30

Over Informatie Gesproken manifest waarin het namens alle aangesloten partijen zeven zorgen en zeven oplossingen presenteert, waar het samen met de overheid aan wil werken. Eppo van Nispen tot Sevenaer, ambassadeur van de maatschappelijke coalitie Over Informatie Gesproken en directeur van het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid, overhandigt tijdens de sessie op het festival het manifest aan Lucas Lombaers, directeur van het rijksbrede programma Open Overheid. Lombaers: “Er is rijksbreed veel overeenstemming over de richting, er zijn gelijkgestemde Burgers weten niet wat ze kunnen vragen en ambtenaren zijn terughoudend in het verstrekken van informatie ambities en we hebben driedubbele politieke trekkracht, met een minister en twee staatssecretarissen die zich inzetten voor de verschillende aspecten van de informatiehuishouding en de open overheid. Nu moeten we waarmaken wat we beloven en daarvoor wil ik heel graag met jullie in gesprek. Zodat dit een traject wordt waar we later met een goed gevoel op kunnen terugkijken, omdat we samen de juiste stappen hebben gezet.” Zeven zorgen en oplossingen Het manifest schetst zeven zorgen en zeven oplossingen. Zoals, als zorg, de vertrouwenscrisis tussen niet alleen burgers en overheid maar ook tussen Kamerleden en ambte30 naren. En een zwakke informatierechtspositie van burgers ten opzichte van de overheid. Als oplossingen worden onder meer genoemd het aanpassen van de ambtelijke eed, met beloften over transparantie. En het verbeteren van de toegankelijkheid van overheidsinformatie. Tijdens de sessie gaan diverse vertegenwoordigers van partijen die deel uitmaken van de maatschappelijke coalitie met elkaar in debat over stellingen die zijn gerelateerd aan deze zorgen en oplossingen. De eerste stelling is dat niemand een goed beeld heeft van de behoeften van de burger, omdat ‘de burger’ niet bestaat. Serv Wiemers, directeur Open State Foundation, vindt dat helemaal geen probleem: “Die behoefte moet je niet in kaart willen brengen, want dat is niet belangrijk. Wat je wel moet doen, is zoveel mogelijk informatie open toegankelijk maken. Dan kunnen burgers zelf vinden waar zij behoefte aan hebben.” “We hoeven de burger inderdaad niet per se te kennen, maar we moeten wel in beeld hebben welke verwachtingen burgers hebben over de overheidsdienstverlening”, vult René Corbijn, hoofd Beleid en Public Affairs bij NLdigital, aan. Jacqueline Rutjens, directeur RDDI: “Het is niet erg dat we niet weten wat de burger wil, maar het is wel erg dat we denken te weten wat de burger wil. De valkuil van denken voor een ander moeten we vermijden.” Traagheid Woo-verzoeken Op tijd reageren op verzoeken in het kader van de Wet open overheid blijkt lastig voor de overheid. Waarom kost het zoveel tijd om een Woo-verzoek te beantwoorden, is een volgend punt in de discussie. Verschillende redenen worden genoemd. Bram Klievink, hoogleraar Digitalisering en publiek beleid bij de Universiteit Leiden : “Een reden is de complexiteit van systemen die niet goed op elkaar aansluiten, zeker als het gaat om informatie die bij verschillende departementen ligt. Gelukkig wordt er nu door de Rijksoverheid fors geïnvesteerd in de informatiehuishouding. Ik hoop dat wordt gekozen voor een systeem waarin alle departementen op een vrij eenvoudige manier informatie kunnen ontsluiten.” Wietske Kamsma, programmamanager bij de Alliantie Digitaal Samenleven: “Ik denk dat het voldoen aan een Woo-verzoek mede zo lang duurt omdat er een gebrek is aan vertrouwen. De afstand tussen burgers en overheid is erg groot. Dat heeft effect aan beide kanten: burgers weten niet wat ze kunnen vragen, ambtenaren zijn terughoudend in het verstrekken van informatie. Als je elkaar niet vertrouwt, dan krijg je vertraging.” Wiemers ziet een combinatie van factoren: “Betere informatiesystemen zijn nodig, maar ook de mentaliteit en de professionaliteit van ambtenaren

31 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication