16

vanuit één ministerie oplossen. Sterker nog, het denken in organisaties – kolommen met bijbehorende geldstromen die wetten uitvoeren – staat ons hierbij meer in de weg dan dat het helpt. Maatschappelijk opgaven vragen om diagonale oplossingen, volgens processen en ketens, door organisaties en lagen heen.” Een ander risico dat Ducastel ziet is dat het aanpakken van knelpunten misschien wel leidt tot optimalisaties binnen uitvoeringsinstellingen, maar niet per se in de ketens. Om juist dat te voorkomen is een aparte DG aangesteld die hier organisatieoverstijgend mee aan de slag gaat, aldus Ducastel. Analyse CBR, Kadaster De Staat van de Uitvoering, de Standen van de Uitvoering en de knelpuntbrieven moeten de wetgevers voorzien van inzicht: waar loopt goed bedoeld beleid vast? In deze analyse kijken we naar de keuzes die wel en niet gemaakt zijn rond de Staat van de Uitvoering. En we lichten er drie voorbeelden uit: CBR, Kadaster en DUO. Essentieel dat wij als gemeenten onze invloed laten gelden Het idee van een ‘diagonale oriëntatie’ is in ieder geval omarmd, zegt Ducastel. Maar het doorvoeren ervan, je raadt het al, is complex. “Het betekent bijvoorbeeld dat je geld op een andere manier gaat verdelen. Ook zullen dan andere vraagstukken versneld moeten worden aangepakt, zoals het wegwerken van IT-legacy en een beter gebruik van de al bestaande generieke digitale infrastructuur. Dat is een belangrijke en onmisbare basis”, bepleit Ducastel. Inlvoed gemeenten Tot slot de 342 gemeenten, waar een groot deel van de uitvoering van beleid terechtkomt. Ducastel: ““Uiteraard zijn gemeenten en provincies allereerst democratisch gelegitimeerde bestuurslagen met een eigen mandaat, autoriteit en taken. Maar gemeenten doen ook heel veel taken in medebewind, waarbij ze veel samenwerken in ketens met andere overheden. Gemeenten staan daarbij het dichtst bij de burger of ondernemer. Zij zien goed wat de effecten zijn van alle verschillende regelingen naast elkaar en waar het knelt, terwijl ze niet verantwoordelijk zijn voor de wetgeving die tot die uitvoering leidt. Daarom vind ik het essentieel dat wij als gemeenten meedoen met de Staat van de Uitvoering en onze invloed laten gelden.” 16 et belangrijkste bezwaar van de Staat van de Uitvoering is dat het ontbreekt aan standaardisatie of een format. Dat verwijt maakt ook de stuurgroep achter de Staat van de Uitvoering. De ene dienst maakt veel meer werk van de verantwoording dan de ander en daardoor varieren de documenten nogal in kwaliteit en mate van detail. H CBR wil grotere rol In de knelpuntenbrief van het CBR valt meteen op dat de organisatie een “overkoepelende beweging wil maken”: de transitie van uitvoerder naar publieke dienstverlener. Het CBR heeft namelijk de wens om “een grotere rol (te willen) gaan spelen op het terrein van de verkeersveiligheid en de eigen kennis, expertise en data nadrukkelijker in wil zetten om proactief een bijdrage te leveren aan de vorming en doorontwikkeling van beleid.” Het CBR beschrijft verder de uitdagingen en dilemma’s die de organisatie ervaart. Het CBR legt aan de hand van meerdere voorbeelden de nadruk op de impact van beleidskeuzen (denk aan de verplichte rijtest voor mensen met ADHD). Het CBR wijst daarbij naar de beleidsmakers als obstakel voor de uitvoering. Maar de organisatie reflecteert niet op de grotere rol die het CBR zelf zegt te willen gaan spelen. Zo’n beweging vergroot de kans dat de uitvoering van de (wettelijke) kerntaken de komende tijd een probleem blijft en dat het aantal programma- en beleidsmedewerkers blijft groeien, maar dat wordt dus niet als knelpunt gezien.

17 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication