35

congres 2022 veel zinnige maatschappelijke toepassingen te bedenken met digitalisering. Tegelijkertijd brengt dat dus een aantal risico’s met zich mee. Of je het nu hebt over artificial intelligence (AI), gezichtsherkenning of over het gebruik van camera’s in de openbare ruimte. Je moet oog houden voor de maatschappelijke meerwaarde en de rechtsbescherming van de individuele burger. Dit staat allemaal nog in de kinderschoenen. Daarom is het zo belangrijk dat we er op Europees niveau afspraken over maken.” In Nederland hebben de gemeenten via de VNG daar een start meegemaakt door het vastleggen van een set Principes dan de aanzet. En voor zover het nodig is om dat in wetgeving onder te brengen, zal het Rijk dat moeten doen. Maar dan weet je als gemeente of als gebruiker: oké, als ik dat product koop en daar staat dit keurmerk op, dan weet ik wat er allemaal in zit en kan ik dat ook aan de inwoners van mijn stad laten zien.” Open consultatie is volgens Bruines heel belangrijk. “We moeten zoveel mogelijk criticasters, de tegenstand, georganiseerd tot je laten komen. Dat is de enige manier om het goed te doen. Je bent een goede bestuurder, als je niet alleen maar jaknikkers om je heen verzamelt, maar vooral mensen die je scherp houden en die je tegenspreken, maar dat is natuurlijk niet ieders natuurlijke neiging. Uiteindelijk wil je dat de inzet van technologie ook inderdaad meerwaarde voor de samenleving oplevert.” Je beschermt data, maar tegelijkertijd moet je gegevens juist delen en bij elkaar zetten voor de Digitale Samenleving en met inkoopvoorwaarden voor innovatieve technologie. Het is onderdeel van de onlangs opgestelde Agenda Digitale Grondrechten en Ethiek, waarmee gemeenten richting geven aan de digitalisering van Nederland. Op die principes is nu een uitbreiding voor crowdmanagementtechnologie in ontwikkeling, zoals camera’s en sensoren in de publieke ruimte. Momenteel loopt er een open online consultatie tot 16 juli, waarin allerlei zaken aan de orde komen, zoals regels over registratie, betrokkenheid van bewoners en grenzen aan gebruik van biometrie. Gemeenten vertalen die vervolgens ook door in inkoopvoorwaarden, zoals de standaardovereenkomst GIBIT. Bruines: “We kunnen inzichtelijk maken hoe bijvoorbeeld de hele keten in elkaar zit: waar komt het product vandaan? Wie zit daarachter, wie zijn er producent van geweest? En dat kunnen we dan openbaar maken. We gaan op zoek naar mogelijkheden om de waarden voor verantwoorde digitalisering in aanvullende inkoopvoorwaarden te verwerken. De VNG doet Nummer 43, juli 2022 Relatie tussen overheid en burger De Agenda Digitale Grondrechten en Ethiek is daarbij in ieder geval leidend, stelt Van Dam. “Daarin staat wat voor soort gemeente je wilt zijn en wat voor soort organisatie je wilt zijn in de relatie tussen overheid en burger. Het is soms complex. Je beschermt bijvoorbeeld data juist om uitbuiting van gegevens door criminelen aan te pakken. Maar tegelijkertijd; als je ondermijning wilt aanpakken, moet je gegevens juist delen en bij elkaar zetten. Je dient dan eigenlijk verschillende heren. Als openbaar bestuur moet je kunnen uitleggen waarom je bepaalde keuzes maakt, met welke argumentatie en dat je soms ter bescherming van de één in de belangen van de ander treedt.” In ieder geval is het fijn dat er nu een staatssecretaris van Digitalisering is, stelt Van Dam. “We hebben voor de digitale transitie in Nederland een langetermijnvisie nodig. Samen met de staatssecretaris wordt door de VNG en andere partijen gewerkt aan een gezamenlijke agenda via de werkagenda. Het grote vraagstuk is hoe we de transformatie gaan financieren. Het kabinet heeft besloten de middelen voor het Recovery & Resiliency Fund (RRF) niet te investeren in de transformatie en ook in de meerjarenbegroting onder het coalitieakkoord zijn geen middelen beschikbaar. Dit zal voor Prinsjesdag helder moeten zijn willen we als gemeenten klaar zijn in 2025. Dan pas heb je een gezamenlijke stip op de horizon en een gezamenlijke weg daarnaartoe. Dan kan ieder vanuit de eigen verantwoordelijkheid z’n steentje bijdragen; van Rijksoverheid en gemeenten, tot de provincies en waterschappen.” 35

36 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication