11

stateerden dat de afhandeling van verzoeken om informatie bij de Rijksoverheid steeds trager verloopt. Enthousiast: “Ik ga de verschillende partijen aan tafel uitnodigen. De onderzoekers, twee echte Wob-juristen en een journalist. Gewoon, met elkaar praten. We zullen dan ontdekken wat er goed gaat en wat er beter kan. Een Wob-verzoek afhandelen kost gemiddeld honderdzestig dagen. Dat kan echt niet. We moeten kijken of dat er bijvoorbeeld twintig kunnen worden.” moet niet elk Wob-verzoek door een SG of DG gezien worden, kunnen de meeste afgehandeld worden door de directeuren. Ik ga ervan uit dat een deel van de tijd verspild wordt aan wachttijd. Soms zijn er acht tot tien parafen nodig. Een Wob-verzoek is een feitelijke vraag, waarom is toestemming nodig van zoveel mensen? Elke paraaf kost doorlooptijd.” En de cultuur? De cultuur en werkprocessen van de organisatie moeten slimmer worden De Wob wordt op 1 mei dit jaar vervangen door de Wet open overheid. Sommigen vrezen dat de wet zal verzanden in bureaucratie. “Daar kan ik me iets bij voorstellen. Je kunt een aantal tools ter beschikking stellen, zoals web- en e-mailarchivering, maar dat is onvoldoende. Het proces en de bereidheid om snel antwoord te geven op een Wob-verzoek zit niet in de systemen maar in de cultuur en de werkprocessen van de organisatie. Die moeten slimmer worden.” Hoe? “Je voorkomt bureaucratie door niet alleen de technische tools te introduceren maar ook in gesprek te gaan met de organisatie over de inrichting van het werkproces. Misschien moet dat gestandaardiseerd worden, met een paar variaties. Misschien Nummer 42, april 2022 “Je moet ambtenaren duidelijk maken dat het hun taak is expertise in te brengen. Zij hebben een professionele mening en het is logisch dat deze openbaar moet zijn. In hun borrelpraatmening zijn we niet geïnteresseerd. Hun professionele perspectief is wel interessant. Daarom ben ik ook fel gekant tegen het fenomeen ‘persoonlijke beleidsopvatting’. Het is niet persoonlijk, maar professioneel, en het is geen opvatting, maar een perspectief, een inzicht.” Zuurmond buigt zich over de tafel. “Ik ben bijvoorbeeld heel benieuwd wie tegen de mensen in Groningen heeft gezegd: een subsidieregeling met maar 200 miljoen in kas gaat niet werken. Dan zullen mensen in de rij staan. Ik hoop dat een professioneel iemand dat heeft gezegd en een bestuurder dat heeft genegeerd, dan kun je daar het gesprek over hebben. Dan kun je zeggen: je hebt niet goed geluisterd. Het is jouw fout dat er mensen in de kou hebben gestaan. Dat heb je nodig om mensen ter verantwoording te roepen.” Jezelf uitspreken doe je alleen als je je veilig voelt. “Het is een mythe van ambtenaren dat het hun taak is om de minister uit de wind te houden. Ik zeg sowieso, je kunt niet varen als je de wind uit de zeilen houdt. Dan lig je stil. Het is je taak om scherp aan de wind te varen. Ook als het gaat om conflicterende waarden en perspectieven.” Na een korte stilte: “Je moet als ambtenaar natuurlijk wel kunnen hebben dat een minister een afweging maakt, daar ga jij niet over, dan had je maar politicus moeten worden.” Je bent nog betrokken bij het ouderpanel voor de Kinderopvangtoeslagaffaire. Schuurt dat niet met je nieuwe werkzaamheden? Veert op. “Nee, juist niet! Ik vind het elkaar versterkend. Je ziet elke vergadering weer hoe belangrijk informatievoorziening en informatiehuishouding is en wat het doet met mensen. Ik kan mensen verder helpen en we hebben al veel bereikt. Maar het helpt me ook om elke keer weer de relatie te leggen met de meer technische vraag hoe je de informatiehuishouding op orde krijgt. Ik zal altijd casuïstiek blijven zoeken en gebruiken om het grotere vraagstuk concreet te maken, dat voedt mij.” 11

12 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication