27

H E N K WESSE LI NG SOMBERMANNEN EN LASTIGE ARRANGEMENTEN Je zou er somber van worden. Alex Brenninkmeijer betoogt in De Groene Amsterdammer van 6 augustus dat de ‘checks and balances’ van politiek en rechtsstaat steeds minder werken. Dat komt volgens de oud-ombudsman door het toekennen van verreikende bestuurlijke bevoegdheden in kwesties als veiligheid. En ook door het streven naar ‘onmiddellijke standpunten’ door bestuur en politiek. Onder druk van de media is er volgens hem sprake van een samenballing van (uitvoerende) macht, terwijl daar steeds complexere kwesties aan de orde zijn. Neem de sociale zekerheid waar niet alleen fraude maar ook een vergissing bij het invullen van een formulier tot zware sancties voor de burger kan leiden. Volgens Brenninkmeijer worden we voorbereid op het idee dat het allemaal wat minder rechtsstatelijk en democratisch kan. En dan is er verderop in diezelfde Groene een betoog van publicist Herman Vuijsje. De overgang naar een meer ‘faciliterende’ overheid maakt het volgens hem voor de burgers vaak moeilijker hun publieke noden te lenigen in het woud van betrokken instellingen. Hij haalt het onvermijdelijke voorbeeld van de (thuis)zorg voor de eigen bejaarde moeder uit de kast. Je hebt minstens het sociale kapitaal van hem en zijn broers en/of de juiste regelaars nodig om die zorg te regelen. Dan wel de juiste facilitator. We krijgen iets van een derdewereldland, volgens Vuijsje, waar je met een grote mond, geld en vriendjes je publieke dienstverlening kunt regelen. Hebben we hier nu met klokkenluiders of sombermannen te maken? Er zijn zeker ernstige vragen te stellen bij het onjuiste gebruik van bestuurlijke macht en de onmacht om fouten te erkennen. Er zijn mensen die tussen wal en schip belanden en corruptie steekt van tijd tot tijd de kop op. Instituties kampen soms met bureaucratische onmacht. De opgaven van de publieke dienstverlening versterken ook de risico’s op incidenten en de neiging tot ‘sterk bestuur’. Door veiligheidsvraagstukken die beangstigen. Door individualiserende, exploderende vraag naar dienstverlening, zoals bij jeugdzorg. Door hoge individuele verwachtingspatronen ten opzichte van de kwaliteit van die dienstverlening. Door calculerend gebruik en tegelijk het niet accepteren van (vermeend) misbruik. Door schaarste aan middelen bij toenemende mogelijkheden door innovatie. Deze opsomming is niet uitputtend, maar tegelijk ook al decennia reden voor een zoektocht hoe de dienstverlening op peil te houden. Media zetten elk incident op de agenda. Mede daarom kennen we het instituut ombudsman en wordt de rechterlijke macht gewaardeerd. Hoezo dus machtsconcentratie? Gemeentelijke overheden zijn in stelling gebracht en spelen in op specifi eke omstandigheden als multiproblematiek. Dicht bij de burger is het motto. Mensen maken meer individuele keuzes door eigen bijdragen, door instrumenten als het pgb. We zoeken naar effi ciëntie in innovatie door bijvoorbeeld versterking van preventie en digitalisering. Er is aanscherping van controle en verantwoording, zoals in privacygevoelige veiligheidskwesties met verregaande bestuurlijke bevoegdheden. Ook dit rijtje is niet uitputtend en het bevat geen tovermiddelen. Verbetering van onze publieke arrangementen is voortdurend hot. Dat geeft risico’s bij samenballing van bevoegdheden en complexe netwerken, zoals Brenninkmeijer en Vuijsje aanduiden. Zij stimuleren een scherpe blik, maar laten we intussen vooral niet somberen en lustig doorzoeken naar goede dienstverlening. Henk Wesseling, Expertisecentrum partners in publieke meerwaarde

28 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication