25

bij dyslexie en dyscalculie (vlnr) sylke toll, hans van luit, Martine MönCh, JoJanneke van der beek namelijk om klachten zoals angst, somberheid en motivatieproblemen. maar ook om concentratieproblemen, frustratie en boosheid. deze problemen hangen samen met een negatief zelfbeeld of lage zelfwaardering, een hoge mate van (faal) angst en minder handige manieren om met stress om te gaan (copingvaardigheden). zelfbeeld Het gaat hierbij om de beoordeling van het eigen functioneren. sommige jeugdigen hebben last van onzekerheid, weinig zelfvertrouw en en negatieve gedachten over hun functioneren, sociale relaties en hun toekomstig maatschappelijk functioneren. dit kan leiden tot verdriet en somberheid, motivatieproblemen, snel opgeven bij schoolse taken, en vermijdingsgedrag. (faal)angst Jeugdigen met leerproblemen hebben vaker last van faalangst dan jeugdigen zonder leerproblemen. Vooral de voortdurende faalervaringen leiden ertoe dat de jeugdige met een leerprobleem vaak bang wordt voor een negatieve beoordeling door anderen. Faalangst kan beperkende gevolgen hebben voor vakken-, studie- en beroepskeuzes, maar kan ook andere gebieden van het dagelijks functioneren negatief beïnvloeden. Copingvaardigheden. Hoe jeugdigen omgaan met stress op het moment dat ze geconfronteerd worden met hun leerprobleem, wordt coping genoemd. er zijn verschillende manieren om met deze stress om te gaan. Helpende manieren zijn bevorderend voor het welbevinden en de prestaties I&W mAGAZIne nr 3 - 2022 van jeugdigen, bijvoorbeeld het zoeken van steun en het inzetten van helpende gedachten zoals ‘als ik doorzet, lukt het me wel’. minder gunstige manieren, zeker als deze vaak worden gebruikt, zijn bijvoorbeeld vermijding en piekeren. de psychosociale problemen hebben vaak ook een negatief effect op de leerprestaties, waardoor de psychosociale problemen nog sterker worden: een negatieve spiraal. het belang van de omgeving een ondersteunende omgeving kan in grote mate voorkomen dat een kind met leerproblemen ook psychosociale problematiek ontwikkelt. Zo dragen goede en steunende relaties met ouders, docenten en leeftijdgenoten bij aan het welbe25

26 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication