15

spelen is mijn verwachting. Hier zijn veel politieke partijen het gelukkig over eens.” Bestellen zonder ober, oberloos afrekenen via een QR-code, consulten door een bot….? “Ja, bijvoorbeeld. Deze voorbeelden laten de kracht van de mogelijkheden van digitalisering en meer specifiek van AI en connectiviteit zien. Het innovatief toepassen van digitale technologie zal ook moeten. Tegelijkertijd zijn er risico’s. In deze sectoren draait veel om menselijk contact en het is niet gek dat AI daar in eerste instantie in een kwaad daglicht staat omdat het invloed heeft op banen en werk. Ik zie dit echter vooral als positieve ontwikkeling. AI en andere digitale technologie kunnen helpen bij het oplossen van maatschappelijke problemen, mits op een juiste wijze toegepast, zeker met de chronische arbeidsmarkttekorten. ” Dat de departementen constant en intensief contact met elkaar hebben over digitalisering is wel duidelijk, maar hoe staat het met de samenwerking met decentrale overheden? “Er is veel overleg met en tussen departementen, maar ook met medeoverheden zoals gemeenten en provincies. Dit gaat niet alleen over de digitale economie en de digitale infrastructuur, maar ook over de energietransitie, stikstof, mobiliteit en andere ruimtelijke opgaven waarbij grote efficiëntiewinst mogelijk is dankzij digitale technologie, de digitale infrastructuur en datadelen en -gebruik. Het aantal overleggremia is niet te tellen. Op het vlak van digitale infrastructuur zien we veel uitdagingen op lokaal niveau. We willen als samenleving veel maar moeten daarbij steeds vaker moeilijke keuzes maken. De openbare ruimte is beperkt en het stroomnet zit op meerdere plekken vol. De lokale inpassing van de digitale infrastructuur moet daarom op een zorgvuldige manier gebeuren, en met voldoende oog voor haar grote maatschappelijke belang. Die lastige puzzel moeten we met elkaar zien te leggen. Nog even over de Rijksoverheid: de onderlinge banden van de departementen zijn sterk als het om digitalisering gaat. OCW, SZW, VWS, JenV; allemaal ministeries die grote opgaven hebben en op elkaar aangewezen zijn, zeker wat betreft het beheren en delen van data. BZK is onder dit kabinet als coördinerend ministerie de spin in het web, maar ieder ministerie heeft terecht een zekere autonomie gezien de grote opgaven. Het is wellicht een onderschatting dat je het met één bewindspersoon voor digitale zaken wel redt. Natuurlijk is de rol van demissionair staatssecretaris voor digitale zaken Alexandra van Huffelen wel van vitaal belang: zij moet alle touwtjes bij elkaar houden en aan elkaar knopen.” Maar aan de touwtjes trekken is dan weer niet haar rol. “Precies, ze coördineert, maar ieder ministerie trekt aan zijn eigen touwtje.” Nummer 49, januari 2024 15 De strategie in een notendop ‘De Strategie Digitale Economie’ (2022), waarvan de eerste voortgangsrapportage afgelopen najaar naar de Tweede Kamer is gestuurd, is gestoeld op vijf pijlers: • Versnelling van de digitalisering van het mkb. • Stimulering van innovatie en vergroting van digitale vaardigheden. • Vervulling van randvoorwaarden voor goed werkende markten en diensten. • Vergroting van de veiligheid en betrouwbaarheid van de digitale infrastructuur. • Versterking van de cybersecurity rond producten en diensten. ‘De Staat van de Digitale Infrastructuur’, die in januari verschijnt, maakt de balans op over de digitale infrastructuur: • Wat is de digitale infrastructuur. • Hoe zit de digitale infrastructuur in elkaar. • Wat is het economisch belang ervan. • Wat is het beleid dat we er op voeren. • Wat zijn aandachtspunten voor de toekomst.

16 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication