59

“In deze turbulente jaren blijft de Nederlandse binnenvaart een cruciale rol in de logistieke keten spelen.” me hardgemaakt voor de uitrol van infrastructuur voor alternatieve brandstoffen in Europese zee- en binnenhavens, zoals walstroom en LNG-stations, met als doel het ondersteunen van de transitie naar duurzamere brandstoffen in de scheepvaart. Allemaal bouwstenen die ons dichterbij een schonere en toekomstbestendige binnenvaart brengen in Europa. De sector zelf werkt daar dag in dag uit hard aan, van de binnenvaartschipper tot de -havens. Nederland kent prachtige voorbeelden, zoals de verwisselbare energiecontainers van Zero Emission Services (ZES) of de zonnepalen op scheepsluiken van Wattlab. Waar ik echt van onder de indruk ben, is de samenwerking die de sector opzoekt om te verduurzamen. Het eerste waterstofelektrische binnenvaartschip ter wereld bijvoorbeeld, het schip ‘H2 Barge 1’, is tot stand gekomen door een nauwe samenwerking van sportmerk Nike en Future Proof Shipping. Of de krachtenbundeling tussen de VOF Sympathie Shipping van binnenvaartschipper Eric van Dam met partners in de graanketen. Dankzij deze samenwerking is weer een stap gezet naar een duurzamere toekomst met een schip varend op het duurzame HVO100 biobrandstof. Met HVO100, gemaakt van plantaardige restoliën en vetten of gebruikt frituurvet, bereiken ze samen een indrukwekkende CO₂-reductie van meer dan 85% in vergelijking met conventionele diesel. Dat zet nog eens zoden aan de dijk! Goederen van de weg naar de rivier Toch zijn er ook kansen blijven liggen. Zo gaan de stappen die worden gezet rondom het Europese modal shift beleid wat mij betreft te langzaam. Terwijl dit de binnenvaartsector juist een mogelijkheid biedt, om haar positie als duurzaam alternatief voor weg- en luchtvervoer te versterken. Door te investeren in infrastructuur, technologische innovatie en het verder faciliteren over modaliteiten heen, kunnen binnenvaartondernemers profiteren van de steeds groeiende vraag naar duurzamere transportoplossingen. Bovendien kan het bijdragen aan een sterkere en concurrerende transportmodaliteit in Nederland. Door samen te werken met overheidsinstanties, binnenvaartorganisaties (zoals NPRC) en -ondernemers, kan de sector een leidende rol spelen in de transitie. Kostenplaatje rond krijgen Daar hangt ook een prijskaartje aan, daar ben ik me van bewust. Daarom schreef ik een Binnen vaartrapport, waarmee ik de Europese Commissie opriep om een Europees binnenvaartfonds te realiseren, om zo de sector financieel te ondersteunen in de groene en digitale transitie. En met resultaat, want het kwam terug in de Europese binnenvaartstrategie Naiades III. Maar zoals veel in Brussel, is ook dit een zaak van lange adem. Wanneer het fonds er eenmaal is, moet het wat mij betreft juist toegankelijk zijn voor MKB’ers, zelfstandigen en familiebedrijven. Trossen los De afgelopen jaren heb ik met veel mensen uit de sector gesproken over al deze en andere uitdagingen. Ik sprak met eigenaren van familiebedrijven, bemanningsleden, vertegenwoordigers van grote Caroline Nagtegaal. reders, betrokkenen bij de ontwikkeling van autonome scheepvaart, producenten van motoren, onderhoudsbedrijven en vertegenwoordigers van verschillende belangenorganisaties. Wat mij daarbij het meest opvalt: de hands-on mentaliteit in deze sector is enorm. Ook is er een heel sterk besef dat de transitie onvermijdelijk is. Men wil eraan bijdragen, maar kán het soms niet, bijvoorbeeld omdat de kosten simpelweg te hoog zijn of de regels te complex. Daarom vind ik dat Brussel de komende jaren haar rol moet pakken als facilitator, als de binnenvaartcompagnon in de grote verduurzamingsuitdaging waar de sector voor staat. Dát is waar ik geloof dat Brussel van enorme meerwaarde kan zijn, samen met die prachtige binnenvaartsector! << Havenlocaties 2024 - 59

60 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication