij ging zelfstandig met de trein. Hij nam zijn rollator en eigen dossier mee. Na het bezoek aan de uroloog belde hij me ontdaan op. In Sittard vertrok de trein terug naar Maastricht. Net toen hij zijn rollator én zijn medisch dossier in de trein had gezet, klonk het fluitje en vertrok de trein. Zelf stond hij nog op het perron. Enkele uren later kwam hij aan met de bus in Maastricht. Dat deel was gelukkig snel opgelost. Destijds was het stationsgebouw nog per telefoon bereikbaar. De NS bracht keurig zijn rollator én zijn volledig medisch dossier thuis, met de mededeling dat hij zich de volgende keer moest melden bij de conducteur. Deze zou hem én zijn rollator én zijn volledig medisch dossier helpen instappen. Langzaamaan ging hij achteruit. Cognitief en fysiek. Post stapelde zich op in de woonkamer. Hij kwam er niet meer aan toe, had het te druk. Hulp weigerde hij, zo koppig als hij was. Bij thuisbezoek wachtte ik altijd trouw zo’n kwartier aan de deur, de tijd die hij nodig had om van woonkamer tot aan de deur te komen. Op een dag belde de familie. Ze hadden onder de tafel in de woonkamer, zo’n tafel met zo’n mooi oud kleed eroverheen, een doos gevonden. In die doos zaten voor een aantal maanden blisterrollen. Met medicatie. Ongebruikte medicatie. Hoe konden we, zonder gezichtsverlies, stoppen met het laten bezorgen van deze medicatie die hij niet meer nam? Tijdens een thuisbezoek in aanwezigheid van de familie kondigde ik aan: “Soms gaan mensen plots vooruit als alle medicatie stopt, wat vindt u daarvan?”. Ja, dat was wel een goed idee. Ik stopte alle medicatie bij de apotheek. De blisterrollen werden teruggebracht naar de apotheek. Tijdens een proefopname in een verzorgingshuis nam hij een taxi terug naar huis. Dat was maar niks voor hem, tussen al die oude mensen. Een aantal maanden later overleed hij, thuis, zelfstandig, mét zijn volledige medisch dossier maar zonder medicatiegebruik. 25 op één lijn 72

op één lijn 72 1 ste uitgave 2023 Impressie Interstavendag Leiden ‘Innovatie – opleiden voor de toekomst’ Team Podcast voor aios: Marieke, Elsje en Merijn DOOR PRISKA ISRAEL, HAB EN DOCENT PSYCHISCH BLOK JAAR 2 MAASTRICHT Herstellende van mijn eerste corona-infectie denk ik terug aan de jaarlijkse interstavendag in februari, nu een maand geleden. Belangrijkste vraag zou kunnen zijn: wat heb ik geleerd? De belangrijkste reden dat ik naar een interstavendag ga, is vooral nieuwsgierigheid naar al die andere collega’s uit den lande en de hoop om door hen geïnspireerd te worden. En dat is gelukt, de dag was geslaagd. Het is een raar woord ‘interstavendag’. Het komt erop neer dat medewerkers van alle huisartsopleidingen elkaar georganiseerd ontmoeten bij de gastvrouw, in dit geval Leiden, om van en met elkaar te leren over het opleiden van huisartsen. Leiden koos als thema van de dag ‘Innovatie – opleiden voor de toekomst’. Het begon als een verwennend schoolreisje. Vanwege de lange treinreis sliepen we met onze grote Maastrichtse en Eindhovense delegatie de avond tevoren in een hotel vlakbij het station en de onderwijslocatie. Ons hoofd en gastheer Matthijs Limpens vroeg zich nog af of ‘Groningen’ in een beter dan wel goedkoper hotel zou zitten. De borrel en het ontbijt was nog ‘onder ons’. Dit verstedelijkte stukje Leiden kan wel wat groen gebruiken. Met name de grote parkeergarage tegenover de onderwijsgebouwen schreeuwt om een verticale tuin. Met een volledig vegetarische lunch en nauwelijks papiergebruik bewees de gastopleiding zich als duurzaam. De dag werd gestart door afdelingshoofd Mattijs Numans met naast zijn welkomstwoord ook een kleine toelichting op rumoer in de media rondom een interview met promoverend huisarts Pieter Barnhoorn in het universiteitsblad Mare. Ik had op dat moment geen idee waar het over ging. Dit rumoer had Maastricht (toen) nog niet bereikt. Het is in ieder geval duidelijk dat Leidenaar Pieter Barnhoorn zijn promotie met voldoende tamtam de wereld in heeft gelanceerd. Of Leiden echt ‘in last’ is? Beluister zijn podcast 1 of lees zijn proefschrift.2 1 http://www.huisartspodcast.nl/huisarts-podcast-geneeskunst-1-pieterbarnhoorn-on-becoming-a-gp/ 2 https://scholarlypublications.universiteitleiden.nl/access/ item%3A3514297/view Twee plenaire sessies Prof. dr. Pim Teunissen, gynaecoloog en wetenschappelijk directeur van SHE, School of Health Professions Education van Maastricht University, gaf een overzicht van de medische onderwijsontwikkeling. Voor iedereen die al langer bij de huisartsopleiding werkt, gaf dit niet veel meerwaarde, omdat we de hele ontwikkeling vanuit probleemgestuurd onderwijs, het CanMeds Model, de opkomst van de ComBeL en de KBA’s meebeleefd hebben. Je kunt je op zo’n moment oud en ervaren voelen. Ik was wel verbaasd te horen, dat Canada nog steeds bezig is met implementatie van het door hen ontwikkelde PGO-onderwijsmodel. Wat leuk was, is de nadruk op de omgeving waarin je leert. Welke omgeving stimuleert gewenst gedrag? Wat betekent dit voor onze onderwijsruimtes? Hoe krijgen we iedereen ook letterlijk meer in beweging? Als voorbeeld: een klimmuur in plaats van een trap. Dr. Tobias Bonten, huisarts en onderzoeker afdeling Public Health en Eerstelijnsgeneeskunde van het LUMC en het Nationaal eHealth Living Lab, gaf een lezing over digitale innovatie in de huisartsenpraktijk. Hoe digivaardig is je team en hoe digivaardig zijn je patiënten? Hij formuleerde een aantal praktische en bruikbare vragen voor het zorgvuldig inzetten van digitaal werken: ‘Is dit beter dan we al hebben? Past dit bij hoe wij werken? Is het niet te ingewikkeld? Kunnen we het uitproberen of aanpassen? Zien wij en anderen dat het werkt?‘. De uitleg over ‘inzicht’ uit de semiplenaire sessie van Rob Dijkstra is hierbij ook bruikbaar: ‘Ik wil graag …. om … te bereiken. Maar … houdt me tegen.’ 26

1 ste uitgave 2023 Wellicht onderleggende vragen, als wij met het LOP aan de gang gaan? Je kon verder in drie rondes kiezen uit 27 workshops, waaronder één semi-plenaire over het nieuwe landelijke opleidingsprogramma (LOP) en het thema innovatie. De werkvorm voor deze semi-plenaire sessie vond ik goed gevonden: de vraag was ‘welke roddels heb jij gehoord over het LOP?’. En dan met het forum gevuld met werkgroepleden en met elkaar in discussie over de feitelijke juistheid en wie er wat van vindt. Wat ik ervan mee heb genomen is, dat we via het LOP vooral een visie op opleiden krijgen en dat de praktische implementatie en uitwerking ervan regionaal nog volgt. Het werd niet heel concreet. ‘Verantwoord vertrouwen’ is het nieuwe mantra. Meer op maat, minder toetsgericht, meer vertrouwen op intrinsieke motivatie, autonomie en zelfsturing. Een volledig narratieve ComBeL als uitwerking van de visie? Ik ben benieuwd. Nieuwe goeroe in deze is ‘Biesta’. Ik heb me voorgenomen het artikel3 ‘Beyond the Medical Model: Thinking Differently about Medical Education and Medical Education Research’ van Gert J. J. Biesta & Marije van Braak te gaan lezen. Onze collega’s waren ook actief betrokken bij twee workshops. Niels Beurskens gaf, op de valreep van zijn naderend afscheid, met anderen de workshop ‘innovaties in het EBM-onderwijs’, en Merijn van de Laar, Marieke Strijker en Elsje Kuijper gaven de workshop ‘podcast voor aios’ vlak voor de daadwerkelijke feestelijke lancering. Het is altijd dubbel opletten op zo’n interstavendag, niet alleen de inhoud tot je nemen maar vooral tegelijkertijd registeren hoe de collega’s hun onderwijs hebben vormgegeven, welke werkvormen hebben ze gekozen, hoe komen ze tot hun doelen? Op zoek naar het ‘Doosje in het doosje’, vrij naar Paul Ram, voormalig hoofd van de Maastrichtse Huisartsopleiding. Het lastige is, dat hoe inspirerender de workshop, des te moeilijker om ook de didactiek ‘door te hebben’ omdat je meegesleept wordt door de inhoud. We inspireerden elkaar gedurende de dag via foto’s en quotes via onze WhatsAppgroep. Mijn ene gevolgde workshop was ‘Empathie, zegen of vloek’ van Erik van Bruggen. Ik had zijn artikel in ‘Huisarts en Wetenschap’ al gelezen. Hij pleit voor rationele compassie, liever dan emotionele empathie die als valkuil heeft, dat je het als huisarts niet volhoudt en verzuipt in je streven naar goed hulpverlenerschap en je te veel laat leiden door je sympathie. Voor de huisartsopleiding adviseert hij empathie vooral te leren en niet te trainen, via bijvoorbeeld media als kunst, toneel en muziek. Hij gaf na een interactieve workshop een handzaam A4tje mee met vragen voor opleiders, aios en artsen. Iets om verder over na te denken, ook over mijn eigen ‘empathieblokkers’. Mijn andere workshop kwam vanuit de VOHA Nijmegen en had als titel: ’Blended learning, zet die blender maar aan’. Een workshop waar we ons voor moesten inlezen en in de workshop praktisch aan de slag gingen met het ontwerpen van een gecombineerd onderwijsprogramma met extra aandacht voor digitale werkvormen. Ook hier na afloop een cadeautje: een ‘checklist onderwijsontwikkeling Blended Learning’. Ik neem me voor om mijn eigen onderwijsprogramma’s langs dit hulpmiddel te leggen. De basis komt vanuit het PGO en dat is wat wij in Maastricht bij de BKO4-cursus goed leren. Kijk ook eens op www.edlab.nl en tutorials.library. maastrichtuniversity.nl/Tool_Wheel. Niet veel nieuws, maar leuk om interactief te zien, hoe ze daar bij een ander instituut mee aan de slag gaan. En tegelijk trots op ‘ons’ Edlab (!). En op ‘onze’ gebouwen met levend groen erin en eromheen. Die handzame cadeautjes na afloop van een onderwijsprogramma is mijn belangrijkste voornemen na deze interstavendag: ik ga ze ook meer uitdelen. De gedeelde mening van onze groep was, dat de workshops van hoge kwaliteit waren en dat iedereen er graag meer had willen volgen. Met name de workshop ‘Visie op onderwijs in de praktijk’ van de VUMC Amsterdam, waarbij de psychologische basisbehoeften werden bekeken als duiding voor aios-opleider interactie problemen, zal in verschillende intervisiegroepen via de deelnemers een vervolg krijgen. Ook een doosje in een doosje. Vervolg geven aan inspiratie is de enige manier om het geleerde de kans te geven te beklijven. Laat je dus vooral strikken tot het schrijven van een stukje voor ‘Op één Lijn’. Na een vrolijke wrap-up van Sebastiaan van Beek was het Leidens feestje voorbij. Met complimenten voor de organisatie! Meer brengt het terugdenken me nu niet. In 2023 voor het eerst een covidinfectie ondergaan voelt als een enorme hoeveelheid mosterd na de maaltijd. Het herstel valt me tegen. Het blijft een rotgriep. 3 In: Teaching and Learning in Medicine v32 n4 (20200807): 449-456 4 BKO: Basis Kwalificatie Onderwijs 27 op één lijn 72

op één lijn 72 1 ste uitgave 2023 Weten is eten Ik heb wat op m’n lever DOOR HENDRIK JAN VUNDERINK, HAB IN RUSTE De meesten onder u zullen nooit lepra hebben gediagnostiseerd. Ik hoor ook bij die groep. Maar ik weet nog wel, dat al op de lagere school de ziekte ter sprake kwam. De beschrijving van zwaar mismaakte lieden die in de Middeleeuwen slechts de stadspoort mochten passeren, als zij met een ratel hun komst aankondigden, maakte grote indruk op mij. En daar sta ik niet alleen in: lepra en alles wat zich rond die ziekte afspeelde, heeft vele schrijvers geïnspireerd en geleid tot prachtig leesvoer. Ik kan u, bijvoorbeeld, aanraden om het boek The Island van Victoria Hislop ter hand te nemen: historische familiegeschiedenis die zich deels afspeelt op het eilandje Spinalonga voor de kust van Kreta, waar tot 1957 (!) een leprozenkolonie gehuisvest was. Maar onlangs maakte zich toch een lichte verbijstering van mij meester, toen ik las van een onderzoek in Schotland, waaruit blijkt, dat Mycobacterium leprae ook zijn goede kanten heeft. De bacil kan ook andere zoogdieren dan de mens infecteren, onder andere het negenband gordeldier, u weet wel. Nu blijkt, dat infectie bij deze dieren leidt tot leververgroting, waarbij de lever tot wel vier keer zo zwaar wordt als gewoonlijk én gezond functioneert! Dit gegeven inspireerde wetenschappers aan de Universiteit van Edinburgh tot verder onderzoek. Daarvoor infecteerden ze 45 gordeldieren en gebruikten er 12 als controlegroep. Onder invloed van de leprabacteriën gingen de hepatocyten zich als een soort stamcellen gedragen. Dat zorgde ervoor dat de levers van geïnfecteerde gordeldieren vergroot werden, maar wel alle vitale functies behielden. Bovendien werden genen die samenhangen met veroudering onderdrukt, terwijl genen die samenhangen met groei waren geactiveerd. Een mooie vondst, maar voordat de leprabacteriën eventueel voor regeneratie van menselijke levers zouden kunnen zorgen, is er nog veel aanvullend onderzoek nodig. Daar kan ik mij wel wat bij voorstellen. Ik zie de gemiddelde MDL-arts nog niet met een petrischaaltje Mycobacterium leprae rondgaan op de zaal met leverpatiënten. Maar wel gingen mijn gedachten met me op de loop in een andere richting: ligt hier een mogelijke oplossing voor het tekort aan eiwitrijk voedsel voor de groeiende wereldbevolking? De implicaties van deze vileine gedachtegang zijn van dien aard, dat ik mij er niet verder in verdiept heb. Maar wel kreeg ik zin om de keuken in te gaan en daar de Andalusische kippenlevertjes klaar te maken die zo lekker zijn, dat ik u hierbij het recept doorgeef. Literatuur: • Cell Reports Medicine, Volume 3, Issue 11, 100820, November 15, 2022: Anura Rambukkana et al.: In Vivo partial reprogramming by bacteria promotes adult liver organ growth without fibrosis and tumorigenesis. • Victoria Hislop, The Island Published April 10, 2006 by Headline ISBN 9780755309511 • Claudia Roden, The Food of Spain Published February 2012 by The Penguin Group ISBN 9780718157197 28

op één lijn 72 1 ste uitgave 2023 Spaanse kippenlevertjes met sherry Ingredienten voor 2 personen • 250 gram kippenlevertjes • 2 eetlepels olijfolie • 2 1/2 eetlepel sherryazijn • 2 eetlepels Fino sherry • 1 kopje kippen- of groentebouillon • 1 sjalotje fijngesneden • 1 a 2 takjes tijm • 1 theelepel honing • wat cayennepeper • zout en peper • fijngesneden peterselie Maak de levertjes schoon door eventuele aders te verwijderen en dep ze droog met wat keukenpapier. Verhit de olijfolie in een koekenpan en bak hierin de levertjes in ongeveer 5 minuten al roerend om, zodat ze aan de buitenkant lekker bruin zijn maar nog rosé aan de binnenkant. Check dit door er eentje met een mes voorzichtig open te snijden. Haal ze uit te pan en hou ze warm onder folie of eventueel op een lage stand in de oven. Voeg sherry, sherryazijn, en het fijngesneden sjalotje toe aan dezelfde olie waar je de levertjes in gebakken hebt en schraap eventueel overgebleven aanbaksels van de bodem met een pollepel. Giet nu de bouillon, samen met de tijm, de honing en de cayennepeper bij het sherry/ui-mengsel en laat dit inkoken tot je ongeveer 4 eetlepels overhebt. Roer hier de warm gehouden levertjes doorheen, zodat ze aan alle kanten bedekt zijn door de saus. Breng op smaak met peper en zout en garneer met wat peterselie. Je kunt dit gerecht opdienen als hoofdgerecht. Lekker met gegrilde groenten en een toefje aardappelpuree maar vanzelfsprekend kun je de de porties ook verkleinen en er leuke voorgerechtjes van maken. Ook worden de levertjes in Spanje regelmatig als tapa geserveerd. Disclaimer: Ethische overwegingen rond welzijn van mens en dier hebben bij het schrijven van dit artikel geen rol van betekenis gespeeld. 29

op één lijn 72 1 ste uitgave 2023 Moreel dilemma Autonomie: kiezen is verliezen DOOR NATHALIE NOTERMANS, HUISARTS, MA PHILOSOPHY, BIO-ETHICS & HEALTH Op 20 februari 2023 kwam de Gezondheidsraad met een advies met betrekking tot de niet-invasieve prenatale test (NIPT). De commissie Bevolkingsonderzoek adviseert om de NIPT binnen het reguliere prenatale screeningsprogramma aan te bieden, zónder het analysefilter. Dit betekent dat er standaard naar méér chromosomale afwijkingen wordt gekeken dan de huidige drie chromosomale afwijkingen, te weten trisomie 21 (downsyndroom), 18 (edwardssyndroom) en 13 (patausyndroom). In de huidige vorm kiezen zwangeren zelf of ze de NIPT willen met of zonder analysefilter, ook wel ‘nevenbevindingen’ genoemd.1 Dat de commissie met dit advies komt is opvallend. Ze leggen hiermee de verantwoordelijkheid van de keuze voor bepaalde bevindingen niet bij de patiënt, maar bij de aanbieder van de test. In dit geval is de aanbieder de overheid, de NIPT wordt namelijk onderdeel van het landelijk bevolkingsonderzoek in de vorm van prenatale screening. In een tijd waar zelfbeschikking en autonomie van de patiënt een steeds grotere positie inneemt is het interessant om te zien waar deze keuze vandaan komt. Sinds de jaren ‘60 is respect voor autonomie een van de kernwaarden binnen de geneeskunde. In een reactie op de macht van de geneeskunde, kwam er meer aandacht voor zelfbeschikking en vrijheid. Uitgangspunt is, dat een patiënt moet worden beschouwd als iemand die zelf kan aangeven welk medisch handelen hij of zij zinvol acht. Dit is wettelijk vastgelegd binnen de WGBO. Volgens sommige ethici is respect voor autonomie van de patiënt zelfs het belangrijkste uitgangspunt in de zorg voor een patiënt en dit gaat boven alle andere medisch-ethische afwegingen.2 Vaak wordt er gedacht dat méér keuze gelijk staat aan méér autonomie. Toch zien we in de praktijk dat meer opties ook belemmerend kan werken in het maken van een ‘juiste’ keuze. Denk bijvoorbeeld aan het supermarktschap voor eieren. Kies je voor biologisch, duurzaam, of diervriendelijk? Witte, bruine, scharrel, vrije uitloop? Te veel opties kunnen zorgen voor een overweldigend effect en verlammen in het maken van een keuze. Daarnaast is het niet altijd duidelijk wat een keuze inhoudt: wat betekent ‘vrije uitloop’ in tijden 1 Gezondheidsraad WBO: de niet-invasieve prenatale test (NIPT) als bevolkingsonderzoek. Nr. 2023/03, Den Haag, 20 februari 2023 2 Ten Have, HAMJ (1998), Medische Ethiek, Bohn Stafleu van Loghum van ophokplicht wegens vogelgriep? Het maken van een ‘juiste’ of bewuste keuze wordt met meer opties soms dus alleen maar moeilijker. Kiezen leidt automatisch tot verantwoordelijkheid voor de consequenties. Daarom kan het soms als prettig worden ervaren als een keuze voor je wordt gemaakt. Het kan behoorlijk lastig zijn om de afweging te maken tussen verschillende opties, zeker als de consequenties ervan niet altijd even helder zijn. In deze theorie leidt het beperken van de keuzevrijheid tot een hogere handelingsbekwaamheid. Dit uitgangspunt neemt de commissie Bevolkingsonderzoek in haar advies met betrekking tot de NIPT. Ze stelt, dat de beslissing om deel te nemen aan de NIPT minder complex is, wanneer de test uniform wordt uitgevoerd. Hiervoor maakt de commissie wel onderscheid tussen verschillende typen nevenbevindingen. Het advies is om structurele chromosoomafwijkingen wel standaard mee te nemen in de NIPT, omdat deze bevindingen geassocieerd zijn met afwijkingen die qua ernst vergelijkbaar zijn met trisomie 21, 18 en 13. Zwangeren krijgen daarmee een reproductieve handelingsoptie ten aanzien van méér afwijkingen dan nu standaard is. De commissie adviseert om de andere, meer zeldzame, autosomale trisomieën, niet mee te nemen. Dit omdat deze nevenbevindingen in de meeste gevallen alleen in de placenta voorkomen en niet in het ongeboren kind. In sommige gevallen leidt deze afwijking in de placenta tot groeiproblemen of zwangerschapscomplicaties. Er zijn echter geen interventies bekend waarmee de zwangerschapsuitkomst verbetert en dus stelt de commissie dat deze daarom niet relevant zijn. Ze geven namelijk geen handelingsopties aan de zwangere. In eerste instantie lijkt het dus alsof zwangeren in de toekomst minder keuzevrijheid hebben, terwijl er in de toekomst standaard naar meer opties wordt gekeken. Of het goed is, dat we steeds meer en vroeger gaan screenen tijdens de zwangerschap is een andere discussie. Wellicht wordt echte autonomie niet bepaald door de hoeveelheid keuzes, maar door de kwaliteit van kiezen? 30

op één lijn 72 GPConsult onderzoek AIOS: jullie mening mag niet ontbreken! DOOR SANNE SANAVRO, INTERNIST EN ONDERZOEKER UMCG Overleg met specialisten kan telefonisch soms lastig zijn, bijvoorbeeld door onbereikbaarheid. Tele-consultaties worden al veel gebruikt voor advies over de patiënten waar je als huisarts (i.o.) over twijfelt. Ze zijn niet meer weg te denken uit de dagelijkse praktijk. Maar wat is nou precies het effect van digitale adviezen op de zorg die je levert? Dat onderzoeken wij vanuit Universitair Medisch Centrum Groningen via het GPConsult onderzoek. Wij onderzoeken in de regio Zwolle het effect van het gebruik van een nieuw digitaal overlegplatform Prisma dat via de Siilo-applicatie werkt. We denken dat adviezen die via dit platform worden gegeven de doorverwijzingen naar de specialisten zullen verminderen. Of huisartsen (i.o.) dit platform in hun praktijk ook gebruiken voor advies, hangt van verschillende factoren af. Tijdens twee groepsinterviews met derdejaars AIOS in Zwolle, inventariseerden wij ervaringen en meningen over verschillende vormen van overleg met specialisten, behoefte aan scholing en ondersteuning. We willen onderzoeken of deze meningen en behoeften representatief zijn voor alle regio’s. Hiervoor willen wij komende maand via de digitale leeromgevingen van aios een enquête versturen naar alle AIOS. Deelname aan de enquête is uiteraard vrijwillig. De gegevens kunnen worden gebruikt om implementatie en onderwijs over digitaal overleg verder te ontwikkelen. Op deze manier kan jij in jouw toekomstige huisartsenpraktijk nog beter worden ondersteund. Dus: deel jouw mening! Voor meer informatie of vragen: gpconsult@umcg.nl https://huisartsgeneeskunde-umcg.nl/gpconsult https://www.jmir.org/2023/1/e40318 Boekje voor ouders na bezoek aan huisarts “Mijn kind heeft koorts” Het populaire boekje van huisartsonderzoeker en redactielid dr. Eefje de Bont is weer te bestellen: https://www.regalis.nl/bestellen/ 31

Op één Lijn is een uitgave van: Vakgroep Huisartsgeneeskunde FHML Maastricht University Postbus 616 6200 MD Maastricht op1lijn@maastrichtuniversity.nl www.huisartsgeneeskundemaastricht.nl www.familymedicinemaastricht.nl 32

1 Online Touch

Index

  1. 1
  2. 2
  3. 3
  4. 4
  5. 5
  6. 6
  7. 7
  8. 8
  9. 9
  10. 10
  11. 11
  12. 12
  13. 13
  14. 14
  15. 15
  16. 16
  17. 17
  18. 18
  19. 19
  20. 20
  21. 21
  22. 22
  23. 23
  24. 24
  25. 25
  26. 26
  27. 27
  28. 28
  29. 29
  30. 30
  31. 31
  32. 32
Home


You need flash player to view this online publication