25

Column ‘Letste woord’ DOOR JEROEN SMEETS, HUISARTSREDACTIELID Hij was in de 60, altijd zwaar geleefd. Kunstenaar, van al Gods verboden vruchten uitbundig gegeten. Hij kwam nooit op het spreekuur. Totdat hij ziek werd, doodziek. Hij ontbood me thuis, had een dikke buik en was wat gelig. Hij dronk nog steeds meer dan hem lief was. Van de lege witte wijnflessen, maakte hij kunst. Hij was verzwakt en wist: ´het einde is nabij´. Hij was gescheiden, omdat het moeilijk met hem uit te houden was, maar zijn ex-vrouw en dochter waren erg betrokken. Geld was niet belangrijk, maar nodig om het leven als kunstenaar te leven. ‘Vier het leven, ik vier het elke dag’. Nee, spijt had hij niet. ‘Hoe gaan we het regelen, dokter?’ was zijn vraag. Hij was een man met veel gevoel, maar van weinig woorden. Het regelen, voor als het niet meer gaat, bedoelde hij. Hij wilde de regie houden, tot het einde. Lange gesprekken hadden we, over zingeving. Over hoe je perspectief op het leven verandert, naarmate je ouder wordt. Kinderen die opgroeien en je niet meer nodig hebben. De maatschappij, die hem niet meer nodig had. Vreugde over zijn kunst. En over het leven als kunstenaar. De alcohol die daar onlosmakelijk bij hoorde. De diagnose was hard, keihard, alvleesklierkanker. Bijna de meest agressieve kanker die we kennen en vaak bij ontdekken al uitgezaaid. Gemiddelde prognose in zijn geval enkele maanden. Hoe gaan we het regelen, dokter? De SCEN-arts kwam langs (dit is de onafhankelijk arts die een euthanasieverzoek toetst aan de wettelijke criteria). Gelukkig was hij nuchter, voor zover hij nuchter kon zijn. De SCEN-arts belde me: ‘Wat een bijzondere man…’. Op het afgesproken moment waren zijn ex-vrouw en zijn dochter aanwezig. In de hoek stond een saxofoon. Ik speel zelf sax, maar wist niet dat hij speelde. Dat was nog niet ter sprake gekomen. Toen ik hem ernaar vroeg, zei hij: ‘Over 5 minuten is die sax te koop’. Altijd humor, zelfs bijna tot in de dood. De procedure verliep heel rustig. Ik had hem van tevoren uitgelegd dat het verstandig zou zijn niks meer te zeggen nadat we begonnen waren het slaapmiddel toe te dienen, omdat iemand dan soms halverwege een woord in slaap kan vallen en dit voor de omstanders soms lastig kan zijn. Uiteraard hield hij zich hier niet aan. Zijn laatste woorden: ‘Altied ‘t letste woord. Nou, dit is ut allerletste. Iech bin hiemele’. En hij viel in een hele diepe slaap. Omringd door zijn kunst, de mensen die hem lief waren en een glas witte wijn. Boek Merijn van de Laar en Ingrid Verbeek Slapeloosheid in de huisartsenpraktijk Eindelijk is er een boek voor de begeleiding en behandeling van slapeloosheid binnen de huisartsenpraktijk. Het sluit aan bij de nieuwe NHG richtlijn en staat bomvol praktijkvoorbeelden en casuïstiek! Merijn van de Laar en zijn oud-collega Ingrid Verbeek, somnoloog bij Kempenhaeghe Centrum voor Slaapgeneeskunde schreven het boek. 25 op één lijn 75

26 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication