0

CAPHRI Care and Public Health Research Institute op één lijn 74 De kunst van het loslaten Vakgroep Huisartsgeneeskunde behoort tot de School CAPHRI van het MUMC+

Colofon Inhoudsopgave Oplage 2600 exemplaren Hoofd-/eindredactie Babette Doorn Redactieleden Jeroen Smeets, Eefje de Bont, Lisette Verheijen, Hendrik Jan Vunderink en Babette Doorn Doelgroep Huisartsen Limburg en Brabant, SO’s in Limburg, aios en alumni, afdelingen MUMC+ & overige relaties E-mail op1lijn@maastrichtuniversity.nl Deadline volgend nummer 1 maart 2024 Postadres Vakgroep HAG Universiteit Maastricht Postbus 616 6200 MD Maastricht Bezoekadres P. Debyeplein 1 6229 HA Maastricht Ontwerp/druk The Creative Hub – Maastricht University UM230108 Fotografie Kaftfoto gemaakt door Felix Punt Pagina 19 en 28 gemaakt door Philip Driessen Pagina 29 gemaakt door Loraine Bodewes Copyright © Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd bestand of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Algemeen Van de Redactie – Babette Doorn Van de voorzitter: Huisarts en Planetary Health – Jean Muris Genomineerden Clinicus van het jaar – redactie Nieuwe vakgroepvoorzitter: Loes van Bokhoven Pensioen Jelle Stoffers – Job Metsemakers Afscheid Jelle – Piet Portegijs Stellen zich voor Ralph Leijenaar – Postdoc Pieter van Bostraeten – Promovendus Laura Vriese – Promovendus Esmée Vaes – Promovendus Onderwijs Leerteamcoach nieuwe bachelor – Anneke van Dijk en Annerika Slok-Gidding Toetsen om van te leren – Laury de Jonge Onderzoek Bruikbare Wetenschap – Jochen Cals 3 4 4 5 6 7 8 8 8 9 9 11 12 Promotie. De integratie van gezondheidsbevordering op basisscholen – Marla Hahnraths 14 Denk mee met de Witte Raven. Hoe nu verder? – Paul Höppener 15 WESP-en Improving primary care in Ethiopia – Hanneke Koekebakker Peer-support GGZ – Floor Koonings Zelfsturend leren tijdens de huisartsopleiding – Sergio van Boxtel Orgaandonatie na euthanasie – Daan Verbruggen Opleiding Ouderengeneeskunde Hoe bouw je een curriculum? – Nancy Lenaerts Made in Maastricht: afstuderen SO’s 29 september Een volwassen opleiding – Babette Doorn In de leer. Missie: SO dichtbij – Charlotte Coopmans Meerdaagse Nascholing Ouderengeneeskunde 2.0 ‘We doen al veel meer dan nu zichtbaar is’ – interview met de hoofden Congresreis Helsinki – Edith Meijers Huisartsopleiding Uit het adjuncthoofd – Ingrid van der Heijden InterCompetent. De adoptiepatiënt in jaar 3 – Anneke van Dijk & Hanneke Hamers Boek ‘Sisters in Arms’ – Valerie Fijen Equilibre. Een duurzame reis is belangrijker dan een verspillende bestemming – Elsje Kuijper, Gaston Peek en Marieke Kools AIOS-dag. Positieve Gezondheid – Davíd van Eerd Made in Maastricht en Eindhoven – afgestudeerde huisartsen Waarom en wanneer kiezen studenten voor Huisartsgeneeskunde? Moreel dilemma. Kosten in de zorg: uw eigen risico? – Nathalie Notermans Column: De dokter is ziek – Jeroen Smeets 16 16 17 18 19 19 20 21 21 22 24 25 26 26 27 28 28 30 In de leer: Morpheus in de nachtdienst. Een onverwachte kampioen – Davíd van Eerd 31 Weten is eten. Vreten op aarde – Hendrik-Jan Vunderink 32 34 35 2

Van de redactie De kunst van het loslaten Deze titel is niet van mij, maar van Felix Punt. Felix is de maker van de wederom artistieke foto op de kaft. De foto is gemaakt op de Stafdag van de Huisartsopleiding van 28 november. Felix kan loslaten, want hij gaat met pensioen. Persoonlijk ben ik erg slecht in loslaten. Wie mij kent, denkt nu, dat het zelfs een understatement is. Zelf heb ik daar meestal geen last van. Het zal u ook niet verbazen, dat mijn ooit zo trouwe viervoeter een terriër was. ‘You love ‘em or you hate ‘em’ geldt trouwens niet alleen voor hondenrassen. Niet alleen Felix, maar ook Jelle Stoffers gaat met vervroegd pensioen. De voormalig vakgroep voorzitter, Job Metsemakers, schrijft hem toe. Bevriend collega Piet Portegijs idem dito. Jelle schreef, vanaf 2009, de voorloper van de huidige rubriek Bruikbare Wetenschap. Toen heette dat ‘Voor u geschreven in Maastricht. Wetenschap in de praktijk’. Geen loslatingsangst op dat punt, want Jochen Cals nam dat stokje over, al gaat het opleveren ervan niet altijd zonder slag of stoot. Medewerkers komen en gaan, veelal vrijwillig. We verwelkomen weer enkele nieuwe medewerkers, deze keer enkel onderzoekers. Nieuws is ook dat Loes van Bokhoven per 1 januari 2024 de nieuwe vakgroep voorzitter van Huisartsgeneeskunde wordt. Een nieuwe fase voor de afdeling. De WESP-en Hanneke Koekebakker, Floor Koonings en Sergio van Boxtel zwaaiden af. Wie weet zien we hen op termijn terug als aios, aioto of promovendus. De vreemde WESP in de eendenbijt is deze keer Daan Verbruggen; hij loopt zijn stage aan ‘de overkant’, in het ziekenhuis. Zijn onderwerp ‘Orgaandonatie na euthanasie’ richt zich echter wel op u. Doet u mee aan de vragenlijst ten behoeve van zijn onderzoek? ‘Not about us, without us’ zegt Jochen Cals geregeld. Heeft hij een punt? De Witte Raven wensen niet los te laten, OOK Paul Höppener heeft terriërbloed. Helpt u hem verder? Verheugd zijn we, dat we deze keer opnieuw artikels hebben over de basisopleiding Geneeskunde. Laury de Jonge en ik proberen dat niet meer los te laten. Dáár begint het immers allemaal. Laury schrijft zelf over de nieuwe toetsen (met een vreselijke afkorting) in de basisopleiding. Anneke van Dijk en Annerika Gidding-Slok vertellen over hun ervaringen als Leer Team Coach binnen de nieuwe bachelor geneeskunde. Tot slot vermelden we de drie genomineerde huisartsen voor de prijs van beste Clinicus van het Jaar. Zit u erbij? Het basiscurriculum is en blijft dé kweekvijver voor nieuwe aios en toekomstige collega’s, zowel voor de Huisartsopleiding als de Ouderengeneeskunde. Het zijn de twee grote sectoren binnen de Vakgroep die ook deze keer ruimschoots van zich laten horen. De Ouderengeneeskunde bouwt aan een nieuw curriculum dat start in september 2024. Plaatsvervangend hoofd Nancy Lenaerts legt uit hoe zij dat doet met LEGOblokken. Verder gingen de opleiders op congresreis naar Helsinki. Edith Meijers doet verslag. Aios Charlotte Coopmans had gelukkig weer inspiratie voor een fraaie column over haar toekomstvisie. En vier SO’s studeerden af in september. De brug naar de Huisartsopleiding wordt gemaakt door een dubbelinterview met de hoofden: Mariëlle van der Velden namens de Ouderengeneeskunde en Matthijs Limpens, hoofd Huisartsopleiding. Zij gaan elkaar niet loslaten, maar juist de opleidingen verbinden. Interprofessioneel opleiden wordt een speerpunt van beleid. Aangezien de hoofden al gestrikt waren, vroegen we een adjunct-hoofd van de Huisartsopleiding om ook iets uit het hoofd te schrijven. Ingrid van der Heijden greep deze kans aan om diversiteit en inclusie aan te kaarten. Tevens droeg ze ons een idee aan voor een nieuwe rubriek. ‘Wie was uw inspirator om huisarts te worden?’ Wie durft? Interprofessioneel is al in gang gezet: lees het artikel van Anneke van Dijk en Hanneke Hamers over de adoptiepatiënt in het derde jaar van de opleiding. De Huisartsopleiding had maar liefst drie afstudeersessies die we kunnen vermelden. En in december zijn er weer twee feestelijke afsluitingen. Die aios laten we wel los. Alhoewel een van hen, Davíd van Eerd, nu maar liefst twee columns schreef én een stukje over de aios-dag van de LOVAH. Hem laten we als columnist niet los, ook al studeert hij af in december. Onze andere columnist, huisartsredactielid Jeroen Smeets, ondervond hoe het is om aan de andere kant van het veld te staan, als patiënt. Vanaf zijn ziekbed van de dagopname kreeg ik dezelfde avond nog zijn column. Ook geen ster in loslaten, vrees ik. Nathalie Notermans sorteerde voor op de verkiezingen in haar medisch morele politieke beschouwingen. Op de valreep konden we ook het verslag van Elsje Kuijper over de Opleidersdag meenemen in de rubriek Equilibre. De Groene Opleider. Bekent u kleur? En waar zouden we zijn zonder ‘Weten is eten’ en Hendrik Jan Vunderink? Vreten op aarde. We kunnen het niet loslaten, het zit in de aard van het beestje. Fijne feestdagen, Babette Doorn 3 op één lijn 74

op één lijn 74 3de uitgave 2023 Van de voorzitter Huisarts en planetary health DOOR JEAN MURIS, VAKGROEP VOORZITTER Bewustwording van de klimaatcrisis doet een dringend appel op de eerstelijnsgezondheidszorg. Als pleitbezorgers van de volksgezondheid hebben huisartsen de verantwoordelijkheid om zich serieus bezig te houden met het milieu. De ziekte van Lyme neemt toe door de uitbreiding van de verspreiding van teken in het land als gevolg van de opwarming van de aarde. Zoals vele collega's opmerken, gaat de impact van de klimaatverandering verder dan de fysieke gezondheid, met ernstige gevolgen voor de mentale gezondheid. Stress en stemmingsstoornissen nemen toe na wateroverlast, bosbranden, droogte. De gevolgen van klimaatverandering zien we al in onze spreekuren, SEH’s en ziekenhuizen. Welke rol kunnen huisartsen spelen? Het lijkt een onmogelijke taak met de huidige (over)belasting in de praktijk en onze energie die heeft geleden onder de coronapandemie. Maar in plaats van het te zien als de zoveelste crisis naast de coronaziekte van 2019-21, kunnen we onze pandemische ervaring zien als een krachtbron voor verandering. We hebben geleerd wat er kan gebeuren als er wereldwijd massaal actie wordt ondernomen. Een nieuw vaccin werd in recordtijd ontwikkeld. Werk (ook spreekuren) en conferenties verschoven naar online. Verandering kan plaatsvinden als er politieke en publieke steun is. Een kenmerk in de Europese definitie van huisartsgeneeskunde is het bevorderen van gezondheid en welzijn. Willen we onze patiënten en het publiek veilig en gezond houden in de komende decennia, moeten we verantwoordelijkheid voor het milieu herdefiniëren als een centrale verantwoordelijkheid in de eerstelijnszorg. Of we ons nu op grote schaal inzetten voor het milieu of via kleine interventies in ons dagelijks werk, deze acties zullen een impact hebben als we ze collectief doen. Milieuactivisme in de geneeskunde kan niet langer een randactiviteit zijn. We hebben er gewoon de tijd niet voor om af te wachten. BRON FIGUUR: Definition of General Practice / Family Medicine | WONCA Europe Clinicus van het jaar verkiezing Net als voorgaande jaren organiseert de Mastercommissie van MSV Pulse weer de Clinicus van het Jaar verkiezing. De lopende verkiezing gaat over afgelopen academisch jaar: 2022-2023. Gezien het kleine aantal masterstudenten per werkplekbegeleider bij Huisartsgeneeskunde, wordt in deze categorie niet gestemd door studenten, maar worden huisartsen genomineerd op basis van studentevaluaties uit EPASS. Hiervoor hanteert onze vakgroep een aantal 4 criteria zoals ‘niet eerder genomineerd’ en ‘minimaal drie coassistenten hebben begeleid’. De nominaties zijn, in willekeurige volgorde: • Esther van Venrooij - Huisartsenpraktijk Maasbree • Aagje Blom, Drunen - Huisartsenpraktijk Duin en Wiel • Leon de Bock, Tegelen - Huisartsenpraktijk Arcade We feliciteren alvast deze genomineerden met deze mooie prestatie. De uitreiking zal plaatsvinden op 23 februari 2024. In het voorjaarsnummer vermelden we wie er gewonnen heeft.

3de uitgave 2023 Benoeming Hoogleraar Loes van Bokhoven nieuwe vakgroepvoorzitter VAN DE REDACTIE In het laatste nummer van ‘Op één lijn’ kondigden wij de benoeming aan van Loes van Bokhoven tot profileringshoogleraar Interprofessioneel Samenwerken en Leren in de Eerstelijnsgezondheidszorg. Nu laten wij u graag weten dat zij, met ingang van 1 januari 2024, ook de nieuwe voorzitter wordt van de vakgroep Huisartsgeneeskunde Maastricht. Loes heeft een rijke academische carrière en staat daarnaast als huisarts met de voeten in de klei. Ze heeft, al sinds haar studententijd, vele rollen en functies bekleed binnen het onderwijs en het onderzoek. Haar meest recente grote rol is haar inzet voor de herziening van de nieuwe bachelor geneeskunde, de BaMed. De rode draad in haar werk, is het creëren van een lerende cultuur om daarmee samen, al doende, de zorg voor patiënten met complexe zorgvragen in de huisartsenpraktijk te verbeteren. Korte bio Huisarts Loes van Bokhoven (1972) studeerde cum laude af in Maastricht in 1998. Daarna begon ze als docent bij het Skillslab, in combinatie met een baan als arts bij het revalidatiecentrum Hoensbroeck. Later dat jaar begon zij als een van de eerste AIOTHO’s aan haar huisartsopleiding (afgerond in 2004) in combinatie met het VAMPIRE-onderzoek. Dat onderzoek ging over diagnostiek van onbegrepen klachten in de eerste lijn, nu SOLK of ALK geheten. In 2008 promoveerde ze. Ze kreeg voor het proefschrift verschillende prijzen, waaronder die van het NHG, de dissertatieprijs van onderzoeksinstituut CAPHRI en de landelijke onderzoeksschool CARE. De eerste prijs van CARE is extra bijzonder, want er waren 100 proefschriften waaruit gekozen kon worden. In 2015 ontving zij ook de Health Care Award van CAPHRI. Sinds 2006 werkt Loes van Bokhoven als huisarts in huisartsenpraktijk Dorine Verschure in Elsloo. Daar kan ze haar passie voor het vak combineren met zorgvernieuwing. Dat resulteerde in 2011 in een zorgnetwerk voor alle ouderen in het dorp, dat ook internationaal werd gewaardeerd met de John Horder team award.1 De komende jaren wil zij zich hard maken voor revitalisering van de Academische Werkplaats Huisartsgeneeskunde. Zij kijkt ernaar uit om hier samen met collega’s en patiënten uit de regio Zuidoost Nederland een succes van te maken. Een krachtige huisartsgeneeskunde is 1 www.maastrichtuniversity.nl/news/care-network-elsloo-praisedinterprofessional-collaboration-and-receives-john-horder-team-award naar haar mening namelijk heel belangrijk bij alle uitdagingen waar de zorg de komende jaren voor staat. Loes is getrouwd en moeder van een zoon en een dochter. Zij heeft een brede interesse in natuur en cultuur en als er dan nog tijd over blijft, kookt en bakt zij graag. Inauguratiedatum De inaugurele rede, met de titel Primus Inter Pares, wordt uitgesproken op vrijdag 12 april 2024 in de aula op de Minderbroedersberg in Maastricht. 5 op één lijn 74

op één lijn 74 3de uitgave 2023 Pensioen Jelle Stoffers, wie kent hem niet? DOOR JOB METSEMAKERS, VOORMALIG VAKGROEP VOORZITTER HUISARTSGENEESKUNDE De naam Jelle Stoffers zal bij veel mensen een verschillend beeld oproepen. In Kerkrade en directe omgeving zullen mensen zich hem herinneren als bevlogen huisarts voor de patiënten in de academische setting van Medisch Centrum West Kerkrade (MCWK). Jelle werkte met plezier in de praktijk waar, destijds, huisarts Frank Soomers innovatief bezig was met de structuur van de dagelijkse huisartsenzorg, de Huisartsenpost en de Zorggroep. Jelle trad op als sparringpartner, waarbij hij met zijn kritische blik naar de innovatieplannen keek. Op sommige momenten waren Jelle en Frank elkaars tegenpolen, maar ze waardeerden elkaar in hun streven naar innovatieve hoogwaardige huisartsenzorg. Jelle was Universitair Hoofddocent (UHD) bij de Vakgroep Huisartsgeneeskunde en in die positie betrokken bij onderwijs en wetenschappelijk onderzoek. Hij bracht zijn medisch inhoudelijke expertise over cardiovasculaire aandoeningen in binnen het onderwijscurriculum. Verder begeleidde hij regelmatig studenten bij hun wetenschapsstage (WESP) en hun coschap Huisartsgeneeskunde en Sociale Geneeskunde. Het was dan ook logisch dat hij met zoveel ervaring coördinator van het coschap werd. En die rol vervulde hij met enthousiasme. Zijn wetenschappelijke expertise omvatte cardiovasculaire aandoeningen zoals: atriumfibrilleren, perifeer vaatlijden, diepe veneuze trombose en cardiale preventie, zoals in het grote onderzoeksproject Hartslag Limburg. Voor zijn wetenschappelijk onderzoek had Jelle een uitgebreid lokaal MUMC+ netwerk, naast samenwerkingsverbanden met onderzoekers uit andere universiteitssteden. Zijn activiteiten bleven niet beperkt tot Maastricht. Hij was lid van het European General Practice Research Network (EGPRN). Deelnemers uit dit Europese netwerk komen tweemaal per jaar in een kleinschalige setting (150-200 deelnemers) bijeen. De EGPRN richt zich op de ontwikkeling van wetenschappelijk onderzoek in de huisartsgeneeskunde door middel van het opstellen van een Europese Research Agenda for General Practice. Jelle was actief als bestuurslid van de EGPRN, als penningmeester en als steun/begeleiding van Hanny Prick, die jarenlang het in Maastricht gevestigde EGPRNsecretariaat runde. 6 Zijn Europese profiel hielp Jelle in 2009 aan zijn rol als Editor-In-Chief van de European Journal of General Practice1 (EJGP). Het Editorial Management ligt bij Anneke Germeraad, ook in Maastricht. De EJGP stond er bij zijn aantreden niet goed voor. Het duurde maanden voor op een ingediend manuscript werd gereageerd. Auteurs begonnen het tijdschrift te mijden. Jelle is erin geslaagd een kleine, deskundige, gemotiveerde groep editors te vormen, rekening houdend met Europese noord–zuid en oost-west betrokkenheid. Deze aanpak heeft ervoor gezorgd dat de EJGP nu een internationaal hoog gewaardeerd tijdschrift is met een hoge ‘impactfactor’. Inmiddels is de EJGP een Open Access tijdschrift, wat inhoudt dat iedereen zonder kosten artikelen kan lezen. Als Editor-In-Chief wilde hij niet alleen maar publiceren wat werd aangeboden; hij wilde ook sturen, zoals hij deed met de zeer gewaardeerde reeks artikelen over Kwalitatieve onderzoeksmethodieken. Ook publiceerde de EJGP een speciale uitgave over verschillende aspecten van de COVID19 pandemie. Jelle gaf de drukbezochte en zeer gewaardeerde workshop ‘Publiceren moet je leren’ op conferenties. Terugkijkend op al deze rollen en functies noem ik dat een rijke loopbaan waar Jelle met veel trots op mag terugkijken. Kenmerkend voor Jelle is dat hij zichzelf niet op de voorgrond plaatst. Hij is eerder iets terughoudend. Dat wil niet zeggen, dat hij geen mening heeft over hoe de wetenschappelijke wereld in elkaar zit. Soms had hij het gevoel dat collega’s in het land hem niet helemaal fair bejegenden. Ook het handelen van het Onderzoeksinstituut CAPHRI en het MUMC+ vertrouwde hij soms niet helemaal. Hij kon daar heldere en overtuigende argumenten voor aandragen en dat kon hij dan ook duidelijk ter tafel brengen. Soms iets te luid en te zeer in detail. Voor Jelle gold: afspraak is afspraak. Dus hij verwachte afgesproken feedback binnen de afgesproken deadline. Jelle, ik kijk met plezier teug op onze vruchtbare samenwerking. 1 www.woncaeurope.org/page/european-journal-of-general-practice

3de uitgave 2023 Jelle Stoffers gaat… … vaker met de hond wandelen, vaker naar de (klein-)kinderen en…? DOOR PIET PORTEGIJS, UNIVERSITAIR DOCENT Het heeft iets confronterends om een stukje te schrijven bij het afscheid (pensioen) van iemand die nog geen jaar ouder is dan ik. Ja ja, we worden oud. Ooit waren we de jonge HOnden (Huisarts-Onderzoekers). De jonge honden na ons zijn inmiddels zeer ervaren, en de generatie na hen ook. Voor mijn gevoel ken ik Jelle al mijn hele leven. Dat klopt niet, want Jelle kwam in 1986 naar Maastricht en toen had ik er al een medische studie en twee baantjes bij de capaciteitsgroep Huisartsgeneeskunde op zitten. Het zegt iets over de manier waarop hij ervoor ging. Zijn aanstelling als Huisarts-Onderzoeker In Opleiding (HOIO) was maar voor een jaar, maar Jelle en zijn vrouw Irene durfden het aan om te verhuizen naar Maastricht, Irene’s baan op te zeggen en aan een gezin te beginnen. Na dat jaar was Jelle de kartrekker van het onderzoek naar perifeer arterieel vaatlijden. Hij was altijd bereid om zijn mening te geven over zaken, binnen of buiten de vakgroep, die in zijn ogen beter konden. Dat heeft hij ook, heel consequent en heel lang, internationaal gedaan. Tweemaal per jaar een bijeenkomst van de European General Practice Research Workshop (EGPRW), waarin hij collega’s uit landen met een minder sterk ontwikkelde eerstelijn ondersteunde in hun pogingen om in hun eigen land expertise op te bouwen. En een persoonlijke vriend van hen werd. Hij werd secretaris van deze EGPRN (de W van Workshop werd vervangen door de N van Network). Nu is hij al een hele tijd editor van Het European Journal of General Practice (hij is best trots op de gestegen Impact Factor). Ik vraag me af of collega’s op de gang weten hoeveel hij heeft betekend voor het onderzoek (begeleiding van promovendi, WESP-studenten), voor het onderwijs (stagecoördinator Huisartsgeneeskunde/Sociale Geneeskunde), voor de ontwikkeling van huisartsgeneeskundig onderzoek in Europa en voor de interne consistentie van de vakgroep. Na zoveel jaren zijn er natuurlijk ook wel wat sappige details. Ik heb overwogen om een gevleugelde uitspraak van Jelle bovenaan te zetten: ‘Ik kan hier niet téééguh!!!’. Maar dat zou zijn wat uitgesproken karakter te zeer benadrukken, en bovendien: het klopt niet. Ik heb Jelle nooit de controle over zichzelf zien verliezen, het kost hem alleen wat meer moeite. En wisten jullie dat: • Jelle echt trots is op de muzikale carrières van zoon Steven (jaren gitarist van Maze) en dochter Ella (één jaar Rockacademie in Tilburg, daarna verder als Ella Alpha)? • Jelle en ik al meer dan 20 jaar eenmaal per week hardlopen? Tenzij het regent, gaat regenen, een van ons echt niet kan of teveel achter loopt met een deadline. Het komt neer op tweemaal per drie weken. Vanaf de opkomst van Wilders hebben we de toestand van het land, en soms ook die van de vakgroep, besproken. We waren en zijn goed aan elkaar gewaagd. Als het mij wat te hard gaat, dan begin ik over iets wat Jelle hoog zit, en dan gaat hij vanzelf langzamer. Maximale inspanning en praten gaan niet samen. Het is ook weleens andersom. Job Metsemakers (links) en Piet Portegijs (rechts) in 1999 • Jelle een grote en volstrekt onverdiende bewondering heeft voor mijn technische vaardigheden? Laatst moest een stalen pijp die uit de vloer van zijn garage stak worden weggeslepen. Met een haakse slijpschijf is dat echt héél gemakkelijk. Ik was bijna net zo lang bezig met de slijpschijf monteren, een overall aantrekken, de veiligheidsbril en gehoorbescherming opzetten als met het slijpen zelf. Jelle heeft het allemaal gefilmd, maar hij leek wat teleurgesteld toen ik daar niet in geïnteresseerd was. 7 op één lijn 74

op één lijn 74 3de uitgave 2023 Welkom! Nieuwe collega's stellen zich voor Ralph Leijenaar Postdoc Mijn naam is Ralph Leijenaar, ik ben 39 jaar en woon samen met Shireen (verliefd en verloofd) en onze twee zoontjes Thije en Uri in Amstenrade. Als gepassioneerd onderzoeker ben ik per 1 september aan de slag gegaan binnen de onderzoekslijn ‘Effectieve diagnostiek in de huisartsgeneeskunde’ in samenwerking met Jochen Cals. Ik beweeg mij daarbij op het snijvlak van de verschillende speerpunten van wetenschappelijk onderzoek binnen de vakgroep. Ik heb een achtergrond in biomedische techniek en ben gepromoveerd aan de Universiteit Maastricht. Ik heb expertise in, onder andere, (klinische) Data Science, AI/ Machine Learning, geavanceerde medische beeldanalyse en precisiegeneeskunde, in het bijzonder op het gebied van radiomics – een onderzoeksveld waarvan ik een van de pioniers ben. Daarnaast ben ik niet onbekend met valorisatie van onderzoek en heb ik als medeoprichter van Radiomics. bio (OncoRadiomics SA, Luik, België) meerdere jaren (management-)ervaring opgedaan binnen een startup. In mijn vrije tijd ga ik graag iets leuks doen met mijn gezin, een stukje wandelen, pak ik er een tijdschrift of puzzelboek bij, of waag ik me aan een complex LEGO-bouwwerk. Ik ben een echte Bourgondiër en ex-Prins Carnaval. Als amateur bierconnaisseur ga ik (uiteraard buiten werktijd) graag op ontdekkingstocht naar exclusieve speciaal bieren. Tot slot ben ik koffieliefhebber (kwantiteit en kwaliteit) en staat de deur altijd open voor een goed gesprek. Pieter Van Bostraeten Promovendus Ik ben Pieter Van Bostraeten en vanaf 9 oktober heb ik de eer de vakgroep huisartsgeneeskunde in Maastricht voor 6 maanden te mogen vervoegen. Ik ben huisarts en combineer dit sinds december 2021 met een doctoraat aan de KU Leuven, waarbij ik wil onderzoeken hoe we onderwijs rond samen beslissen kunnen voorzien in de 8 basisopleiding geneeskunde. Hiervoor willen we, onder andere, een beroep doen op virtuele simulatiepatiënten. Dit jaar werd dit een dubbel doctoraat in samenwerking met UM, onder begeleiding van Trudy van der Weijden en Angelique Timmerman. Naast huisarts zijn en onderzoek doen, hou ik me in mijn vrije tijd bezig met van alles en nog wat. Ik speel graag een stukje piano of gitaar, trap weleens op doel tijdens het zaalvoetballen, speel soms tennis of padel en haal bij mooi weer af en toe mijn koersfiets van onder het stof. Recent ontdekte ik de pracht van het vogelspotten, maar ik moet me hierin nog meer een liefhebber dan een kenner noemen. Tot slot sla ik ook weleens graag een praatje op café, dus wie daar zin in heeft mag mij gerust contacteren! Laura Vriese Promovendus Mijn naam is Laura Vriese, 22 jaar en sinds augustus 2023 werkzaam als promovenda bij de vakgroep huisartsgeneeskunde. Met mijn onderzoekstraject willen we ‘samen beslissen tijdens huisartsconsulten met patiënten met beperkte gezondheidsvaardigheden’ verbeteren. Echter, onderzoek is niet altijd mijn vakgebied geweest. Ik ben begonnen als HBO-student Sportkunde aan de HAN in Nijmegen. Gedurende deze opleiding vond ik onderzoek steeds interessanter worden, wat leidde tot de master Health Education & Promotion aan Maastricht University. Afgelopen paar jaar overwoog ik dan ook een PhD, maar ‘alleen als het onderwerp ook écht bij mij past’. En dat doet het! Met veel enthousiasme werk ik nu binnen dit interessante traject. Behalve dat ik het onderwerp interessant vind, vond ik Maastricht ook té leuk om na één jaar alweer achter me te laten. Ik ga graag de stad in en ik speel waterpolo bij Waterproof (Maastricht). Oorspronkelijk kom ik uit Varsseveld, een dorpje in de Achterhoek. Hier ben ik af en toe in het weekend nog te vinden om mijn vriend, vriendinnen en familie (mijn moeder Mariska Tuut doet ook promotieonderzoek bij HAG) te bezoeken. Een tripje met de trein naar de Achterhoek is al een behoorlijk eindje, maar ‘echt’ reizen/op vakantie gaan is ook een hobby.

3de uitgave 2023 Esmée Vaes Promovendus Ik ben Esmée Vaes, 25 jaar en sinds kort woonachtig in Maastricht. Na mijn A-KO-opleiding te hebben afgerond, ben ik per juli met enthousiasme gestart als junioronderzoeker bij iDx, een onafhankelijke kennispartner op het gebied van diagnostiek in de huisartsenzorg. Met twee kwalitatieve studies zet ik me in voor innovatie van diagnostiek binnen de eerstelijnszorg. Daarvoor ben ik, naast HAG in Maastricht, ook een keer per week in het UMC Utrecht te vinden. Daarnaast werk ik nog een dag in de week als ANIOS in een huisartspraktijk in Heerlen. Een leuke afwisseling! Én een goede voorbereiding om mijn wens om huisarts te worden te verwezenlijken. In mijn vrije tijd sport ik graag en onderneem ik veel met vriendinnen en familie. Verder houd ik van lezen en true crime podcasts, iets wat tijdens de wekelijkse treinreis naar Utrecht goed van pas komt! PGO in optima forma Ervaar het zelf als leerteamcoach DOOR ANNEKE VAN DIJK EN ANNERIKA GIDDING-SLOK, UNIVERSITAIR DOCENTEN LTC, BCEC, MSF, Focus-APT, TFS, PIP, ILO, PO… Elke week kunnen we een bingokaart vullen met alle afkortingen die langskomen in onze nieuwe rol als LeerTeamCoach (LTC) binnen geneeskunde. Ons werk als gezondheidswetenschappers is voor de buitenwereld in elk geval veel interessanter geworden. Want onderwijs geven aan toekomstige dokters, daar kan iedereen zich iets bij voorstellen. Dat klinkt spannender dan een functie als ‘onderzoeker’. Het is nogal wat, die nieuwe Bachelor in Medicine, de BaMed. Loes van Bokhoven, die mede aan de wieg stond van de herziening, heeft in de vorige editie van ‘Op één Lijn’ al geschreven over deze nieuwe onderwijsvorm in de bachelor geneeskunde. Het herziene curriculum is nu beschikbaar voor het internationale cohort (International Track Medicine, kortweg ITM) van ruim 40 studenten per jaar. Vanaf 20252026 wordt het nieuwe programma ingevoerd voor alle studenten geneeskunde. Het bijzondere aan het nieuwe programma is dat het nieuwe werkvormen kent, maar nog steeds is gebaseerd op probleemgestuurd onderwijs (PGO). De periodes van 10 weken worden opgebouwd uit authentieke professionele taken (APTs). Het programma kent geen reguliere toetsen, maar programmatisch toetsen. Dat betekent bijvoorbeeld voor eerstejaars studenten, dat ze in de eerste periode door middel van verschillende leeractiviteiten gefocust zijn op het kunnen verlenen van acute zorg op straat. Aan het eind van de periode laten de studenten een acute zorgcasus zien met behulp van een zelfgemaakte video. Via een essay en een debat, dienen ze te laten zien dat ze kritisch kunnen reflecteren op hun handelen in acute zorgsituaties. Met oefentoetsen krijgen ze ook inzicht in hun medische kennis. Ze reflecteren op eigen ervaringen in relatie tot de medische competenties. Daarnaast krijgen ze vaardighedenonderwijs (Skills) en Communicatie en Reflectie onderwijs (CORE). Alle feedback komt samen in een portfolio, dat in een jaar tijd veel informatie over de ontwikkeling van de student bevat. De studenten maken op basis hiervan zelf een analyse, waarmee ze dienen aan te tonen dat ze zich in het afgelopen jaar voldoende hebben ontwikkeld om door te kunnen naar het volgende leerjaar. Een van de nieuwe werkvormen in de BaMed zijn de leerteams. De studenten zijn ingedeeld in groepen (leerteams) van acht à negen studenten. Het leerteam en de leerteamcoach zien elkaar een jaar lang wekelijks, een uur op maandag en een uur op donderdag. Dit is dus heel anders dan de huidige onderwijsgroepen, waar studenten medische onderwerpen bestuderen en de kennis daarover met elkaar delen via het bespreken van leerdoelen en waarbij de tutorgroep elk blok van samenstelling wisselt. De leerteams zijn sterk gericht op coregulering en samen leren. Ieder team ontdekt zelf wat het beste werkt, wat er wordt besproken en hoe het meest efficiënt kan worden samengewerkt. Ze moeten zelf invulling geven aan hun bijeenkomsten. Ze kunnen ervoor kiezen samen leertaken 9 op één lijn 74

op één lijn 74 3de uitgave 2023 te bespreken, maar het kan ook zijn dat ze een quiz maken, een oefentoets afnemen, een inhoudelijke presentatie geven, of ontdekken hoe ze zich kunnen inschrijven voor de keuzevakken of vaardigheidstrainingen. Elk team heeft een andere leerteamcoach. Zo ontstaat in elk team een eigen dynamiek. Het eigenaarschap ligt echt bij de studenten. Student en leerteamcoach hebben eens per twee weken een individueel gesprek. Hierin wordt besproken hoe het met de student gaat en hoe het individuele leerproces verloopt. Als leerteamcoach combineer je diverse rollen en coach je een groep zeer gecommitteerde, ambitieuze internationale studenten, die staan te popelen om arts te worden. Dat is best spannend, want we hebben als gezondheidswetenschappers beperkte medisch inhoudelijk kennis. Arts worden draait om veel meer dan medisch handelen alleen. Wij mogen de studenten begeleiden in het ontwikkelen van alle andere competenties, zoals samenwerker, communicator, organisator, gezondheidsbevorderaar en reflectieve professional. We zijn onder de indruk van de interactie in de groep en de samenwerking. Bij problemen zoeken ze samen naar een oplossing, dat gaat grotendeels vanzelf. Als coach begeleiden wij dit proces door vragen te stellen en de groep te stimuleren om zelf met een plan te komen. Een curriculum zonder toetsen, zonder voor- en nabespreken van een taak. Een nieuwe werkvorm met leerteams en coaches. Dat is een uitdaging voor alle betrokkenen, ook voor ons als LTC. Hoe pakken de studenten het op? Tot waar reikt mijn rol als coach? Deze vragen spelen nog, maar we krijgen steeds meer vertrouwen in het leervermogen van studenten en de manier waarop wij ze daarin kunnen begeleiden. De rol als leerteamcoach kan je heel goed alleen doen. Dat betekent 0.2 FTE, waarbij je twee dagdelen per week beschikbaar bent voor studenten. Die tijd besteed je aan bijeenkomsten, intervisie met de andere LTCs, individuele gesprekken, of door het bekijken van en feedback geven op het portfolio. Wij vervullen deze rol als duo. Wij verdelen onderling taken en studenten. Het is ontzettend leuk om deze nieuwe rol samen te doen. Samen sparren over de dingen waar studenten tegenaan lopen, of over onze eigen onzekerheden in deze nieuwe rol, of leuke manieren om de groep te motiveren. Narratieve feedback geven op alle competenties, waarbij je je richt op positieve punten en verbeterpunten, is een flinke klus. Dit samen bespreken en die ervaringen delen is heel waardevol. Wil je ook alle afkortingen leren die in de eerste regel worden genoemd? Voor het academisch jaar 2025-2026 zijn er heel veel nieuwe leerteamcoaches nodig. Ons advies is: doen! Het is ontzettend leuk om de studenten op deze manier uit te dagen en te stimuleren zich te ontwikkelen als professionals. Ook als je zelf geen arts bent, is deze rol goed te vervullen en kan je varen op je eigen expertise en competenties. Twijfel je nog? Spreek ons gerust eens aan. . 10 Creatieve voorbereiding op de rol van leerteamcoach

iRAT/tRAT Toetsen om van te leren DOOR LAURY DE JONGE, SECTORHOOFD ONDERWIJS HAG EN COÖRDINATOR CCT-IRAT/TRAT Eén van de vaardigheden die studenten geneeskunde aangeleerd krijgentijdens hun opleiding tot arts, is het klinisch redeneren. Klinisch redeneren is het proces waarbij een arts informatie verzamelt en samenvoegt, hypothesen genereert en een klinische indruk, prognose, diagnose, behandeling en zorgplan formuleert. Al vroeg in de opleiding krijgen studenten theoretische en praktische handreikingen voor het leren van het klinisch redeneren. Dit onderwijs wordt al jarenlang grotendeels vanuit Huisartsgeneeskunde gefaciliteerd. Het lijkt een landelijke trend dat deze vaardigheid tot de onderscheidende expertise van de huisartsdocent wordt gerekend. In de masterfase speelt het leren en optimaliseren van het klinisch redeneren eveneens een belangrijke rol. In de eerste plaats op de werkplek, waar de betrokken opleider gevraagd of ongevraagd feedback kan geven aan de coassistent. Maar ook bij het terugkomdagonderwijs wordt hier aandacht aan besteed. Een speciale vorm van feedback op het klinisch redeneren vindt plaats door middel van een toets. Sinds dit academisch jaar zal bij steeds meer coschappen tenminste éénmaal toetsing van het klinisch redeneren plaatsvinden door middel van iRAT/tRAT. iRAT/tRAT staat voor ‘individual Readiness Assurance Test/team Readiness Assurance Test’. Deze iRAT/tRAT is de opvolger van de al jarenlang gebruikte Computergestuurde Casus Toets (CCT). Het doel van iRAT/ tRAT is om individueel en in teamverband de medische kennis te toetsen, het klinisch redeneren te verdiepen en feedback te krijgen. De student beantwoordt daarvoor ongeveer 25 Multiple Choice vragen. Leren klinisch redeneren met behulp van de Readiness Assurance Tests (RAT) Hoe werkt de iRAT-tRAT? (30 min*) Individuele (i)RAT • Individueel • ±25 MCQ • Toepassen van kennis, klinisch redeneren (30 min*) Team (t)RAT • 4/5 personen • ±25 MCQ • Discussie en consensus (30-60 min*) Nabespreking en score • Plenaire nabespreking “op maat” • Composite score: 80%iRAT+20%tRAT Reflectie • Individueel In ieder geval bij: • “beneden verwachting” • T1/T2 moment *Voor de RAT van Sociale geneeskunde geldt voor de toetsduur en nabespreking respectievelijk 40, 40 en 100 minuten 11 Een voorbeeld: Een 68-jarige man meldt zich bij de huisarts wegens misselijkheid, braken en sinds twee dagen een progressieve pijn onder in de buik. Ook heeft hij al die tijd geen ontlasting gehad, hoewel dit voorheen soepel ging. Zes jaar geleden heeft hij een laparotomie ondergaan vanwege een maagperforatie. Bij het lichamelijk onderzoek is hij niet acuut ziek en heeft hij geen geprikkelde buik. Wat is op dit moment de meest waarschijnlijke diagnose? De student kan vervolgens kiezen uit verschillende waarschijnlijkheidsdiagnoses. Na beantwoorden van alle toetsvragen ontvangt de student een score (het behaald resultaat op de toets), maar daarnaast ook feedback op het klinisch redeneren door middel van discussie met medegroepsleden en een interactieve nabespreking van de toets met de begeleidende docent (zie ook onderstaande afbeelding). Een commissie, bestaande uit vertegenwoordigers van alle coschappen, beoordeelt casus op hun relevantie en geschiktheid om gebruikt te worden als iRAT-tRAT casus. Deze zijn vooralsnog vooral gebaseerd op casus uit de bestaande (CCT) vragenbank. Maar er wordt ook geprobeerd om nieuwe vragen ‘uit het veld’ te verzamelen. Geen stokpaardjes of witte raven, maar relevante casus uit de dagelijkse praktijk, die kunnen dienen als aanleiding voor het denken en discussiëren over het klinisch redeneren. Heeft u een interessante casus waarvan u denkt dat deze geschikt is om als toetsvraag te dienen? Ze zijn altijd welkom: l.dejonge@maastrichtuniversity.nl. op één lijn 74

op één lijn 74 H 3de uitgave 2023 Bruikbare Wetenschap Woordenvermicelli in de SOEP DOOR JOCHEN CALS, HUISARTS IN SITTARD EN HOOGLERAAR EFFECTIEVE DIAGNOSTIEK IN DE HUISARTSGENEESKUNDE Bruikbare Wetenschap is een selectie van artikelen van Maastrichtse makelij. Hiervoor selecteren wij artikelen die direct bruikbaar kunnen zijn voor de dagelijkse praktijkvoering. Huisarts & Digitale zorg Huisarts & Diagnostiek 19 kon herkennen op basis van SOEP-regels, ruim voordat de PCR beschikbaar kwam. Nu mag dat dan mosterd na de maaltijd zijn, maar de methode kan zeer interessant zijn voor toekomstig onderzoek naar infectieziekten. Inmiddels mag het team, waarin alle afdelingen huisartsgeneeskunde van Nederland vertegenwoordigd zijn, dit model verder uitwerken. De naam van dit vervolgproject? Ernie! Nu kennen we Wim T. Schippers als taalpurist en als de stem van Ernie (van Bert en Ernie) maar bedenk dus goed dat toekomstig onderzoek écht profijt zal hebben van uw SOEPaantekeningen dankzij (onderzoek naar) de taalmodellen die sterk in opkomst zijn. Samen Beslissen & interprofessioneel samenwerken Innovatieve trials in de huisartsgeneeskunde De speerpunten van de vakgroep huisartsgeneeskunde zijn Huisarts & Diagnostiek, Huisarts & Digitale Zorg, Samen Beslissen & Interprofessioneel Samenwerken en Innovatieve trials in de huisartsgeneeskunde. Covid-19 voorspellen door de kracht van data Ongetwijfeld typt u er ook vrolijk op los in uw SOEP-regels en heeft u zo uw eigen afkortingen en vaste zinnetjes. Wie lang in een praktijk werkt, kan aan de SOEP zien wie hem gekookt heeft, of beter gezegd wie de patiënt gezien heeft. Waar voorheen registratiedatanetwerken vooral gebruik maakten van de gecodeerde variabelen, zoals ICPCcoderingen en ATC-codes voor medicatie, geven nieuwe technieken ons de kans om ook naar de zogenaamde vrije tekstregels te kijken, zoals al die woordenvermicelli die wij in de SOEP typen. Een pandemie heeft vooral nadelen, maar het gaf de afdelingen huisartsgeneeskunde ook voordelen, aangezien er financiering vrijkwam om corona-onderzoek te doen naar al die huisartsendata. De afdeling in Groningen nam daarbij de leiding, maar het Research Network Family Medicine (RNFM) Maastricht leverde ook data en Jean Muris schreef mee aan de publicatie. Zij trainden een bestaand taalmodel met de aardige naam BERT op maar liefst 300.000 huisartsenconsulten. Ze konden gebruik maken van het feit, dat er pas gaandeweg de pandemie een PCR-test breed beschikbaar kwam, waardoor je unieke datasets had om het model te laten oefenen. Zo ontdekten ze, dat BERT Covid12 Online inzage volgens de patiënt De E en de P-regel van onze SOEP kan de patiënt inmiddels online inzien. OPEN was een initiatief van InEen, NHG en LHV om huisartsen te helpen bij het veilig online inzichtelijk maken van het medische dossier voor patiënten. Tot maart 2023 heeft het programmateam de regionale coalities ondersteund en ongetwijfeld heeft uw praktijk er ook aan deelgenomen en meegewerkt om patiënten online inzage te bieden in hun dossier. Bij het starten van OPEN stond ook al vast, dat de organisatie zich zou opheffen nadat de programmadoelen waren gehaald. En daaraan heeft men zich gehouden. Wat mij betreft ongekend; dat zou vaker mogen gebeuren in de zorg. Op 5 december 2023 promoveerde Rosa Thielmann op haar onderzoek, waarin zij de (patiënt) ervaringen met online inzage beschrijft. In een van haar recente publicaties beschrijft ze de resultaten van twee rondes aan vragenlijsten onder meer dan 2000 Nederlanders die recent contact hadden met hun huisartsen(praktijk). Online inzage doet toch echt wel wat. Gebruikers van online inzage gaven sterker dan niet-gebruikers aan dat online toegang tot medische dossiers hun actieve deelname aan de hun verleende zorg doet toenemen, dat de relatie met hun (vaste!) huisarts verbetert en dat online inzage gezamenlijke besluitvorming kan ondersteunen. Ongetwijfeld klinkt u dat niet onbekend in de oren. Door OPEN, en wellicht een beetje door Covid, is het digitaal contact met patiënten sterk uitgebreid. Waar OPEN zich echt richtte op het (passief) kunnen inzien van je gegevens, heeft het natuurlijk ook een boost gegeven aan andere (actieve) digitale zorgtoepassingen zoals e-consulten en het bespreken van diagnostiek uitslagen. Recent is aan de vakgroep een nieuw project gestart waarbij aiotho Frederieke van der Mee samen met, onder andere, Thuisarts.nl een DiagnostiekBijsluiter gaat ontwikkelen, waarmee we hopelijk nog beter uitslagen U I S A R T S

E 3de uitgave 2023 R met patiënten kunnen bespreken. In dat project komen drie wetenschappelijke speerpunten van de vakgroep mooi samen: diagnostiek, digitale zorg én samen beslissen. Samen beslissen bij beperkte gezondheidsvaardigheden In deze kernwoorden komen de leerstoelen van Jany Rademakers en Trudy van der Weijden mooi samen. Romy Richter verrichtte onder hun supervisie een literatuuronderzoek naar dit thema. Met ‘gezondheidsvaardigheden’ (‘health literacy’) wordt de combinatie van cognitieve en sociale vaardigheden aangeduid die nodig is om adequaat met informatie over gezondheid, ziekte en zorg om te gaan. Mensen met beperkte gezondheidsvaardigheden hebben vaak moeite met het begrijpen van informatie van hun zorgverlener en met het vinden van hun weg in de zorg, met als gevolg een hogere morbiditeit en sterfte. Zal samen beslissen ongetwijfeld een andere benadering vragen bij deze specifieke groep, of toch niet? Richter keek specifiek naar het bespreken van voor- en nadelen (‘risk and benefits’) en betrok dit dan op risicocommunicatie. Ze screende maar liefst 2700 studies, waarvan er 28 voldeden aan de criteria die ze opstelde. Communicatie over risico’s met enkel verbale uitleg lijkt een matig plan, in ieder geval bij (zowel) mensen met beperkte gezondheidsvaardigheden, al geldt dit eigenlijk al voor alle patiënten. Numeriek zijn er fraaie voorbeelden te lezen in het artikel. Zo kun je beter zeggen, dat “20 van de 100 patiënten de bijwerking krijgen” dan dat “1 op de 5 patiënten de bijwerking krijgt”. Dat herkent u mogelijk uit de uitleg die ook wordt gegeven bij de informatie die patiënten krijgen bij de bevolkingsonderzoeken. Een duidelijke uitkomst is dat visuele hulpmiddelen enorm helpen bij communicatie over risico’s. Zogenaamde ‘icon arrays’ zijn veel onderzocht en werken goed; afbeeldingen met rijen poppetjes zoals u die ongetwijfeld vaker heeft zien langskomen. Patiënt niet pluis Erik Stolper heeft het concept pluis/ niet pluis jaren geleden op de agenda gezet en zijn groep blijft belangrijke publicaties op dit gebied schrijven. In hun meest recent werk interviewden ze 47 patiënten die de Nederlandse of Vlaamse huisartsenpost bezochten. Ze keken daarbij naar hoe patiënten hun eigen niet pluis gevoel ervaren en uiten. Patiënten of hun familieleden uitten hun niet pluis gevoel door woorden te gebruiken die refereren aan het al dan niet ‘vertrouwen in de situatie’, of door te refereren aan veranderingen in normale patronen. Over het algemeen waren patiënten die een niet pluis gevoel ervoeren, vooral moeders van zieke kinderen, ervan overtuigd dat er iets mis was en hadden ze vaak geleerd op hun onderbuikgevoel te vertrouwen. Juist dat niet pluis gevoel bleek de belangrijkste reden om contact op te nemen met een huisarts. Het blijft dus een belangrijk aandachtspunt bij de triage van patiënten. En ook goed nieuws, want de geïnterviewde patiënten hadden over het algemeen het gevoel dat hun niet pluis gevoel serieus werd genomen op de HAP. Maastrichtse Bruikbare Wetenschap in het NTvG: • Is multimorbiditeit meer dan het optellen van aandoeningen? www.ntvg.nl/artikelen/zorg-voor-multimorbiditeitmeer-dan-het-tellen-van-ziektes • Welke digitale overlegplatformen zijn er tussen huisarts en specialist. En is er bewijs dat het werkt? www.ntvg.nl/artikelen/digitaal-overleg-tussenhuisarts-en-specialist Referenties • A Natural Language Processing Model for COVID19 Detection Based on Dutch General Practice Electronic Health Records by Using Bidirectional Encoder Representations From Transformers: Development and Validation Study https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/37792444/ • Communication of benefits and harms in shared decision making with patients with limited health literacy: A systematic review of risk communication strategies https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/37619376/ • How patients in general practice voice and value their gut feelings about health: a qualitative interview study https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/ PMC10471142/ • The Effects of Online Access to General Practice Medical Records Perceived by Patients: Longitudinal Survey Study https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/ PMC10276325/ 13 P op één lijn 74 B N C R N E R U E T S I S K K B A D M N E A W T E E S S R C H A A T T G H E A U I

op één lijn 74 3de uitgave 2023 Promotie De integratie van gezondheidsbevordering op basisscholen DOOR MARLA HAHNRATHS, PROMOVENDUS Stelling: Inzicht krijgen in factoren die implementatie faciliteren of hinderen kan helpen verklaren waarom een interventie in een specifieke setting al dan niet werkt en is daarom essentieel om gezondheid op een duurzame manier te kunnen integreren in meer scholen. Op vrijdag 1 december verdedigde ik mijn proefschrift getiteld ‘The integration of health promotion in primary school settings: Challenges and opportunities’. Samen met mijn promotoren Onno van Schayck, Maartje Willeboordse en Bjorn Winkens heb ik de implementatie en impact van gezondheidsbevorderende activiteiten binnen diverse basisschoolsettingen onderzocht. In dit artikel licht ik een van onze onderzoeken (het implementatieonderzoek) en de belangrijkste bevindingen ervan kort toe. Uit eerder onderzoek weten we dat gezondheidsbevorderende interventies toegepast in …. Mis ik hier iets? een positieve impact kunnen hebben op de gezondheid en de leefstijl van kinderen. Dit brengt zowel kansen als uitdagingen met zich mee. Hoe kunnen we zorgen dat effectieve interventies geïmplementeerd en geïntegreerd worden in meer basisscholen? Complexe werkelijkheid Veel onderzoek naar gezondheidsbevordering in de basisschoolsetting wordt uitgevoerd in relatief ‘gecontroleerde’ omgevingen. Hierdoor geeft het onderzoek soms een vertekend beeld van de vaak complexe werkelijkheid. Om onderzoeksresultaten toepasbaar te maken voor de samenleving, is het belangrijk om te onderzoeken hoe interventies in ‘de echte wereld’ geïmplementeerd worden en wat voor effecten ze hebben. Implementatieonderzoek Om dit te onderzoeken volgden we in vier jaar elf basisscholen die de ambitie hadden om gezondheidsbevorderende activiteiten te implementeren. We volgden deze scholen in hun natuurlijke omgeving om zo weinig mogelijk invloed te hebben op het implementatieproces. We hebben vragenlijsten en interviews afgenomen met verschillende betrokkenen (leerkrachten, schooldirecteuren en managers) en hebben relevante overleggen geobserveerd. Op deze manier probeerden we een beeld te krijgen van de verschillende gezondheidsbevorderende activiteiten die op de scholen geïmplementeerd werden en de factoren die van invloed waren op het implementatieproces in een natuurlijke omgeving. 14 Resultaten Het project resulteerde in de implementatie van kleine, incidentele activiteiten, zoals het dagelijks aanbieden van groente- of fruit. Belangrijke redenen voor deze beperkte implementatie waren gebrek aan commitment en bottom-up betrokkenheid. Schooldirecteuren en leerkrachten werden niet vanaf het begin bij het project betrokken, met als resultaat: minder waardering voor en betrokkenheid bij het project. Op schoolniveau was het project vooral de verantwoordelijkheid van de directeur, waardoor het project in beperkte mate leefde binnen de school. Daarnaast was het door de COVID19 pandemie, de daaraan gerelateerde beperkingen, zoals verplichte schoolsluitingen en afstand houden en de snel veranderende situatie voor scholen moeilijk om lange termijnvisies en –plannen te maken. Overige barrières voor implementatie waren: • geen ervaren noodzaak tot verandering • een hoge werkdruk • een groot personeelsverloop. Factoren die implementatie positief beïnvloedden waren: • de aanwezigheid van een procescoördinator en • het delen van ervaringen tussen scholen. Aanbevelingen Om integratie van gezondheidsbevordering in scholen te stimuleren, is het nodig om een goed en gedetailleerd beeld van de schoolomgeving te krijgen om zo het onderwerp gezondheidsbevordering beter af te kunnen stemmen op de specifieke wensen, behoeften en ambities. Scholen dienen begeleid te worden bij het stimuleren van commitment en bottom-up betrokkenheid en het creëren van een gezondheidsvisie. Ook dient gestreefd te worden naar het verminderen van barrières die scholen ervaren bij het implementeren van gezondheidsbevorderende initiatieven, zoals beperkte ruimte in het curriculum, hoge werkdruk, beperkte financiële middelen, etc. Bovendien is het aan te bevelen om schoolbrede projectgroepen te vormen om scholen zo minder afhankelijk te maken van langdurige externe begeleiding èn duurzaamheid te bevorderen. Nieuwsgierig? De verdediging van mijn proefschrift is terug te kijken via https://youtube.com/@UMphddefense. Wie graag een digitale versie van het proefschrift wenst, kan mailen naar mth.hahnraths@maastrichtuniversity.nl.

op één lijn 74 op één lijn 73 2de uitgave 2023 Onuitstaanbaar Onverklaarde Klachten Denk mee met de Witte Raven. Wat is het goede antwoord? DOOR PAUL HÖPPENER, HUISARTS NIET-PRAKTISEREND De nu 67 jaar oude mevrouw P.R. heeft al 14 jaar last van ‘maag-/slokdarmklachten’. Bijna elke nacht wordt ze na 5 uur slapen wakker van een ‘brandende pijn’ achter het borstbeen, die wisselt in intensiteit, maar soms heel heftig is. Na maximaal 30 minuten verdwijnt deze pijn. Overdag heeft ze geen klachten. Bij herhaald uitgebreid onderzoek door de MDL-arts werd geen verklaring voor haar klachten gevonden. Ze is gestopt met alcohol en heeft meerdere dieetadviezen gevolgd zonder effect. Patiënte blijft terugkomen op het spreekuur van haar huisarts omdat er ’iets niet klopt’. De huisarts geeft aan dat dit voor hem en patiënte een onuitstaanbare onverklaarde klacht (OOK) is, vanwege het atypische karakter van de nachtelijke klachten, die doen denken aan reflux-klachten of oesophagus spasmen. Beloop van de klachten De huidige klachten zijn 14 jaar geleden begonnen. Het is niet duidelijk of er toen al sprake was van alleen nachtelijke pijnaanvallen. Twaalf jaar geleden werd ze wegens deze klachten ook uitgebreid onderzocht door een cardioloog, die als conclusie vermeldt: ‘aspecifieke thoracale klachten’. De hierna nog enkele malen geconsulteerde cardioloog en MDL-arts vonden destijds geen verklaring voor haar nachtelijke pijnaanvallen. Laboratoriumonderzoek leverde geen aanknopingspunten op. Recent werd patiënte nogmaals uitgebreid onderzocht door een MDL-arts, die weer geen verklaring voor de klachten kon geven: • Gastroscopie: geen afwijkingen • PH metrie met impedantiemeting: geen pathologisch zure reflux. • Helicobacter negatief, zuurmeting normale uitslag • Gericht laboratoriumonderzoek: geen aanknopingspunten • Proefbehandeling met Protonpompremmers (PPI) had geen effect. • Proefbehandeling met Amytriptyline: geen effect, dus oesophagusspasme onwaarschijnlijk De Witte Raven Groep is een werkgroep van huisartsen, opgericht in 2016, die zich richt op het zoeken naar de oorzaak van Onuitstaanbaar Onverklaarde Klachten (OOK), in de veronderstelling dat het kan gaan om een zeldzame ziekte of een zeldzaam verschijnsel. Verwijzing van casuïstiek loopt via de eigen huisarts. De Witte Raven hebben een eigen zoekstrategie ontwikkeld en maken gebruik van vier zoekmachines. Naast het uitzoeken van casuïstiek richt de Witte Raven werkgroep zich op het nascholen van huisartsen en het delen van hun kennis. Voor meer informatie en voor aanmelding van een casus of aanvraag van een nascholing voor huisartsen kijk op onze website: www.witteraven.org. De huisarts heeft deze casus recent ingebracht bij de Witte Raven. Na een uitgebreide zoektocht en onderling overleg kwamen wij tot een voorlopige differentiaaldiagnose en een daarbij passend advies voor verder onderzoek. Maar we zijn er nog niet helemaal uit. Wij vragen om uw hulp: Dokter, graag een diagnose en behandelplan. Mail naar op1lijn@maastrichtuniversity.nl Stroomdiagram zoekmethode www.witteraven.org De oplossing van de vorige keer was: Thymoom Meer weten? Zoek dan op Pubmed naar artikel “Autoimmune disorders and paraneoplastic syndromes in thymoma". We kregen een email met de juiste diagnose van: Wim Heres 15

3de uitgave 2023 1 e uitgave 2014 WESP-student: Hanneke Koekebakker Improving primary care in Ethiopia BEGELEIDERS: MARK SPIGT, TEGENE LEGESE DADI Vraagstelling Integratie van zelfmanagement bij chronische behandeling van hiv in lage- en middeninkomenslanden is essentieel om de groeiende caseload aan te kunnen. Momenteel is er geen meetinstrument beschikbaar voor zelfmanagement binnen deze context. Het doel van deze studie was de psychometrische ontwikkeling van een zelfmanagement vragenlijst voor hiv-patiënten in Ethiopië. Studiedesign In deze validatiestudie werd een vragenlijst ontwikkeld op basis van de Individual and Family Self-Management Theory (IFSMT). Content validiteit werd bepaald via beoordeling van items door hiv-experts in Ethiopië (n=52). Primair resultaat en conclusie Content validiteit van de gehele vragenlijst was uitstekend voor zowel de relevantie (S-CVI/Ave 0.90, Kappa 0.90), als de helderheid (S-CVI/Ave 0.81, Kappa 0.81) van de items. De content validiteit van de individuele items (I-CVIrelevantie 0.76-1.00, I-CVIhelderheid 0.56-0.98) wordt momenteel gebruikt om een compacte eindversie van de vragenlijst te ontwikkelen. WESP-student: Floor Koonings Peer-support GGZ BEGELEIDERS: MARK SPIGT EN SOPHIE LEIJDESDORFF Vraagstelling Ik heb onderzoek gedaan naar de ervaringen met en percepties van peer support, van eerstelijnszorgverleners en jongeren met mentale problemen. Hierbij is specifiek gekeken naar de behoeftes van jongeren en in hoeverre peer support, oftewel steun van personen met gerelateerde ervaringen, hierop aansluit. Studiedesign In deze kwalitatieve exploratieve studie zijn semigestructureerde interviews gehouden met 14 jongeren, 3 huisartsen en 4 praktijkondersteuners GGZ. Hierna is een thematische analyse uitgevoerd, waarbij de behoeftes van jongeren naar voren kwamen. Primair resultaat en conclusie Als de behoeftes van jongeren nog niet vervuld zijn door een bestaande behandeling of hun sociale netwerk, dan kan peer support hierop inspelen. Het is dus één van de manieren om aan deze behoeftes te voldoen. Tevens heeft peer support de potentie om bepaalde ondersteuning, van zorg of een belast sociaal netwerk, over te nemen. 16 op één lijn 74

op één lijn 74 3de uitgave 2023 WESP-student: Sergio van Boxtel Zelfsturend leren tijdens de huisartsopleiding BEGELEIDER: ANGELIQUE TIMMERMAN Vraagstelling Het doel van dit driejarige project is om een curriculum te ontwikkelen voor docenten, dat ondersteunt in het coachen van de HAIO om zelfsturend te kunnen leren op de klinische werkplek. Literatuurbevindingen over effectieve trainingsinterventies worden geïntegreerd in deze ontwikkeling. Studiedesign Het betreft een zes-maanden durende trainingspilot binnen een Educational Design Research Study, waaraan zes huisartsopleidingen deelnemen. Om het project te evalueren zijn deelnemers geïnterviewd. Daarnaast is een review uitgevoerd naar effectieve coaching interventies binnen medische vervolgopleidingen. Primair resultaat en conclusie Coaching interventies moeten het leren faciliteren vanuit de leerbehoefte van de HAIO. Effectieve feedback, autonomie ondersteuning en constructieve relaties zijn cruciaal. Bij de evaluatie van trainingsinterventies blijkt dat deze praktisch moeten zijn en dat er ruimte nodig is om te oefenen. Ter ondersteuning van het coachen van zelfsturend leren is er behoefte aan praktische tools. De Pélerìn Pitch Prijs Namens het onderzoeksteam, bestaande uit Anne Smits, Michel van Zandvoort, Helen Mertens, Walther N.K.A. van Mook en Loes van Bokhoven, heeft Matthijs Bosveld de Pélerìn Pitch Prijs gewonnen op het Pélerin Arts Assistenten Symposium. De prijs is toegekend voor hun kwalitatieve onderzoek naar de ervaringen van patiënten, mantelzorgers en professionals in de eerste- en tweede lijn met betrekking tot de Academie voor Patiënt en Mantelzorg. Matthijs is externe promovendus bij Huisartsgeneeskunde. 17

3de uitgave 2023 1 e uitgave 2014 Orgaandonatie na euthanasie De rol van de Huisarts DOOR DAAN VERBRUGGEN, MASTERSTUDENT GENEESKUNDE (WESP) Orgaandonatie na euthanasie (ODE) is een procedure die zich bevindt op het snijvlak tussen geneeskunde, recht en ethiek. Deze procedure is voor het eerst beschreven in 2012 en inmiddels 116 keer uitgevoerd in Nederland. Euthanasie, sinds 2002 gelegaliseerd in Nederland, biedt patiënten met ondraaglijk en uitzichtloos lijden, de mogelijkheid om zelf te beslissen over het moment van overlijden. Steeds meer patiënten kiezen voor euthanasie. Hiervoor bestaan strenge zorgvuldigheidseisen. In 2022 werd euthanasie 8720 keer uitgevoerd, waarvan in 80% van de gevallen door de huisarts (referenties 1-3). De overige meldingen kwamen van specialisten ouderengeneeskunde (316), medisch specialisten (264) en artsen in opleiding (125). Orgaandonatie na euthanasie (ODE) is een gevoelig onderwerp. Ondanks de frequentie waarmee de procedure wordt uitgevoerd, is er nog weinig over te vinden in de literatuur. 10% van de mensen met een euthanasiewens is (medisch gezien) geschikt om een of meer organen te doneren. In theorie waren in 2022 dus 872 personen geschikt als orgaandonor na euthanasie. In datzelfde jaar stonden 1240 patiënten op de wachtlijst voor orgaantransplantatie (4). In de ODE-procedure is een belangrijke rol voor de huisarts weggelegd. De huisarts dient, onder andere, de euthanatica toe op de afdeling in het ziekenhuis. Daarnaast krijgt de huisarts met ethische en juridische dillema’s te maken. Denk hierbij aan de vraag: wat is een geschikt moment om het onderwerp aan te kaarten of moet de patiënt met een euthanasieverklaring er zelf over beginnen? Tegenwoordig is de ODE-procedure opgenomen in de richtlijn van de Nederlandse Transplantatie stichting (NTS). Wel zijn opnieuw verbeteringen mogelijk op basis van input van betrokkenen. Vooral de mening en inzichten van huisartsen, die op meerdere punten in de ODE-procedure een cruciale rol spelen, achten wij van belang (5). Vandaar dat wij u, als u ervaring heeft met het verlenen van euthanasie, willen vragen om een vragenlijst over ODE in te invullen. Dit gebeurt aan de hand van voor u relevante stellingen die verschillende aspecten van het onderwerp belichten. Namens ons onderzoeksteam danken wij u hartelijk voor de genomen moeite. Referenties: 1. Euthanasie RT. Artsenfederatie KNMG - Voorop voor dokter en zorg. Den Haag; 2023 4 april 2023. 2. Sterven LE. Euthanasie [Available from: https:// landelijkexpertisecentrumsterven.nl/euthanasie/. 3. Korevaar MHGDSVJ. Ontwikkelingen in het aantal euthanasiegevallen en achterliggende factoren. Utrecht: Nivel; 2019 2019. 4. Bollen J, van Smaalen T, Ten Hoopen R, van Heurn E, Ysebaert D, van Mook W. Potential Number of Organ Donors After Euthanasia in Belgium. JAMA. 2017;317(14):1476-7. 5. (NTS) NTS. Richtlijn Orgaandonatie na euthanasie. Leiden; 2023. QR-code vragenlijst: 18 op één lijn 74

Hoe bouw je een nieuw curriculum? Leve de LEGO©! DOOR NANCY LENAERTS, SO EN PLAATSVERVANGEND HOOFD OUDERENGENEESKUNDE De opleiding Ouderengeneeskunde in Maastricht bestaat ruim drie jaar. De opleidingsduur is eveneens drie jaar, wat betekent dat we nu een heel curriculum hebben staan. Dit is met veel inzet, passie, plezier, soms wat zweten en vallen en opstaan van het hele team Ouderengeneeskunde tot stand gekomen. En daar zijn we best trots op! Nu zul je denken dat het nu even uitblazen en achteroverleunen is, maar niets is minder waar. Er is namelijk een geheel nieuw Landelijk Opleidingsplan (LOP) tot stand gekomen. Dit nieuwe LOP is al aangeboden aan het College Geneeskundige Specialismen (CGS). De CGS heeft het ontwerpbesluit al genomen1, wat betekent, dat als alles goed gaat (en daar gaan we wel vanuit), dat het nieuwe LOP per 1 september 2024 in gaat. Dat is, voor de snelle rekenaars onder ons, al over krap 11 maanden… Weer een nieuwe uitdaging voor ons team! De grote verandering zit in de opbouw in stageperiodes, zie afbeelding. In plaats van drie afzonderlijke leerjaren, met bijpassende modules en vaste docenten per leerjaar, gaan we nu naar een structuur waarbij aios een veel flexibeler spoor kunnen volgen, en de opleiding wordt verdeeld over twee periodes van 18 maanden. Na enkele brainstormsessies met het team, komt het voorstel om letterlijk het huidige curriculum af te 1 https://www.knmg.nl/ik-ben-geneeskundestudent-1/specialismeouderengeneeskunde-3 breken en naast het nieuwe te leggen. Maar hoe dan? Met LEGO© dus, een free style opdracht voor de LEGO© Master! We begonnen met een ochtendsessie gezamenlijk bouwen op de opleiding, waarbij we gezamenlijk konden visualiseren waar de problemen zitten. We besloten om hier nog even verder aan te puzzelen en alle scenario’s te doorlopen alsook het oude curriculum naast het nieuwe te leggen. De eer van die opdracht werd mij toebedeeld. Stiekem vind ik dat erg leuk. Met lego van de kinderen spelen is mijn geheime hobby, ik noem het opruimen, sets bij elkaar zoeken om te verkopen via Marktplaats, maar eigenlijk is het Mindfulness. Dus, op een stormachtige vrije middag, ging ik bouwen! Na een aantal prototypes te hebben gemaakt, heb ik zicht op de grote lijnen en bouwstenen en kan ik het vertalen naar papier. Het huidige curriculum stond in mooie gekleurde blokken met de docenten erbij in frisse gekleurde rondjes, daarnaast het nieuwe curriculum met steentjes in andere volgorde en wat nieuwe elementen; lange leerlijn communicatie, palliatieve zorg en medisch leiderschap. De knelpunten worden goed inzichtelijk, maar vooral de kansen, invlechten van oude in het nieuwe curriculum, lijkt makkelijker dan gedacht. Mentorgroepen blijven langer bij elkaar met een vaste docent die goed de leercurve van de aios kan volgen. Hiermee kan ik terug naar het teamoverleg en kunnen we weer een stap verder maken naar de praktijk. Made in Maastricht Datum: 29 september 2023. V.l.n.r.: Yvonne Soethoudt, Esther Jacobs, Katerina Skarlatou en Joey Jansen 19 op één lijn 74

op één lijn 74 3de uitgave 2023 Opleiding (tot specialist) Ouderengeneeskunde Een volwassen opleiding DOOR BABETTE DOORN, PROJECTMANAGER Start nieuwe jaar We zijn in september met 14 eerstejaars aios gestart. De variatie qua achtergrond en ervaring pakt heel goed uit. Soms is een aios zelfs docent. In de tweede week van het academisch jaar was weer een gezamenlijke kennismakingsdag met alle aios en opleiders in een tropisch Van der Valk Maastricht. Na een gezamenlijke lunch was er ook een soort paneldiscussie met gasten uit het veld en de directeur van de wetenschappelijke beroepsvereniging Verenso. Tot slot: derdejaars aios Charlotte Coopmans schrijft weer een leuke column over haar missie, voor als ze straks klaar is met de opleiding. Nieuwe opleidingsplan Naast het huidige curriculum, gaat veel tijd en aandacht zitten in de voorbereiding van de implementatie van het nieuwe landelijke opleidingsplan (LOP). Dit vergt niet alleen veel extra overleg met alle docenten lokaal, maar ook deelname aan alle werkgroepen. Het hele team is er op enigerlei wijze bij betrokken. Plaatsvervangend hoofd Nancy Lenaerts heeft zich opgeworpen als LEGO Master om zo de visualisatie van het nieuwe curriculum te bouwen. Zij schrijft hierover ook een artikel in dit katern. Ontspanning Na de drukke start waren er eind september ook ontspanningsactiviteiten. Een ervan was de congresreis naar Finland voor opleiders. Edith Meijers van De Zorggroep doet hiervan verslag. Het andere was de tweede diplomauitreiking van Specialisten Ouderengeneeskunde. Dit keer waren dat Katerina Skarlatou en Joey Jansen van de allereerste lichting, als ook Yvonne Soethoudt en Esther Jacobs, twee voormalig internisten. Laatstgenoemden deden twee jaar over hun opleiding tot SO. De uitreiking was opnieuw in het sfeervolle koetshuis van kasteel Rijckholt. In maart 2024 is de derde diplomauitreiking. Kwaliteitsbeleid Ouderengeneeskunde heeft een vergelijkbaar landelijk kwaliteitssysteem, METIS geheten, als de Huisartsopleiding. In 2023 diende er op 3 van de 5 domeinen door de opleiding een zelfreflectie aangeleverd te worden. Daarnaast proberen wij als jonge opleiding steeds meer processen te beschrijven en vast te leggen. Binnen het geheel van de Vakgroep heeft de opleiding vier speerpunten voor 2024 benoemd: 1. Interprofessioneel opleiden 2. METIS 3. Docentprofessionalisering 4. Nieuwe LOP Samen In het kader van het eerste speerpunt hebben we deze keer een dubbelinterview met de hoofden van beide vervolgopleidingen. Zij laten hun gedachten gaan over de samenwerking nu en de mogelijkheden in de toekomst. Kerstreces In de kerstperiode is er twee weken geen onderwijs. Begin 2024 komt ook de nieuwe wervingsronde voor de start in september 2024 in beeld. Vanaf half februari 2024 kan er weer gesolliciteerd worden voor een opleidingsplek. Om de werving te ondersteunen, doen we weer mee aan tal van promotieactiviteiten. Een leuk nieuw evenement dit keer is een filmavond ‘Human Forever’ in Maastricht die gratis toegankelijk is voor studenten geneeskunde, basisartsen en aios Ouderengeneeskunde. 20

3de uitgave 2023 Missie SO dichtbij DOOR CHARLOTTE COOPMANS, DERDEJAARS AIOS OUDERENGENEESKUNDE Op de vrijdagen ben ik nu vaak niet in Maastricht maar in Utrecht te vinden. Met een clubje aios rijden of treinen we, mits het reisadvies niet komt te vervallen, naar de leiderschapscursus. We verdiepen ons in de Missie & Visie van de zorginstellingen waarvoor we momenteel werken. We duiken in begrotingen, beleidsplannen, jaarplannen en kwaliteitskaders. We leren over termen die voor managers dagelijkse kost zijn, zoals stakeholdersanalyses en kritische succesfactoren. We komen in aanraking met ‘rattenstreken’ en ‘papieren tijgers’ en leren onderhandelen. Hè?! Hoort dit er ook allemaal bij als ik klaar ben? Poeh, er gaan allerlei wieltjes ratelen in mijn bovenkamer. Wel leuk hoor! Want nu het einde van de opleiding nadert, poppen er heel wat vragen bij mij op: Wat is eigenlijk mijn missie? Wie wil ik zijn als SO? Waarvoor sta ik? Wat doe ik? En misschien nog wel de belangrijkste: waarom? In de zomermaanden heb ik in de eerstelijn mogen werken voor een keuzestage. Wat een dankbaar werk is dat! Mijn ogen glinsteren terwijl ik dit schrijf. Ligt daar dan mijn missie? Ik krijg er enorm veel energie van om te mogen meedenken over hoe het leven van kwetsbare ouderen in hun thuissituatie zo fijn mogelijk te maken. Ieder mens heeft zijn eigen verhaal en om daarin te duiken, in te zetten op wat voor iemand belangrijk is, op wat wèl kan en welke hulp eventueel nodig is bij wat er moeizaam gaat, GE-WEL-DIG. Het contact zoeken met huisartsen, samen te sparren over wat er op hun bordje komt en hoe wij daar als SO in kunnen ondersteunen, samen de zorg dragen voor deze steeds groter en complexer wordende groep met alle hulp die er te halen valt in de wijk. En dat niet alleen door consulten of MDO’s, maar ook door op te volgen en te triageren aan huis in welke zorg het beste passend is als het echt even niet meer gaat. Er ligt zoveel werk en er zijn gelukkig ook steeds meer SO’s en organisaties die dat zien. Ik las deze week dat de overheid hierover een reisadvies voor ‘Oud en zelfstandig in 2030’ heeft geformuleerd. Een mooie missie, maar nog weinig concreet. Terug naar de leiderschapscursus… Een idee voor de eindopdracht is geboren; een eerstelijnspraktijk opzetten in de wijk. Met een groepje enthousiaste mede-aios uit het land gaan we aan de slag met een ondernemingsplan, we gaan ons eigen reisadvies maken. Een concreet plan waarbij eenvoud en samenwerking voorop komen te staan, zonder ‘tijgers’ of ‘krokodillen’ of hoe je ze ook wilt noemen. Ja, mijn missie voor het komende jaar heb ik gevonden; de eerste lijn in. Ik ga glitters en bitters tegenkomen, zoals een van mijn opleiders het zo mooi zegt, op mijn reis ernaartoe. Maar deze SO in wording is in ieder geval onderweg om dichtbij te komen en laat dit reisadvies niet vervallen. Meerdaagse Nascholing Ouderengeneeskunde 2.0 Van 3 tot en met 5 april 2024 Thema’s: algemene ontwikkelingen, de (kwetsbare) oudere patiënt in een acute situatie, neurologie en psychiatrie, palliatieve zorg en nadenken over het levenseinde, cardiologie, diabetes, passende farmacotherapie bij ouderen en oogheelkunde. Voor aios geldt een gereduceerd tarief. Informatie en aanmelden: www.huygensacademy.nl/maastricht-3-daags-congres 21 op één lijn 74

op één lijn 74 3de uitgave 2023 Dubbelinterview hoofden Huisartsopleiding en Ouderengeneeskunde ‘‘We doen al veel meer dan nu zichtbaar is’’ DOOR BABETTE DOORN, REDACTIE In oktober 19741 startte de allereerste groep huisartsen in opleiding in Maastricht. Ruim 40 jaar later, in september 2020, startte de allereerste groep aios van de opleiding Ouderengeneeskunde Maastricht. De lang gekoesterde wens van hoogleraar en Specialist Ouderengeneeskunde Jos Schols2 om een eigen opleiding in Maastricht te hebben, ging hiermee in vervulling. Hoofden In 2020 begonnen twee nieuwe hoofden in Maastricht: Matthijs Limpens als hoofd van de huisartsopleiding en Mariëlle van der Velden-Daamen als hoofd van de opleiding Ouderengeneeskunde. We zouden bijna vergeten dat die start midden in de coronatijd ontstond, niet ideaal om een goede band met je staf en aios op te bouwen. Van meet af aan, al in de oprichtingsfase van de Ouderengeneeskunde in 2019, hadden zij goed onderling contact en dat is, tot op de dag van vandaag, zo gebleven. Ze zien elkaar geregeld op de terugkomdag van de ouderengeneeskunde (vrijdag) en op dinsdag, als ook de jaar 3 aios huisartsgeneeskunde hun onderwijsdag hebben. Interprofessioneel samenwerken is niet nieuw, maar interprofessioneel opleiden, dat is andere koek. Vandaar dat de hoofden de redactie van ‘Op één lijn’ vroegen om een interview. De inzet is om een brede dialoog tussen de vervolgopleidingen te starten om ‘interprofessioneel opleiden’ meer te belichten. Als een soort feuilleton. We starten deze editie met de hoofden. Daarna komen respectievelijk docenten, opleiders en aios aan het woord. Wat gebeurt er al? De titel van het artikel viel al snel. Graag willen we daarom meer zichtbaar maken wat er al gebeurt of gebeurd is. In de oprichting- en startfase van de opleiding Ouderengeneeskunde is goed gebruik gemaakt van de aanwezige expertise en tijd van ondersteunende medewerkers van de huisartsopleiding; ook maken we deels gebruik van dezelfde supervisoren. Beide opleidingen hebben dezelfde coördinator bedrijfsvoering. Er is een gezamenlijk studielandschap (de ‘bieb’) in het gebouw DEB1 en we delen kantines. Accreditatie van opleidingsactiviteiten gebeurt identiek en afdelingsbreed. 1 https://onlinetouch.nl/huisartsgeneeskundemaastricht/op-een-lijn50?html=true#/30/ 2 Jos Schols promoveerde in 2000 op de samenwerking tussen de verpleeghuisarts en de huisarts 22 We maken gebruik van dezelfde softwaresystemen, deels lokaal, deels landelijk. We gebruiken dezelfde onderwijsruimtes, zij het veelal op andere dagen. De andere onderwijsdag, die voor jaar 3 van de Ouderengeneeskunde, is destijds bewust op een dinsdag of woensdag gepland gezien de thema’s (Competentie Plus en Eerste Lijn), met het idee om meer samen met de Huisartsopleiding te doen. Helaas leidt deze keuze tot een logistiek knelpunt: er is te weinig fysieke ruimte op DEB1 en in de roosters van de vervolgopleidingen. GW-docenten van de Huisartsopleiding worden soms geconsulteerd over zaken als STARR-selectie of didactische vaardigheden. Beide opleidingen maken gebruik van de Landelijke Educatie Docenten (LED). Ervaren docenten van de Huisartsopleiding zijn buddy of supervisor van docenten van de Ouderengeneeskunde. Naast mijn redactiewerk voor ‘Op één Lijn’ en andere rollen, werk ik zelf ook twee dagen per week voor de opleiding Ouderengeneeskunde, primair in de rol van kwaliteitscoördinator. Landelijk zien we dat de koepel van de Ouderengeneeskunde (SOON) deels ‘meelift’ op voorzieningen van de veel grotere koepelorganisatie Huisartsopleiding Nederland. De landelijke kwaliteitssystemen van beide organisaties zijn recent vernieuwd en hebben nu dezelfde domeinen. Beide opleidingen krijgen in 2024 te maken met de invoering van een nieuw Landelijk Opleidings Plan. Verder hanteren we dezelfde selectiemethode voor de sollicitaties. Soms verloopt de samenwerking via de lijn van de Ouderengeneeskunde. Zo werd de onafhankelijke vertrouwenspersoon van het MUMC+ bereid gevonden om ook de vertrouwenspersoon van de opleiding Ouderengeneeskunde te worden, om vervolgens ook de vertrouwenspersoon van de Huisartsopleiding te worden. Hoofdenoverleg De hoofden overleggen eens per 6 weken informeel. Daarin bespreken zij landelijke zaken vanuit de koepels, zoals ICT- en organisatie, wordt relevante informatie gedeeld, maar ook wordt besproken hoe om te gaan met ingewikkelde casus. Beide opleidingen vallen formeel onder de vakgroep Huisartsgeneeskunde; daar sluiten beiden aan bij de formele overlegstructuur. Op de vraag of de naam van de vakgroep de hele lading dekt, zijn de hoofden duidelijk. ‘Het begint niet met de naam’, het begint met uitstraling en positionering. Vanuit de inhoud kijken zij verder. Wel is er nog behoefte om meer

te weten van elkaar, wie is inhoudelijk waar mee bezig? Dat algemene overzicht is er nu niet, het gaat via via. Belangrijke onderdelen uit nieuwsbrieven zouden we ook nog breder kunnen uitwisselen. Samen opleiden De houtkoolschets van het specialistenlandschap 2035 van de KNMG, schetst een horizon voor over 10 jaar. Wat willen we tot die tijd anders doen? Interprofessioneel opleiden vraagt om ‘omdenken’ aldus Mariëlle van der Velden. Dat kan een kleinere opleiding zoals de Ouderengeneeskunde vaak sneller, gezien de kleinere aantallen aios. Matthijs Limpens benoemt het feit dat zij ook nog eens op twee locaties zitten, in Eindhoven en Maastricht. Extra geld voor interprofessioneel opleiden is er niet. Soms zijn er projecten, maar als het gaat om brede implementatie, dan stopt het, zelfs als de pilot succesvol was. Veranderingen gaan moeizaam en regelgeving is stroperig. Intern zouden we nog veel voor elkaar kunnen krijgen, denk aan logistiek en mensen, maar als we kijken naar de RGS en naar Discipline Overstijgend Opleiden (DOO) binnen het UMC, dan zitten daar ook nog schotten in het Maastrichtse. Naast logistiek zijn regelgeving en geld dus de grootste struikelblokken. Wat kan er wel? In het praktijkleren liggen de grootste kansen. Dáár zouden we de aios al wat meer naar elkaar kunnen sturen, dat ze elkaar weten te vinden. Zo zouden meer huisartsen in opleiding eerder kunnen denken aan het raadplegen van aios Ouderengeneeskunde. Nu zitten daar soms nog blinde vlekken. In jaar 3 van de huisartsopleiding krijgen aios een adoptiepatiënt3, dat is een verdiepingsopdracht rondom de complexe patiënt. Zij zouden dan een derdejaars aios van de Ouderengeneeskunde kunnen consulteren. Nu raadplegen zij soms eerder een neuroloog en dat is een gemiste kans, een blinde vlek. In jaar 3 van de ouderengeneeskunde zijn er ook modules Eerste Lijn en ambulant. Wat heeft de Ouderengeneeskunde de huisarts nog meer te bieden? Mariëlle noemt wondzorg, problemen met cognitie en gedrag en proactieve zorgplanning. Mariëlle beschrijft de levensloop van een oudere bij wie het thuis niet langer gaat. En dat dan plotsklaps de patiënt cliënt wordt van 3 Zie artikel Anneke van Dijk en Hanneke Hamers elders in dit blad een zorginstelling. Daar krijgt de bewoner een vreemde zorgverlener, de SO in plaats van de huisarts. De huisarts komt niet meer. Dat is raar en onwenselijk, aldus Mariëlle. Je kan al veel eerder de SO introduceren om met de huisarts mee te kijken en te consulteren, opnames voorkomen en leren van elkaar. Vooral bij huisbezoeken heeft dit enorme meerwaarde. De huisarts heeft veel meer weet van de achtergrond en context van de patiënt en het zou jammer zijn als dit verdwijnt na een opname in een verpleeghuis. Werken vanuit wijken, dat zou goed zijn. En omgekeerd kan de SO ook andere zaken van een huisarts leren. ‘Zoals doen wat nodig is en niet meer dan dat’. Dat ziet Mariëlle als een positief leerpunt voor de SO. Soms geldt: ‘Less is more’, moeten we allemaal wel doen wat er kan, moeten we wel willen verwijzen? Liggen er kansen in het nieuwe LOP? Voor de Ouderengeneeskunde is het nieuwe LOP een grote ommezwaai.4 Voor de Huisartsopleiding in Maastricht betekent het weinig verandering; zij leiden al op conform het nieuwe LOP. Wellicht liggen er kansen in de periode die nu nog zomerreces heet bij de Ouderengeneeskunde, maar die bij de Huisartsopleiding wordt gevoed door de wensen van aios. Beide hoofden zijn het erover eens dat je na drie jaar opleiding niet klaar bent. Je blijft je leven lang leren, dat is veel meer dan je (eenmalig) kwalificeren. Matthijs benoemt dat het gaat om ‘Verantwoord vertrouwen in wederzijdse zichtbaarheid’. Samen zouden we opnieuw kunnen kijken naar docentprofessionalisering over en weer. Binnen de Vakgroep, maar ook discipline overstijgend binnen het MUMC+. Ook daar wordt nog meer aansluiting gezocht en vanuit de organisaties UM en MUMC+ wordt de bestuurlijke samenwerking ook opnieuw verkend. In Maastricht zijn de Huisartsopleiding en de opleiding Ouderengeneeskunde geen onderdeel van het UMC, dit in tegenstelling tot alle andere UMC’s waar dat wel het geval is. Vervolg? De hoofden hebben hun licht laten schijnen op het thema Interprofessioneel Opleiden. De intentie is er absoluut om dit verder uit te dragen en betrokkenen mee te krijgen en uit te dagen om mee te denken. De volgende keer nodigen we docenten uit om het gesprek hierover met ons aan te gaan. Wie wil/durft? 4 Zie elders het artikel van Nancy Lenaerts, plaatsvervangend hoofd 23 op één lijn 74

op één lijn 74 3de uitgave 2023 Verslag congresreis Ouderengeneeskunde Helsinki ‘Healthy Ageing in the Changing World’ DOOR EDITH MEIJERS, SO-OPLEIDER DE ZORGGROEP ROERMOND Van 19 tot 23 september jl. waren wij, samen met 50 collega’s uit het land, veelal opleiders maar ook enkele medewerkers van de opleidingen tot Specialist Ouderengeneeskunde, op het jaarlijkse congres van de European Geriatric Medicine Society in Helsinki. Doordat reis en verblijf geregeld waren door de SBOH en vrijwel iedereen met hetzelfde vliegtuig vanaf Schiphol naar Helsinki vertrok, ontstond er al snel een groepsgevoel. Er was volop gelegenheid om elkaar als Nederlandse opleiders informeel te ontmoeten. Hierdoor leerden we de collega’s uit de eigen regio beter kennen, maar ontmoetten we ook opleiders uit andere delen van het land met wie we ervaringen konden uitwisselen. Op dinsdagavond, nadat we allemaal geïnstalleerd waren in onze kamers in het Folkshotel, een oud opgeknapt industrieel pand, was er tijdens het diner gelegenheid om nader kennis te maken, waarbij gebruik gemaakt kon worden van speciale kaartjes met vragen voor elkaar. De volgende dag ging om 13.00 uur het congres van start waardoor we in de ochtend tijd hadden voor een eerste verkenning van de highlights van Helsinki. Ieder ging op eigen gelegenheid, al dan niet in groepjes, de stad in. Het vervoer per tram verliep vlot en zo bezochten we, met een prachtig zonnetje erbij, zowel de Lutherse als de Russisch-Orthodoxe Kerk, beiden gelegen in het centrum aan de baai en leerden we zo wat over de geschiedenis van Helsinki en Finland. ‘s Middags gingen we naar het congrescentrum. Het thema van het congres was ‘Healthy Ageing in the Changing World’. Gedurende 3 dagen werden in acht verschillende zalen tegelijkertijd sessies gehouden over zeer diverse onderwerpen. Dit leidde soms tot keuzestress, maar als de lezing tegenviel, dan was het geen probleem om te wisselen van zaal. Over het algemeen viel mij het niveau van de lezingen een beetje tegen. Wij kregen vaak het gevoel dat wat er gepresenteerd werd voor ons oud nieuws was en dat we het in Nederland lang niet slecht doen. Bijvoorbeeld over preventie van cognitieve achteruitgang bij mensen met dementie, waarbij het belang van interventies op verschillende domeinen benadrukt werd. Of over deprescribing of de beste aanpak voor ouderen met een heupfractuur in het ziekenhuis: ook hier geen verrassende inzichten. Inspirerend waren de lezingen onder de titel ‘Communitybased management of older people, where do we stand? Hiervan is vooral het verhaal van een Belgische collega die pleitte voor een andere waardering van de oudere medemens en de rol die zij kunnen hebben in de gemeenschap me bij gebleven. We moeten af van de stigma’s ‘Oud is lastig, ziek, nutteloos en of duur’. Onder andere het blijven betrekken van ouderen bij de maatschappij, voorkomen van eenzaamheid en activiteiten wijkgericht aanbieden, werken preventief en kunnen opname in zorginstellingen uitstellen en/of voorkomen. De lezing van Hanna Willems, getiteld ‘Euthanasia and assisted suicide in older persons: the Dutch experience’ vond ik een indrukwekkend, genuanceerd en afgewogen verhaal. Vooral interessant was de levendige discussie na afloop, waarbij weer eens bleek dat Nederland hierin vooroploopt, maar ook dat was wel al bekend. Tot slot van deze samenvatting wil ik nog de leuke workshop ‘Silly Walks’ vermelden, waarbij drie collega’s uit GrootBrittannië, Duitsland en Frankrijk samen een interactieve en leerzame lezing hielden, met filmpjes en vragen over afwijkende looppatronen. Natuurlijk was er nog veel meer te zien (postersessies) en te horen (bijvoorbeeld onze ‘eigen’ Jos Schols over decubitus), maar dat voert te ver om hier allemaal te bespreken. Naast alle lezingen en presentaties in wisselend verstaanbaar Engels, vond ik ook de interactie met de Nederlandse collegaopleiders tijdens de vrije momenten, avonden, etentjes etc. heel inspirerend en gezellig. Op de terugweg werden al plannen gemaakt voor een ‘eigen’ symposium voor en door collega’s die werken in de ouderenzorg/long term care (dus buiten het ziekenhuis), met focus op hoe de ouderenzorg door heel Europa is georganiseerd en wat we van elkaar kunnen leren met het oog op de toenemende aantallen ouderen die in de toekomst zorg nodig hebben. 24

Uit het hoofd Hebben wij dat lef? DOOR INGRID VAN DER HEIJDEN, ADJUNCT-HOOFD HUISARTSOPLEIDING MAASTRICHT Terwijl ik dit stukje schrijf, zijn de resultaten van de sollicitatieronde voor de start van de huisartsopleiding in maart 2024 nog niet bekend. De verwachting is dat er landelijk ongeveer evenveel aios kunnen gaan starten als de vorige keer. We hebben het in Maastricht en Eindhoven deze ronde gelukkig goed gedaan. Dat is natuurlijk mooi. Tegelijkertijd zou het nog beter zijn als we meer groei kunnen realiseren. We staan namelijk samen voor de opgave om meer huisartsen op te leiden om te kunnen voldoen aan de toekomstige zorgvraag. De SBOH en opleidingsinstellingen buiten het ziekenhuis zijn daarom een campagne gestart om meer artsen enthousiast te maken voor een vervolgopleiding buiten het ziekenhuis: ‘Heb jij het lef...?’1 1 www.nextleveldokter.nl Het is nog onduidelijk waarom een groot aantal basisartsen zich in de afgelopen jaren niet heeft aangemeld voor een vervolgopleiding. Dit was aanleiding voor het Capaciteitsorgaan om een onderzoek te doen naar hun beweegredenen en naar factoren die de keuze voor een vervolgopleiding binnen of buiten het ziekenhuis bepalen. De resultaten van dit onderzoek worden in het voorjaar van 2024 verwacht. Lianne Mulder onderzocht al welke factoren een rol spelen bij de zogenaamde ‘leaky pipeline’.2 Hiermee wordt de uitval van talentvolle studenten bedoeld gedurende het traject van middelbare school naar de medische vervolgopleiding. De huidige groep medisch specialisten in Nederland is geen representatieve afspiegeling van onze samenleving. Voor artsen uit cluster 1 - waaronder huisartsen in Word huisarts! Solliciteer vóór 1 februari 2024! We zoeken 48 AIOS Start 1 september 2024 in Maastricht (24) én Eindhoven (24) Scan de QR-code of bel voor informatie 06-41144460 opleiding - geldt dat er in vergelijking met andere medische vervolgopleidingen meer vrouwelijke artsen zijn (60.1% versus 46.8%) [p < 0.00001] en meer artsen zonder migratieachtergrond (83.2% versus 79.0% in overige medische vervolgopleidingen). Ook is er een overrepresentatie van artsen met ouders uit een hogere sociaaleconomische klasse. Mogelijk dat similarity bias een rol speelt bij de (zelf)selectie. Jammer, want aangetoond is, dat een grotere mate van diversiteit juist bijdraagt aan betere zorg. Casper van Koppenhagen ging in zijn podcast over geluk, diversiteit en inclusie in gesprek met onderzoeksjournalist Joris Luyendijk, auteur van ‘De zeven vinkjes’.3 Zij spraken over wat je misloopt aan invalshoeken wanneer je zo ontzettend lijkt op de mensen met wie je werkt. Ze bespraken ook hoe je als bevoorrecht persoon kan bijdragen om een inclusievere werkvloer te krijgen: neem een ‘lagere vinker’ op sleeptouw en licht de sociale code toe. Graag wil ik iedereen die bij de huisartsopleiding betrokken is uitdagen: hebben wij dat lef? 2 Diversity in the pathway from medical student to specialist in the Netherlands: a retrospective cohort study. Mulder, L., Wouters, A., Akwiwu, E. U., Koster, A. S., Ravesloot, J. H., Peerdeman, S. M., Salih, M., Croiset, G. & Kusurkar, R. A., 1 Dec 2023, In: The Lancet Regional Health - Europe. 35, 100749. 3 Casper van Koppenhagen. KopCast Over geluk, diversiteit en inclusive. Deel 1. In gesprek met Joris Luyendijk. 25 op één lijn 74

op één lijn 74 3de uitgave 2023 Naar InterCompetente huisartsenzorg De adoptiepatiënt in jaar 3 DOOR ANNEKE VAN DIJK, UNIVERSITAIR DOCENT & HANNEKE HAMERS, ADJUNCT-HOOFD HUISARTSOPLEIDING Sinds een paar jaar kennen we als huisartsgeneeskunde de nieuwe vierde kernwaarde ‘gezamenlijk’. Het belang van deze kernwaarde blijkt uit de toenemende druk op de huisartsenzorg en de complexiteit van de ouderenzorg. Het dwingt huisartsen om goed samen te werken met de andere collega’s in het zorg- en welzijnsdomein. In de praktijk is dat niet zo eenvoudig. Hoe leren onze aios deze competentie als interprofessioneel samenwerker eigenlijk? Welke leerervaringen bieden we hen aan in de opleiding? Dankzij het innovatiefonds van het SBOH en samen met de opleidingen in Nijmegen en Groningen, geven we als huisartsopleiding Maastricht sinds kort concreet vorm aan het leren interprofessioneel samenwerken. We zijn actief betrokken bij het project InterCompetent. Kartrekker is aioto Wesley Giorgi, die de opleiding tot huisarts combineert met deze functie als onderzoeker en ontwikkelaar van het onderwijsprogramma. Er was vanuit onze huisartsopleiding een belangrijke voorwaarde: we wilden het aantal opdrachten voor aios niet verder uitbreiden. Er was wat ons betreft wel ruimte om het bestaande onderwijsaanbod te verrijken met aandacht voor interprofessioneel samenwerken. Aangezien de complexe chronische zorg in het derde jaar centraal staat, is er aansluiting gezocht bij dit programma. In jaar 3 ‘adopteren’ onze aios enkele patiënten om gedurende een Sister in arms ‘Sisters in arms is geschreven in eerste instantie als verwerkingsproces. Het geeft een persoonlijke kijk op de balans tussen vrouw, arts en militair zijn en de impact van suïcide op het dagelijks leven. Elize Rozema, de hoofdpersoon, leert binnen de marine de ware betekenis van het vrouw zijn en hoe zij zich staande kan houden in een mannenwereld. Zij wordt voortdurend heen en weer getrokken naar de spreekkamer, bij haar patiënten, de zee- met de onweerstaanbare roep naar avontuur- en haar familie die haar zo hard nodig heeft. Gelukkig kan ze terugvallen op de steun van haar vriendinnen, haar sisters in arms. Zij helpen in de strijd het rouwproces onder ogen te zien, maar toch ook te lachen zowel in uniform als daarbuiten’. Valerie Fijen, alumnus 26 Het boek is hier te bestellen: https://uitgeverijkompas.nl/product/sisters-in-arms/ jaar te volgen. Een unieke kans om hier ook breder te kijken naar het zorgnetwerk van deze patiënten met een complexe zorgvraag en vaak diverse hulpverleners. Het programma voor interprofessioneel leren en samenwerken heeft Wesley samengesteld op basis van groepsgesprekken met een aios, opleider en een zorgprofessional uit de praktijk. De focus ligt op het werkplekleren, want juist in de praktijk wordt het belang van samenwerking gevoeld en kan de aios gaan oefenen. Er worden hele concrete handreikingen aangeboden, waaruit iedere aios zelf kan kiezen. De aios kan bijvoorbeeld eenvoudig een sociale kaart maken en uitprinten, er is een handreiking voor het leren kennen van andere zorgprofessionals en voor een reflectie op samenwerking tijdens een leergesprek. Om dit alles goed in te bedden in het curriculum, wordt er op drie momenten aandacht aan besteed tijdens de terugkomdagen. Om het voor iedereen beschikbaar te maken, heeft Wesley met hulp van een student van de opleiding Multimedia en Design een prachtige website gemaakt. Kijk maar eens op www.intercompetent.com en laat je verrassen. We zijn dit programma als opleiding nu aan het uitproberen en evalueren. Vooralsnog mogen we trots zijn op het resultaat en zijn we benieuwd naar de ervaringen. Deze samenwerking tussen onderzoek en de opleiding(en) is in elk geval geslaagd!

op één lijn 74 3de uitgave 2023 Equilibre Een duurzame reis is belangrijker dan een verspillende bestemming DOOR ELSJE KUIJPER, OPLEIDERSCOÖRDINATOR Wat kunnen wij als huisartsen doen om het klimaat te veranderen? Tijdens groep vier op de lagere school hield ik een spreekbeurt over zure regen. Daarmee was het zaadje voor mijn activisme voor wat betreft het klimaat geplant. In mijn leven ben ik steeds zoekende geweest naar wat ik kan doen om mijn footprint beheersbaar te houden. Dat ging met vallen en opstaan en ik ben zeker geen heilige Madonna geweest. Ook ik heb heel wat CO2 uitgestoten door te vliegen, door voor een jarendertigwoning te kiezen en door kinderen te krijgen (gelukkig heb ik er maar twee). Toen duidelijk werd dat ook ik als huisarts wel degelijk invloed zou kunnen uitoefenen op het milieu, kwam dat kleine activistische Elsje weer boven drijven. Zouden huisartsen iets aan het klimaat kunnen veranderen en zo ja, hoe dan? We zijn al zo druk en waar moeten we dan beginnen? Net toen ik me dat ging afvragen, werden er docenten gezocht om het thema duurzaamheid bij de aios onder de aandacht te brengen. Samen met Margarita Vossen en Simone Jaarsma hebben we een themadag over duurzaamheid georganiseerd. Het was een succes en zo’n themadag smaakt naar meer. Er blijkt genoeg te doen aan duurzaamheid als huisarts. Dit wilden we dan ook graag aan de opleiders laten weten. Zo gezegd, zo gedaan; de themadag ‘duurzaamheid’ voor opleiders werd op 14 en 16 november een feit. De dag startte met een presentatie van Margarita, zij was net terug uit Amsterdam waar ze had meegedaan aan de Klimaatmars. Margarita heeft ons meegenomen in een inspirerende presentatie over ‘Planetary health’. Ze startte met een aantal pittige stellingen zoals; mogen duurzaamheidsmaatregelen ten koste gaan van de kwaliteit van zorg voor een individu? Een stelling die veel discussie opleverde en waar we nog lang over kunnen doorpraten. We hebben niet alleen onze boosheid, twijfel of machteloosheid over het klimaat besproken, maar ook onze strijdlust en hoop mogen uitspreken. Want hoop is er zeker: als huisarts kunnen we een grote rol spelen bij het keren van het tij. Kijk alleen maar naar alle bewegingen die zijn voort gekomen uit ons dokters activisme: de groene huisarts, de klimaat dokter, de duurzame dokter, de LOVAH-duurzaamheidscommissie en de regionale Green Teams. Na de presentatie van Margarita was het tijd voor een frisse neus. Ondanks het slechte weer op die dag, weerhield dit de opleiders er niet van om te genieten van de mooie natuur die Urmond te bieden heeft. De opleiders hebben in teams, tijdens een inspirerende wandeling, een aantal vragen besproken over duurzaamheid in de huisartspraktijk. Onder de titel ‘people profit piraten’, ‘de afvalracers’ of ‘de medicijnmaniakken’ gingen de opleiders op pad. Zij bespraken thema’s zoals vervoer, medicatie en materiaalgebruik en hoe hierbij duurzamer te handelen. Daarnaast mochten ze ook iets ludieks bedenken: een liedje, gedicht, foto of een dansje. We hebben enorm veel leuke en humoristische inzendingen gehad. Zoals een prachtig gedicht over de strijdlust na de overstromingen in Limburg, grappige foto’s van huisartsen die een boom planten of de chemische industrie omverduwen, grappige filmpjes van paraplu’s als spiralen en heel veel docenten in maar één taxi. De jury, bestaand uit Heiny Eilkes, Merijn van de Laar, Ylva Onderwater en Felix Punt, voorzagen alle inzendingen op een eigenzinnige en humoristische manier van feedback. De uiteindelijke winnaars gingen met een boek uit de kringloopwinkel naar huis. Gedicht: Het water staat de Limburgse huisartsen aan de lippen... Dit uitzichtloze onderwerp wil ik liever skippen... Na een groene lezing en een inspiratie-loop, Ik draag mijn steen bij, Ik heb weer hoop(!) De middag werd nuttig besteed doordat de opleiders in hun eigen groepen mochten nadenken over hoe ze het onderwerp duurzaamheid in het leergesprek aan bod laten komen. Er werden briefjes met groene ideeën aan een waslijn gespannen, de opleiders kregen een kijkje in elkaars prullenbakken en er werden vooral veel tips gegeven over hoe nu verder met duurzaamheid in de praktijk. Alle handige tips en adviezen zijn verzameld en samengevat in het document ‘de groene opleider’. Dit document is ook te vinden op de digitale leeromgeving Canvas (alleen voor stafleden). Opleiders kunnen de QR-code boven het artikel gebruiken. Na deze enerverende dag, die behoorlijk wat nieuwe informatie over duurzaamheid opleverde, is mijn activistische houding uit groep vier verder aangewakkerd. Ik heb nog meer nieuwe ideeën over hoe ik duurzamer zou willen zijn in de praktijk en hoe ik dit zou willen oppakken samen met onze aios. Ik hoop ook, dat bij de opleiders een duurzaam LEDlampje is aan gegaan en het thema bij veel leergesprekken besproken gaat worden. En ik heb al gehoord dat er een aantal aios een leergesprek over duurzaamheid heeft gehad. Als wij als huisartsen namelijk veranderen, dan hoeft het klimaat dat niet te doen. 27 Scan mij!

op één lijn 74 3de uitgave 2023 AIOS-dag Positieve Gezondheid DOOR DAVÍD VAN EERD, LOVAH Op 6 oktober vond in Kasteel Limbricht de jaarlijkse AIOSdag plaats met als thema ‘Positieve Gezondheid’. De dag begon met een introductie van het concept Positieve Gezondheid, waarna de AIOS werden uitgenodigd om het “spinnenweb” in te vullen en daarmee een blik op alle facetten van hun eigen gezondheid te werpen. Vervolgens kwamen er inspirerende sprekers uit huisartspraktijken in Limburg langs die positieve gezondheid geïmplementeerd hebben in hun praktijk en goed lieten zien wat dit voor zowel patiënten als het team in de praktijk kan opleveren. Om iedereen bij de les te houden verzorgde UM-sport tussen de lezingen twee korte ‘energizers’ op muziek, waarmee zowel lijf als geest weer aangescherpt werden. Na de lunch volgde een interactieve lezing over de toepassing van positieve gezondheid in achterstandswijken, waarna de dag werd afgesloten met een workshopronde waarin de AIOS konden kiezen tussen een wandeling in de natuur, een workshop beweging in theorie en praktijk door fysiotherapeuten van het MUMC+ Beweeghuis of een Mindfulness sessie met ademhalingstechnieken. Al met al een gevarieerde dag waarin AIOS geïnspireerd en uitgedaagd werden om ‘het andere gesprek’ te gaan voeren in de spreekkamer. Made in Maastricht Datum: 5 september 2023. Bovenste rij v.l.n.r.: Lotte Ewalds, Stijn Duijn, Carla Rohde, Claire Leenarts, Daniëlle Roosen Onderste rij v.l.n.r.: Lucinda Coumans, Isa Zuijderduijn, Anne-Sophie Bom, Britt van Spaendonk 28

3de uitgave 2023 Made in Eindhoven Datum: 5 september 2023. V.l.n.r.: Shireen Post, Renske Stadt, Anne Duijmelinck, Robbert Maatman, Birgit van Gerwen, Marije de Hoop, Sanne Krielaart, Ashwin Wenmakers, Imke Engelbertink Datum: 12 september 2023. V.l.n.r.: Wieke Pijnenburg, Michelle Florijn, Femke Janssen, Ellen Gubbels, Mandy Gommans, Anne Gerritsen, Niki Peltzer, Meike Westra 29 op één lijn 74

op één lijn 74 3de uitgave 2023 Waarom en wanneer kiezen studenten voor Huisartsgeneeskunde? Blootstelling helpt ONDERZOEK Deze infographic is een samenvatting van een cross-sectioneel onderzoek uit 2020-2021 op de Erasmus Universiteit Rotterdam onder geneeskundestudenten om hun perceptie van de huisartsgeneeskunde in 3 verschillende stadia van hun studie te evalueren. Pols DH, Kamps A, Runhaar J, Elshout G, Van Halewijn KF, Bindels P, et al. Medical students' perception of general practice: a cross-sectional survey. BMC Medical Education 2023;23:103. DOI: 10.1186/s12909-023-04064-z. OPVATTINGEN Weinig studenten vinden dat een huisarts een hoge status heeft binnen de medische professie Een huisarts heeft... ... een hoge status binnen de medische professie ... een hoge sociale status ... een essentiële rol binnen de Nederlandse maatschappij Eens 92% – 97%* Gemiddeld responspercentage 77% Het aantal studenten met een migratieachtergrond in dit onderzoek was relatief hoog 31,2 % * INTERESSE TIJDENS OPLEIDING Eerstejaars bachelorstudenten n = 340 De studie bestaat uit: 3 jaar bachelor 3 jaar master 28,5% De interesse in huisartsgeneeskunde neemt toe naarmate de studie vordert Van bachelor naar master zie je een stijgende lijn 71,5% 29,4% 70,6% 26,7% 73,3% mediane leeftijd 18 jaar Derdejaars bachelorstudenten n = 231 mediane leeftijd 20 jaar Derdejaars masterstudenten n = 210 mediane leeftijd 25 jaar 10% – 14%* Eens Deze opvattingen verschillen niet significant tussen de studiejaren Range van percentages van de 3 onderzochte studiejaren (bachelor jaar 1, bachelor jaar 3 en master jaar 3) Eens 52% – 55%* Overweegt huisarts te worden: 22% Overweegt huisarts te worden: 34% Overweegt huisarts te worden: 71% IMPACT OP MENING Belangrijkste reden voor de toegenomen interesse: Volgens studenten voorziet de huisartsenpraktijk in een prettige werkomgeving De ervaring van studenten in de huisartsenpraktijk tijdens de opleiding had een positieve impact op hun mening over huisartsen Eerstejaars bachelors positiever na ervaring in de huisartsenpraktijk Derdejaars masters positiever na ervaring in de huisartsenpraktijk 59,7 % 87,1 % Ook de colleges van huisartsen over huisartsgeneeskunde hadden een grotere impact op de masterstudenten dan op de bachelorstudenten Eerstejaars bachelors positiever na colleges van huisartsen 32,1 % Informatie van sociale media had weinig impact op de mening van studenten 3,8% Derdejaars bachelors positiever na colleges van huisartsen 33,3 % Derdejaars masters positiever na colleges van huisartsen 48,6 % Door Redactie Huisarts en Wetenschap, gepubliceerd 5 september 2023 30

In de leer Morpheus in de nachtdienst DOOR DAVÍD VAN EERD, DERDEJAARS AIOS HUISARTSOPLEIDING Een zomerse woensdagavond in juli. Vanaf de praktijk rijd ik met gezonde spanning richting de huisartsenpost. Ik begin aan mijn eerste zelfstandige nachtdienst en hoewel ik de afgelopen jaren in ziekenhuis en verpleeghuis wel vaker diensten gedaan heb, voelt dit toch anders. Ik ga hier patiënten zien die meestal nog geen diagnose hebben en vaak zieker zijn dan de patiënten die overdag komen. En dat met minder directe supervisie dan in de tweede lijn. Toch heb ik het gevoel na ruim twee jaar huisartsopleiding genoeg bagage en inschattingsvermogen te hebben. Daarnaast is sparren met een collega natuurlijk altijd mogelijk. Na een aantal kleinere kwalen aan het begin van de dienst wordt het tegen 23.00 uur spannender. Een patiënte met waarschijnlijk een niersteen heeft forse pijn en reageert niet op de eerste stap van de pijnstilling. Met een prik morfine lukt het gelukkig om de pijn onder controle te krijgen, waarna ik haar met een recept en goede instructies huiswaarts kan sturen. In gedachten complimenteer ik naamgever Morpheus, de Griekse god van de Droom, met zijn empathische kwaliteiten. Ik filosofeer wat en beeld me in dat hij haar naar huis vergezelt om daar de zorg over te dragen aan zijn vader Hypnos, God van de Slaap. Net na het vertrek van deze patiënte hoor ik vanuit de fast track kamer hevig gekreun komen. Daar aangekomen lijk ik midden in een bevalling terecht gekomen te zijn, maar de aanwezige patiënte geeft aan vooral last van haar borstkas te hebben. Omdat een gesprek vanwege de pijn nauwelijks mogelijk is, kies ik opnieuw voor morfine, met vrij snel redelijk effect. Het blijkt om een ribkneuzing te gaan in combinatie met hyperventilatie en een stressvolle laatste paar maanden, zonder aanwijzingen voor een ernstige fysieke aandoening. Enkele uren later volgt een man met acute buikpijn, die scheldend van de pijn binnenkomt. Opnieuw roep ik Morpheus erbij, alvorens de man in te sturen naar Chirurgie, omdat ik letterlijk en figuurlijk de vinger er niet op kan leggen. Rond 6 uur wordt het rustig en valt er een deken van vermoeidheid over me heen. In de bureaustoel naast de triagist dommel ik een paar keer weg in een droomloze slaap, tot het einde van de dienst enkel nog onderbroken door een paar korte vragen. Na de dienst kijk ik terug: drie keer morfine in één dienst. Heb ik niet te vlug naar dit sterke middel gegrepen? Anderzijds 31 hadden deze patiënten alle drie flink pijn. Tijdens de nabespreking met mijn opleider besluiten we dat het in al deze situaties een redelijke stap was. In ieder geval heeft het deze nacht voor zowel patiënt als dokter wat rust en comfort gebracht. Het is dat ik niet bijgelovig ben, anders had ik geloofd dat ik tijdens deze eerste zelfstandige nachtdienst van bovenaf wat hulp kreeg. Een onverwachte kampioen De praktijkondersteuner vraagt aan het eind van het ochtendspreekuur of ik nog een plekje heb voor een man van begin 80. Het verhaal vooraf is, dat zijn familie merkt, dat hij wat trager is geworden de laatste tijd. Een vriendelijke tachtiger komt binnen, die aangeeft, dat alles inderdaad wat langzamer gaat, maar dat hij nog goed bij de les is. De anamnese biedt weinig aanknopingspunten en ook het globale neurologisch onderzoek is niet afwijkend. Het verdere gesprek verloopt wat stijfjes en ik weeg samen met de patiënt de vervolgstappen af: nog even afwachten, of toch alvast wat verder onderzoek doen? Zo zouden we kunnen beginnen met een korte geheugentest. We besluiten tot het laatste en omdat ik na het spreekuur nog wat tijd heb, kunnen we deze direct afnemen. De test verloopt vlot en tegen het einde vraag ik hem de gebruikelijke willekeurige Nederlandse zin op te schrijven. Wanneer hij het briefje naar mij toe draait, lees ik een zin die deze MMSE in één keer over de eindstreep duwt. ‘VDP is wereldkampioen’, staat er. Een geanimeerd gesprek over wielrennen volgt, hij heeft zelf tot enkele jaren geleden nog gefietst en blijkt beter op de hoogte van de actuele stand van zaken in de wielerwereld dan de gemiddelde wielerjournalist. Mijn vraagtekens over zijn cognitie zijn als sneeuw voor de zon verdwenen. We besluiten de traagheid nog even aan te zien. Hij geeft aan, dat hij de komende weken eerst weer wat meer gaat wandelen en zich daarna meldt. Opgewekt door de plots ontstane verbinding gaan we uiteen en ik blijf even zitten, verrast door de onverwachte demarrage van de man die zojuist kampioen van mijn spreekuur werd. PS: Mathieu van der Poel werd het voorgaande weekend in Glasgow wereldkampioen op de weg. op één lijn 74

op één lijn 74 3de uitgave 2023 Weten is eten Vreten op Aarde DOOR HENDRIK JAN VUNDERINK, HAB IN RUSTE Theodoor Billroth, weet u nog? Begenadigd 19e-eeuws violist en pianist die goed bevriend raakte met Johannes Brahms. Zo goed zelfs, dat Brahms twee strijkkwartetten aan hem opdroeg, opus 51: Billroth 1 en Billroth 2. Hé, hoor ik u denken: daar rinkelt bij mij een ander belletje. En dat zou best kunnen, want de handen van Billroth waren niet alleen met de strijkstok buitengewoon vaardig, maar ook met het lancet. En zo kennen wij, dokters, hem dan vooral van de twee naar hem genoemde maagoperaties. Ik heb die nog geleerd als veelvuldig ingezette behandeling van recidiverende maagulcera, maar daar is nogal de klad ingekomen na de uitvinding van de h2-histamine blokkeerders en later de protonpompremmers. En niet te vergeten na de ontdekking van de Helicobacter pylori, inclusief eradicatie-adviezen. Onderzoekers van de Chulalongkorn University in Thailand publiceerden in 2022 in het BMJ de resultaten van hun onderzoek, waarbij zij de werking van curcumine vergeleken met die van omeprazol. Beide middelen bleken vrijwel even succesvol, resulterend in een forse pijnreductie! De onderzoekers erkennen overigens wel, dat de studie behoorlijk klein is en ook nog andere beperkingen heeft, zoals de korte interventieperiode en een gebrek aan lange termijn data. Groter, langduriger onderzoek is dan ook nodig, zeggen ze. Toch luidt hun conclusie: ‘Dit onderzoek levert uiterst betrouwbaar bewijs voor de behandeling van bepaalde maagklachten met kurkuma. De nieuwe bevindingen van onze studie rechtvaardigen de overweging om kurkuma als medicijn voor te schrijven’. Kijk, daar kan ik dus wat mee, ook en vooral in de keuken. Want in de Indonesische keuken staat kurkuma bekend als koenjit, een belangrijk ingrediënt bij de bereiding van Nasi Kuning, oftewel feestrijst. Het wordt gemaakt van witte rijst waaraan koenjit wordt toegevoegd en die de rijst warmgeel kleurt. Deze gele kleur staat voor geluk en een nieuw begin. Perfect dus om ergens tijdens Kerst en de jaarwisseling op tafel te zetten! Eens wat anders, met bijkomend voordeel, dat de traditionele maag- en darmbezwaren van begin januari dit keer wellicht erg zullen meevallen. Die protonpompremmers zijn inmiddels in een wat minder gunstig daglicht komen te staan, zeker na de gebleken mogelijke lange-termijn nadelen en de vrije verkrijgbaarheid bij de drogisterijketens. Toch kijken de dames en heren drogisten, met de Kerstdagen in het verschiet, alweer handenwrijvend uit naar hun prazolletjesomzet. Want helaas worden die tegenwoordig vaker gevierd onder het motto ‘vreten op aarde’ dan onder het motto ’vrede op aarde’. Met de bijbehorende overbelasting van het spijsverteringskanaal. Maar gelukkig blijkt er sinds kort evidence te bestaan voor de behandeling van zuurgerelateerde maagpijn door het gebruik van curcumine, bekend als hoofdbestanddeel van de zuidoost Aziatische specerij kurkuma, oftewel geelwortel. 32 Ik heb het recept gehaald uit het beroemde Indische kookboek van Bep Vuyk, maar wat aangepast, zodat de nasi sneller, maar even lekker, uitgeserveerd kan worden. Voor echte feestrijst bouw je een kegel van de rijst die je versiert. De oudste van het gezelschap mag de top eraf scheppen en dan is het feest geopend! Zo’n mooie top heet een tumpeng. Presenteer de nasi kuning feestelijk met wat reepjes omelet, schijfjes komkommer, ‘bawang goreng’ (gebakken uitjes) en wat ‘seroendeng’ (geroosterde, geraspte kokos en pinda’s). Sambal goreng boontjes erbij en eventueel een mooie ‘daging rendang’ als het niet vegetarisch hoeft te zijn. Selamat makan! Eet smakelijk!

op één lijn 74 3de uitgave 2023 Ingrediënten • 350 gram pandanrijst • 1/3 blok santen (kokoscrème) of 300 milliliter kokosmelk • 1/2 theelepel zout • 1 theelepel kunjit • 4-5 blaadjes jeruk purut • 1 pandanblad • 1 sereh (citroengras) • 1 salamblad (Aziatische laurier) • Water 1. Was de rijst drie keer 2. Maal de koenjit (kurkuma) met een beetje kokosmelk tot een gele soep 3. Doe de rijst in de pan van een elektrische stomer samen met de gemalen koenjitmix, de rest van de kokosroom of kokosmelk, de bladeren (salam en jeruk purut), de sereh (citroengras), een lang pandanblad en de halve theelepel zout. 4. Voeg water toe totdat de vloeistof een vingerkootje boven de rijst staat. 5. Zet de kom in de stoompan en stoom op normale stand (duurt ongeveer 20 minuten). (Gewoon koken in de pan kan natuurlijk ook, maar voor de smaak is stomen beter, zonder risico van aanbranden). 6. Laat de rijst daarna nog 20 – 30 minuten in de rijstkoker staan. 7. Haal de bladeren eruit 8. Schep het voorzichtig maar goed door. 9. Doe het in een vorm, plaats het op een bord en decoreer. Literatuur • Curcumin and proton pump inhibitors for functional dyspepsia: a randomised, double blind controlled trial • K. Pongpirul et al., Department of Preventive and Social Medicine, Chulalongkorn University Faculty of Medicine, Bangkok 10330, Thailand • https://ebm.bmj.com/content/ early/2023/07/26/bmjebm-2022-112231 • Groot Indonesisch Kookboek, Bep Vuyk, 25e druk, 1992 33

op één lijn 74 3de uitgave 2023 Column ‛Dokter is ziek?’ DOOR JEROEN SMEETS, HUISARTSREDACTIELID Als opleider van een aios in de praktijk heb je zelf ook terugkomdagen op de Huisartsopleiding. In mei, tijdens een van deze terugkomdagen, voelde ik ineens (patsboem) hartkloppingen. Mijn hart ging plotseling snel en onregelmatig. Ik dacht dat het wel snel over zou gaan, dat het niet van betekenis was. Na een half uur heb ik met mijn Apple Watch een 1-afleiding ritmestrook gemaakt. De uitslag was ‘atriumfibrilleren’ (AF). Dat kan niet, dacht ik. 46 jaar, dat komt nagenoeg nooit voor. In de pauze vroeg ik een collega die naast me zat mijn pols te voelen. Uiteraard constateerde hij ook een snelle en onregelmatige pols. Ik voelde me opgejaagd en had een vreemd onbestemd ‘niet goed voelen’ gevoel. Ik ben naar de praktijk gegaan en heb daar een volledig ECG laten afnemen. De uitslag was hetzelfde. Mijn collega besloot om met de cardioloog te overleggen en die adviseerde naar de Eerste Hart Hulp (EHH) te gaan. Ineens ben je patiënt en zit je aan de andere kant van het bureau. Op de EHH werd ook een ECG gemaakt en bloed geprikt. De bloeduitslagen waren goed. Ik kreeg het advies naar huis te gaan, want 75% van deze klachten gaan vanzelf (binnen 24 tot 48 uur) over. Als ze niet overgingen, moest ik de volgende dag nuchter terugkomen. Ik ging slapen in de hoop dat het over zou gaan. Helaas, de volgende ochtend, nog steeds AF. Ik ging nuchter naar de EHH, waar ik een cardioloog trof die ik kende van het hockeyteam van mijn oudste dochter. ‘Wat kom je doen, naar een patiënt?’. Nee, voor mezelf. Na 2 uur infuus met medicatie had ik weer een gewoon hartritme. Oorzaken konden zijn: cafeïne (zou kunnen) of misschien werkstress (zou zeker kunnen). Mijn collega’s namen mijn spreekuren die dag over. Na de twee bezoeken aan de EHH kreeg ik een schriftelijke oproep voor de AF-poli. Met bloedprikken, echo, CT-angioscan en een thuis-ritmestrook via de telefoon (Fibricheck) werden geen afwijkingen gevonden. Inmiddels was ik gestopt als voorzitter van de RHZ-huisartsenvereniging en ik was gestopt met koffie en cola zero. Ik hoopte dat het AF daarmee weg zou blijven. Maar het besef dat je kwetsbaar bent, iets wat je in patiënten vaak ziet, kwam. Natuurlijk, ik kon er niets aan doen, en had het niet in de hand, maar het was er geweest. Een tijdje later kwam het AF weer spontaan terug. Na het innemen van voorgeschreven medicatie was het een halve dag later weg. De cardioloog, toevallig een patiënt in onze praktijk, vertelde me dat het zinvol was een ablatie te laten doen. De plek waar de ritmestoornis vaak ontstaat, wordt dan elektrisch geïsoleerd van de rest van het hartweefsel. Ik was er niet zenuwachtig voor, de procedure duurde 4 uur. Ik werd in diepe slaap gebracht. Toen ik wakker werd, had ik enorme rugpijn. Nu heb ik wel vaker rugpijn, maar dit was ongelofelijk. Een recovery zuster gaf me een sterke pijnstiller en na 15 minuten zakte de pijn weg. Ik moest 5 uur op mijn rug blijven liggen voordat het drukverband van mijn lies afging. Nu, een dag later, voel ik me goed. Beetje spierpijn in mijn rug nog, en een flink blauwe lies. Ik moet drie maanden afwachten om te beoordelen of met deze hightech ingreep de klachten niet meer terugkomen. Goede hoop, 75% van de patiënten is na een eenmalige ablatie klachtenvrij. Een week rustig aan doen, en je thuis laten vertroetelen. De dokter als patiënt, een rol die ik niet gewend ben. 34

Moreel dilemma Kosten in de zorg: uw eigen risico? DOOR NATHALIE NOTERMANS, HUISARTS, MA PHILOSOPHY, BIO-ETHICS & HEALTH Vorige week werd ik in de spreekkamer geconfronteerd met een van de verkiezingstopics van de (komende) afgelopen Tweede Kamerverkiezingen: het eigen risico. ‘Het leidt tot zorgmijding1’, roept de ene partij. ‘Afschaffen geeft nog hogere premies’, zegt de andere. Dat het een spraakmakend onderwerp is, is wel duidelijk, want vrijwel elke partij wilde in ieder geval íets doen met het eigen risico: van bevriezen, splitsen per behandeling tot helemaal afschaffen.2 Niet de discussies van de lijsttrekkers zetten me aan het denken, maar een patiënt. Een 23-jarige jongen meldde zich op het spreekuur met mictieklachten en pussige uitvloed uit de penis. ‘Bingo’, denkt menig huisarts. En alhoewel de betreffende patiënt slechts één keer gemeenschap had, mét condoom, wilde ik toch graag SOA-onderzoek inzetten. De patiënt is 23 jaar, dus het advies is: ga naar de GGD. Daar is de test gratis en dat scheelt al gauw €150. Helaas gaf de GGD niet thuis: te druk, te lange wachttijden, geen hoogrisicogroep.3 Terug naar de eigen huisarts. Tsja, als 23-jarige met een baan in de horeca tikt die €150 natuurlijk wel aan. Ons advies: ‘kom testen’. Patiënt: ‘ik denk er nog even over na’. Een week later zag ik nog altijd geen uitslag voorbijkomen en belde ik: ‘Kom toch testen’, zei ik. ‘Ik heb het geld niet’, zei mijn patiënt. Blind behandelen dan maar? Dan betaalt hij alsnog een eigen bijdrage voor de medicatie. Maar behandel ik dan gonorroe of chlamydia? Of voor de zekerheid beide? Wat is in deze situatie nu ‘welgedaan’? Gelukkig bleek de patiënt uiteindelijk toch bereid tot SOA-diagnostiek en, plottwist: negatief! Een overleg met de uroloog leidde tot een poliklinische verwijzing. Daar ging, op de valreep van 2023, zijn complete eigen risico eraan. ‘En bedankt, dokter!’ Dit is natuurlijk niet het enige voorbeeld waarbij financiën van invloed zijn op gezondheid. Sterker nog: uit onderzoek van het CBS blijkt dat de ‘gezondheidskloof’ tussen arm en rijk gemiddeld 25 jaar is. De welvarendste mannen leven gemiddeld 25 jaar langer in goede gezondheid dan de minst 1 https://doktersvandewereld.org/petities/geen-eigen-risico/ 2 https://www.lhv.nl/nieuws/wat-zeggen-de-politieke-partijen-over-eigen-risico/ 3 https://www.ggdzl.nl/burgers/seksuele-gezondheid/een-soa-test-doen/ welvarende mannen. Voor de vrouwen is dit verschil 23 jaar.4 De mensen met de minste financiën hebben dus gemiddeld de slechtste gezondheid en sterven ook nog eens negen jaar eerder. Die 25 jaar in ‘minder goede gezondheid’, betalen ze waarschijnlijk ieder jaar hun complete eigen risico. Is het rechtvaardig dat deze (chronisch) zieke mensen hogere zorgkosten betalen? Of is het juist solidair dat iedereen in Nederland dezelfde premie voor basisverzekering betaalt, ongeacht leeftijd of leefstijl? Ondermijnen de budgetpolissen die bepaalde zorgverzekeraars nu al aanbieden aan jonge en gezonde mensen, niet juist al ons solidariteitsprincipe?5 Is dat solidariteitsprincipe nog wel houdbaar in de toekomst, met het oog op minder personeel en meer patiënten? Zijn mensen nog wel bereid om mee te betalen aan de zorg voor een ander, bereid te wachten, maar ondertussen wel premie te betalen? Leiden hogere kosten ook tot hogere verwachtingen van patiënten? 6 In hoeverre wordt de zorgvraag eigenlijk gestuurd door het eigen risico? Als je stelt, dat patiënten massaal naar de tweede lijn willen wanneer ze geen eigen risico meer hoeven te betalen, doe je ons als huisarts dan niet te kort? Tegelijkertijd: als mensen nu daadwerkelijk een rem voelen om naar de dokter te gaan, en daardoor langer wachten met klachten, leidt dat dan uiteindelijk niet juist tot hogere zorgkosten? Als we er echt van overtuigd zijn, dat een persoonlijke financiële prikkel nodig is om de zorgvraag te reduceren, waarom de huisartsenzorg dan hiervan vrijstellen? Waarom betaal je wel voor een contact op de SEH, maar niet op de HAP? Zou het redelijk zijn om voor contacten in de ANW-diensten een eigen bijdrage te vragen? Kortom: het roept een hoop vragen op. Vragen waarop ik (nog) geen antwoorden heb, maar ook vragen die ik niet heb horen stellen in de politieke arena. Op basis van welke onderzoeken neemt de politiek hierover een besluit? En in hoeverre hadden wij als kiezer invloed op deze keuze? Al met al is de belangrijkste vraag misschien niet: hoe gaan we de zorg van de toekomst betalen, maar hoe houden we onze toekomst gezond? 4 https://www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2022/51/bovenaan-welvaartsladderbijna-25-jaar-langer-in-goede-gezondheid 5 https://www.nza.nl/actueel/nieuws/2022/11/03/nza-zorgen-overmogelijke-tweedeling-op-de-zorgverzekeringsmarkt 6 https://www.cbs.nl/nl-nl/achtergrond/2019/40/solidariteit-in-degezondheidszorg 35 op één lijn 74

Op één Lijn is een uitgave van: Vakgroep Huisartsgeneeskunde FHML Maastricht University Postbus 616 6200 MD Maastricht op1lijn@maastrichtuniversity.nl www.huisartsgeneeskundemaastricht.nl www.familymedicinemaastricht.nl 36

1 Online Touch

Index

  1. 1
  2. 2
  3. 3
  4. 4
  5. 5
  6. 6
  7. 7
  8. 8
  9. 9
  10. 10
  11. 11
  12. 12
  13. 13
  14. 14
  15. 15
  16. 16
  17. 17
  18. 18
  19. 19
  20. 20
  21. 21
  22. 22
  23. 23
  24. 24
  25. 25
  26. 26
  27. 27
  28. 28
  29. 29
  30. 30
  31. 31
  32. 32
  33. 33
  34. 34
  35. 35
  36. 36
Home


You need flash player to view this online publication