CAPHRI Care and Public Health Research Institute op één lijn 75 Uitgedaagd Vakgroep Huisartsgeneeskunde behoort tot de School CAPHRI van het MUMC+
1 e uitgave 2024 Colofon Inhoudsopgave Oplage 2600 exemplaren Hoofd-/eindredactie Babette Doorn Redactieleden Jeroen Smeets, Eefje de Bont, Lisette Verheijen, Hendrik Jan Vunderink en Babette Doorn Doelgroep Huisartsen Limburg en Brabant, SO’s in Limburg, aios en alumni, afdelingen MUMC+ & overige relaties E-mail op1lijn@maastrichtuniversity.nl Postadres Vakgroep HAG Universiteit Maastricht Postbus 616 6200 MD Maastricht Bezoekadres P. Debyeplein 1 6229 HA Maastricht Ontwerp/druk The Creative Hub – Maastricht University UM240006 Fotografie Foto pagina 5 gemaakt door de AWO-Limburg Foto’s pagina 7 gemaakt door MSV Pulse Foto’s pagina 12 gemaakt door Joey Roberts en Philip Driessen Foto’s pagina 17 diploma uitreiking Ouderengeneeskunde gemaakt door Philip Driessen Foto pagina 22 uitreiking 12 december gemaakt door Philip Driessen en die van 5 maart door Joris Hilterman Foto pagina 23 uitreiking 12 december gemaakt door Loraine Bodewes en die van 5 maart door Maartje van Berkel Copyright © Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd bestand of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Algemeen Van de Redactie – Babette Doorn Van de voorzitter. Boeien en (ver)binden – Loes van Bokhoven Afscheid van hoogleraar Ouderengeneeskunde Jos Schols – Babette Doorn Inauguratie Albine Moser Stellen zich voor Joshua Boom – Huisartsbegeleider Jaar 1 Eindhoven Jonne van der Zwet – Coördinator Kwaliteit Huisartsopleiding Iris Linden – Postdoc onderzoeker Margreet Rutten – GW-docent huisartsopleiding Eindhoven Onderwijs basiscurriculum Uitreiking prijzen Clinicus van het jaar. Een geweldige werkplek! – Babette Doorn Wie was uw inspirator om huisarts te worden? Hoezo, huisarts? – Hendrik Jan Vunderink Familie en Family – Eefje de Bont Wie gaat u inspireren? Laat studenten geneeskunde zien hoe mooi het vak van huisarts is! Onderzoek Bruikbare Wetenschap – Jochen Cals Scriptieprijs Esmée Vaes. ‘Gekleurde ballonnen voor betere zorg’ Subsidie voor Ramon Ottenheijm Onuitstaanbaar Onverklaarde Klachten (OOK). Chronisch vermoeid – Paul Höppener WESP-en Proactieve Zorg Planning – Sofie Cuijpers en Vera Thoonen Opleiding Ouderengeneeskunde De tijd vliegt – Mariëlle van der Velden Opleiding (tot specialist) Ouderengeneeskunde. Een levendige lente – Babette Doorn Vervolg dubbelinterview Nanda Wolfs en Roel Smeijsters Huisartsopleiding Uit het hoofd. Diverse ontwikkelingen – Matthijs Limpens Afscheid Gerrie Wagenaar – Hendrik Jan Vunderink Made in Maastricht en Eindhoven Equilibre. – Elsje Kuijper en Marieke Kools Column.`Letste woord’ – Jeroen Smeets Uit de leer, maar niet uitgeleerd. Meer nietsdoen – Davíd van Eerd Oud-aios: hoe vergaat het ze? ‘Het leek een beetje alsof ik in de jaren 90 was beland’ – Gil Schulte Weten is eten. Pindakaas van Petje Pitamientje, of poeiertjes van Arie Boomsma – Hendrik Jan Vunderink Moreel Beraad. Tegen beter slikken in – Nathalie Notermans Nawoord. Een kwart eeuw – Babette Doorn 3 4 5 5 6 6 6 7 7 8 9 9 10 12 12 13 14 15 16 18 20 21 22 24 25 26 27 28 30 31 2
Van de redactie Uitgedaagd De kaft is qua idee identiek aan die van het tienjarig bestaan: een collage van eerdere edities. Het bracht mij op het idee om weer eens alle oude redactionelen ‘diagonaal’ door te lezen. Net als bij het teruglezen van reisblogs uit het verleden, betrapte ik mezelf geregeld op een binnenpretje of een OhJa-erlebnis. Titels zijn belangrijk. Daarover schreef ik ooit een column in het onafhankelijke weekblad van de Universiteit Maastricht, in De Observant. Onafhankelijk is mooi en duidt op vertrouwen. Bij de oprichting hebben wij dat eveneens in het redactiestatuut laten zetten. Uitgedaagd. Dat is niet hetzelfde als uitgeblust. Integendeel. Ik heb een hekel aan uitdagingen, al van kinds af aan. Ik ben totaal niet competitief ingesteld, ik ben een echte teamspeler. En dan bedoel ik niet de Teams-variant van Microsoft, want daar krijg ik, naast de vele keren op een dag tweetraps inloggen, enorme kriebels van, ik raak de weg kwijt. Ik zoek ook geen nieuwe uitdaging, nooit gedaan. Er komt veelal vanzelf wat op je pad, ik laat me vinden. En dat ‘wat’, dat kan van alles zijn. In de moderne wereld van ‘SuccesFactors’, de digitale Performancemanager van de UM, lijkt dat niet te bestaan. Alles moet planbaar en maakbaar zijn, we dienen dé stip op de horizon te volgen. Als liefhebber van bos of woud, haak ik af, ik ben een orang-oetan, een bosmens. U weet waarschijnlijk, dat deze primaat met uitsterven wordt bedreigd door de inperking van hun natuurlijke habitat door de palmolieindustrie. Voor Kerst schreef ik nog dat ik de kunst van het loslaten niet beheerste, maar denkend aan de zojuist genoemde bosmens, bleek ik een snelle leerling. Zou het dan toch kloppen van dat Leven Lang Leren? Zodoende schijf ik dit 75e en tevens mijn laatste redactioneel voor ‘Op één Lijn’, het leukste clubblad van academisch Nederland. Dat mag ik in alle onafhankelijkheid schrijven. Naast de categorie mensen in de reeks ‘Ik vertrek’, stellen zich ook nieuwe medewerkers aan u voor. De genoemde vertrekkers zijn niemand minder dan Jos Schols, Gerrie Waagenaar en ondergetekende. Veel columns, van oude en nieuwe bekenden. Het ‘leest zo lekker weg’, het is een van de tips die in de handleiding auteurs staat vermeld. Zelfs Nathalie Notermans laat zich steeds meer door dit schrijfvirus pakken in haar rubriek Moreel Beraad. Mijn mederedactieleden hebben zich deze keer extra uitgesloofd door de aftrap te doen voor een hopelijke nieuwe reeks ‘Wie was uw inspirator om (huis)arts te worden?’. Laat ons weten als u ook graag iemand op deze manier in het zonnetje wil zetten. Of beter: word inspirator van jonge dokters in spe en word opleider! De genomineerde huisartsen van de Clinicus van het jaar verkiezing, die snappen dat al. De bruikbare Wetenschap, zou het Jochen Cals deze keer nog gaan lukken…? Het blijft altijd spannend. Senior onderzoeker uit zijn onderzoekslijn, Ramon Ottenheijm, haalde een stevige subsidie binnen. Geen subsidie, maar wel een prijs, kreeg junior onderzoeker Esmée Vaes voor haar eerdere Master-thesis. Mooi, dat zij is ingelijfd. Vanuit de ouderengeneeskunde valt altijd wat te melden. Het tweede dubbelinterview interprofessioneel is ook gelukt: Nanda Wolfs en Roel Smeijsters gingen de ‘uitdaging’ aan. Voor we het weten viert de opleiding straks haar eerste lustrum. Het is een spannende tijd richting start van het nieuwe landelijke opleidingsplan. Qua werving zit het wel snor, qua planning en logistiek wordt het een uitdaging. Er zullen vacatures komen, voor docenten, maar ook voor die van kwaliteitscoördinator, want die functie heb ik, naast communicatie en werving, ook met genoegen vervuld. Mooi om te zien dat mijn evenknie bij de huisartsopleiding Jonne van der Zwet is geworden. Jonne ken ik nog als WESP-student van een leuke groep WESP-en destijds die een project en avond over Eenzaamheid hadden opgezet. Als GEZP liep ze ooit rond in de praktijk bij Laury de Jonge; de foto van hen samen heb ik vaak gebruikt in de PR. De aanwas van nieuwe aios in de huisartsopleiding loopt momenteel wat achter op de capaciteit, maar we kennen die golfbewegingen wel. Des te leuker om weer vier afstudeersessies te kunnen laten zien van nieuwe huisartsen! Ik ben uitgedaagd. Geleidelijk trek ik me terug, het woud in. Door de bomen vind ik altijd het bos. Ik ken mijzelf. Als eindredacteur kon ik het niet nalaten om deze keer, naast het redactioneel, ook een Nawoord te schrijven. Als eerbetoon aan de ‘Op één lijn’ en de mensen die het blad een warm hart toedragen. Babette Doorn 3 op één lijn 75
op één lijn 75 1 e uitgave 2024 Van de voorzitter Boeien en (ver)binden DOOR LOES VAN BOKHOVEN, VAKGROEP VOORZITTER Wat vertel je ervaren collega’s uit de regio in je eerste column als nieuwe vakgroepvoorzitter? Dat mijn voorganger, Jean Muris, dan wel het stokje heeft overgedragen, maar gelukkig voorlopig nog wel actief blijft in zowel het coschap als de huisartsopleiding als de wetenschap? Dat we volop nadenken over hoe we jonge collega’s kunnen boeien voor ons mooie vak en binden aan de regio Zuidoost Nederland? En dat alle collega’s die hun enthousiasme over het vak willen delen van harte welkom zijn? Wat dacht u van een arts niet in opleiding (ANIOS) in de praktijk? Of een bachelor student die twintig weken lang een dagdeel komt meedoen met de assistente en op die manier zicht krijgt op de praktijk maar ook meteen ziet dat huisartsenzorg teamwork is? Of dat we als vakgroepen huisartsgeneeskunde in het land dit najaar geld gaan krijgen om de samenwerking tussen de universiteit en de regio te versterken in de vorm van academische werkplaatsen? En dat dat een mooie gelegenheid is om de opleidingshub in Eindhoven uit te breiden met een onderzoekstak? Of over de Nederlandse special forces, van wie we interessante lessen kunnen leren over samenwerken, lerende cultuur en efficiënte organisatie? Daar valt allemaal veel leuks over te vertellen, maar voor de lezer van dit blad is iets anders veel belangrijker. Babette Doorn, sinds 1996 verbonden aan onze vakgroep en vanaf de allereerste editie betrokken bij Op één Lijn, gaat ons verlaten. Zij heeft ervaring met alle secties van onze vakgroep. In allerlei rollen bent u haar mogelijk tegengekomen. Als mentor van studenten bijvoorbeeld, of bij de werving van de artsen in opleiding tot huisarts en recent ook specialist ouderengeneeskunde. In andere rollen heeft u haar juist niet gezien, omdat zij ervoor zorgde dat uw accreditatie als opleider soepel geregeld was of omdat ze ervoor zorgde dat u niet werd lastiggevallen met verzoeken om mee te doen aan een wetenschappelijk onderzoek waar de huisartsgeneeskunde niks aan heeft. De combinatie van haar talenten: resultaatgericht, goed georganiseerd, groot netwerk, humor en vlotte schrijfstijl, komt echter het allerbest tot hun recht in dit blad. Gelukkig hebben we de oude edities nog… Het zal niet meevallen een opvolger te vinden van hetzelfde kaliber. Babette, ik ben heel benieuwd hoe jouw volgende stap eruit gaat zien en of deze in Nederland of het buitenland zal zijn. Op deze plek grijp ik mijn kans om je in het zonnetje te zetten, want dat heb je verdiend. Bedankt voor je inzet de afgelopen 28 jaar en het laten schitteren van al die oudere en jongere collega’s door de jaren heen in ‘Op één Lijn’! Jij wist er iedere keer weer een boeiend blad van te maken en daarmee de academie met de regio te verbinden. Jij laat de verbinding met de vakgroep nu los maar daar komen ongetwijfeld nieuwe boeiende uitdagingen voor in de plaats. Primus inter Pares Op 12 april 2024 was van 16.30-17.30 uur in de aula van de UM de inaugurale rede van prof. dr. Loes van Bokhoven getiteld ‘ Primus inter Pares, over interprofessioneel samenwerken en leren in de eerstelijnsgezondheidszorg’. Voorafgaand aan de oratie was er een symposium in de Tapijnkazerne over het thema van de leerstoel met twee plenaire lezingen en vier verschillende workshops. Informatie: oratielvbokhoven-hag@maastrichtuniversity.nl 4
Afscheid Jos Schols Blijven bouwen DOOR BABETTE DOORN, REDACTIE Vrijdag 21 juni 2024 is van 16.00-17.30 uur de afscheidsrede van hoogleraar Ouderengeneeskunde Jos Schols. Van 11.30-14.30 uur is een symposium georganiseerd met als thema ‘Aan de ouderengeneeskunde en ouderenzorg moet je blijven bouwen!’. Alles vindt plaats in de Sint Janskerk in Maastricht. Organisatie is in handen van de AWO-Limburg. Jos promoveerde in maart 2000 op het onderwerp ‘In en vanuit het verpleeghuis. Samenwerking verpleeghuisarts – huisarts’. Promotor was de toenmalige vakgroep voorzitter professor Harry Crebolder. In 2008 hield Jos zijn inaugurele rede ‘Verpleeghuisgeneeskunde al langer officieel erkend, maar ook herkend en gekend?’ Jos stond mede aan de wieg van de opleiding tot Specialist Ouderengeneeskunde in Maastricht in 2020. Een lang gekoesterde wens ging hiermee in vervulling. Hoofd van die opleiding is Mariëlle van der Velden-Daamen, die bij hem ooit promoveerde. Alle hooggeleerde stokjes die hem en de vakgroep Huisartsgeneeskunde verbinden, zijn inmiddels succesvol overgedragen aan hoogleraar Ouderengeneeskunde Daisy Janssen. In februari 2024 kreeg Jos Schols de prestigieuze Oeuvre Award voor revalidatie onderzoek1. Behalve dat Jos een indrukwekkende carrière heeft (gehad), is hij bovenal een zeer indrukwekkende persoonlijkheid én aimabele collega die echt voor alles en iedereen oog heeft en aandacht en waardering geeft. 1 https://www.awolimburg.nl/nl/nieuws/2024-02-07/award-voorrevalidatie-onderzoek-prof-dr-jos-schols Inauguratie Albine Moser ‘Samen Beslissen door Verpleegkundigen’ Dr. Albine Moser houdt op 7 mei 2024 haar inaugurele rede getiteld ‘Samen Beslissen door verpleegkundigen. Met elkaar timmeren aan persoonsgerichte zorg’. Doel van het lectoraat is het versterken van de persoonsgerichte zorg. Albine is per 1 april 2023 benoemd tot lector van het bijzonder lectoraat ‘Samen Beslissen door Verpleegkundigen’. Zij behaalde haar verpleegkundig diploma in 1992 in Oostenrijk. In 2009 promoveerde zij aan de Universiteit Maastricht. Binnen Zuyd Hogeschool heeft ze verschillende rollen vervuld: docent, hoofdopleider, hoofddocent en senior onderzoeker. Albine heeft samen met diverse partners veel onderzoek gedaan naar participatie, daarbij gebruikmakend van kwalitatieve en participatieve en praktijkgerichte designs. Zij is tevens Universitair hoofddocent aan de vakgroep Huisartsgeneeskunde en aan de Academische Werkplaats Ouderenzorg Limburg (AWO-L) van de Universiteit Maastricht. Bron: www.zuyd.nl/over-zuyd/nieuws/2024/03/inauguratiealbine-moser 5 op één lijn 75
op één lijn 75 1 e uitgave 2024 Welkom! Nieuwe collega's stellen zich voor Joshua Boom Huisartsbegeleider Jaar 1 Eindhoven Mijn naam is Joshua Boom en ik ben praktijkhoudend huisarts in Tilburg. Mijn vrouw en ik hebben 3 kinderen en wonen in het Belgische grensdorpje Weelde. We houden van geschiedenis en bezoeken regelmatig een leuk stadje of museum. Verder speel ik graag piano en badminton. Ruim 10 jaar geleden startte ik met de huisartsopleiding in Eindhoven en ik dacht al snel: onderwijs, dat lijkt me ook wel wat! Een doktersassistente in mijn laatste stagepraktijk werkte op de doktersassistenteopleiding en vroeg of ik zin had om daar één dag in de week les te geven. Voordat ik het wist, stond ik voor een collegezaal met puberende tieners uitleg te geven over anatomie, fysiologie en pathologie. Dit ben ik de afgelopen jaren met veel plezier blijven doen. Sinds februari ben ik terug op de huisartsopleiding in Eindhoven. Ditmaal niet als AIOS maar als huisartsbegeleider. Ik kijk ernaar uit om mijn enthousiasme voor het huisartsenvak én het onderwijs te delen met de toekomstige generatie huisartsen. Jonne van der Zwet Coördinator Kwaliteit Huisartsopleiding Mijn naam is Jonne van der Zwet. Sinds februari werk ik met veel plezier als coördinator kwaliteitsbeleid bij de Huisartsopleiding Maastricht. Samen met Berna Schouten en Lisette Verheijen vorm ik het team kwaliteit. Ons doel is om de kwaliteit van de opleiding te borgen en aanknopingspunten voor verbetering te benutten. Het voelt vertrouwd om hier weer rond te lopen. Ik heb in Maastricht geneeskunde gestudeerd en zowel mijn GEZP als WESP waren huisartsgeneeskundig. Ook heb nog een blauwe maandag als AIOTHO de huisartsopleiding gevolgd. Uiteindelijk heb ik gekozen voor mijn medisch onderwijskundig onderzoek. In dit promotieonderzoek heb ik het leren op de werkplek tijdens de coschappen onder de loep gelegd, en dan met name in de context van het 6 coschap huisartsgeneeskunde. Daarna heb ik als jeugdarts gewerkt, gevolgd door docentschap in het basiscurriculum geneeskunde. In deze nieuwe baan komt mijn affiniteit met mensen, onderwijs en verbetervraagstukken mooi samen. Samen met mijn man Robert en kinderen Timo (15), Bente (13) en Niels (10) woon ik in Maastricht. Ik hou van een sterke cappuccino in de ochtend, op vakantie gaan in de bergen, sport & spel, lekker gezond én soms lekker ongezond eten, en thuis met zijn allen op de bank een serie, film of voetbalwedstrijd kijken. De afgelopen weken zijn gekenmerkt door een zachte landing waarbij ik me zeer welkom voelde! Ik hoop de komende tijd samen met mijn collega’s deze landing om te zetten in acties die de opleiding mogen versterken. Iris Linden Postdoc onderzoeker Mijn naam is Iris Linden, 27 jaar en ik woon samen met Koen in Geleen. Ik ben vanaf begin januari dit jaar werkzaam als postdoconderzoeker bij de vakgroep huisartsgeneeskunde. In deze functie zal ik me bezighouden met samen beslissen met patiënten met een licht verstandelijke beperking in de eerste lijn, in samenwerking met Anneke van Dijk en Loes van Bokhoven. Daarnaast zal ik nog een dag per week werkzaam zijn bij de afdeling Psychiatrie & Neuropsychologie, waar ik bezig ben met de implementatie van de ontwikkelde keuzehulp tijdens mijn promotieproject. Recent ben ik gepromoveerd op ‘samen beslissen’ rondom dementiediagnostiek in de huisartsenpraktijk. In mijn vrije tijd ben ik actief als leiding bij scouting in Beek en doe ik graag aan hardlopen en yoga. We zijn verder nog bezig met het verbouwen van ons jaren 50-huis en gaan regelmatig op avontuur tijdens onze vakanties (huttentochten, kamperen, trailrunnen).
1 e uitgave 2024 Margreet Rutten GW-docent huisartsopleiding Eindhoven Ik ben Margreet Rutten, 44 jaar en start in maart 2024 als gedragswetenschappelijk docent bij de huisartsopleiding op de locatie in Eindhoven. Daar zal ik samen met Anne Wijtvliet een eerstejaars groep AIOS gaan begeleiden. Ik deed mijn opleiding Psychologie aan de Vrije Universiteit van Amsterdam. Daarna ben ik in Zuid-Limburg (waar ik geboren en getogen ben) in 2004-2006 de opleiding tot Gezondheidszorgpsycholoog gaan doen, waarbij ik zowel ervaring opgedaan heb in de kinderpsychiatrie (poliklinisch) als volwassenpsychiatrie (klinisch). In de jaren erna ben ik me verder gaan ontwikkelen in systemisch werken met kinderen en hun gezin binnen de dagbehandeling van kinderpsychiatrisch centrum Herlaarhof (onderdeel van de Reinier van Arkelgroep) in Vught. Daar heb ik echt geleerd hoe belangrijk het is om zicht te krijgen op de context van de patiënt, om een behandeling te kunnen laten slagen en wat de kracht is van multidisciplinair samenwerken. Ik ben breed geïnteresseerd, in de zorg voor zowel het kind als de volwassen persoon en ik heb me ontwikkeld tot een generalist binnen de GGZ. Daarin zie ik duidelijk overeenkomsten met het vak van de huisarts. Mijn wens om te doceren komt in mijn nieuwe rol ook tot zijn recht en daar ben ik oprecht blij mee. Ik woon samen met mijn man en 3 dochtertjes in Nuenen, dus ik kan fietsend naar mijn werk! In mijn vrije tijd geniet ik van het drukke gezinsleven en wandelen in de buitenlucht. Uitreiking prijzen Clinicus van het jaar Een geweldige werkplek! DOOR BABETTE DOORN, REDACTIE Op 23 februari 2024 werden door studentvereniging Pulse de prijzen voor beste clinici van het jaar uitgereikt. Ditmaal over het academisch jaar 2022-2023. In de categorie beste werkplekbegeleider bij het coschap Huisartsgeneeskunde, waren 3 huisartsen genomineerd: • Esther van Venrooij uit Maasbree • Aagje Blom uit Drunen • Leon de Bock uit Tegelen. De allergrootste eer ging deze keer naar Esther Vernooij als opleider, maar ook naar het hele praktijkteam! De tops van deze werkplek waren volgens de coassistenten: • Goede begeleiding van de huisartsen. Laagdrempelig contact met de huisartsen, POH-S, POH-GGZ en assistenten. Aandacht voor werk vanuit de universiteit. • Hele prettige begeleiding, hebben duidelijk plezier in het opleiden van coassistenten. Nemen ruim de tijd om leerdoelen te bespreken en elke week een leergesprek om bepaalde onderwerpen nader te bespreken waar ik vragen over had of meer over wilde weten. Nemen je op in het team en willen je echt dingen leren en helpen. • Het team en mijn begeleider. Ze zorgden ervoor dat ik me welkom voelde en ze waren altijd blij om me dingen uit te leggen als ik vragen had. Ook boden ze mij voldoende mogelijkheden om nieuwe vaardigheden te leren en zelfstandig patiënten te zien. Ik voelde me echt gewaardeerd als onderdeel van het team en ik kan 7 zeker zeggen dat dit een van mijn favoriete stages tot nu toe was. Ik waardeerde ook het feit dat mijn begeleider de tijd nam om patiënten grondig te bespreken tijdens casusbesprekingen en dat ze elke week de tijd nam om mijn vragen te beantwoorden. Ik kan gerust zeggen dat ik door deze stage veel meer vertrouwen heb gekregen in mijn medische capaciteiten. Hiervoor wil ik mijn oprechte dank betuigen aan mijn begeleider, Dr. van Venrooij, maar ook aan het hele medische team. De prijs voor Beste Mentor in de Masterfase ging naar huisarts Ramon Ottenheijm. Al eerder waren huisartscollega’s verkozen tot beste mentor, een mooie traditie! op één lijn 75
op één lijn 75 1 e uitgave 2024 Wie was uw inspirator? Hoezo, huisarts? DOOR HENDRIK JAN VUNDERINK, REDACTIE Als je een tante hebt die bij het Rijksmuseum in Amsterdam werkt en je meesleurt naar een tentoonstelling rond de avontuurlijke opgraving van het graf van farao Toetanchamon, dan wil je als 11-jarig jongetje nog maar één ding: archeoloog worden! Om dat zaadje verder te laten ontkiemen schonk zij mij ‘De Geschiedenis’ van San Michele, het levensverhaal van de Zweedse arts Axel Munthe, die zowel armendokter in Napels was, als lijfarts van het Zweedse Koningshuis. Die Axel dook in Italië ook de Romeinse Oudheid in. In dit boek vertelt hij over zijn leven als arts in Parijs, waar hij zich als modedokter nauwelijks staande kon houden tussen zoveel vrouwelijk schoon met ingebeelde kwalen, maar waar hij tevens werkt in het inferno waar Louis Pasteur onder grote maatschappelijke kritiek zijn strijd tegen hondsdolheid voert. Hij wordt de ingebeelde kwalen zat, geeft zijn bloeiende praktijk op en vertrekt naar Napels om te helpen tijdens een cholera-epidemie die daar woedt in de armenwijken. Om bij te komen van die onbeschrijflijke ellende, schuilt hij op het eiland Capri. Daar stuit hij op een vervallen boerenhuis. Het blijkt de ruïne te zijn van de villa van keizer Tiberius en uit die brokstukken bouwt hij, gegrepen door het prachtige uitzicht, zijn Villa San Michele. Ondanks de prachtige beschrijving van dat archeologisch paradijs, werd ik vooral gegrepen door zijn doktersverhalen. Zwaar geromantiseerd natuurlijk, maar ze zorgden er wel voor, dat ik uiteindelijk geneeskunde ben gaan studeren met maar één doel: huisarts worden! Het werd wel een heel ander verhaal dan wat Axel Munthe in 1927 beschreef, maar ik heb er nooit spijt van gehad, dat ik in mensen ben gaan graven in plaats van in ruïnes. Ik kan elke geneeskundestudent het boek sterk aanraden, wellicht ook als remedie tegen het huisartsentekort. 8
Wie was jouw inspirator? Familie en Family DOOR EEFJE DE BONT, REDACTIE Het komt eigenlijk allemaal door een gevoel, een sfeer, en dat dat gewoon klopte. Een van de eerste herinneringen uit mijn kindertijd is, dat ik met mijn moeder, die destijds kinderfysiotherapeut was, mee mocht om te spelen met haar patiëntjes. Doordat ik destijds al de aanhoudende (als je het sommige mensen vraagt soms hinderlijke) gewoonte had om door te vragen waarom dingen zijn zoals ze zijn, was iedere dag een groot feest aan medische feitjes die ik met mijn moeder kon uitpluizen. Dokter worden werd me op die manier letterlijk met de Brinta paplepel ingegoten. Tel daarbij een epidemioloog-broer op met het mantra ‘een dokter is niet zomaar ook een onderzoeker’ en de basis voor mijn huidige werk is een feit. Maar zoals een dokter niet zomaar een onderzoeker is, is een dokter ook niet zomaar een huisarts. Ik denk niet, dat ik het hem ooit verteld heb, maar de belangrijkste bijdragende determinant aan de keuze voor het huisartsenvak is mijn (tot voor kort) eigen huisarts geweest. Ik vond het ongelooflijk fascinerend, dat je door vragen te stellen, te luisteren en door goed te kijken kon bijdragen aan iemands gezondheid en welbevinden. Wanneer ik als kind in de wachtkamer zat, zag ik van baby’s tot ouderen naar binnen gaan en vroeg het nieuwsgierige kind in mij zich constant af of ik kon raden waarom ze er op dat moment waren. Geen patiënt was hetzelfde, maar mijn huisarts wel. Altijd was hij toegankelijk, menselijk, en vormde hij met zijn assistentes een team dat familie uitstraalde. Ik denk dat ik het achteraf gezien toen al wist. Louis (de Wolf, red.), bedankt dat je mijn ogen hebt geopend voor dit prachtige vak waar ik nu dagelijks de vruchten van mag plukken. Wie wil er nu niet huisarts worden? Onderwijs Laat studenten geneeskunde zien hoe mooi het vak van huisarts is! Dat kan als docent in het facultaire onderwijs of als werkplekbegeleider voor coassistenten. Elke huisarts kan in principe docent worden. We hebben veel verschillende docentrollen en kijken samen naar wensen en mogelijkheden. Van onze docenten/huisartsen horen we regelmatig dat het opleiden en begeleiden van jonge artsen veel voldoening en extra werkplezier geeft. Voor de jaarlijkse plaatsing van onze coassistenten zijn veel werkplekken nodig. U kunt als werkplekbegeleider de coassistenten laten zien welke belangrijke rol de huisarts in de Nederlandse gezondheidszorg speelt. Daarnaast kunt u coassistenten inspireren om het vak later als specialisatie te kiezen hetgeen steeds belangrijker wordt. Afgelopen jaar hebben zowel lokaal als landelijk gezien minder mensen gesolliciteerd voor een plek bij de Huisartsopleiding, terwijl de capaciteit opgehoogd is. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met: Lilian Aarts en Berna Schouten, Onderwijscoördinatoren praktijken opleidingspraktijk-hag@maastrichtuniversity.nl Anouk Heuts, Onderwijscoördinator docenten a.heuts@maastrichtuniversity.nl 9 op één lijn 75
op één lijn 75 H P E 1 e uitgave 2024 Bruikbare Wetenschap Het loopt gesmeerd (toch?) DOOR JOCHEN CALS, HUISARTS IN SITTARD EN HOOGLERAAR EFFECTIEVE DIAGNOSTIEK IN DE HUISARTSGENEESKUNDE Bruikbare Wetenschap is een selectie van artikelen van Maastrichtse makelij. Hiervoor selecteren wij artikelen die direct bruikbaar kunnen zijn voor de dagelijkse praktijkvoering. StopWijzer Roken, inclusief nicotineverslaving, blijft de smeulende vulkaan onder onze gezondheidzorg. De NHG-Behandelrichtlijn Stoppen met Roken adviseert ons om patiënten die overwegen te stoppen, een motivatieverhogende interventie aan te bieden. Verder dienen we patiënten die gemotiveerd zijn om te stoppen, afhankelijk van hun voorkeur, te begeleiden met een intensieve ondersteunende interventie dan wel eHealthinterventie, desgewenst gecombineerd met medicamenteuze ondersteuning (op maat). Dit vergroot de slaagkans op stoppen. Jean Muris was betrokken bij de evaluatie van de StopWijzer. Deze interventie werd ontwikkeld door de Stichting Stop Bewust,die ik nog niet kende. Het voornaamste doel van de Stichting is het informeren, motiveren en adviseren van stoppers. Dit wordt onder andere gedaan via kosteloze telefonische adviesgesprekken. De StopWijzer interventie leunt op drie componenten: 1. Begrijpen van het type roker en de daarmee gepaard gaande triggermomenten. 2. Beslissen welke overwegingen het belangrijkst zijn om te stoppen. Alleen maar weten, dat roken slecht is, is onvoldoende en dat herkennen we natuurlijk in de praktijk. 3. De derde component is de voorbereiding en het overzicht krijgen van beschikbare hulpmiddelen. Het overzicht van evidence-based stopmethoden staat fraai beschreven in het artikel waarbij niet alleen de stopkansen worden genoemd, maar ook de bijwerkingen en mogelijke voor- en nadelen per interventie. Het bleek geen eenvoudige studie, want men benaderde 1600 praktijkondersteuners. Uiteindelijk deden 73 praktijkondersteuners mee. Zij werden gerandomiseerd naar gebruik van de StopWijzer. Zij includeerden uiteindelijk 285 patiënten waarbij de praktijkondersteuners die de StopWijzer konden aanbieden meer patiënten includeerden. In cluster gerandomiseerd onderzoek lukt het enthousiasmeren van patiënten vaak nét iets beter met een nieuwe interventie dan zonder. De rokers die de StopWijzer kregen aangeboden, herinnerden zich veel meer mogelijkheden om te stoppen, zo bleek uit de procesevaluatie. In dat opzicht slaagde de interventie dus wel. Het stoppercentage verschilde niet tussen de groepen. Ook bleek, dat de praktijkondersteuners de StopWijzer niet consistent 10 R gebruikten. Er bleken na 6 maanden weinig data beschikbaar om het stoppercentage te bepalen. Mogelijk is het gebruik van bruikbare interventies net zo moeilijk als stoppen met roken zelf. Voor degene die het zicht op de opties om te stoppen met roken kwijt is: de website van het NHG biedt uitkomst: www. nhg.org/praktijkvoering/leefstijl/stoppen-met-roken De digitale hulplijn In de politiek en bij beleidsmakers wordt digitalisering vaak de media ingeschoven als de WD-40 voor de zorg. Digitalisering zou alle vuil in de zorg oplossen en zorgen dat het gesmeerd blijft lopen, zelfs zonder verzorgingshuizen en met de erkenning dat de huisarts een NUTS-functie in de wijk is. U voelt uw nekharen vast ook kriebelen bij de zoveelste oplossing uit die hoed. Veel van die genoemde oplossingen richten zich op het contact tussen patiënt en zorgverlener. Promovendus Ken Peeters, aangesteld door de samenwerking tussen MCC Omnes, Zuyderland en de vakgroep huisartsgeneeskunde, onderzoekt juist hoe dokters digitaal slim kunnen overleggen. In zijn meest recente studie doorzocht hij de wetenschappelijke literatuur op de effecten van digitaal interdisciplinair overleg tussen huisarts en medisch specialist. Hij keek vooral naar toegankelijkheid tot zorg en ziekenhuisverwijzingen die voorkomen werden. Hij vond 72 studies. Het merendeel was observationeel en het overgrote deel werd onderzocht in Amerika, waar de toegang tot zorg stukken meer knelt dan hier, zij het om andere redenen dan bij ons. Toch komt een eenduidig beeld naar voren; het gebruik van digitale – asynchroon – consultatie van medisch specialisten door huisartsen verbetert de toegankelijkheid, en voorkomt verwijzingen. Overigens werd dit laatste op verschillende manieren gemeten in de studies: soms werd de aanvrager (huisarts) of beantwoorder (specialist) simpelweg gevraagd of dit digitale consult een live consult zou besparen, maar er waren ook studies die de effecten op polibezoeken daadwerkelijk registreerden, en soms zelfs gerandomiseerd. Wellicht blijken teleconsultaties en meedenkconsulten dan toch de WD-40 tussen huisarts en medisch specialist. Met toenemende schaalvergroting in ziekenhuizen en meer parttime dokters kan deze asynchrone overlegvorm er in ieder geval voor zorgen dat je gerichte vragen kunt stellen en niet verstrikt raakt in overbelaste telefooncentrales van ziekenhuizen. Ondertussen doet Ken in een landelijke groep met Groningen en Nijmegen verder onderzoek naar goede randvoorwaarden om digitale interdisciplinaire consultatie gesmeerd te laten lopen, zonder de spreekwoordelijke olievlekken. B N C R N E R U E T S I S K K B D A M N E A W T E E S S R C S H U A I A T T G H E A U I
1 e uitgave 2024 Pandemische rust, reinheid? Weet u het nog? Covid-tijd: lange weekenden zonder afspraken, en een prikkelarme sociale agenda? Een prikkelarme omgeving is ook een van de mogelijke verklaringen die werd geopperd bij de bevinding, dat ouderen met dementie minder psychofarmaca kregen voorgeschreven tijdens de Covid-19 pandemie. Een consortium, waaraan ook de vakgroep data leverde via het Research Network Family Medicine (RNFM) Maastricht, keek naar huisartsbezoeken en medicatievoorschriften in het zuiden, noorden en oosten van Nederland. Men vond, dat huisartsen vaker contact hadden met ouderen met dementie, maar dat het aantal psychofarmacavoorschriften gelijk bleef en zelfs daalde in de eerste twee pandemiejaren. Voorzichtigheid is natuurlijk geboden, want minder medicatie zou ook kunnen komen door ander of later hulpzoekgedrag, maar dat wordt dan toch deels weersproken door het toegenomen contact vanuit de huisartsenpraktijk met deze groep. Proactieve zorg voor ouderen Landelijk, maar ook in veel regioplannen van zorggroepen, is er aandacht voor ACP-gesprekken bij ouderen. Een breed team van de vakgroep, waaronder Heike Gerger, Anneke van Dijk en Loes van Bokhoven, deed uitgebreid kwalitatief onderzoek naar de verschillende wensen van ouderen die nog thuis wonen voor wat betreft Advance Care Planning. Geen ‘one size fits all’ blijkt uit de studies. Het team identificeerde globaal drie types ouderen als het over ACP gaat. Allereerst is er een groep die het onderwerp (waaronder eindelevenswensen) vermijdt. Vervolgens is er een groep die open staat voor een gesprek hierover, maar dit zeker niet zelf initieert. Deels doet deze groep dit om dierbaren niet te belasten met het onderwerp. Er lijkt in deze groep wel een groot vertrouwen te bestaan, dat zorgverleners en naasten het goede zullen doen bij gepaste omstandigheden. Deze groep kan baat hebben bij informatie over ACP in het algemeen en dus ook van een actieve rol van hun huisarts om dit aan te kaarten. De derde groep initieert juist wel zelf, verzamelt ook zelf informatie. Juist die laatste groep zien we op het spreekuur. Toch blijft het bij deze groep ook zaak om – ondanks de eigen regie – met hen te checken of ze inderdaad de geschikte stappen hebben genomen en dit ook delen met de belangrijke mensen, waaronder hun naasten. Het artikel geeft boeiend inzicht, en beschrijft herkenbaar groepen zoals we die in de dagelijkse praktijk ook tegenkomen. Mij lijkt de belangrijke uitdaging om gepast te sonderen of een patiënt tot groep 1 of 2 behoort en hier dan gepast op te handelen. Proactief lijkt het te kunnen bij alle groepen, maar de benadering is toch wel anders. Machine learning en mortaliteit herkennen? Eind 2023 kopte Nature Medicine: ‘11 clinical trials that will shape medicine in 2024’. Het noemde daarbij de MARS-ED studie waarbij Jochen Cals betrokken is. Internist Acute Geneeskunde Paul van Dam heeft samen met zijn team de RISKINDEX ontwikkeld. Het is een algoritme dat op basis van algemene karakteristieken en de standaard laboratoriumtesten die elke patiënt bij binnenkomst op de SEH krijgt, kan bepalen wat de kans is op mortaliteit na 30 dagen. Dat algoritme is ontwikkeld met machine learning, het werd extern gevalideerd in verschillende ziekenhuizen, en lijkt met data iets te kunnen zien wat de dokter met zijn patroonherkenning minder goed ziet. Maar heeft het gebruik van het getal uit deze index dan ook echt impact op de zorg? Gaat de dokter die de patiënt opneemt er anders naar handelen, met mogelijk een betere uitkomst voor de patiënt? Die trial loopt momenteel en de uitkomst zal bepalen of de ronkende kop van Nature Medicine terecht was. Maar ook bij een negatieve trial is het van belang, want bij alle beloftes die AI in de zorg worden toegedicht, hoort ook klinische evaluatie. En wie weet, kan een soortgelijke index ons ooit helpen om matige of slechte prognose bij bepaalde patiëntengroepen vast te stellen, zoals de visites op de HAP. Samen beslissen door aios; beslist nog niet klaar Aiotho Anouk Baghus is bezig met het completeren van haar proefschrift en haar laatste artikel zal opleiders en aios zeker interesseren. Want samen beslissen heeft ook in de huisartsopleiding aandacht. Baghus en haar team bestudeerden maar liefst 98 opnames (met name video opnames) van 20 aios. Zowel patiënt als aios werden na het consult geïnterviewd met gevalideerde vragenlijsten waarmee vastgelegd werd hoe de mate van ‘samen beslissen’ ervaren werd. Opvallende bevinding was, dat de patiënten de mate van samen beslissen hoger scoorden (73 op 100 schaal) dan de aios zelf (57 op 100 schaal); wel volgens hetzelfde patroon, dus op dezelfde punten. Toch bleken de geobserveerde componenten van shared-decision making (door de beoordelaars van de opnames, 19 op 0-100 schaal) een stuk lager dan de ervaren mate van samen beslissen door de aios. Wel bleek dat gat wat kleiner bij consulten waarbij de aios zelf aangaven, dat samen beslissen bij dat onderwerp meer belang had. Een langere consultduur werd sterk geassocieerd met meer geobserveerde componenten van samen beslissen. Het proefschrift van Anouk gaat beslist belangrijke bouwstenen leveren om dit onderwerp verder uit te bouwen. Referenties • Patterns of psychotropic drug prescriptions and general practice consultations among community-dwelling older people with dementia during the first two years of the COVID19 pandemic. https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/38297202 • Machine learning for risk stratification in the emergency department (MARS-ED) study protocol for a randomized controlled pilot trial on the implementation of a prediction model based on machine learning technology predicting 31-day mortality in the emergency department. https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/38263188/ • Family Physician-to-Hospital Specialist Electronic Consultation and Access to Hospital Care: A Systematic Review. https:// pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/38214930/ • Shared decision-making performance of general practice residents: an observational study combining observer, resident, and patient perspectives. https://pubmed.ncbi.nlm. nih.gov/38206317/ • Process and effect evaluation of a referral aid for smoking cessation counselling in primary care: Findings of a randomized controlled trial. https://pubmed.ncbi.nlm.nih. gov/38204986/ • Adjusting advance care planning to older people’s needs: results from focus groups and interviews. https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/38200528/ 11 op één lijn 75
op één lijn 75 1 e uitgave 2024 Scriptieprijs Esmée Vaes ‘Gekleurde ballonnen voor betere zorg’ VAN DE REDACTIE Vrijdag 26 januari 2024 tijdens de 48e Dies Natalis van de Universiteit Maastricht, werden in de Sint Janskerk naast eredoctoraten, onderwijsprijzen en proefschriftprijzen, ook master-studentprijzen uitgereikt. Eén van de winnaars van de master-studentprijs is Esmée Vaes, junior-onderzoeker bij de vakgroep Huisartsgeneeskunde. De prijs kreeg ze voor haar masterthesis van haar A-KOcombistage. Dit is de laatste stage waarbij 20 weken onderzoek worden gecombineerd met 10 weken kliniek. Esmée deed 20 weken onderzoek bij HAG en ze liep 10 weken semistage in een huisartspraktijk in Hoensbroek. De titel van haar master thesis luidt: The ‘Assessment of Burden of Chronic Conditions (ABCC-) tool’ – Evaluating its psychometric properties for people with both chronic obstructive pulmonary disease and chronic heart failure. Esmée werd begeleid door Annerika Gidding-Slok en Lotte Keijsers. Op de vraag of ze, naast beroemd, ook rijk is geworden, laat ze weten dat ze 500 euro heeft gewonnen. Dat geld wordt goed besteed aan een nieuwe (lees: tweedehands) fiets en een citytrip naar Parijs. Esmée gaf hierover een interview aan de Universiteitskrant: www.observantonline.nl/Home/Artikelen/id/61469/gekleurdeballonnen-voor-betere-zorg Voor meer informatie over de prijs en het onderzoek iDx, over innovatie van diagnostiek, de studie waar ze nu aan werkt, verwijzen wij naar: https://idx.nl/verslag-masterthesis-esmee-vaes/ Ramon Ottenheijm is kaderhuisarts bewegingsapparaat en klinisch en onderzoeksexpert op het gebied van POCechografie. Dr. Ramon Ottenheijm, onderzoeker bij de vakgroep Huisartsgeneeskunde, heeft een NWO-subsidie van 945.000 euro binnengehaald voor het ontwikkelen en testen van een smartphone-gebaseerde point-of-care (POC) echografietoepassing met kunstmatige intelligentie (AI) voor de vroege detectie van artrose van de knie. 12 Knieartrose is vaak lastig te diagnosticeren, vooral in een vroeg stadium. Het verbeteren van vroege diagnostiek start idealiter in de huisartspraktijk. De ontwikkeling en introductie van een smartphone-gebaseerde point-of-care (POC)-echografie applicatie met kunstmatige intelligentie (AI) voor vroege detectie van knie-artrose heeft het potentieel om deze diagnostische uitdaging voor huisartsen aan te pakken. POC-echografie wordt door de huisarts uitgevoerd, waardoor de diagnose direct bekend is en behandeling kan starten. Dit betaalbare POC-echografie apparaat met AI elimineert de afhankelijkheid van de kennis van de echografist en minimaliseert de benodigde training. Bron: www.maastrichtuniversity.nl/news/dr-ramon-ottenheijmsecured-grant-early-knee-osteoarthritis-detection-ai
1 e uitgave 2024 Onuitstaanbaar Onverklaarde Klachten Chronisch vermoeid DOOR PAUL HÖPPENER, HUISARTS NIET-PRAKTISEREND Bij de vorige casus kreeg ik geen reacties, ik ben benieuwd of het deze keer ook stil blijft. Zoek met de gebruikelijke zoekmachines en met ChatGPT en gebruik een goede combinatie van trefwoorden. Inzendingen mogen naar op1lijn@maastrichtuniversity.nl. Mevrouw A, 35 jaar, meldde zich bij haar huisarts met symptomen van chronische vermoeidheid en enkele dagen durende intermitterende koortspieken (tot 39°C). Deze aanvallen gaan gepaard met een niet jeukende huiduitslag: kleine zalmkleurige ronde vlekken die licht verhoogd zijn en verspreid zijn over verschillende delen van het lichaam. Bij lichamelijk onderzoek worden geen afwijkingen gevonden, ook geen huiduitslag. Bij routine bloedonderzoek wordt een lichte leukocytose met 80% neutrofielen gevonden. CRP en leverfunctietesten leveren normale waarden op. Ze wordt doorverwezen naar een dermatoloog. Op dat moment zijn er geen huidafwijkingen. Een huidbiopsie wordt uitgevoerd, maar dat leidt niet tot een specifieke diagnose. Na acht weken wordt ze verwezen naar een internist voor een bredere evaluatie. Er worden aanvullende testen uitgevoerd, waaronder auto-immuun markers en specifieke infectieziektetests, die allemaal negatief terugkomen. Er bestaat nog steeds een onverklaarde leukocytose. Op CT-scans van de thorax en het abdomen worden geen significante afwijkingen gevonden. Vanwege de aanhoudende, wekelijkse, koortsaanvallen en een recent ontstane gewrichtspijn wordt patiënte doorverwezen naar een reumatoloog. Die constateert dat er sprake is van een symmetrische polyartritis met pijn, zwelling en stijfheid. Reumatologische evaluatie, inclusief specifieke antilichamen (ANA, anti-dsDNA, RF) en een echografie van de gewrichten, levert geen duidelijke diagnose op. De huisarts vermoedt dat hier sprake is van een zeldzame auto-immuunziekte. Bij een bespreking van deze casus met de collega’s van de groepspraktijk wordt ook een immunoloog uitgenodigd. Samen komen ze tot een diagnose, de patiënte voldoet aan de geformuleerde klinische criteria en een specifieke bloedtest levert een sterk verhoogde waarde op. • Wat is uw diagnose? • Welke bloedtest is specifiek bij dit klinische beeld? De Witte Raven Groep is een werkgroep van huisartsen, opgericht in 2016, die zich richt op het zoeken naar de oorzaak van Onuitstaanbaar Onverklaarde Klachten (OOK), in de veronderstelling dat het kan gaan om een zeldzame ziekte of een zeldzaam verschijnsel. Verwijzing van casuïstiek loopt via de eigen huisarts. De Witte Raven hebben een eigen zoekstrategie ontwikkeld en maken gebruik van vier zoekmachines. Naast het uitzoeken van casuïstiek richt de Witte Raven werkgroep zich op het nascholen van huisartsen en het delen van hun kennis. Voor meer informatie en voor aanmelding van een casus of aanvraag van een nascholing voor huisartsen kijk op onze website: www.witteraven.org. Wij vragen om uw hulp: Dokter, graag een diagnose en behandelplan. Mail naar op1lijn@maastrichtuniversity.nl Stroomdiagram zoekmethode www.witteraven.org De oplossing van vorige keer was: Coronair vaatspasme (Prinzmetal Angina) Meer weten? Zoek dan op Pubmed naar artikel: “Coronary vasospasm: A narrative review.” 13 op één lijn 75
1 e uitgave 2024 1 e uitgave 2014 WESP-studenten: Sofie Cuijpers en Vera Thoonen Proactieve Zorg Planning BEGELEIDER: ANNEKE VAN DIJK-DE VRIES Vraagstelling Proactieve zorgplanning (PZP) is van opkomend belang in een vergrijzende samenleving met een toename van complexe gezondheidszorg. Deze complexere gezondheidszorg vraagt om een interprofessionele aanpak. PZP is een proces om wensen van de patiënt over het levenseinde in kaart te brengen waarbij de patiënt, familie en verschillende zorgverleners betrokken zijn. Deze studie onderzoekt ervaringen van eerstelijnszorgverleners bij het implementeren van PZP in een interprofessionele context nadat ze hierin een training hebben gehad. Sofie heeft zich gefocust op de ervaringen met het uitnodigen en gesprek voeren met patiënten en Vera heeft zich gefocust op het documenteren en delen van informatie met andere zorgverleners. Studiedesign Dit kwalitatieve onderzoek bestaat uit semigestructureerde interviews met 29 getrainde zorgprofessionals uit regio Nijmegen en de Mijnstreek bestaande uit: huisartsen, huisartsen in opleiding, wijkverpleegkundigen, praktijkondersteuners, verpleegkundig specialisten en casemanagers dementie. Sofie deed de interviews in de Mijnstreek, Vera in regio Nijmegen. Hierna heeft Sofie de transcripten van Vera gecodeerd en vice versa. Er werd een thematische analyse uitgevoerd waarbij inductief werd gecodeerd. Primair resultaat en conclusie van Vera PZP betreft gevoelige informatie waardoor zorgverleners terughoudend kunnen zijn in het noteren van alle wensen. In het huidige digitale zorgsysteem zijn de wensen nog niet altijd toegankelijk. In praktijk valt er nog winst te behalen om alle zorgverleners op de hoogte te krijgen om de juiste zorg te kunnen geven in de laatste levensfase van de patiënt. Afspraken maken is hierbij van belang. Primair resultaat en conclusie van Sofie PZP, met medische en sociale aspecten, vergt samenwerking tussen zorgverleners. Prioriteit ligt nu bij de kwetsbaren, het streven is naar toepassing bij alle ouderen. Verschillen in perspectieven tussen zorgverleners en patiënten zijn opvallend en hier valt nog winst te behalen. Daarnaast is maatwerk een cruciaal onderdeel voor een effectief gesprek. 14 op één lijn 75
Opleiding Ouderengeneeskunde De tijd vliegt DOOR MARIËLLE VAN DER VELDEN-DAAMEN, HOOFD OPLEIDING OUDERENGENEESKUNDE MAASTRICHT Herkennen jullie dat gevoel aan het begin van het jaar, dat je denkt zeeën van tijd te hebben? Het voornemen om documenten en voorbereidingen ruim voor de gestelde deadline te voltooien en bovenal: overzicht te houden? Al die clichés over hoe de tijd vliegt en dat de tijd, naarmate je ouder wordt, steeds sneller gaat, zijn wat mij betreft waar. Dus lukt het me niet om me aan mijn voornemens te houden. Zo zit ik regelmatig in de avond nog achter mijn computer mails te beantwoorden en vergaderingen voor te bereiden. Wat speelt er momenteel bij de ouderengeneeskunde? Ik zal er een paar aanstippen. Eerder is het herziene landelijk opleidingsplan al genoemd. Er zijn toch meer benodigde aanpassingen dan we in eerste instantie dachten. Zowel de opleidingsperiodes als het curriculum worden aangepast. Het vergt een goede afstemming met opleiders en stage-opleiders, maar het draagt wel bij aan een opleidingsplan dat aansluit bij de huidige praktijk. Ons speerpunt ‘interprofessioneel opleiden’, waarbij we aansluiting zoeken bij de huisartsopleiding, is uitgebreid naar het discipline overstijgende onderwijs (DOO) vanuit het MUMC+. De lijntjes zijn al gelegd. Nu gaan we werken aan de praktische invulling. Daarnaast is de sollicitatieronde voor de start in september geopend en is een subsidieaanvraag voor een aioto-traject goedgekeurd en een vacature is gesteld. Werving en selectie is en blijft een continu proces. In maart boden we voor het eerst een ‘Startcursus werken in de Ouderenzorg’ (primair) voor basisartsen aan. De behoefte is groot, want het maximale aantal deelnemers is bereikt. We lieten in deze cursus de meest voorkomende onderwerpen binnen het verpleeghuis aan bod komen, zoals de Wet zorg en dwang, probleemgedrag, geriatrisch assessment, polyfarmacie en scenario-denken in de palliatieve zorg. Specialisten ouderengeneeskunde van de regionale zorgorganisaties en de opleiding verzorgden het onderwijs. Meer dokters werkzaam buiten het ziekenhuis, in combinatie met loopbaanbegeleiding voor basisartsen, leidt tot samenwerking om basisartsen een ANIOS-spoor aan te bieden waarin ook de ouderengeneeskunde participeert. Verder staat weer een tweejaarlijkse evaluatie voor en door de RGS op stapel. Dat betekent dat we de eerste ronde van de kwaliteitscyclus hebben doorlopen en gaan rapporteren. Met al deze activiteiten en inspanningen hopen we natuurlijk ons vak te promoten en te zorgen voor voldoende aanwas van specialisten ouderengeneeskunde. En dat lijkt te lukken. Eind maart stond een volgende diploma-uitreiking gepland. Al de genoemde ontwikkelingen samen met de gedreven mensen binnen deze netwerken maken mijn werk afwisselend en uitdagend. En dan is het helemaal niet erg om ook in de avond nog werkzaamheden af te ronden. De boog kan echter niet altijd gespannen staan. Ook mijn boog niet, dus ga ik nog een paar dagen de sneeuw opzoeken om daarna weer uitgerust en vol energie aan de slag te gaan. 15 op één lijn 75
op één lijn 75 1 e uitgave 2024 Opleiding (tot specialist) Ouderengeneeskunde Een levendige lente DOOR BABETTE DOORN, PROJECTMANAGER Eerste kwartaal 2024 Na het kerst reces startte het kalenderjaar traditiegetrouw met een nieuwjaarsontbijt voor aios en staf, verzorgd door de hoofden van de opleiding. Tassen vol met gekookte eieren en broodbeleg passeerden het raam, alias het ‘patatluik’, van mijn kamer, die recht tegenover de kantine ligt. Plaatsvervangend hoofd Nancy Lenaerts bezocht ‘s ochtends vroeg al de warme bakker en kwam met lekker geurend brood in papieren zakken binnenlopen. Op 23 januari namen we deel aan een AKO-speeddate avond van studentenvereniging Asklepios. Twee aios ouderengeneeskunde, Yvonne Koolen en Anke Roumans, hebben met diverse studenten geneeskunde kunnen spreken over hun vak. Op 26 januari waren alle stafleden naar de landelijke Interstavendag van SOON in Utrecht. De aios hadden die dag een door henzelf georganiseerde regiodag waarvoor alle aios van Maastricht waren uitgenodigd. Op de Interstavendag werd niet alleen gesproken over de herzieningen van het Landelijke Opleidings Plan. Er waren ook tal van inhoudelijke workshops waarvoor je je vooraf kon opgeven. Bijzonder waren de sessies ‘Pareltjes van het instituut’. Zo heb ik zelf een sessie van Leiden bijgewoond, waarbij ik een VR-bril kreeg opgezet om zelf scenario’s te ervaren uit de praktijk van de ouderengeneeskunde. In Leiden wordt dit gebruikt bij het onderwijs aan aios. Docenten Kris Wouters en Janine Buttolo hadden het Maastrichtse pareltje ‘Codific Peer Feedback’ ingebracht. In de dagelijkse praktijk zijn er voor aios veel dagelijkse leermomenten. Hierbij bieden video-opnames de mogelijkheid om te reflecteren op en te analyseren wat er gebeurt. Met het programma Codific, kunnen aios eenvoudig videomateriaal uploaden naar een beveiligd platform, waar andere aios of docent/opleider het kunnen bekijken en constructieve feedback kunnen geven. Het programma biedt verschillende tools en functies om dit feedbackproces te vergemakkelijken. In februari, tijdens de verplichte Carnavalssluiting bij de UM, was er een landelijk kwaliteitsoverleg via Zoom, waarbij instituten hun reflecties op 3 van de 5 domeinen uit het kwaliteitsinstrument METIS hebben gedeeld. De uitwisseling leidde soms tot interessante nieuwe inzichten en bevindingen. Eind van die maand kreeg ons instituut bezoek van Sophie Querido, directeur van SOON en Joas Duister, manager externe relaties bij de SBOH. Naast overleg met stafleden, woonden zij ook onderwijsactiviteiten bij. 16
1 e uitgave 2024 Vanaf half februari tot half april kan er weer gesolliciteerd worden voor een opleidingsplek per september 2024. Om de werving te ondersteunen, hadden we voor de aios in spe een online kennismaking met de medewerkers van het opleidingsinstituut Maastricht georganiseerd op 12 maart. Een groot aantal basisartsen maakte van de gelegenheid gebruik om de laatste vragen te stellen. Vrijdag 22 maart was de diploma-uitreiking van twee kersverse Specialisten Ouderengeneeskunde, te weten Esmée ter Horst en Sander van Hoeve. Na afloop konden we met de staf genieten van een besloten etentje. Later dit jaar, eind september, is er weer een diploma-uitreiking, dan met vijf of zes geslaagden. Een deel van hen had zich ook ingeschreven voor de allereerste ‘Startcursus werken in de Ouderenzorg’ die wij in Maastricht, in navolging van Amsterdam, hadden georganiseerd. De cursus zat vol met 16 deelnemers. De eerste cursusdag was op maandag 18 maart. SO-docent René Beaumont is hoofddocent van deze meerdaagse cursus. Zelf deed hij de aftrap met onderwijs over het Geriatrisch Assessment. Het is de bedoeling om deze cursus tweemaal per jaar te organiseren. Eind april zijn de selectiedagen voor aios in spe; we hopen dat we een grote groep welkom mogen heten bij de start in september (of een jaar later). In mei wacht een andere klus: de tweejaarlijkse verantwoording van het instituut aan de RGS. En mochten we ons ‘vervelen’: er valt nog genoeg te puzzelen aan de invoering van het nieuwe landelijke opleidingsplan! Bent u SO of kent u SO’s die graag een bijdrage willen leveren als docent: dat kan, we hebben momenteel twee vacatures. Made in Maastricht Sander van Hoeve, met zijn praktijkopleiders Harrie Kuipers (links) en André Meulendijks (rechts) van Land van Horne. 17 op één lijn 75 Esmée ter Horst, geflankeerd door haar praktijkopleiders bij Cicero, te weten Hilde Wijers (links) en Romy Schoonbroodt (rechts).
op één lijn 75 1 e uitgave 2024 Dubbelinterview docenten Huisartsopleiding en Ouderengeneeskunde It takes two VAN DE REDACTIE, DOOR BABETTE DOORN Wie zijn jullie? Nanda Wolfs, Specialist Ouderengeneeskunde en docent in het basiscurriculum geneeskunde in Maastricht. Roel Smeijsters, tot 1/1/2024 huisarts in Munstergeleen en momenteel huisartsbegeleider bij de Huisartsopleiding Maastricht. Hoe lang werken jullie bij de UM als docent? Nanda: Alweer 3 jaar, de tijd vliegt! Roel: Sinds eind 2022 ben ik huisartsbegeleider in het chronisch blok. Waarom kozen jullie voor het onderwijs? Nanda: Ik zocht een nieuwe uitdaging naast mijn werkzaamheden als specialist ouderengeneeskunde. Mariëlle van der Velden, hoofd van de vervolgopleiding, gaf me het advies om een keer in gesprek te gaan met Mathieu Prevoo, een ervaren SO-docent in het basiscurriculum. Dat heb ik gedaan en snel daarna ging ik aan de slag. Hoewel ik soms nog met klotsende oksels voor een groep sta, zou ik niet meer anders willen. Ik mag studenten geneeskunde iets over mijn mooie vakgebied leren, in de hoop dat ze daardoor betere dokters worden met oog voor de meestal oudere en kwetsbare patiënt met complexe zorgproblematiek. Daarnaast laat ik zien dat ouderengeneeskunde een uitdagend vakgebied is dat continue in ontwikkeling is. Inmiddels ben ik ook gastdocent bij de SO-opleiding en de huisartsopleiding. Roel: Ik was op zoek naar een rol waarin ik mijn kennis en ervaring kon overdragen buiten de muren van onze huisartsenpraktijk ‘Hartje Dorp’ in Munstergeleen, waar ik per 1 januari 2024 gestopt ben omdat ik de zorg voor mijn chronisch zieke partner niet langer kon combineren met het praktijkhouderschap. Hoe goed kennen jullie elkaar (al)? Nanda: Roel en ik treffen elkaar eens per drie maanden wanneer ik onderwijs geef aan aios van de Huisartsopleiding binnen het chronisch blok. Tijdens dit onderwijs vertel ik over de eerstelijns werkzaamheden van de specialist ouderengeneeskunde en de mogelijkheden van de huisarts om deze te consulteren. Roel vult met enthousiasme aan vanuit zijn eigen ervaringen als huisarts. Voor de meeste AIOS zijn kennis en ervaring op dit gebied nog beperkt en 18 proberen we samen zaadjes te planten, zodat de onderlinge samenwerking in de toekomst zich verder kan ontwikkelen. Roel: Ik ken Nanda van haar bijdrage aan het chronisch blok, waar zij het thema ‘in gesprek met de SO’ vormgeeft. Door dit gesprek kwam ik erachter dat de SO nog veel meer doet dan ik al dacht, zoals de zorg voor complexe chronische patiënten van alle leeftijden in de thuissituatie, in samenwerking met de huisarts en de overige hulpverleners. Nanda is laagdrempelig benaderbaar en breekt met verve een lans voor de SO in de eerste lijn. Speerpunt binnen de afdeling is Interprofessioneel Opleiden. Wat betekent dit voor jullie, waar denk je dan aan? Nanda: Aan het faciliteren van gezamenlijke onderwijsmomenten/ontmoetingen voor aios van verschillende specialismen. Hierdoor leren ze elkaar, maar ook de vakgebieden beter kennen. Met als doel dat ze, eenmaal afgestudeerd, meer zullen openstaan voor elkaars expertise en werkcontext, wat ten goede komt aan de samenwerking, maar ook van de zorg voor (gezamenlijke) patiënten. Interprofessioneel is van ons samen. Roel: Ik denk aan kruisbestuiving door de aios van beide opleidingen met elkaar te laten kennismaken en te laten zien, dat samenwerking in de eerste lijn cruciaal is om de complexe ouderenzorg, denk aan dementie en functionele achteruitgang, ook in de toekomst goed te kunnen blijven doen. Hoe pak je het nu zelf concreet aan? Nanda: Mijn eerste stap was om onderwijs te geven aan huisartsen in opleiding. Het zou nog veel beter tot z’n recht komen, wanneer de aios ouderengeneeskunde en de huisartsen in opleiding gezamenlijke onderwijsmomenten zouden hebben, bijvoorbeeld in het derde jaar, waarin voor de aios ouderengeneeskunde de module eerste lijn aan bod komt. Helaas is dit nu wat betreft planning lastig vorm te geven, een gezamenlijk consult is dan een goed alternatief. Het idee dient wel door iedereen te worden gedragen, want onbekend maakt soms onbemind, heb ik gemerkt. De laatste opleidingsfase lijkt daarom het meest ideaal. Roel: Allereerst natuurlijk bij de aios van de huisartsopleiding de bekendheid met de SO vergroten en daarnaast de meerwaarde van de SO voor de huisarts onder de aandacht brengen. Denk daarbij aan deelname van de SO aan een MDO, en daarbij
op één lijn 75 regelmatig onderling overleg over ingewikkelde casuïstiek, waarbij de SO, eventueel met een team van hulpverleners (psycholoog, zorgtrajectbegeleider, fysiotherapeut enzovoorts), ingeschakeld kan worden door de huisarts. In de vorige Op één lijn, editie 74, gaven de hoofden de aftrap voor een reeks dialogen. Wat is jullie bijgebleven? Nanda: Vooral aangrijpingspunten om de samenwerking verder vorm te geven, zoals de adoptie patiënt. Maar ook het leren van elkaar. We hebben elk onze kwaliteiten /expertise en daar moeten we gebruik van maken. Maar ook, dat samenwerking veel verder gaat dan de patiënt. Roel: Wat me opviel was de grote bereidheid tot samenwerking tussen huisartsopleiding en de opleiding tot SO. De logistiek is daarbij nu nog een struikelblok, maar dat moet op te lossen zijn! ‘Ja, maar’ is verboden. Denkend vanuit kansen: wat zouden jullie zelf kunnen/ willen veranderen om het speerpunt Interprofessioneel Opleiden op de kaart te zetten? Mag gaan over het onderwijs op de UM maar ook in de praktijk. Nanda: Het begint voor mij binnen het basiscurriculum. Hier zou een volledig geïntegreerd coschap huisartsgeneeskunde, sociale geneeskunde en ouderengeneeskunde als een goed voorbeeld van onderlinge samenwerking dienen. Een gezamenlijk opgesteld onderwijsprogramma met aandacht voor ieders kennis en kunde. In de vervolgopleidingen kan hierop verder geborduurd worden via een gezamenlijk onderwijsprogramma van 1 tot 2 dagen met verdiepend onderwijs en samenwerkingsopdrachten, maar ook de mogelijkheid om als aios ouderengeneeskunde voor een bepaalde tijd aan de slag te gaan binnen een huisartspraktijk. Voor een huisarts in opleiding is er veel vaardighedenonderwijs. Ik denk dat menig specialist ouderengeneeskunde meer huisartsgeneeskundige vaardigheden zou willen ontwikkelen zoals kleine ingrepen, CVRM en kleine kwalen. Door hierin samen op te trekken, helpt het om samenwerking als iets vanzelfsprekends te zien. Roel: De SO als vaste waarde in de huisartspraktijk van de toekomst, is een gedachtengoed dat ik graag als norm zou willen zien. De toenemende vergrijzing en de steeds langer thuiswondende kwetsbare ouderen vragen om meer professionele ondersteuning van de huisartspraktijken. De SO kent het zorglandschap voor deze groep het beste en kan ook medebehandelaar zijn in de eerste lijn. Bij een groeiend aantal patiënten met bijvoorbeeld dementie, kunnen we structureel de hulp van een SO goed gebruiken. Door intensief met elkaar samen te werken in de praktijk, zul je elkaar steeds makkelijker vinden, ook bij andere problematiek. Een gezamenlijk onderwijsprogramma over dementie met daarbij ook de andere hulpverleners (casemanager, zorgtrajectbegeleider, ervaringsdeskundigen) is een goede eerste stap! Welke boodschap hebben jullie voor de hoofden van de vervolgopleidingen? Nanda: Blijf met elkaar in gesprek en kijk waar onze mooie vakgebieden elkaar kunnen aanvullen. Geef deze samenwerking vanaf jaar 1 aandacht, zodat het de normaalste zaak van de wereld wordt voor de aios. Straal dit ook uit binnen de vakgroep en naar de buitenwereld. Roel: Ik hoop dat het ons lukt om een gezamenlijk onderwijsprogramma rond het thema dementie te ontwikkelen, daar hebben we de hulp van de SO zeker bij nodig! Vervolg Een volgende keer is het de beurt aan de aios van beide opleidingen. Wie durft of durven? Meld je aan via op1lijn@maastrichtuniversity.nl. Kersverse alumni kunnen zich ook aanmelden. 19
op één lijn 75 1 e uitgave 2024 Uit het hoofd Diverse ontwikkelingen DOOR MATTHIJS LIMPENS, HOOFD HUISARTSOPLEIDING NIVEL-onderzoek Instroom jonge collega’s Dit voorjaar verwachten we de uitslag van het NIVELonderzoek naar de jongste groep artsen ingeschreven in het BIG-register (Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg). Het jongste cohort, alle eerste inschrijvingen zonder herregistratie (5 jaar), blijkt groot. Er zouden dus momenteel voldoende jonge collega’s moeten zijn die een vervolgopleiding kunnen starten. Het totale aantal aanmeldingen voor alle medische vervolgopleidingen loopt echter terug. Waar zijn deze jonge collega’s? We zijn heel benieuwd naar de onderzoeksresultaten, die ons mogelijk meer informatie geven waarmee we deze doelgroep beter kunnen aanspreken. Ook dit jaar blijft de grote vraag voor onze opleiding: vinden we voldoende jonge artsen die huisarts willen worden? De animo voor ons vak blijft stabiel. Nog steeds kiest één derde van alle eerstejaars artsen die een vervolgopleiding starten voor huisartsgeneeskunde. In 2023 was de instroom beperkt en hebben we een aantal groepen moeten samenvoegen. In Eindhoven en Maastricht startten in maart 2024 gelukkig weer in totaal vier groepen. Voor Eindhoven zijn hiervoor twee nieuwe docenten aangetrokken: Joshua Boom (HAB) en Margreet RuttenWetzels (GW). De landelijke selectie voor de septembergroepen loopt nog, maar de eerste berichten vallen helaas tegen. Waarschijnlijk gaan we ook in 2024 niet onze maximale capaciteit van 96 aios (8 groepen van 12) halen. VWS heeft alle huisartsopleidingen in Nederland gevraagd om de beschikbare capaciteit niet af te bouwen, maar zich te blijven inzetten voor groei. Hiertoe heeft het Ministerie ook financiële steun toegezegd. Wij gaan daarom dit jaar onze uiterste best doen ons groepsaantal van vier niet te veranderen. Samenwerking ANIOS met Regionale Huisartsen Organisaties (RHO’s) Wat we wel al langer weten van de pas afgestudeerde collega’s is, dat zij graag als ANIOS meer wisselende ervaringen op willen doen. In onze regio hebben we 20 al een aantal jaren positieve ervaring met ANIOS in de huisartspraktijk (zie: ‘Op één Lijn nr. 63 – 2019). Naast dat traject met Zuyderland, krijgt de samenwerking met de drie Zuid-Limburgse RHO’s duidelijk vorm. In januari is een project gestart, waarin de samenwerking met ook andere RHO’s gezocht wordt, zodat diverse organisaties en of zorggroepen een ANIOS-traject kunnen beginnen. Donna Lenders, huisartspraktijkhouder bij Medisch Centrum West Kerkrade (MCWK), is de projectleider. Gecombineerde ANIOS-schappen binnen een profiel (bijvoorbeeld: beschouwend, snijdend of spoed) hebben de voorkeur bij startende artsen. Ook het MUMC+ is aan het verkennen welke gecombineerde trajecten aangeboden kunnen worden. De Opleiding tot Specialist Ouderengeneeskunde en de Huisartsopleiding zitten mee aan tafel. Een generalistisch traject binnen en buiten het ziekenhuis in de regio wordt dan een optie. RGS-rapportage, Jonne van der Zwet (Coördinator Kwaliteit) In 2021 ontving de opleiding van de RGS een registratie voor onbepaalde tijd. De RGS hanteert een nieuw visitatiesysteem waarbij vooral gekeken wordt naar de kwaliteitscyclus van de opleiding. Na twee jaar wordt een tussentijds verslag gevraagd, dit is begin februari aangeleverd. Hoewel het tijdelijk missen van een coördinator Kwaliteit een handicap was, zagen wij de overtuiging bevestigd dat kwaliteitsbeleid van ons allemaal is. Dit neemt niet weg dat we blij zijn dat we een nieuwe Kwaliteitscoördinator konden verwelkomen. Per 1 februari is Jonne van der Zwet gestart als nieuwe coördinator Kwaliteit. Zij stelt zich in deze ‘Op één Lijn’ aan jullie voor.
Proud Gerrie Gerrie Forever! DOOR HENDRIK JAN VUNDERINK, OUD-KAMERGENOOT Op 19 maart nam de Huisartsopleiding Maastricht gedwongen afscheid van Gerrie Waagenaar. Door stuitend personeelsbeleid van de UM was men namelijk gedwongen om haar met pensioen te sturen. En dit, terwijl de beste krachten die zij sinds ruim 20 jaar aan het instituut gegeven heeft, nog lang niet uitgeput zijn. Maar goed, afscheid dus. En collega’s, vele oud-collega’s, familie, vrienden en bekenden en ga zo maar door, waren in groten getale op komen dagen. Maar dat trok Ger emotioneel dus niet. Zij stuurde haar trouwe interieurverzorgster Sjanet om ons dit te vertellen. Die weidde verder omstandig uit over de mooie tijden die haar werkgeefster al die jaren gehad heeft op het instituut, in vele functies en hoedanigheden. Als oud-kamergenoot kan ik daar nog aan toe voegen, dat, indachtig Sjanet, Gerrie niet te beroerd was om zelf de luxaflex te soppen, omdat dat niet in de aanbesteding bij het schoonmaakbedrijf was meegenomen. Maar dit terzijde. Gesterkt door de mooie woorden van Sjanet herpakte Gerrie zich, en meldde zich alsnog in de zaal, zodat ook vele anderen daar nog het nodige aan toe konden voegen. Ik noem onder andere Matthijs Limpens, Hoofd Huisartsopleiding, en de twee dames die haar als adjuncthoofd opvolgden: Hanneke Hamers en Ingrid van der Heijden. Voormalig cuco1-maatje Merijn van de Laar liet het niet alleen bij woorden, maar sleurde Gerrie de dansvloer op, op de tonen van de bekende hit van Ike en Tina Turner: ‘Proud Gerry’! En dus barstte daarmee een afscheidsfeest los, waar men nog lang over na zal praten. Maar dat desalniettemin niet zal kunnen verhinderen, dat het instituut het zonder Ger de komende tijd slechts moeizaam zal kunnen rooien. Ik vermoed, dat het Hoofd nog weleens een beroep op haar zzp-kwaliteiten zal moeten doen. Persoonlijk heb ik onze gezamenlijke werkkamer drie jaar geleden al vaarwelgezegd (gedwongen pensioen, zie hierboven) en het is me gelukt om daar overheen te komen. Ik wens Gerrie hetzelfde toe: ‘kump good’! Voetnoot redactie Ter gelegenheid van het 40-jarig bestaan van de Huisartsopleiding Maastricht, schreef Hendrik Jan Vunderink al eerder een stukje over Gerrie Waagenaar: https://onlinetouch.nl/huisartsgeneeskundemaastricht/ op-een-lijn-50?html=true#/36/ 1 cuco staat voor curriculum coördinatoren 21 op één lijn 75
op één lijn 75 1 e uitgave 2024 Made in Maastricht Datum: 12 december 2023. V.l.n.r.: Jolijn Bohnen, Noortje Hoogstraten, Bart Bulté, David van Eerd, Ko Kalantary, Thara van der Borgh, Veerle Gootzen Datum: 5 maart 2024. V.l.n.r.: Marieke Joillet, Esther van de Wal, Laura Gijsen, Kris Dings, Maxime Laugs, Kristien Velding, Kirsten Vijgen, Marlou Hoff 22
1 e uitgave 2024 Made in Eindhoven Datum: 12 december 2023. V.l.n.r.: Sam Smeets, Karlijn Voorhout, Evie Linssen, Linda Willems, Angelique van Sambeek, Mehmet Yar Datum: 5 maart 2024. V.l.n.r.: Guus de Natris, Resie Simons, Jeroen Vogelaar, Juul van der Lingen, Maud Zwagers, Cynthia van den Anker, Bram Schellekens, Julienne Koenen, Saskia Bisschop, Caroline Adang, Sebastiaan Claus, Mirthe de Muinck Keizer, Aniek Weterings 23 op één lijn 75
op één lijn 75 1 e uitgave 2024 Equilibre Rubriek voor huisartsopleiders DOOR ELSJE KUIJPER EN MARIEKE KOOLS, HAO-COÖRDINATOREN HUISARTSOPLEIDING Feedback voor huisartsopleiders Urmond 6 en 8 feb 2024. Doelgroep: Alle huisartsopleiders van Huisartsopleiding Maastricht 1. Praktische observaties Hoe zouden opleiders reageren op het feit dat ze jaarlijks een consulttoets (CT) moeten gaan doen? Fijn om te merken in de voorbereiding, dat collega’s van het CT-team meedachten en onderwijs mee-ontwikkelden, en super dat onze collega-groepsdocenten bereid waren om mee te doen als trainer in de CT-carrousel. De logistieke verbeterpunten die waren gegeven, zijn direct door ons opgepakt. 2. Algemene indruk De sfeer was goed: opleiders waren op beide dagen actief betrokken bij de inhoud. Opleiders met ervaring in de pilot beaamden dat de nieuwe CT-toets minder tijd kost. De opkomst was weer goed en in de koffie- en lunchpauze waren de gesprekken geanimeerd. 3. Open staan Opleiders leken mee te kunnen in onze visie, dat het doen van een CT een relevante opleidersvaardigheid en – bezigheid is. Het goed kijken naar gedrag en hier gericht bruikbare feedback op kunnen geven, zijn basisvaardigheden van de opleider. 4. Leerbaarheid De opleiders zijn zeer bereid om vaardiger te worden op het gebied van observatie en feedback. Wat leerde men: • Het goed kijken naar gedrag van een aios in de consultvoering. Dit vertaalt zich naar een hernieuwde scherpe blik op het functioneren van de eigen aios • Als consulttoets-observator wordt de valkuil van het willen ‘redden’ van je eigen aios bij een kritische CT-feedbackbrief een stuk kleiner. • Tijdens de carrousel werden onderwerpen uitgelegd als ‘Effectieve behandelrelatie opbouwen’, Communicatietechnieken doelgericht toepassen’ en ‘Patiënt actief betrekken bij de besluitvorming’. 5. Taalvaardigheid Het blijft uitdagend om concreet waargenomen gedrag te kunnen verwoorden. Opleiders moeten de juiste woorden vinden en daarmee een constructief-kritische toon leren gebruiken. Hoe kun je gedrag zo concreet en helder mogelijk omschrijven? Bij hun eerste echte CT-toets, besteden wij hier gericht aandacht aan door dit als leermoment aan te bieden aan de opleiders. 6. Conclusie + leerpunten Conclusie: De basis is gelegd. We hebben een slag gemaakt in het trainen op CT-vaardigheden, maar er is nog meer nodig. De volgende stap is patronen herkennen in consultvoering van meerdere consulten. Welke hoofdzaken moeten in een feedbacksjabloon verwoord worden? Daarnaast moeten de scores van de opleiders overeenkomen met de scores van een tweede observator. Hiervoor kregen de opleiders een praktijkopdracht mee, waar in mei op teruggekomen zal worden. Meest in het oog springende aandachtspunten voor CT-observatoren: 1. Plan er (ruim) de tijd voor. Rustige omgeving (thuis/ werk) geen stoorzenders. 2. Geef de aios een zelfstandige dag wanneer jij de toets doet. 3. Je kunt aantekeningen maken in Codific en deze kopiëren in de feedbackbrief 4. Meteen scoren of eerst wat video’s bekijken voor een algemene indruk? 5. Weet: ervaring helpt! Je zal steeds sneller een patroon kunnen herkennen. 6. Wees niet te perfectionistisch, het gaat om de grote lijn. Als je twijfelt, maak gebruik van de mogelijkheid om te sparren met een ervaren observator. 7. Laat niet-helpende overtuigingen los over dat je iemand een ‘onvoldoende’ geeft: je biedt iemand de ultieme kans om vooruit te komen! 8. Eindoordeel* Cijfer Leerrendement: 6 * Referentie is huidige moment van de opleiding. Te bereiken voor reacties: Marieke.kools@maastrichtuniversity.nl Els.kuijper@maastrichtuniversity.nl 24
Column ‘Letste woord’ DOOR JEROEN SMEETS, HUISARTSREDACTIELID Hij was in de 60, altijd zwaar geleefd. Kunstenaar, van al Gods verboden vruchten uitbundig gegeten. Hij kwam nooit op het spreekuur. Totdat hij ziek werd, doodziek. Hij ontbood me thuis, had een dikke buik en was wat gelig. Hij dronk nog steeds meer dan hem lief was. Van de lege witte wijnflessen, maakte hij kunst. Hij was verzwakt en wist: ´het einde is nabij´. Hij was gescheiden, omdat het moeilijk met hem uit te houden was, maar zijn ex-vrouw en dochter waren erg betrokken. Geld was niet belangrijk, maar nodig om het leven als kunstenaar te leven. ‘Vier het leven, ik vier het elke dag’. Nee, spijt had hij niet. ‘Hoe gaan we het regelen, dokter?’ was zijn vraag. Hij was een man met veel gevoel, maar van weinig woorden. Het regelen, voor als het niet meer gaat, bedoelde hij. Hij wilde de regie houden, tot het einde. Lange gesprekken hadden we, over zingeving. Over hoe je perspectief op het leven verandert, naarmate je ouder wordt. Kinderen die opgroeien en je niet meer nodig hebben. De maatschappij, die hem niet meer nodig had. Vreugde over zijn kunst. En over het leven als kunstenaar. De alcohol die daar onlosmakelijk bij hoorde. De diagnose was hard, keihard, alvleesklierkanker. Bijna de meest agressieve kanker die we kennen en vaak bij ontdekken al uitgezaaid. Gemiddelde prognose in zijn geval enkele maanden. Hoe gaan we het regelen, dokter? De SCEN-arts kwam langs (dit is de onafhankelijk arts die een euthanasieverzoek toetst aan de wettelijke criteria). Gelukkig was hij nuchter, voor zover hij nuchter kon zijn. De SCEN-arts belde me: ‘Wat een bijzondere man…’. Op het afgesproken moment waren zijn ex-vrouw en zijn dochter aanwezig. In de hoek stond een saxofoon. Ik speel zelf sax, maar wist niet dat hij speelde. Dat was nog niet ter sprake gekomen. Toen ik hem ernaar vroeg, zei hij: ‘Over 5 minuten is die sax te koop’. Altijd humor, zelfs bijna tot in de dood. De procedure verliep heel rustig. Ik had hem van tevoren uitgelegd dat het verstandig zou zijn niks meer te zeggen nadat we begonnen waren het slaapmiddel toe te dienen, omdat iemand dan soms halverwege een woord in slaap kan vallen en dit voor de omstanders soms lastig kan zijn. Uiteraard hield hij zich hier niet aan. Zijn laatste woorden: ‘Altied ‘t letste woord. Nou, dit is ut allerletste. Iech bin hiemele’. En hij viel in een hele diepe slaap. Omringd door zijn kunst, de mensen die hem lief waren en een glas witte wijn. Boek Merijn van de Laar en Ingrid Verbeek Slapeloosheid in de huisartsenpraktijk Eindelijk is er een boek voor de begeleiding en behandeling van slapeloosheid binnen de huisartsenpraktijk. Het sluit aan bij de nieuwe NHG richtlijn en staat bomvol praktijkvoorbeelden en casuïstiek! Merijn van de Laar en zijn oud-collega Ingrid Verbeek, somnoloog bij Kempenhaeghe Centrum voor Slaapgeneeskunde schreven het boek. 25 op één lijn 75
op één lijn 75 1 e uitgave 2024 Uit de leer, maar niet uitgeleerd Meer nietsdoen DOOR DAVÍD VAN EERD, HUISARTS Al een paar keer heb ik geprobeerd om in mijn hoofd de woorden ‘in opleiding’ weg te laten. Een beetje onwennig klinkt het nog wel, vergelijkbaar met een datum opschrijven aan het begin van een nieuw jaar, of met voor het eerst een recept uitschrijven. Toch mag ik me sinds deze maand huisarts noemen. Dat dit soms ook aan de andere kant van de spreekkamer nog even moet landen, merkte ik aan de reactie van een patiënt tijdens de inwerkdag in mijn nieuwe praktijk. Zo twijfelde ze of ze wel wilde dat ik erbij zat, nadat ze had gehoord dat ik kwam om het computersysteem te leren kennen. Toen ik geen ICT-er, maar dokter bleek te zijn, was deze scepsis gelukkig snel verdwenen. Wat wil ik na deze gewenningsperiode nog vooral leren, nu ik officieel niet meer ‘in de leer’ ben? Ik denk in de eerste plaats vaker een stap terugzetten om het grotere geheel te zien. Want daar waar je tijdens de opleiding nog veel bezig bent met wat er op microniveau in de spreekkamer gebeurt, moet een huisarts ook aandacht hebben voor zorg in een breder maatschappelijk kader. Zo las ik deze maand een intrigerend stuk van een internist en voormalig medisch directeur van het Bernhoven ziekenhuis in Uden. Hij stipt aan, dat, terwijl het aantal ouderen groeit, er tegelijkertijd krapte op de arbeidsmarkt is en we tegen de grenzen lopen van wat we aan zorg kunnen uitgeven. Er moeten dus keuzes gemaakt worden om de beschikbare middelen zo goed mogelijk in te zetten. Op dit moment worden deze moeilijke keuzes nog onvoldoende gemaakt wat, naar verluidt, leidt tot 30% zorg waar de patiënt niets mee opschiet en 10% zorg waarbij zelfs gezondheidsschade ontstaat door overdiagnostiek of behandeling. Aan ons de taak om zorgvragen vaker te begrenzen, in het belang van mens, milieu en maatschappij. En uit te leggen waarom een verwijzing naar de specialist vaak niet zinvol is en dat veel zorg consumeren ook nadelig kan zijn voor de gezondheid. Doordat we als huisarts dicht bij de patiënt staan en kijken naar de context waarin een hulpvraag zich aandient, is deze taak bij ons in goede handen. Anderzijds kunnen patiënten soms dwingend zijn en richtlijnen erg defensief. En wordt in tuchtzaken vooral met een ‘hindsight bias’ gekeken naar wat er niét gedaan is. Dit alles stimuleert overdiagnostiek en behandeling, het ietsdoen in plaats van weloverwogen nietsdoen. Ook ons zorgsysteem met betaling per verrichting, is nog niet ingericht op belonen van minder doen. Dit op kleine schaal anders doen, leidde in het eerdergenoemde Bernhoven ziekenhuis bijna tot een faillissement en bij huisartsen in Noord-Limburg tot een reprimande vanuit ziekenhuis en zorgverzekeraar omdat ze te weinig verwezen. Hier ligt dan ook een taak voor de overheid, om, naast primaire preventie om mensen zo gezond mogelijk te houden, een zorgklimaat te creëren wat zowel handen aan het bed als handen op de rug faciliteert. In gedachten blader ik nog eens door ‘The House of God’ van Samuel Shem, het fictieve handboek voor de beginnende arts. Eén van de eerste lessen: "do as much nothing as possible". Meer nietsdoen. Eens kijken hoe dit komende tijd gaat. AIOS vs Opleiders Beste (plaatsvervangende)opleiders en stafleden, Op 14 juni aanstaande gaat het Europees Kampioenschap voetbal van start in Duitsland. Dit leek ons een mooi moment om ook weer de 13e editie van het AIOS vs Opleiders voetbal te organiseren! Blijft de beker (weer) in bezit van de opleiders? Halen we het niveau van Virgil Van Dijk, Frenkie De Jong en Kylian Mbappé? We gaan het zien in Bocholtz! 26 Wil je meedoen aan dit sportieve, gezellige sportevenement? Meld je dan snel aan door een mail te sturen aan: g.peek@maastrichtuniversity.nl. Ook supporters zijn meer dan welkom! Hopelijk tot 14 juni! Sportieve groetjes, Gaston Peek Wie: AIOS, Opleiders, docenten…Supporters! Wat: 2x 30 minuten en uitgebreide 3e helft Waar: voetbalvelden WDZ Bocholtz Wanneer: vrijdag 14 juni 2024 - 19:00u
1 e uitgave 2024 Oud-Aios: hoe vergaat het ze? ‘Het leek een beetje alsof ik in de jaren 90 was beland’ DOOR GIL SCHULTE, HUISARTS IN DUITSLAND Na tien jaar leven in Nederland verhuisde ik afgelopen jaar terug naar mijn geboorteland Duitsland. Een derde van mijn leven bracht ik door in mijn buurland. Nadien moest ik weer aan de Duitsers en hun manieren wennen. Nu, bijna een jaar later, is het tijd om te vertellen hoe het is verlopen. Op mijn twintigste verhuisde ik naar Nijmegen om met mijn studie medische Biologie te beginnen. In 2015 ging ik wonen in Maastricht om de studie Arts en Klinisch Onderzoeker te gaan volgen. Na mijn studie wilde ik eigenlijk al teruggaan naar Duitsland, maar bleef uiteindelijk voor mijn huisartsenopleiding in Maastricht. Een van mijn betere beslissingen! De COVID-epidemie en de hieruit resulterende ‘gesloten grenzen’ maakten dat ik al vroeg in de opleiding heimwee naar mijn familie kreeg. Hierdoor werd het idee om de praktijk van mijn moeder over te nemen steeds aantrekkelijker, hoewel ik aanvankelijk niet van plan was terug te gaan Het had bijna alles wat ik altijd wou: een goed lopende zelfstandige praktijk. Wat het wel miste was de digitalisering. Al het bekende wat ik in Nederland gewend was, was afwezig: website, patiëntenportal, online-afspraken plannen: in Duitsland zijn het nog steeds buitenlandse woorden. Na het afronden van mijn opleiding wilde ik in juni 2023 beginnen als huisarts in Duitsland, niet wetende dat de erkenning daar niet digitaal te regelen is. Ik moest me persoonlijk komen identificeren, het leek een beetje alsof ik in de jaren 90 was beland. Maar, per 1 augustus 2023 werd het officieel – mijn moeder en ik zijn collega’s en nieuwe uitdagingen kwamen op mijn pad Enerzijds het leren kennen van de Duitse patiëntencultuur. Deze is nog paternalistischer dan die in Nederland, ondanks dat dit aan het veranderen is. Dus het moeizaam aangeleerde Nederlandse ‘Samen beslissen’ was niet alleen voor mij wennen. Inmiddels denk ik dat de patiënten en ik een goed compromis hebben gevonden. En met de digitalisering van de praktijk ging het ook vooruit. Inmiddels hebben we een eigen website met onlineafspraken en een patiëntenportal – een echte uitdaging voor de gemiddelde Duitser. Bovendien verschilt de geneeskunde van die in Nederland: de richtlijnen in Duitsland zijn anders, als zij überhaupt al een huisartsenrichtlijn voor een bepaalde klacht hebben. Dit is nog in ontwikkeling. Ook moeten de patiënten er (nog steeds) aan 27 wennen, dat ik als huisarts kleine chirurgie, de interpretatie van huidaandoeningen of intra-articulaire injecties aanbied. Dit zijn handelingen, die de huisarts in Duitsland normaliter niet doet, maar worden overgelaten aan de vrijgevestigde specialist. Aan de andere kant moet ik weer wennen aan het feit dat Duitsers over het algemeen graag doorverwezen worden naar de specialist in het ziekenhuis. Onze praktijk heeft geen praktijkondersteuner zoals de POH. Dat betekent dat de diabetes- en hypertensiecontroles door de huisarts worden gedaan. Hierdoor heb ik regelmatig contact met de chronische patiënten en leer ik deze beter kennen dan in Nederland. Dat is iets wat ik niet wil missen. Een andere uitdaging is de ontwikkeling van het Duitse gezondheidssysteem, zoals die ook in Nederland plaatsvindt. Steeds minder artsen willen praktijkhouder worden en zeker niet op het platteland. Daarnaast is 41% van de bestaande praktijkhouders ouder dan 60 jaar. Dit is een zorgwekkende ontwikkeling, die uiteindelijk gaat leiden tot een huisartsentekort. Deze ontwikkeling heeft ook meer groepspraktijken tot gevolg, iets wat in het laatste decennium ook in Nederland plaatsvond en ik in Maastricht heb kunnen leren waarderen. Mijn doel voor de toekomst is het omschakelen naar een groepspraktijk en eventueel het POH/PA (Physician Assistant)concept naar Duitsland te brengen. op één lijn 75
op één lijn 75 1 e uitgave 2024 Weten is eten Pindakaas van Petje Pitamientje, of poeiertjes van Arie Boomsma DOOR HENDRIK JAN VUNDERINK, REDACTIELID Mijn eerste voedingssupplement kreeg ik op tweejarige leeftijd toegediend. Dit gebeurde ondanks hevig tegenstribbelen: mijn neus werd gewoon dichtgeknepen, waarop mijn moeder de eetlepel levertraan fluks in mijn reflectoir opengevallen mond goot. Toch was dit extraatje geheel volgens de nu nog heersende richtlijn aangaande voedingssupplementen. Dat is: extra vitamine D bij alle kinderen tot de leeftijd van 4 jaar. Die levertraan zit stampvol vitamine D en bevat daarnaast ook nog vitamine A, jodium, fosfor en is ook nog eens één van de producten met het hoogste gehalte aan omega 3-vetzuren. Gelukkig stopte de voedingsindustrie het spul al tijdens mijn peutertijd in smakeloze capsuletjes en dat scheelde een hoop huiselijk geweld. Niet lang na de uitvinding van de capsuletjes deed via de STER-reclame de pindakaas zijn intrede als vitaminebron voor het opgroeiende kind. ‘Gewoon lekker’, aldus Petje Pitamientje. Inmiddels 4 jaar geworden ruilde ik ook de capsuletjes graag in voor dit smakelijk broodbeleg. Het lijkt tegenwoordig uit de hand gelopen te zijn met die voedingssupplementen. Supermarkten staan vol met eiwit verrijkte producten en drogisterijschappen puilen uit van de multivitaminen. Onlangs zag ik in één van de vele vaderlandse praatprogramma’s een venijnige discussie tussen presentator Renze Klamer en gast Arie Boomsma. De laatste verdedigde de inname van die extraatjes rigoureus. Naast zijn inhoudelijk wat dubieuze argumenten (inclusief zijn eigen sixpack) speelt wellicht ook mee, dat hij zelf online het spul verkoopt. Ook op social media woedt een agressieve campagne voor voedingssupplementen. Diverse pillendraaiers met exotische namen bieden allemaal hulp bij vage klachten als futloosheid, stress, slecht slapen en humeurigheid. Ook overgangsklachten en verminderd libido zitten vaak in het pakket. Veel bedrijven bieden tegenwoordig ook een online test aan (gratis, hoe sympathiek!). Je vult een aantal vragen in en na een paar minuten krijg je advies voor heel dure pillen. Vitakruid is de koning van de online reclame. En daar treffen we ook weer voornoemde Arie Boomsma die in prachtige filmpjes heel enthousiast doet over hun supplementen. Voor een geloofwaardiger antwoord op de vraag naar zin en onzin van voedingssupplementen kun je gelukkig terecht bij ons onvolprezen Voedingscentrum en bij voedingswetenschappers zoals Martijn Katan en Renger Witkamp van de Wageningse universiteit. 28 En die zijn heel duidelijk: vitamines, mineralen en sporenelementen zijn microvoedingsstoffen die onmisbaar zijn voor de groei, het onderhoud en een goede werking van het lichaam. Door gezond en gevarieerd te eten krijgen veel mensen al voldoende voedingsstoffen binnen. Een supplement levert dan geen extra gezondheidswinst op. Supplementen slikken kan in sommige gevallen zelfs schadelijk zijn. Ook als je de normale doseringen hanteert, levert het slikken van extra vitamines niks meer op dan een dure plas: de nieren scheiden de meeste extraatjes weer rap uit. Voor sommige categorieën wordt natuurlijk wel geadviseerd om vitamines bij te slikken. Dit geldt voor jonge kinderen (vitamine D), ouderen (vitamine D), mensen met een donkere huid (vitamine D) zwangere vrouwen (vitamine D en foliumzuur) en veganisten (vitamine B12). Ook de meeste sporters zijn niet gebaat bij extra voedingssupplementen zoals vitamines, mineralen of sportsupplementen zoals creatine. Speciale sportvoedingsproducten zoals eiwitshakes zijn meestal niet nodig. Verder kan het gebruik van bepaalde vitamines en preen post workout supplementen ronduit schadelijk zijn, zoals zenuwschade bij overdosis vitamine B6. Kortom: Goede voeding is de basis! Een multi vitaminepil kan een gezond eetpatroon nooit evenaren. Een gevarieerde voeding volgens de ‘Schijf van Vijf’ bevat veel meer nuttige stoffen dan je uit een pil of welk ander supplement dan ook kan halen. En dus zetten we maar eens wat gezonds op tafel. Voor gezond en lekker eten kom je al snel aan de Middellandse Zee terecht: het wordt een Siciliaanse fritedda, een overheerlijke stoof met tuinbonen en artisjokken, afgemaakt met een frisse kruidenolie. En wie wat extra vitamine B12 wil hebben: doe er wat gebakken spekjes of blokjes gerookte prosciutto doorheen. Of serveer er een stukje gebakken zalm of gegrilde tonijn bij. Een gepocheerd ei erover doet het ook heel goed. Helaas kan zelfs gezonde voeding averechtse effecten hebben: vergewis je er voor de eerste hap van, dat je geen G6PDdeficiëntie hebt, want dan zadelen die tuinbonen je met de akelige gevolgen van hun favisme op. Gelukkig zeldzaam, dus ik zeg toch: Buon Appetito a Tutti!
Ingrediënten • 250 gr tuinbonen (gedopt, of uit de diepvries)) - ongeveer 800 gram hele ongepelde tuinbonen (Vitamines B11 = foliumzuur, C en K, en kalium) • 175 gr doperwten (Vitamines B1, B3, B11, C en K, kalium en eiwitten) • 1 blik artisjokharten - 390 gram (vitamines A, B1, B2, B6, C en foliumzuur. Calcium, fosfor, natrium, koper, magnesium en ijzer. En veel antioxidanten) • 1 sjalot (vitamines B2, B6, B11 en C. En kalium, calcium en fosfor. Daarnaast antioxidant quercetine) • 1 teentje knoflook (vitamine A, B1, B3, B5, B6 en C. Selenium, mangaan, fosfor, koper en calcium) • Olijfolie (onverzadigde omega vetzuren) • 250 ml groentebouillon • 50 ml appelazijn • ½ biologische citroen – rasp (vitamine B11 en C, kalium, calcium, fosfor, magnesium) • 50 gr Parmezaanse kaas (Eiwit, vitamines A, B2, B6, B11, B12, D. Natrium, Kalium, Calcium, IJzer, Fosfor, Magnesium, Koper, Zink) Kruidenolie • ½ biologische citroen - rasp en sap (nog meer vitamines en mineralen) • 5 gr verse munt - klein handje (vitamines B2, B11, C, E. Calcium ijzer en magnesium) • 40 ml extra vierge olijfolie (nog meer omega vetzuren) Instructies 1. Snipper de sjalot en pers de knoflook. Verhit een scheut olijfolie in een pan en fruit de sjalot en knoflook kort aan. 2. Voeg de tuinbonen en doperwten toe. Bak een minuut of 2 mee. 3. Schenk de bouillon en appelazijn erbij. Rasp de schil van een halve citroen en voeg toe aan de pan. Halveer de artisjokharten en leg deze in de stoof. Doe de deksel op de pan en laat 15 minuten op zacht vuur pruttelen. 4. Maak ondertussen de kruidenolie. Hak de munt fijn en rasp & pers een halve citroen. Meng met olijfolie en breng op smaak met peper en zout. Zet aan de kant tot gebruik. 5. Proef de tuinbonen stoof en voeg peper en zout naar smaak toe. 6. Serveer de fritedda met Parmezaanse kaas en kruidenolie. Bronnen: - voedingscentrum.nl/nl/service/vraag-en-antwoord/ gezonde-voeding-en-voedingsstoffen/ - Martijn Katan. Voedingsmythes. Over valse hoop en nodeloze vrees. ISBN 9789035141117. - www.universiteitvannederland.nl/college/wat-moetje-doen-en-laten-als-je-gezonder-wilt-worden (Renger Witkamp, hoogleraar Voeding en Farmacologie aan Wageningen University) - beaufood.nl/siciliaanse-tuinbonen-stoof 29 op één lijn 75
op één lijn 75 1 e uitgave 2024 Moreel dilemma Tegen beter slikken in DOOR NATHALIE NOTERMANS, HUISARTS, MA PHILOSOPHY, BIO-ETHICS & HEALTH “Een moreel beraad waardig”, zo schreef de consulterend specialist Ouderengeneeskunde in haar conclusie. Ditmaal ging het niet om de thuissituatie (al is die ook bijzonder), de gezinsdynamiek (ook daar valt wat over te zeggen) of de advanced care planning (daar is het laatste woord nog niet over gezegd), nee, het ging “gewoon” om de uitgebreide medicatielijst van mijn patiënte. Sinds een jaar is deze lieve, kwetsbare, laaggeletterde dame onder mijn hoede. Zelf heeft ze weinig klachten. Ze redt zich met haar scootmobiel, hondje en de kleinzoon die eten brengt. Ze is moeilijk mobiel en nogal verbolgen over het feit dat de orthopeed zich niet meer wil wagen aan een nieuwe knieprothese. Ze klaagt niet en komt zelden, behalve dan voor haar medicatie. En daar wringt de schoen. In de loop der jaren heeft deze dame namelijk een waslijst aan medicatie verzameld, de meeste ooit (>10 jaar geleden) voorgeschreven door diverse specialisten waar geen controles meer op plaatsvinden. Een scala aan benzodiazepinen, opiaten en psychofarmaca, maar ook tabletten waarvoor ik in haar dossier überhaupt geen duidelijke indicatie kan vinden. Tijdens mijn eerste visite bij haar ging ik direct voortvarend te werk: zeker de helft van de medicatie was mijns inziens niet nodig of deed meer kwaad dan goed. Dat viel (natuurlijk) niet in goede aarde. Ik werd vriendelijk verzocht te vertrekken en vooral niet terug te komen. In haar ogen was namelijk élke tablet óóit met duidelijke reden voorgeschreven en betekende stoppen dus directe teloorgang. Bijwerkingen bestaan niet en anders is er wel een tablet voor die deze verhelpt. Tenslotte had ze al haar tabletten ooit gekregen van iemand die iets deed aan haar klachten, dus wie was ik om binnen te stormen en ze af te nemen? Een wijze les voor deze jonge dokter: spreken is zilver, luisteren is goud. Het afgelopen jaar besteedde ik dan ook niet aan uitleg over polyfarmacie of bijwerkingen, maar probeerde ik aan onze relatie te werken. Vertrouwen te krijgen. De mens achter de patiënt te zien. Twee keer eerder probeerde ik de hulp van de specialist Ouderengeneeskunde in te schakelen, een praktijkondersteuner ouderenzorg in te vliegen, maar mijn verzoekjes werden vriendelijk afgewimpeld. Deze mensen gingen haar niet beter maken; het ziekenhuis, dat was de weg die ze nog wel een keer wilde bewandelen. Toen er ook nog daadwerkelijk een specialist was die hier wel brood in zag, haar aanmeldde voor een nieuwe hartklep en alle 30 bijhorende tabletten mee naar huis gaf, zakte de moed me in de schoenen. Wat probeerde ik nu eigenlijk in beweging te zetten, en tegen welke krachten in? Afgelopen februari werd mijn moed(eloosheid) weer wat aangewakkerd, door een uitspraak van het RTG die ik las in Medisch Contact. “Huisarts geeft te makkelijk toe aan de vele Xanax-verzoeken van patiënte”1. Ging dit over mij? Fiatteerde ik de herhaalrecepten van potentieel gevaarlijke medicatie te gemakkelijk? Had ik te snel opgegeven? Ik ben tenslotte momenteel de voorschrijvend arts, alles wat er met die medicatie gebeurt, valt onder mijn verantwoordelijkheid. Juridisch gezien zit ik dus verkeerd, dat hoeft u mij niet uit te leggen. Medisch inhoudelijk valt er ook nogal wat op aan te merken. Maar moreel gezien hoop ik dat u mijn dilemma voelt en zelf ook eens heeft ervaren. Hoe ver ga je mee in de wens van de patiënt? Welke recepten zijn écht wetenschappelijk onderbouwd en welke zijn voor de lieve vrede? Wanneer is je uitleg voldoende duidelijk en zijn je waarschuwingen aangekomen? En in hoeverre hangt dat samen met je eigen energie op dat moment? Hoe strikt hanteer je voorschriften en hoe vaak controleer je die? Wie is er verantwoordelijk voor de consequenties van tabletten na gezamenlijke besluitvorming: de (voor)schrijver of de slikker? Kortom, ook hier opnieuw de vraag: hoe ben je voor déze patiënt, in déze situatie, de beste huisarts? PS. Mocht er onder de lezers een huisarts zijn bij wie álle recepten volgens het boekje gaan en er géén langdurige herhaalrecepten zijn van benzo’s/opiaten/andere dergelijke middelen, dan hoor ik het graag: ik sta te popelen om een dag mee te kijken en te leren! 1 https://www.medischcontact.nl/kennis/tuchtrecht/tuchtzaak/huisartsgeeft-te-makkelijk-toe-aan-de-vele-xanax-verzoeken-van-patiente?utm_ source=mc_nieuwsbrief&utm_medium=email
Nawoord Een kwart eeuw DOOR BABETTE DOORN, HOOFDREDACTEUR Ik zou het bijna iedereen aanraden om onverwachts zijn of haar baan op te zeggen. Dat is niet geheel waar, maar het is wel wat ik heb gedaan na een ruim 28-jarig fulltime dienstverband. Ineens komen vele collega’s weer persoonlijk langs en wordt er gehuild, gelachen en geknuffeld (ja het kan nog mensen!). Persoonlijke gesprekken in plaats van toetsenbordterrorisme of zoemzwaaien. De gepensioneerde redactieleden Henk G. en Hendrik Jan V. kunnen een neologisme op zijn tijd wel waarderen. Een kwart eeuw, dat is de leeftijd van dit blad ‘Op één lijn’. Ooit zelf bedacht, met het idee om alle informatie vanuit de ‘ivoren toren’ te bundelen, in plaats van per clubje of project geniete stenciltjes te versturen naar huisartsen in de regio. Het idee werd gesteund door de toenmalige vakgroep voorzitter hoogleraar Harry Crebolder en de coördinator bedrijfsvoering René Kocken. Behalve de medewerkers op universiteiten, had de rest van het land nog amper digitale mogelijkheden zoals we die nu al jaren kennen (en waar we zelfs in zijn doorgeslagen, als je het mij vraagt). Een papieren blad, met één steunkleur toen nog, dat was je-van-het. Het ontwerp met de bogen, gebaseerd op het dipool-moment, het kunstwerk in de vijver voor ons gebouw, was bedacht door vormgever Guus van Rooij, die bij Unigraphic werkte. De Universiteit had in die tijd nog een eigen grafische dienst en drukkerij. Het gebouw van Unigraphic stond pal achter ons gebouw op het Debyeplein, daar waar nu ongeveer de sporthal van UM-sport is. De eerste opmaak werd gedaan door Mariken van Meteren, momenteel al vele jaren de centrale huisstijlcoördinator van de UM. Guus, ook al tijden met pensioen, zei geregeld, dat het blad de tand des tijds goed doorstond, zowel qua continuïteit als kwaliteit. Guus tref ik nog wel eens in zwembad Jekerdal (dit jaar 40 jaar); hij maakte voor mij het logo voor waterpoloclub Waterproof, ook (mede) door mij opgericht in 1999. In hetzelfde jaar publiceerde ik mijn eerste artikelen over de academisering van de huisartsgeneeskunde, een vervolgstudie op die van René Kocken. Alles kwam destijds samen: op één lijn. Het kenmerkt voor mij het toenmalige ‘Fin de siècle’-gevoel. We stonden op de drempel van de millenniumwisseling. Het was maar de vraag of de computers van toen deze jaarwisseling zouden overleven. Het liep volgens mij allemaal goed af. Loyaliteit vind ik een groot goed. Redactieleden bleven veelal lang zitten, totdat iemand een andere baan kreeg of met pensioen ging. Dat zegt wel iets. Het tienjarige bestaan vierden we met vele oud redactieleden bij een fantastisch Italiaans restaurant in de Rechtstraat in Maastricht aan de table du chef. De chef-kok, Pino Melani, overleed in 2023 op 85-jarige leeftijd. Een ruim tachtigjarige, die nog in de keuken stond (!). Zijn wenkbrauwen en postuur waren even beroemd als zijn truffelgerechten. Ik dwaal weer eens af. Loyaliteit, daar had ik het over. Het blad bleef bestaan, ook in en na coronatijd. De vormgeving en opmaak zijn altijd in handen gebleven van het ‘toenmalige’ Unigraphic, het latere Canon en tegenwoordig ‘Creative Hub’ (dat went nooit) geheten. Al vele jaren wordt het blad opgemaakt door Luc van Heerden, mijn favoriete vormgever om mee samen te werken. Dank Luc (en uiteraard ook Rineke Corcoran en Daphne Adams). De huidige redactie is een superleuke: huisartsen Eefje de Bont en Jeroen Smeets, Lisette Verheijen (die samen met mij het meest redigeert) en ‘terug-van-nooit-echt-weggeweest’ Hendrik Jan Vunderink (‘Weten is eten’). Vaste rubrieken hebben we ook, zoals de ‘Bruikbare Wetenschap’ van Jochen Cals. Jochen is behalve zijn stopwoordje ‘feitelijk’, berucht om het blijven vragen naar de keiharde deadline, alsof je meer dan één keer kan sterven? Niet zelden kreeg ik ‘s avonds laat een bewegend plaatje via de WhatsApp van een man met zeis… ‘Gezondheidsrechtelijke kwesties’ door Arie de Jong, is al geruime tijd opgevolgd door het ‘Moreel Beraad’ van Nathalie Notermans. Het katern voor opleiders was vroeger de ‘Lijn van Stijn’ en is nu al heel lang ‘Equilibre’ door de opleiderscoördinatoren. De Witte Raven, alias de rubriek OOK, is nog steeds reuze populair, dit dankzij de eeuwig jeugdige Paul Höppener. Columnisten hebben we ook altijd gehad, van aios ‘In de leer’ tot huisartsen zoals Jeroen Smeets en voorheen T.E. Grijs, wiens identiteit we nooit hebben onthuld. Hoofden hebben eveneens een eigen vaste plek per onderdeel in het blad. Samen zijn we ‘Op één lijn’. Samen waren we, want dit is mijn allerlaatste editie, nummer 75. Het is mooi geweest. Harry Crebolder zei steevast ‘houd moed’ en dat is precies wat ik het blad en de lezers toe wens! Babette Doorn 31 op één lijn 75
Op één Lijn is een uitgave van: Vakgroep Huisartsgeneeskunde FHML Maastricht University Postbus 616 6200 MD Maastricht op1lijn@maastrichtuniversity.nl www.huisartsgeneeskundemaastricht.nl www.familymedicinemaastricht.nl 32
1 Online Touch