binnen haar eigen werkprocessen. Dit gebeurt op dit moment vooral in de beleidsuitvoering. Op het speelveld van de smart society raken de overheid en samenleving in digitale zin steeds meer vervlochten, doordat alles gedataficeerd wordt en de processen en data steeds meer de grenzen van bestaande organisaties en instituties overschrijden. Digitale transformatie binnen de overheid kent dus meerdere speelvelden, en het spel op al die velden is telkens anders: one size doesn’t fit all. Desondanks gaat het wel om communicerende vaten. Nieuwe technologie en samenwerkingsvormen kunnen bestaande processen en ondersteunende systemen overbodig maken. Een andere belangrijke constatering is dat geen van de bestaande werkprocessen binnen de overheid gevrijwaard blijft van technologische impact. Bij het ene proces zal dit sneller en radicaler het geval zijn dan bij het andere. Globaal gezien kan deze impact in twee dimensies worden onderscheiden. Impact van de eerste orde is de disruptie van het werkproces zelf. Denk aan de parkeerscanauto voor het controleren van betaalgedrag die de oude parkeerwacht heeft vervangen. Impact van de tweede orde betreft het managen van de effecten die voortvloeien uit deze disruptie. Zo zullen diverse ondersteunende processen een andere invulling moeten krijgen, zoals HRM, Control en Inkoop. hoe verder? Om de digitale transformatie van de overheid te managen, draait het in de huidige fase om drie essentiële maatregelen. Ten eerste het vergroten van het gevoel van urgentie door een betere awareness. Het ontbreekt menigeen binnen de huidige lichting bestuurders en managers – die hun opleiding en ervaring hebben opgedaan in tijden van automatisering en digitalisering – aan kennis om richting en sturing te geven aan de digitale transformatie die het gevolg is van de nieuwe technologiegolf. Wellicht is het vraagstuk van de digitale transformatie ook wel te groot en te complex om dat te kunnen verwachten, aldus Kees Verhoeven. Dat vraagt om gerichte programma’s voor de bestuurlijke en ambtelijke leiding op dit gebied. Als digitale transformatie chefsache wordt, zullen de chefs ook over voldoende digitaal DNA moeten beschikken. waar de huidige technologie vooral de bestaande orde binnen de overheid ondersteunt, maakt de nieuwe technologie radicaal andere modellen van beleid en bestuur mogelijk Ten tweede het ontwikkelen van een overkoepelende visie en aanpak. Daarbinnen moeten er een aantal verbindingen worden gelegd, zoals beheersing en verandering, oude en nieuwe organisatie, technologische en sociale innovatie, binnen- en buitenwereld. Nieuwe technologie maakt straks andere modellen van beleid en bestuur mogelijk, waarbij hoogst waarschijnlijk de omvang van de overheid in fte’s er steeds minder toe doet. Tegelijkertijd kan de publieke waarde die de overheid levert fors toenemen. Deze nieuwe rol van de overheid moet onderwerp zijn van politiek debat en maatschappelijke dialoog. We hebben het hier namelijk over een cultuuromslag van jewelste. Vooruitlopend op een dergelijke dialoog zou in een volgend kabinet een minister van digitale transformatie niet misstaan, net zoals ieder provinciaal of gemeentelijk bestuur hiervoor een portefeuille zou moeten inrichten. het denken in termen van bedrijfsmatigheid de afgelopen decennia heeft verbloemd dat de werkwijze van de overheid zelf ter discussie moeten komen te staan Ten derde professionalisering van de innovatiefunctie. Innovatie zal van ‘sporadisch’ naar ‘systematisch’ moeten volgens de OESO. Dat betekent dat het innovatiemanagement professioneel moet worden ingevuld binnen de overheid. Dat is overigens meer dan alleen een innovatiemanager aanstellen. Dergelijke ‘buitenboordmotoren’, hoe krachtig ook, kunnen er nooit alleen voor zorgen dat innovaties ook daadwerkelijk worden geïmplementeerd. Daarvoor is bredere hulp noodzakelijk. De innovatiefunctie moet zich bovendien richten op álle vormen van innovatie: niet alleen digitale, maar vooral ook sociale innovatie. Buiten de overheid zal het vooral moeten gaan om het betrekken van de samenleving en partners van de overheid bij het vormgeven van de veranderingen en het accepteren van de uitkomsten van die veranderingen. Cocreatie en andere participatieve werkvormen zijn daarbij van belang, net zoals flankerend beleid rondom bijvoorbeeld inclusiviteit, transparantie en accountability. Daarnaast zal het participeren van de overheid in datanetwerken aandacht vragen. afsluitend Nieuwe digitale technologie biedt mogelijkheden om de bestaande beleids- en bestuursmodellen van de overheid te vernieuwen. Deze vernieuwing is noodzakelijk, wil de overheid haar publieke taken kunnen blijven uitvoeren. De vernieuwing komt echter niet zomaar tot stand: een proces van (be)geleide digitale transformatie van de overheid is nodig om richting te geven aan deze verandering, én om de impact op de organisatie van de overheid in goede banen te leiden. Dat is de overheid verplicht – zowel aan haar burgers als aan haar ambtenaren. 13
14 Online Touch Home