23

te weten van elkaar, wie is inhoudelijk waar mee bezig? Dat algemene overzicht is er nu niet, het gaat via via. Belangrijke onderdelen uit nieuwsbrieven zouden we ook nog breder kunnen uitwisselen. Samen opleiden De houtkoolschets van het specialistenlandschap 2035 van de KNMG, schetst een horizon voor over 10 jaar. Wat willen we tot die tijd anders doen? Interprofessioneel opleiden vraagt om ‘omdenken’ aldus Mariëlle van der Velden. Dat kan een kleinere opleiding zoals de Ouderengeneeskunde vaak sneller, gezien de kleinere aantallen aios. Matthijs Limpens benoemt het feit dat zij ook nog eens op twee locaties zitten, in Eindhoven en Maastricht. Extra geld voor interprofessioneel opleiden is er niet. Soms zijn er projecten, maar als het gaat om brede implementatie, dan stopt het, zelfs als de pilot succesvol was. Veranderingen gaan moeizaam en regelgeving is stroperig. Intern zouden we nog veel voor elkaar kunnen krijgen, denk aan logistiek en mensen, maar als we kijken naar de RGS en naar Discipline Overstijgend Opleiden (DOO) binnen het UMC, dan zitten daar ook nog schotten in het Maastrichtse. Naast logistiek zijn regelgeving en geld dus de grootste struikelblokken. Wat kan er wel? In het praktijkleren liggen de grootste kansen. Dáár zouden we de aios al wat meer naar elkaar kunnen sturen, dat ze elkaar weten te vinden. Zo zouden meer huisartsen in opleiding eerder kunnen denken aan het raadplegen van aios Ouderengeneeskunde. Nu zitten daar soms nog blinde vlekken. In jaar 3 van de huisartsopleiding krijgen aios een adoptiepatiënt3, dat is een verdiepingsopdracht rondom de complexe patiënt. Zij zouden dan een derdejaars aios van de Ouderengeneeskunde kunnen consulteren. Nu raadplegen zij soms eerder een neuroloog en dat is een gemiste kans, een blinde vlek. In jaar 3 van de ouderengeneeskunde zijn er ook modules Eerste Lijn en ambulant. Wat heeft de Ouderengeneeskunde de huisarts nog meer te bieden? Mariëlle noemt wondzorg, problemen met cognitie en gedrag en proactieve zorgplanning. Mariëlle beschrijft de levensloop van een oudere bij wie het thuis niet langer gaat. En dat dan plotsklaps de patiënt cliënt wordt van 3 Zie artikel Anneke van Dijk en Hanneke Hamers elders in dit blad een zorginstelling. Daar krijgt de bewoner een vreemde zorgverlener, de SO in plaats van de huisarts. De huisarts komt niet meer. Dat is raar en onwenselijk, aldus Mariëlle. Je kan al veel eerder de SO introduceren om met de huisarts mee te kijken en te consulteren, opnames voorkomen en leren van elkaar. Vooral bij huisbezoeken heeft dit enorme meerwaarde. De huisarts heeft veel meer weet van de achtergrond en context van de patiënt en het zou jammer zijn als dit verdwijnt na een opname in een verpleeghuis. Werken vanuit wijken, dat zou goed zijn. En omgekeerd kan de SO ook andere zaken van een huisarts leren. ‘Zoals doen wat nodig is en niet meer dan dat’. Dat ziet Mariëlle als een positief leerpunt voor de SO. Soms geldt: ‘Less is more’, moeten we allemaal wel doen wat er kan, moeten we wel willen verwijzen? Liggen er kansen in het nieuwe LOP? Voor de Ouderengeneeskunde is het nieuwe LOP een grote ommezwaai.4 Voor de Huisartsopleiding in Maastricht betekent het weinig verandering; zij leiden al op conform het nieuwe LOP. Wellicht liggen er kansen in de periode die nu nog zomerreces heet bij de Ouderengeneeskunde, maar die bij de Huisartsopleiding wordt gevoed door de wensen van aios. Beide hoofden zijn het erover eens dat je na drie jaar opleiding niet klaar bent. Je blijft je leven lang leren, dat is veel meer dan je (eenmalig) kwalificeren. Matthijs benoemt dat het gaat om ‘Verantwoord vertrouwen in wederzijdse zichtbaarheid’. Samen zouden we opnieuw kunnen kijken naar docentprofessionalisering over en weer. Binnen de Vakgroep, maar ook discipline overstijgend binnen het MUMC+. Ook daar wordt nog meer aansluiting gezocht en vanuit de organisaties UM en MUMC+ wordt de bestuurlijke samenwerking ook opnieuw verkend. In Maastricht zijn de Huisartsopleiding en de opleiding Ouderengeneeskunde geen onderdeel van het UMC, dit in tegenstelling tot alle andere UMC’s waar dat wel het geval is. Vervolg? De hoofden hebben hun licht laten schijnen op het thema Interprofessioneel Opleiden. De intentie is er absoluut om dit verder uit te dragen en betrokkenen mee te krijgen en uit te dagen om mee te denken. De volgende keer nodigen we docenten uit om het gesprek hierover met ons aan te gaan. Wie wil/durft? 4 Zie elders het artikel van Nancy Lenaerts, plaatsvervangend hoofd 23 op één lijn 74

24 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication