B OB OTA AL WOORDEN ZONDER BETEKENIS De eerste keer dat de focus kantelde viel het me eerlijk gezegd niet zo op. Ik was tweede helft twintig en werkzaam voor een stichting. Directeur N. stelde een nieuwe marsroute voor. Die liep van projectmatig naar programmatisch werken. Het leek me aanvankelijk een bijzaak. Totdat twee consultants langskwamen om de strategie van onze stichting op te pompen aan de hand van ‘hogere doelen’. Voor advies en trajectbegeleiding ontvingen zij dertigduizend euro. Directeur N. voldeed de factuur zonder morren. Maar de nieuwe programmatische aanpak bracht onze stichting helaas niet de gewenste resultaten. ‘ GE Z B N. zag bij nader inzien dan ook meer kansen in een clusteroverstijgende aanpak. Op basis van instructies van N. maakten collega’s steeds verder uitdijende organogrammen op whiteboards. Op een maandagochtend stond N. voor zo’n plaatje en presenteerde de nieuwe opzet. ‘Het hele veld is nu georganiseerd’, zei hij trots. Maar ook dat jaar hadden zijn medewerkers veel moeite om aan de buitenwereld uit te leggen wat ze nu precies deden. N. bleef intussen kansen zien. Het derde jaar lagen die volgens hem in een cross-sectorale benadering, waarin door gezamenlijke inzet op een hoger schaalniveau de triple helix-aanpak zou worden geborgd in de verbinding met de-vier-o’s. ‘Succes verzekerd’, zei N. tijdens bureauoverleg. Het hele stichtingsbestuur dacht er volgens hem intussen zo over. ‘Dit is de toekomst.’ Collega’s om me heen knikten als makke schapen. Navraag leerde dat bureauoverleg hun moment van de week was voor een mentaal blokje om. Want N. kon processen op zo’n moment weliswaar reorganiseren wat hij wilde, de aard van de dienstverlening zou er naar hun stellige overtuiging uiteindelijk ‘in de praktijk’ niet wezenlijk door veranderen. Intussen zijn we zoveel jaar verder. En heb ik meer organisaties gezien zoals de stichting van N. Je herkent ze dikwijls aan hun modieuze namen. Was het een paar jaar geleden genoeg om jezelf Valley, Alliantie of Proeftuin te noemen om subsidie te scoren, nu loont het om een Agency, Quarter of Centre zijn. Aan de oprichting van dit soort clubs ligt meestal een actuele, maatschappelijke uitdaging ten grondslag. Daarna begint al snel de institutionele overlevingsstrijd. Want hoe blijf je als organisatie relevant? Hoe rechtvaardig je toegekende subsidies? Precies! Door constant te sleutelen aan je eigen organisatie. Door continu de focus te kantelen. En wat is het dan handig dat er een exclusieve taal bestaat waarmee je je visiedocumenten en voortgangsrapportages kunt vullen! Een taal waarin al het kromme kan worden recht gepraat en issues tot in het oneindige kunnen worden herbenoemd! Waarin ambtelijke adviezen politiek kunnen worden gemarginaliseerd, projectresultaten kunnen worden opgeblazen en daadkracht kan worden geveinsd! Kortom, de taal van directeur N. die we allemaal herkennen als Bobotaal. Het is de taal waarin alles wat gezegd wordt belangrijk klinkt, zonder dat het iets hoeft te betekenen. N.’s worsteling met de dienstverlening van zijn stichting is weliswaar vermakelijk, maar deze beschouwing verdient tevens een serieuze ondertoon. Want wees eens eerlijk, gaat er in jouw dagelijks leven als organisatieprofessional ook niet het nodige aan Bobotaal over tafel? Erwin van der Linden is auteur van het boek ‘Bobotaal’ en deelt quotes via twitter als ‘De Wethouder’
8 Online Touch Home