Laten zien wat er goed gaat, maar ook wat er niet goed gaat debat erover voor de buitenwacht volledig te volgen via onder meer het GitHub-account van het ministerie. “De hele ontwikkeling van de apps lag onder een vergrootglas. Dan kun je twee kanten op. Ofwel je probeert risico’s zoveel mogelijk af te dekken, zodat niemand er problemen van kan ondervinden. Of je laat juist geen kans onbenut en laat de mogelijke risico’s niet in de weg staan. Je laat zien wat er goed gaat, maar ook wat er niet goed gaat. We hebben voor dat laatste gekozen. Met de ‘open’ ontwikkeling van de corona-apps hebben we als Rijksoverheid iets gedaan wat nog niet eerder gedaan is. We hebben een dreamteam om ons heen verzameld. De beste mensen wilden meewerken met ons. Experts die je normaliter nooit op een overheidsproject krijgt.” Voor de werkagenda voor het digitaliseringsbeleid van het kabinet wil Roozendaal dezelfde open werkwijze hanteren. “Uit de coronaprojecten weet ik dat er tal van mensen buiten de overheid zijn die als het om een onderwerp als digitale identiteit of de algoritmetoets voor mensenrechten gaat zullen zeggen: tof, ik doe mee. Soms zijn dat de nerds, soms zijn dat de juristen, soms weer andere professionals. Ik ben ervan overtuigd dat je in teams samen met externen tot betere voorstellen komt. Je kun volop denkkracht mobiliseren en je kunt spiegelen, dus tegenkracht krijgen. Ook dat is belangrijk. Transparantie zorgt voor meer vertrouwen, niet per se bij iedereen, maar niet transparant zijn is per definitie onverstandig.” Rode vlag De eerste debatten zijn al gestart. Zo heeft Code for NL op groepscommunicatieapp Slack een kanaal geopend over de Hoofdlijnenbrief. “Ik ben daar superblij mee. Je ziet daar al flink wat reuring ontstaan, bijvoorbeeld over de digitale wallet die van sommige mensen een rode vlag krijgt. Maar wat als je via zo’n wallet in het buitenland heel makkelijk je medicatie kunt tonen in een ziekenhuis? Dat is toch toe te juichen? De meetings op Slack zijn totaal open, en dat is cruciaal. We willen laten zien dat het op deze manier kan en nog meer open bijeenkomsten stimuleren, ook offline. We proberen het zo te organiseren dat er volop experts bij betrokken zijn. Maar het is ook een open invite. Als je bijvoorbeeld praat over toegankelijkheid moet je ook mensen meenemen die blind zijn. Het is cruciaal dat dit perspectief dan aanwezig is.” Zo wil Roozendaal ook zeker in gesprek met burgers die om een of andere reden niet digitaalvaardig zijn of met organisaties die voor hen opkomen, zoals Ieder(in). Roozendaal verwacht dat er in een open discussie met zoveel mogelijk stakeholders aan tafel ook begrip ontstaat voor de complexiteit waarin de overheid al die belangen moet afwegen. “Daarom kies ik voor de arena, zodat alle belangen aanwezig zijn. Als je als beleidsmaker in je eentje moet gaan bedenken wat belangrijk is, dan heb je het voor niemand goed gedaan. Het leuke van de arena is dat je perspectieven laat bespreken door mensen zelf. Dat zorgt voor wederzijds begrip. Er gebeurt iets in het onderlinge gesprek. Wel is het van belang dat ook wij daarbij aanwezig zijn om het gesprek te kunnen modereren. Bij VWS hebben we dat vaak gedaan. We hopen het proces zo te doen dat niemand achteraf kan zeggen dat er achterkamertjes zijn geweest. Zo van, we mogen wel meepraten maar eigenlijk is het al bekonkeld.” Ook open source software staat op Roozendaals netvlies. “Bij transparant hoort ‘open waar het kan’ en daarbij hoort weer ‘open source waar het kan’ bij. Dit is de broncode en die kan iedereen doorzoeken. Er gebeurt niks stiekems. Ook dat geeft vertrouwen.” 40
41 Online Touch Home