0

Uw betrokken logistieke vastgoedspecialist ProDelta Real Estate B.V. - Parklaan 9 - 3016 BA Rotterdam +31 (0)10 89 20 470 - info@prodelta.nl - prodeltarealestate.nl

Voorwoord Wie Fryslân zegt, zegt waterland Matthijs de Vries Friso Douwstra De provincie Fryslân is een waterrijke regio met een sterk watergebonden geschiedenis en cultuur. Velen kennen Fryslân van de zeilschool en vakanties, van de Sneekweek en het skûtsjesilen. En van haar bevroren meren en kanalen, met de roemruchte Elfstedentocht. Het economisch belang van het waternetwerk voor de Friese economie en samenleving is vaak minder bekend, maar daarmee bepaald niet onbelangrijk. Onze provincie kent acht industriële zee- en binnenhavens in Achtkarspelen, Drachten, Harlingen, Heerenveen, Leeuwarden, Lemmer, Sneek en Tytsjerksteradiel. Het netwerk van zee- en binnenhavens, van waterwegen en watergebonden bedrijven biedt onze provincie 6.900 arbeidsplaatsen en een toegevoegde waarde van 924 miljoen euro (CBS 2018). Het Friese havennetwerk is niet alleen vandaag van belang voor de regionale economie en samenleving, maar biedt tevens kansrijke mogelijkheden voor het ontwikkelen van de duurzame en circulaire economie van morgen. Het perspectief van de haven- en watergebonden economie sluit sterk aan op de beleidskaders van de Europese en nationale overheid. Daarbij verwijzen we naar de Europese Green Deal, het programma Fit for the Future 2050 en de daarin aangegeven doelstellingen voor emissiereductie en modal shift. En naar de nationale beleidskaders voor duurzaamheid en bereikbaarheid. Volgens de Integrale Mobiliteitsanalyse (IMA-2021) van het ministerie van IenW zal het goederenvervoer over water tussen 2018 en 2040 naar verwachting toenemen met 6 tot 20%. Overheden en bedrijven moeten goed in gesprek blijven om de groei van de watergebonden economie mogelijk te maken en daarmee de werkgelegenheid, duurzame ambities en toegevoegde waarde voor toekomstige generaties te borgen. Het provinciaal bestuur van Fryslân zet zich nadrukkelijk in voor het toekomstgericht ontwikkelen van de haven- en watergebonden economie. Hierin gaan infrastructuur en economie hand in hand. In het Bestuursakkoord “Oparbeidzje foar Fryslân” hebben we aangegeven dat we met een integrale Friese havenvisie komen. Wij zetten ons in voor het opwaarderen van het Van Harinxmakanaal. En we vinden de vaargeul Boontjes tussen het sluizencomplex van Kornwerderzand en de haven van Harlingen van groot belang. Voor het opstellen van de integrale Havenvisie rekenen we op een goede samenwerking en afstemming met de Friese havengemeenten en met het Havennetwerk Fryslân. Samen kunnen we het belang van de watergebonden economie versterken en toekomstgericht ontwikkelen. Daarmee maken we Fryslân blijvend tot een sterke en watergebonden provincie. Gedeputeerden Matthijs de Vries van Infrastructuur en Friso Douwstra van Economie Havenlocaties 2024 - 3

Nederland 2024 Coverpresentatie: Havenecosysteem Friesland: ‘Efficiënter investeren in vaarwegen’ - ‘Goud dat voor het oprapen ligt!’ Lees de entree-verhalen van Port of Harlingen en Haven Netwerk Fryslân, pagina 6 t/m 11. Voorwoord: Gedeputeerden Matthijs de Vries van Infrastructuur en Friso Douwstra van Economie. Havenbedrijven / Havenlocaties: Brabant Ports ....................................... 22 Bergen op Zoom / UBQ .............................. 26 Port of Urk ......................................... 40 Port of Zwolle ....................................... 42 Port of Twente ...................................... 48 Port of Deventer .................................... 53 Blueports Limburg .................................. 70 Pier14 Zwijndrecht ..............................76 + 98 Dordrecht .......................................... 80 Zeeland ............................................ 90 Containerterminals / Logistieke Dienstverleners: Inland Terminals Group .............................. 18 BTT Multimodal Container Solutions .................... 30 Van Berkel Logistics .................................. 36 Port Liner .......................................... 46 TMA Logistics ....................................... 64 Wessem Port Services Group. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 74 Amer Shipping ...................................... 78 Magazine over de zee- en binnenhavens van Nederland, gepresenteerd door havenbedrijven, overheden, kennisinstituten, branche- en belangenorganisaties, logistieke dienstverleners, containerterminals, vastgoedprofessionals en gevestigde bedrijven. Vastgoedprofessionals: ProDelta Real Estate ................................... 2 DHG ..........................................14 + 100 Heembouw ......................................... 34 Fred Developers ..................................... 98 Art + Reno Betonvloerrenovatie ........................ 94 Logistics Capital Partners .............................. 99 Branche- en Belangenorganisaties / Overheid: Nederlandse Vereniging van Binnenhavens (NVB) ......... 12 MCA Brabant ........................................ 22 NPRC .............................................. 50 Europees Parlement .................................. 58 Clean Energy Hubs ................................... 66 Koninklijke Binnenvaart Nederland (KBN) ................ 86 Nederland Distributieland (NDL) ........................ 96 Kennisinstituten / Toeleveranciers Erasmus center for Urban, Port and Transport economics . 38 Movares Water ...................................... 54 KiesZon ............................................ 60 Erasmus UPT ........................................ 62 Het belang van goede vaarwegen ...................... 84 GMB Haven & Industrie .............................. 88 4 - Havenlocaties 2024

Deelnemers in deze uitgave www.portofharlingen.nl www.prodeltarealestate.nl www.havennetwerkfryslan.nl www.havens.binnenvaart.nl www.dhg.nl www.inlandterminalsgroup.com www.brabantports.nl www.mcabrabant.nl www.ubqmaterials.com www.bergenopzoom.nl www.bttmultimodal.nl www.heembouw.nl www.vanberkellogistics.nl www.eu.nl/ese www.portofurk.com www.portofzwolle.nl www.portliner.nl www.portoftwente.com www.nprc.eu www.portofdeventer.nl www.movareswater.nl www.carolinenagtegaal.nl www.kieszon.nl www.tmalogistics.nl www.gelderland.nl www.circularports.com www.wessem.com www.pier14.info www.fred-developers.nl www.amershipping.nl www.stadsasdordt.nl www.binnenvaart.nl www.gmb.eu www.zeeland.nl www.art-reno.be www.ndl.nl www.logisticscapitalpartners.com Redactie en advertentie-exploitatie Journalisten Pieter Pulleman, Marc van Rossum du Chattel, Dianne Huijskens, Ger Dreijer, Johan Koning en Sandra Put Jager Media D.A. Arthur Jager Postbus 2711, 7301 EE Apeldoorn M 06 - 223 91 776 E arthur@jagermedia.nl W www.jagermedia.nl Website / Social Media - Blending Media - Monique Jager Fotografie Jager Media Kraaij Impressies Het magazine Havenlocaties Nederland wordt duurzaam geproduceerd. Vormgeving Studio Transparant Havenlocaties 2024 - 5

Havenecosysteem Friesland: ‘Goud dat voor het oprapen ligt!’ Friesland heeft met de zeehaven van Harlingen, de binnenhavens in Heerenveen, Leeuwarden, Drachten, Sneek, Harlingen, Lemmer, Achtkarspelen en Tytjerksteradiel en de vaarwegen goud in handen. Als daarin efficiënter wordt geïnvesteerd, floreert de lokale economie. Daarnaast wordt er positief bijgedragen aan grote maatschappelijke opgaven. Paul Pot, directeur van Port of Harlingen, en Marco Swenne, strategisch adviseur Economie en Ruimte van de Gemeente Smallingerland, maken zich om die reden hard voor de verdere bewustwording hierover. Dat is volgens hen écht nodig. Fotografie: Joachim de Ruijter 6 - Havenlocaties 2024

“H et is tijd dat het havennetwerk van Friesland beter op de kaart wordt gezet”, zegt Paul Pot. “Niet alleen in de rest van Nederland, maar juist ook in de provincie zelf. Friesland moet zelf echt beter inzien wat de havens en de vaarwegen zijn en wat deze kunnen betekenen.” Om die reden heeft Port of Harlingen zich dan ook extra hard gemaakt om in 2024 het decor te zijn van het jaarcongres van de Vereniging van Nederlandse Binnenhavens (VNB). “Dit is een uitgelezen kans om de aandacht te vestigen op de unieke kenmerken en uitdagingen van onze regio”, vindt Pot. “Bovendien spelen belanghebbenden een actieve rol bij het bevorderen van bewustwording en begrip voor de waarde van havens. Als we in Friesland die meerwaarde niet gaan zien, pakken we ons potentieel niet.” Grote economische betekenis “Binnenhaven zijn essentiële schakels in de logistieke keten”, legt Marco Swenne uit. “Ze hebben een grote economische betekenis. Het zijn knooppunten en een onmisbaar onderdeel van de achterlandverbindingen. Het is daarom ontzettend belangrijk dat binnenhavens zich blijven ontwikkelen. Denk daarbij aan de verdere digitalisering, bereikbaarheid, duurzaamheid en een toekomstbestendig havenbeleid. We kunnen mét elkaar samenwerken aan een circulaire economie.” Pot geeft aan dat Port of Harlingen daar als zeehaven net zo goed onderdeel van is. “Wij zijn een knooppunt én een vestigingslocatie. Juist als knooppunt hebben we het achterland heel hard nodig. Mét elkaar kunnen we het verschil maken.” Vitale schakels Pot en Swenne benadrukken dat de havens in Friesland vitale schakels zijn in zowel het regionale als het nationale landschap. “Met Port of Harlingen strategisch gelegen aan zee, de binnenhavens en de belangrijke waterwegen hebben we een netwerk in handen dat toegang geeft tot internationale markten”, weet Pot. “Met elkaar faciliteren we in de import en export van goederen en fungeren we bovendien als cruciale hubs voor sectoren als scheepvaart, logistiek en industrie. Daarmee kan nog meer werkgelegenheid worden gerealiseerd en de economische groei verder worden gestimuleerd. Dat wil je toch niet onbenut laten …” Circulair en CO2-uitstoot terugdringen De kansen die de natte economie biedt, moet Friesland volgens Pot en Swenne blijven verzilveren en ontwikkelen. “Ook met het oog op de grote maatschappelijke uitdagingen waar we Marco Swenne en Paul Pot voor staan”, zegt Pot. “Juist door onze krachten te bundelen, kunnen we onze cruciale rol pakken in de transitie naar een circulaire economie en de modal shift van weg naar water.” Swenne vult aan: “Een gemiddeld binnenvaartschip stoot 8,5 keer minder CO2 uit per tonkilometer dan een gemiddelde vrachtwagen. En bedrijven in de havens vormen ook een keten in de transitie naar een circulaire economie; met onder meer het inzamelen van afval, het aanvoeren en verwerken van secundaire grondstoffen en upcyclen van grondstoffen.” Kennis en kunde ontbreek veelal Alle binnenhavens in Friesland zijn zonder uitzondering gemeentelijke havens. “Gemeenten hebben helaas veelal niet de kennis en kunde in huis om alles uit die binnenhaven te halen wat erin Havenlocaties 2024 - 7

zit”, weet Swenne. In Gemeente Smallingerland waar hij zelf werkzaam is en waar de grootste binnenhaven van de provincie zich bevindt, ziet hij wel steeds meer aandacht voor de havens en de waterwegen komen. Dat is volgens hem mede te danken aan onder meer de regelmatige overleggen die er plaatsvinden tussen de havengemeenten en de provincie. Dit gebeurt op initiatief van de betrokken partijen die het belang van het havenecosysteem inzien. Haven Netwerk Fryslân: samen optrekken “We hebben hiervoor in het verleden al het samenwerkingsverband Frisian Ports opgericht. Dat is er niet meer, nu hebben we het Haven Netwerk Fryslân dat sinds 2023 officieel een stichting is”, vertelt Pot, die samen met Swenne in de adviesgroep van het netwerk zit. “Daarmee is onze onderlinge samenwerking nóg groter geworden. In het netwerk trekken Friese ondernemers uit de natte economie, kennisinstellingen en overheden gezamenlijk op. Er zitten ook transportbedrijven bij die kansen zien in vervoer over water. Met elkaar brengen wij het belang van de binnenvaart en de binnenhavens verder onder de aandacht. Kijk, een haven is in essentie niks meer dan een bedrijventerrein aan het water. Maar juist het feit dat dat water er ligt met kades eraan, dat is wat zorgt voor die meerwaarde. Daar moet vanuit de gemeenten veel meer de focus op komen.” Integrale Havenvisie Fryslân Inmiddels heeft er volgens Pot en Swenne al een succesvolle lobby plaatsgevonden vanuit het Haven Netwerk Fryslân bij de provincie. “Er is toegezegd dat er een Integrale Havenvisie Fryslân wordt opgesteld”, vertelt Swenne. “Daarmee worden met elkaar een visie en strategie ontwikkeld om ruimte te geven aan onder andere de circulaire economie en het potentieel van onze vaarwegen en binnenhavens volledig te benutten.” “Zoals gezegd moet iedereen doordrongen worden van wat voor kansen er zijn en wat er voor nodig is om die te benutten”, zegt Pot. “Daar gaat de integrale havenvisie bij helpen. Als de bewustwording er is, kunnen we met elkaar knelpunten oplossen.” Knelpunten door achterstallig onderhoud Want knelpunten die zijn er zeker in Friesland. “Dat begint al hier in Harlingen”, zegt Pot. “De Tsjerk Hiddessluizen liggen er bijvoorbeeld al sinds december 2023 uit, omdat ze moeten worden opgeknapt. De werkzaamheden lopen nog door tot april. Een groot aantal schepen kan er niet door.” Swenne: “En met zo’n knelpunt ervaar je direct stagnatie binnen het hele havennetwerk.” De knelpunten die zich ook op andere plekken in de provincie voordoen, zijn volgens Pot en Swenne ontstaan doordat de focus er niet op lag en vaak nog steeds niet ligt. Daardoor is achterstallig onderhoud ontstaan. Ruimte beter benutten De oplossing? Inzichtelijk maken wat er precies speelt. Pot: “En echt bewust zijn van het feit dat een vaarweg heel belangrijk is. Niet alleen voor de recreatievaart, maar juist ook voor de af- en aanvoer van goederen voor bedrijven met grotere schepen. Dat betekent ook kritisch kijken naar welke bedrijven er nu in de binnenhavens zitten en bedenken of die daar wel moeten zijn.” Swenne: “Je ziet nu lege kades, omdat er nietwatergebonden bedrijven zitten. Dat is natuurlijk niet de meest efficiënte invulling. We moeten de ruimte die we hebben veel beter zien te benutten, we moeten deze intensiveren. Dat moeten we ook wel, want als we alle opgaven waar we voor staan opstapelen, dan hebben we nu meer ruimte nodig dan dat er beschikbaar is.” Toekomstplan voor de grootste binnenhaven In Gemeente Smallingerland heeft de gemeenteraad onlangs een positief besluit genomen over het Toekomstplan De Haven, een ontwik8 - Havenlocaties 2024

kelplan van Buck Consultants Internationaal. Swenne: “Daarmee wordt het industriegebied De Haven opgeknapt, opgewaardeerd en vergroend. Uiteindelijk willen we dat De Haven en de Tussendiepen moderner, duurzamer en beter bereikbaar worden. In de toekomst kan dan meer transport over water plaatsvinden en minder over de weg.” Bedrijven die zich in Drachten vestigen, zijn over het water relatief snel in Harlingen. “Bij ons wordt nu nog veel vracht overgeslagen en met vrachtwagens vervoerd, ook naar Drachten”, zegt Pot. “Dat kan dus echt anders.” Robuust, veilig en adequaat Een schip dat in de ochtend uit Drachten vertrekt, kan aan het einde van de dag al in Amsterdam zijn. “Wat maar aangeeft dat we in Friesland ook belangrijk zijn voor de rest van Nederland”, aldus Pot. “Het enige dat we daarvoor nodig hebben, is een robuust, veilig en adequaat vaarwegennetwerk en gemeenten die de binnenhavens eens kritisch onder de loep nemen. Als dat gebeurt, dan draagt het havenecosysteem van Friesland echt bij aan de welvaart van de hele provincie en de klimaatdoelen die we wereldwijd hebben gesteld.” << Port of Harlingen Postbus 225, 8860 AE Harlingen Tel. 0517 – 723 333 www.portofharlingen.nl Havenlocaties 2024 - 9

In 2023 heeft HNF een bijeenkomst geleid over de plannen voor de herinrichting van industrieterrein De Haven. Het resultaat: er gaat fors geïnvesteerd worden door de gemeente. Foto Wout Wetering Haven Netwerk Fryslân gaat ‘gezamenlijk flink doorpakken’ Haven Netwerk Fryslân (HNF) heeft het eerste jaar als officiële stichting achter zich. Het was een goed jaar met prachtige resultaten. “We hebben als stichting een mooie start gemaakt”, zegt Frank van Kerkhof, voorzichter van HNF en directeur van Combex. “Nu is het aan ons om gezamenlijk flink door te pakken.” Z o gaat stichting Haven Netwerk Fryslân samen met de Provincie Fryslân en de Friese gemeentelijke binnenhavens aan de slag met het opstellen van een Integrale Havenvisie voor Friesland. “Op dit moment worden hiervoor al voorzichtig de eerste stappen gezet”, zegt Van Kerkhof. Voor de Havenvisie heeft HNF heel intensief gelobbyd. Met effect, want in het coalitieakkoord van het College van Gedeputeerde Staten is de noodzaak van een integrale havenvisie voor Friesland opgenomen. Van Kerkhof: “Daar zijn we ontzettend blij mee. Het is belangrijk dat we met elkaar een visie en strategie ontwikkelen. Alleen daarmee kunnen we tijdig knelpunten aanpakken, ruimte geven aan de circulaire economie én het potentieel van onze vaarwegen en binnenhavens volledig benutten.” Waardevol voor economie en klimaat Arnold de Jong, vicevoorzitter van HNF en CEO van Fritom Group, geeft aan dat een goed functionerend havennetwerk van Friesland veel oplevert. 10 - Havenlocaties 2024 “De natte economie van zee- en binnenhavens, waterwegen en watergebonden bedrijven biedt Friesland op dit moment al direct en indirect 6.900 arbeidsplaatsen. De totale toegevoegde waarde van deze sector in Friesland bedraagt jaarlijks 924 miljoen euro. Dit kunnen we alleen nog maar verder laten toenemen. Maar naast de economische kansen is een goed functionerend havenecosysteem van enorme betekenis in de maatschappelijk opgaven waar we voor staan. Met meer vervoer over water verminderen we de CO2-uitstoot. Een gemiddeld binnenvaartschip stoot 8,5 keer minder CO2 uit per tonkilometer dan een gemiddelde vrachtwagen. Ook vormen de zeehaven in Harlingen, de acht binnenhavens in het achterland en de vaarwegen een belangrijke keten in de transitie naar een circulaire economie.” Kansen verzilveren HNF ziet de kansen die de natte economie biedt duidelijk voor zich. Van Kerkhof: “En die kansen moeten we blijven ontwikkelen en verzilveren.” “Dat kunnen we niet alleen”, zegt Robert Bakker, penningmeester bij HNF en directeur van Berding Beton Nederland. “Overheden en bedrijven moeten hun krachten bundelen, samen de Havenvisie opstellen en zwakke verbindingen tijdig wegwerken. Die krachten bundelen doen we natuurlijk in HNF. Hierin trekken Friese ondernemers, kennisinstellingen en overheden gezamenlijk op. Met elkaar zijn we druk bezig de zichtbaarheid en het imago te verbeteren van de infrastructuur van havens en vaarwegen. Ook moeten we in onze de provincie knelpunten binnen het haveneco systeem, door onder meer achterstallig onderhoud, zien op te lossen.” Elkaar versterken Het bestuur van HNF heeft in het afgelopen jaar als stichting kennisgemaakt met de lokale bestuurders van de acht Friese binnenhavens. “De gemeenten Leeuwarden, Smallingerland, Harlingen en Heerenveen zijn formeel toegetreden tot Haven Netwerk Fryslân”, zegt Van Kerkhof. “We hopen dat de andere havengemeenten volgen. We moeten

het mét elkaar doen.” Bakker vertelt dat het aantal ondernemers dat aansluit bij het netwerk gestaag groeit. “We hebben de Rabobank mogen verwelkomen en binnenkort sluit de directeur van het Innovatie Pact Fryslân aan, een regionaal platform waarin ondernemers, onderwijs en overheden strategisch samenwerken en programma’s uitvoeren vanuit de Economische Samenwerkingsagenda Blue Delta. We kunnen elkaar verder versterken.” Meer partijen zien belang Het bestuur van de stichting HNF ziet inmiddels dat het belang van de binnenhavens voor een circulaire economie, de benodigde modalshift van weg naar water en de aandacht voor goede vaarwegen bij steeds meer partijen landt. “In Drachten hebben we in 2023 een bijeenkomst geleid over de plannen voor de herinrichting van de haven”, vertelt Van Kerkhof. “Deze werd uitzonderlijk goed bezocht door ondernemers en raadsleden. Het mooie is dat dit heeft geleid tot het omarmen van de plannen van het college om fors te gaan investeren in de haven. Daarmee wordt Drachten gereedgemaakt voor de circulaire economie.” Ook organiseerde HNF nog twee andere goed bezochte bijeenkomsten met sprekers vanuit de provincie Fryslân, Bestuur HNF: Frank van Kerkhof, Arnold de Jong en Robert Bakker. Fotograaf Joachim de Ruijter Rijkswaterstaat Noord Nederland, het ministerie van Infrastructuur en Milieu en de TU Delft/Erasmus CU. HNF biedt de aangesloten gemeenten en bedrijven aan om rond andere projecten en ontwikkelingen ook dergelijke bijeenkomsten te organiseren om zo de vaak lang lopende discussies tot besluitvorming en uitvoering te brengen. Meer mooie mijlpalen Het Haven Netwerk Fryslân kijkt op nog meer mooie mijlpalen terug. Van Kerkhof: “We hebben onze steun uitgesproken voor de Europese CEFaanvraag: de Green Corridor North-East. Dit is een visie om een transportcorridor te ontwikkelen in het noorden en noordoosten van Nederland richting Hamburg, Bremen en Scandinavië. Dit kan dan de meest duurzame en innovatieve logistieke corridor van Europa worden.” In samenwerking met NewWays/Stenden Hogeschool is een eerste verkenning gedaan naar bouwlogistiek over water en de mogelijkheden van bouwhubs. Diverse producenten van bouwmaterialen en logistieke dienstverleners namen deel. Het enthousiasme was groot en in 2024 krijgt de verkenning zeer waarschijnlijk een vervolg. Goede gesprekken Van Kerkhof: “In het voorjaar organiseren we weer een nieuwe bijeenkomst vanuit HNF. Dan komt de havengedeputeerde Matthijs de Vries van de provincie Friesland langs. We verwachten dan, samen met ondernemers en gemeenten, een goed gesprek te hebben over kansen en ambities voor de watergebonden economie in Friesland en natuurlijk over onze bijdrage aan het opstellen van de Integrale Havenvisie. In het najaar is Port of Harlingen ook nog gastheer van het jaarcongres van de Vereniging van Nederlandse Binnenhavens. Daar kijken we reikhalzend naar uit.” << Meer weten? Kijk op www.havennetwerkfryslan.nl Fotograaf Eddy Joustra Havenlocaties 2024 - 11

NIEUWE NVB-VOORZITTER: ‘Het is belangrijk dat we als sector samen optrekken, dat we massa creëren’ Met Maarten van Gaans-Gijbels heeft de NVB sinds oktober vorig jaar een voorzitter die de weg weet in politiek en ambtelijk Brussel en Den Haag. “Er is een stip op de horizon nodig en die duidelijkheid moet uit Brussel en Den Haag komen.” ij zijn aantreden trof hij een vereniging aan met enthousiaste leden die graag samen aan de slag gaan, zo blikt hij terug. “Alleen kun je het niet, daarvoor is het allemaal te veel en te complex. Samen weet je meer en kan je meer, kijk maar naar de succesvolle samenwerking van Limburgse en Belgische binnenhavens in Blueports.” B Brussel, Den Haag en Limburg De roots van Maarten van Gaans-Gijbels liggen in Zuid-Limburg. Tijdens zijn studie aan het conservatorium raakte hij geïnteresseerd in de politiek. Hij verruimde zijn blik en na een traineeship bij de provincie Noord-Brabant belandde hij als lobbyist in Brussel. Daaropvolgend werkte hij drie jaar als parlementair assistent voor D66 in het Europees parlement. Eind 2016 ging Van Gaans-Gijbels in Den Haag aan de slag als senior beleidsmedewerker, om daar te eindigen als politiek adviseur van fractievoorzitter Rob Jetten. Hij had er de onderwerpen economie, infrastructuur en waterstaat onder zijn hoede. Na vier jaar Den Haag verkaste hij naar Limburg waar hij lid werd van het college van Gedeputeerde Staten, met de onderwerpen energie, klimaattransitie, mobiliteit en infra in zijn portefeuille. “Als ik een ding leerde in die jaren, dan is het dat als je iets wilt veranderen, je eerst naar je eigen gedrag moet kijken.” Essentieel “Nieuwe dingen komen telkens als vanzelf op mijn pad. Eric Janse de Jonge benaderde mij met de vraag om hem op te volgen. Ik had in Limburg natuurlijk te maken met het samenwerkingsverband Blueports en met de verduurzamingsopgave van de industrie. Er zijn plannen om vanuit gemeentelijk restafval groene waterstof te maken voor het industriecomplex Chemelot. Door afval te verwerken tot korrels die als brandstof kunnen dienen voor de fabrieksprocessen, wordt afval dus een grondstof voor de chemische industrie. Het moge duidelijk zijn dat het dan gaat om enorme volumes afval en korrels die vervolgens via de binnenvaart worden vervoerd. De haven van Stein is essentieel voor die plannen. En zo zijn er ontzettend veel projecten waarbij binnenhavens randvoorwaardelijk zijn voor het succes.” 12 - Havenlocaties 2024

“‘Binnenhavens zijn randvoorwaardelijk voor het succes van de circulaire economie.” Maarten van Gaans-Gijbels Toekomstbrief binnenvaart De Kamerbrief over de toekomst van de binnenvaart van minister Harbers (IenW) dateert van november 2022. Er staan goede dingen in, zegt de NVB-voorzitter, maar doordat het kabinet viel, verdween het document enige tijd in de ijskast. Inmiddels heeft de eerste bijeenkomst van de Binnenvaarttafel plaatsgevonden. “De brief en de voorgestelde acties zijn goed en die moeten we zo snel mogelijk samen naar de praktijk brengen. We moeten samen korte, middellange en lange termijn acties definiëren en eigenaren van die acties benoemen. Daarmee bied je ondernemers in de binnenvaartsector perspectief en hopelijk een stukje investeringszekerheid. Bouw je jouw schip bijvoorbeeld om naar duurzame voortstuwing, of wacht je? Daarvoor is een stip op de horizon nodig en die duidelijkheid moet uit Brussel en Den Haag komen.” Tegelijkertijd mag je van de sector verwachten dat deze weet dat er een klimaatprobleem is, stelt van Gaans-Gijbels. “Ondernemers die toekomstbewust bezig willen zijn, moeten naar hun eigen footprint kijken. Het is namelijk ook een kans: als je nu verduurzaamt, ben je voor de komende decennia spekkoper.” Circulaire economie De circulaire economie groeit en de rol van de binnenvaart en -havens neemt toe. “Sterker nog,” zegt Van Gaans-Gijbels, “Zonder binnenhavens wordt de circulaire economie geen werkelijkheid.” Dat levert op sommige plekken een lastig vraagstuk op, zegt hij. “Het gaat over schaarse ruimte. Havens moeten groter, maar worden kleiner. Er ligt natuurlijk een woningbouwopgave en wonen aan het water is wel mooi, maar gaat vaak ten koste van de binnenhavens. Daarover moeten we als vereniging meer naar de gemeenten toe, maar Den Haag moet hierin ook een sterkere rol pakken en richting geven. Als sector moeten we zelf kijken waar we nodig zijn in de logistieke keten, en wie wat doet. De circulaire economie betekent dat er meer en andere productstromen naar de binnenhavens zullen gaan en dat er andere opslagcapaciteit nodig is. Daarover moet je goed communiceren met de omgeving en dan is het belangrijk om de boodschap positief te verwoorden. Bijvoorbeeld: willen jullie 3.000 vrachtwagens per maand, of liever vier schepen?” Walstroom Een actueel onderwerp dat ook aandacht vraagt is walstroom. “Ik dacht dat walstroom redelijk goed geregeld was maar ik heb helaas geleerd dat de praktijk anders laat zien. Op acht van de tien plekken functioneert de installatie niet. Dat is niet wenselijk voor de binnenvaartondernemer, de omwonenden en het klimaat. Dat moet anders en daarom moeten we er bovenop blijven zitten. Veel van onze leden zijn er mee bezig, weet ik en sommige zijn aangesloten bij het walstroomcollectief van het Onshore Power Supply Network.” OPSN is een initiatief van Port Solutions Rotterdam en heeft als doel om partijen aan elkaar te linken die samen toewerken naar innovatieve oplossingen voor een dekkend en passend netwerk van walstroomvoorzieningen. Als vanzelfsprekend “Ik denk dat de vereniging nog een beetje zoekende is naar een manier waarbij ze ‘als vanzelfsprekend zijn’. Dat het niet meer nodig is om telkens opnieuw het belang van de binnenhavens uit te moeten leggen. Veel bruggen, sluizen en stuwen zijn verouderd en moeten vervangen worden. Maar de automatische reactie in Den Haag is om meer asfalt aan te leggen. Dat moet anders.” Dat hij de weg kent in Brussel en Den Haag gaat de vereniging helpen, denkt de voorzitter. “Natuurlijk zet ik mijn netwerk in; ik ken wat mensen die ertoe doen. De kennis en informatie - tot op microniveau - vanuit de vereniging breng ik naar de politiek en de ambtelijke top. Het is belangrijk dat die dagelijkse praktijk zichtbaar wordt in Brussel. Omgekeerd zal ik informatie uit de politiek en ambtenarij naar de leden brengen zodat zij zich kunnen voorbereiden op of meedenken over nieuw beleid dat hen raakt. Het werkt dus twee kanten op.” Nieuwe Strategische Agenda De komende tijd werkt Van Gaans-Gijbels samen met het NVB-bestuur en de leden aan het ontwikkelen van een nieuwe Strategische Agenda voor de periode 2025-2030. Belangrijke onderwerpen voor toekomstbestendige binnenhavens zijn bereikbaarheid, verduurzaming, circulaire economie, samenwerking en digitalisering. “Mijn voorganger heeft heel hard aan dat laatste onderwerp getrokken. De energietransitie stond wat lager op het prioriteitenlijst en ik kan me voorstellen dat dat straks het belangrijkste onderwerp wordt. Ondermijning stond niet in de vorige agenda maar is iets waarin we als havens onze verantwoordelijkheid in moeten pakken. Gelukkig staat de vereniging er goed voor en kon ik direct vanaf mijn start volop inhoudelijk aan de slag.” “Het is belangrijk dat we als sector samen optrekken, dat we massa creëren. Anders red je het niet. Blueports is een fantastisch voorbeeld. De havens die daarin samenwerken delen kennis en bundelen hun krachten als het gaat om het aanvragen van subsidie. Dat zijn complexe trajecten en die moet je goed organiseren. Dat lukt ze goed, met een EU-bijdrage vorig jaar van ruim 37 miljoen voor het doorontwikkelen van de binnenhavens in Roermond, Stein en Maastricht. Die cofinanciering is in toenemende mate belangrijk en ik denk dat onze leden dat weten en graag de verbinding met elkaar opzoeken.” << Meer informatie Nederlandse Vereniging van Binnenhavens (NVB) Scheepmakerij 330 3331 MC Zwijndrecht 085 - 760 65 63 nvb@binnenvaart.nl havens.binnenvaart.nl Havenlocaties 2024 - 13

DHG geeft zijn huurders de ruimte om te ondernemen De pijplijn met nieuwe projecten bij belegger en ontwikkelaar DHG is nog nooit eerder zo vol geweest. En dat is onder de huidige marktomstandigheden redelijk bijzonder, zegt commercieel directeur Jelle van den Akker. Dit jaar start de bouw van meerdere nieuwe SMARTLOG-dc’s. “O 14 - Havenlocaties 2024 nze focus ligt op posities bij inland terminals”, zegt logistics director Hans van Driel. Hij neemt de voormalige VBIlocatie in Oss als voorbeeld “Die locatie is al heel lang in ons bezit. Betonvloerenfabrikant VBI hebben we herplaatst en op de tien hectare die nu vrijkomt, bouwen we 70.000 m2 Smartlog distributiecentra.” Eigen kade De bargeterminal van Oss ligt aan de overkant van het nieuw te bouwen magazijn en er is een spoorterminal vlakbij. Van Driel: “Het nieuwe dc beschikt over een eigen kade van 180 meter. Dat is natuurlijk heel interessant voor de toekomstige gebruiker, als die grote volumes afhandelt.” Van den Akker: “Dat is het voordeel van DHG als belegger: wij hebben meer dan alleen dc’s in ons bezit. En nu grotere greenfield locaties nauwelijks meer voorhanden zijn, wordt het interessant om terreinen zoals dat van VBI te herontwikkelen.”

Hans van Driel. Opslag van lithium-ion batterijen Ook in Vlissingen start DHG deze zomer met de bouw van diverse DC’s van in totaal 70.000 m2. Van Driel: “Het voornemen is om deze gebouwen geschikt te maken voor de behandeling en opslag van lithium-ion batterijen volgens de PGS-37 regelgeving. Vrij uniek namelijk is dat dit een van de weinige locaties is waar grootschalige opslagfaciliteiten voor Lithium kunnen worden gebouwd.” DHG heeft in de Zeeuwse haven ook een inland terminal die momenteel onder andere door logistiek dienstverlener Verbrugge wordt gebruikt. “We zien de samenwerking met onze partner Verbrugge die dagelijkse barge-transporten uitvoert van containers van en naar de deep sea terminals in Rotterdam en Antwerpen als een enorme toegevoegde waarde. TM Edison, een joint venture tussen Jan de Nul en DEME bouwt op onze terminal aan Havenlocaties 2024 - 15

“We zijn een zelfstandige en flexibele club en hebben de posities en de middelen.” betonnen onderdelen voor een Belgisch energie-eiland. We zien sowieso de belangstelling uit de maritieme sector voor onze locaties in Vlissingen toenemen. Dat komt mede dankzij onze goede samenwerking met North Sea Ports.” Gegarandeerde kwaliteit DHG ontwikkelt en bouwt zijn nieuwe dc’s volgens het beproefde eigen Smartlog-concept: moderne warehouses die voldoen aan de laatste eisen op het gebied van duurzaamheid en well-being. Smartlogs zijn dc’s van een gegarandeerde kwaliteit en met vastgestelde specificaties. De distributiecentra zijn zo ontworpen dat ze geschikt zijn voor uiteenlopende typen gebruikers. Van den Akker: “In de loop der jaren is het concept verder doorontwikkeld. Wij beheren onze panden zelf en hebben goed contact met onze huurders. Dat levert input op die we gebruiken om te verbeteren. En er is tegenwoordig meer aandacht voor duurzaamheid dan pakweg tien jaar geleden. Nieuwe SMARTLOG-dc’s zijn bijvoorbeeld beter geïsoleerd, zijn gasloos en hebben zonnepanelen op het dak.” Jelle van den Akker 16 - Havenlocaties 2024

Eigen energiebedrijf De exploitatie van de zonnepanelen op de magazijndaken doet DHG sinds vorig jaar in eigen beheer. Dit gebeurt onder de naam TwoZero. Van den Akker: “We hebben tegenwoordig de benodigde expertise in eigen huis. TwoZero is eigenaar van het zonnedak en levert de stroom aan de huurder, of een andere partij, al naargelang van de afspraken. Binnenkort plaatsen we bij een van onze magazijnen in Roosendaal ook een batterij voor energieopslag. Dat zie ik in de toekomst wel meer gebeuren: het is een manier om de netcongestie te omzeilen.” Andere locaties Een andere herontwikkellocatie is het voormalige emtpy-containerdepot aan de Eemhavenweg in Rotterdam. Van den Akker: “Hier komt midden in het Rotterdamse havengebied een dc van 45.000 m2 met een eigen kade. De bargeterminal is vlakbij gelegen; een toplocatie dus.” Van Driel: “Verder west-waards, op relatief korte afstand van de container terminals op de Maasvlakte bouwen we momenteel 120.000 m2 magazijnen in Hellevoetsluis waarvan er al 70.000 m2 verhuurd is. Ook in de Rotterdamse haven zijn er voor de komende jaren bij DHG dus nog diverse magazijnen beschikbaar voor verhuur.” Andere actuele (niet watergebonden) ontwikkelingen zijn een magazijn van 160.000 m2 in Lelystad, twee units van 20.000 m2 in Heerenveen, en plots in Appingedam en Doetinchem. “En, niet direct aan het water, maar wel vlak bij de bargeterminal: een magazijn van 20.000 m2 in Zaandam.” Funding en kennis Bedrijfsonderdeel DHG Participations participeert in bedrijven door funding en kennis beschikbaar te stellen. Van Driel: “Onze deelnemingen in andere bedrijven komen meestal voort uit de niet-standaard relatie die wij met onze huurders hebben. Wij doen alles zelf en hebben logistieke kennis in huis. Je kunt met ons dus overal over praten en huurders waarderen dat. Onze participaties Havenlocaties 2024 - 17 DHG heeft de hele keten in eigen beheer DHG belegt in vastgoed en ontwikkelt hoogwaardige vastgoedprojecten. De portefeuille is verdeeld over vier sectoren: logistiek, havenlocaties, bedrijfsruimtes en een klein gedeelte kantoorpanden. Het bedrijf heeft locaties door heel Nederland. Niet alleen logistiek vastgoed, maar ook terminals, productieen industrielocaties en andere gebouwen. DHG heeft de hele keten in eigen beheer: van de start van de ontwikkeling tot het verhuren en het beheer en onderhoud. zijn wel altijd logistiek gerelateerd en we hebben nooit meer dan vijftig procent van de aandelen. We bemoeien ons ook niet met de bedrijfsvoering. De toegevoegde waarde voor ons is dat het een manier is om beter te begrijpen wat er in de markt speelt.” Van den Akker, tot slot: “De markt van het logistieke vastgoed is de afgelopen jaren veranderd en sinds twee jaar houden we onze magazijnen zelf aan. DHG ontwikkelt en bouwt nog altijd op eigen risico en daartoe haalden we vorig jaar een financiering van 625 miljoen euro op. We zijn een zelfstandige en flexibele club en hebben de posities en de middelen. Dat is wat ons onderscheidt. << www.dhg.nl

‘Krachten bundelen voor efficiënt en duurzaam containervervoer’ Inland Terminals Group (ITG) nam begin 2024 Combi Terminal Twente (CTT) over. Daarmee kreeg ITG er drie terminals bij: twee binnenvaartterminals in Hengelo en Almelo en één terminal met een spoor- en wateraansluiting in Rotterdam-Pernis. ITG beschikt nu over zeventien terminals in Nederland en België. Daarmee kan gerust worden gesteld dat ITG een nog belangrijkere speler in het intermodaal vervoer is geworden. 18 - Havenlocaties 2024

I nland Terminals Group is eigenlijk zelf nog een vrij jonge organisatie. ITG werd opgericht in 2021 met een overname van de binnenlandse terminalactiviteiten van BCTN. Een jaar later sloot ook Multimodal Container Services (MCS) aan. “De overname van CTT is een geweldige toevoeging aan ons toch al grote netwerk”, stelt Eduard Backer, die in oktober 2023 als CEO van ITG werd aangesteld. “We hebben nu zeventien terminals die grote delen van Nederland en Vlaanderen met de zeehavens van Rotterdam en Antwerpen verbinden. Er werken bij ons 350 mensen en we vervoeren jaarlijks zo’n één miljoen TEU; voor import en export van en naar de havens.” Focus op eenheid Drie verschillende werkmaatschappijen maken nu dus onderdeel uit van de groep. “MCS, BCTN en CTT vallen alle drie onder één directie”, legt COO Willem van der Ark uit. “Als groep bieden we vele voordelen. We hebben een zeer breed netwerk, beslaan een groot deel van ons land en Vlaanderen én zijn lokaal heel sterk met onze eigen terminals. Die kracht vertalen we met elkaar naar onze klanten. Samen streven we naar een zo efficiënt en duurzaam mogelijk containervervoer. Er is al door onze samenwerking een heel sterke bundeling ontstaan van ladingstromen in de havens. Onze focus ligt op het behouden van een duidelijke eenheid binnen onze groep, waardoor we mét elkaar nog krachtiger kunnen worden.” Lokale kracht Die kracht van ITG is er volgens Backer en Van der Ark op zowel landelijk als lokaal niveau. “Dat is voor ons ook de reden dat we onze hele groep niet vanuit één centraal punt willen aansturen. Onze meerwaarde zit juist ook lokaal. Daar worden producten gemaakt, goederen opgeslagen en goederen van en naar fabrieken gebracht. Onze terminals houden om die reden ook zeker een zeer lokaal ondernemend karakter. Klanten moeten zich er thuis voelen en het is voor ons heel belangrijk dat we makkelijk blijven schakelen met gemeenten en omwonenden. Dat is voor ons echt dé kracht van de lokale terminal.” Eduard Backer en Willem van der Ark Kracht van de groep Natuurlijk is er ook sprake van een enorme kracht van de groep. “We hebben terminals van Groningen tot Geel en van Rotterdam tot Roermond. Ons uitgebreide netwerk van terminals verbindt steden en waterwegen in Nederland en België. En als Inland Terminals Group hebben we ook veel schepen en trucks”, zegt Van der Ark. “Daarmee kunnen wij operationele afwijkingen heel goed opvangen. Als het “We hebben nu zeventien terminals die grote delen van Nederland en Vlaanderen met de zeehavens van Rotterdam en Antwerpen verbinden.” Havenlocaties 2024 - 19

over de ene terminal niet lukt, dan hebben we altijd nog een andere terminal waarbij het wel gaat. Haalt het ene binnenvaartschip het niet, dan hebben we nog het andere schip dat we kunnen inzetten. Zo weten we met elkaar altijd om te gaan met zaken die eigenlijk niet zo waren gepland. Dat biedt klanten de zekerheid die ze nodig hebben voor hun eigen bedrijfsvoering.” Verdere digitalisering De bundeling van de drie bedrijven binnen Inland Terminals Group maakt het volgens Backer en Van der Ark ook mogelijk om serieuze stappen te zetten op twee belangrijke strategieën. “De eerste is de verdere digitalisering”, vertelt Backer. “We willen ervoor zorgen dat alle processen op onze lokale terminals toekomstbestendig worden.” ITG wil hiervoor diensten digitaliseren zodat klanten sneller, efficiënter en makkelijker met hen kunnen samenwerken. Via een web-based portal kunnen klanten zelf hun boekingen beheren. Via Application Programming Interfaces deelt ITG transportinformatie direct met de systemen van de opdrachtgevers. Van der Ark: “Zo weet een klant altijd real time waar de goederen zijn en wanneer deze aankomen op de plaats van bestemming.” Verduurzamen De tweede belangrijke strategie waar Inland Terminals Group op inzet, is de verdere verduurzaming. “Het is belangrijk dat we onze 20 - Havenlocaties 2024

dienstverlening verder vergroenen”, vindt Backer. “Dat is iets wat we vanuit onszelf willen, maar ook omdat we voor grote maatschappelijke opgaven staan. Daar kunnen wij als intermodaal vervoerder veel in betekenen. Het is ook iets wat de klant steeds meer van ons vraagt. We zijn ons allemaal veel bewuster geworden van het klimaat.” Ook het feit dat er mensen in de omgeving van de terminals wonen, vraagt volgens Backer om een zo’n laag mogelijke impact op de omgeving. “We willen een zo schoon mogelijk bedrijf worden. Dat verwacht de maatschappij van ons en we willen ook zelf hier onze verantwoordelijkheid voor nemen. Als grotere groep hebben we meer slagkracht om hier echt stappen in te zetten.” Toekomstbestendige logistieke oplossingen Backer en Van der Ark geven aan dat er daarbij naar veel verschillende technieken wordt gekeken. “Als groep werken we aan toekomstbestendige logistieke oplossingen. We zijn een stevig plan aan het ontwikkelen om onze terminals en binnenvaartactiviteiten emissieneutraal te maken. Ook willen we onze klanten actief helpen bij het verlagen van hun CO2-uitstoot”, zegt Backer. “Dat zijn eigenlijk onze belangrijkste pijlers op het gebied van verduurzamen.” De groep zet onder meer in op schepen die varen op waterstof of elektriciteit. Er is al een nieuwe stap gemaakt in het elektrificeren van de vloot van de groep. Inland Terminals Group heeft samen met Nedcargo, Cordia Damen en Zero Emission Services (ZES) geïnvesteerd in het ombouwen van de Den Bosch Max Groen. Het verduurzaamde containerschip is vanaf april 2024 het eerste binnenvaartschip dat op ZES-technologie volledig emmisieloos vaart. Het schip vaart tussen Den Bosch en de Maasvlakte. Na de Roermond Max volgen nog vier schepen. Samen kun je het proberen “We hebben binnen ons netwerk ook al een binnenvaartschip varen op waterstof”, vertelt Van der Ark. “Vanuit Azië komen containers met Nike-producten naar Rotterdam. Daar worden de containers overgeladen op het waterstofschip en die vaart naar het logistieke centrum van Nike dat vlak naast onze terminal in het Belgische Meerhout zit. Als groep hebben we inmiddels al drie elektrische Havenlocaties 2024 - 21 trucks rondrijden. We zijn daarnaast aan het onderzoeken wat de mogelijkheden zijn voor een waterstofvrachtwagen. Dat zijn innovaties die allemaal nog in ontwikkeling zijn. Daar moeten we dus goed naar kijken en over nadenken. Het mooie is dat je als grotere groep ook oplossingen kunt proberen.” << www.inlandterminalsgroup.com

Brabant Ports: samen sterker door bundeling van krachten en kennis Acht Brabantse binnenhavens plus Havenbedrijf Moerdijk gaan samenwerken onder de gloednieuwe Coöperatie Brabant Ports. De in 2023 ondertekende intentieverklaringen worden in 2024 door de aangesloten gemeenten omgezet in lidmaatschapsovereenkomsten. Hendrik-Jan van Engelen, CEO van Brabant Ports, hoopt dat dit proces vlot verloopt. Hij staat met zijn team te popelen om verder aan te slag te gaan met deze nieuwe, veelbelovende samenwerkingsvorm. Ook de betrokken wethouders hebben aangegeven nog deze collegeperiode (2022-2026) dit gezamenlijk Brabants havenbedrijf echt van de grond te willen krijgen. Haven Oss T oekomstige groei in volumes, de circulaire economie en veiligheid/criminaliteit zijn grote thema’s waar de Brabantse binnenhavens de komende jaren mee aan de slag moeten. “Er gaat veel op ons afkomen”, aldus Van Engelen. “Door als binnenhavens samen op te trekken als havenbedrijf Brabant Ports en van elkaar te leren, staan we veel sterker. Dat speelt ook een belangrijke rol in onze onderhandelingen met gezaghebbende instanties, zoals ministeries, Provincie, Rijkswaterstaat en Havenbedrijven.” De provincie Noord-Brabant is een zeer belangrijk achterlandgebied voor de Rotterdamse zeehaven. “Er worden hier in Brabant meer containers overgeslagen dan in grote industriegebieden als Noordrijn-Westfalen of in Vlaanderen”, vertelt Van Engelen. Naast overslag worden in Brabant ook 22 - Havenlocaties 2024

Hendrik-Jan van Engelen Haven Tilburg waarde-toevoegende activiteiten verricht aan producten, voordat ze verder verscheept worden over het Europese continent. Toekomstige groei “De voorspelling is dat, de komende 15 jaar, het aantal containers in Brabant gaat verdubbelen ten opzichte van de 670.000 containers (1,15 miljoen TEU) in 2022”, vervolgt Van Engelen zijn verhaal. “Dit komt onder meer door de inzet van modal shift en de uitbreiding in containercapaciteit in de haven van Rotterdam. Daarnaast ontwikkelt de circulaire economie zich snel en produceert steeds meer en grotere bulkstromen aan grondstoffen die gerecycled gaan worden. Veel daarvan zal over het water vervoerd worden. We moeten er goed over nadenken hoe en waar we dat gaan opvangen en met elkaar bespreken hoe we de schaarse ruimte zo efficiënt mogelijk gaan benutten. Zijn er wellicht percelen vrij te maken bij binnenhavens, die op enige afstand van woonkernen liggen? Want niemand zit te wachten op een berg schroot naast de voordeur.” Haven Waalwijk Veiligheid en criminaliteit Een binnenhaven is een risicovol gebied, met veel zwaar verkeer. Er gaan gevaarlijke stoffen doorheen. “Hoe richt je dat op een goede manier in, zodat het een veilige omgeving blijft, voor mensen die er werken en voor de omwonenden. Ook daarin kunnen we elkaar versterken en van elkaar leren.” Daarnaast hebben binnenhavens de laatste tijd te kampen met toenemende criminaliteit en ondermijning. “Het zijn problemen die wij als Brabant Ports niet kunnen oplossen, maar we agenderen het wel en zorgen voor meer bewustwording. Dat geldt ook voor het thema veiligheid”, aldus Van Engelen. Hoe werkt het Brabant Ports lidmaatschap? Brabant Ports biedt de aangesloten gemeenten een keuze uit diverse dienstenpakketten. Van Engelen legt uit hoe dit werkt “We hebben een basispakket dat voor iedereen hetzelfde is. Hiermee brengen Haven Cuijk Havenlocaties 2024 - 23

we in kaart hoe het havengebied is afgebakend. Is de havenverordening nog actueel? Wordt er wel of niet havengeld geïnd? Ook zaken als walstroom, het eventueel gebruiken van onze digitale atlas en diverse communicatietools vallen binnen dit basispakket.” Daarnaast kunnen gemeenten kiezen voor aanvullende dienstenpakketten, gericht op de specifieke behoeften van hun gemeente, zoals op het gebied van ICT, Duurzaamheid, Veiligheid en Leefbaarheid of een uitgebreid Havenbeheer. Van Engelen licht er twee uit. Duurzaamheid “Bij duurzaamheid brengen we in kaart hoe de circulaire processen eruitzien in een binnenhaven. Wat heb je nodig aan bepaalde stromen en wat hou je over? Kun je opgewekte warmte en energie kwijt binnen je eigen gebied? Ik denk dat het goed is om alle binnenhavens een keer langs de lat van de Sustainable Development Goals (SDG’s) te leggen. Pas dan kun je inzichtelijk maken hoe we verder kunnen doorgroeien naar een duurzame omgeving. Die informatie heb je ook nodig om gebruik te maken van internationale subsidies. Havenbeheer Havenbeheer gaat echt over het onderhoud. Nog niet alle binnenhavens hebben een onderhoudsplan. Dat is echt een aandachtspunt. Want pas als je inzicht hebt in het toekomstig onderhoud, kunnen we dingen gaan combineren en geld besparen. Als we weten dat in drie havens kadewanden gerepareerd moeten worden, dan kunnen we daar één aanbesteding van maken. En is het misschien mogelijk om een beroep te doen op internationale subsidies.” Haven Veghel Haven Bergen op Zoom Haven ‘s-Hertogenbosch 24 - Havenlocaties 2024

Multimodaal Coördinatie en Adviescentrum MCA Brabant vierde op 23 november 2023 haar 25-jarig bestaan. Dat werd met ruim 150 genodigden, waaronder de commissaris van de Koning Ina Adema, gevierd op het Provinciehuis. Daar werd ook het heugelijke nieuws gedeeld dat MCA Brabant de komende drie jaar weer op provinciale subsidie kan rekenen. Haven Oosterhout Bevorderen multimodaal vervoer Naast de ontwikkeling van Brabants Ports blijft MCA Brabant zich als vanouds op allerlei manieren inzetten voor het bevorderen van multimodaal vervoer in Brabant. Dit gebeurt rondom de vijf pijlers van het strategisch plan: • Multimodale Bereikbaarheid en Modal Shift • Verduurzaming en Innovatie • Infrastructuur: kwaliteit en capaciteit vaarwegen • Digitale Transformatie • Interregionale Samenwerking Het project rondom de succesvolle modal shift van het bietenvervoer van Cosun Beet Company wordt dit jaar verder uitgebreid. En natuurlijk blijft MCA Brabant in de rol van logistiek makelaar hét aanspreekpunt voor bedrijven en verladers die informatie willen over wat zo’n modal shift nou precies betekent voor hun goederenstroom. Studenten MCA Brabant biedt, in samenwerking met Logistics Community Brabant, studenten aantrekkelijke stage- en afstudeeropdrachten. In de afgelopen jaren werden tijdens stageperiodes diverse onderwerpen verder uitgediept. Zo werd er een capaciteitsanalyse van containerterminals gemaakt, werden de mogelijkheden van block chain en fallback scenario’s onderzocht en werd gekeken naar Sustainable Development Goals voor binnenhavens. Haven Moerdijk Samen op ontdekkingsreis Mooie plannen, grote doelen. Maar Brabant Ports heeft nog even wat aanlooptijd nodig. Op de vraag wat er in 2024 staat te gebeuren noemt Van Engelen drie acties. “We gaan het lidmaatschapsproces bij de gemeenten begeleiden en afronden. We gaan onze organisatie verder opbouwen en de dienstverlening opstarten.” Van Engelen denkt drie nieuwe fulltime medewerkers aan te kunnen trekken voor de Brabant Ports organisatie. De kantoorruimtes zijn onlangs heringericht, met het oog op deze uitbreiding. “We beginnen klein, onze groei hangt af van hoeveel projecten er op ons afkomen. Ik zie het als een ontdekkingsreis, die we met zijn allen aangaan. We weten wat onze doelen zijn, maar hoe de weg ernaartoe eruit gaat zien is nog niet helemaal duidelijk. Dat gaat zich de komende jaren steeds verder ontwikkelen. Maar ik heb er het volste vertrouwen in dat deze gezamenlijke reis ons allemaal sterker, beter en slimmer maakt.” << www.brabantports.nl www.mcabrabant.nl Foto’s Marc Bolsius Havenlocaties 2024 - 25 Op dit moment loopt een interessant onderzoek naar de groeiprognoses van het Havenbedrijf Rotterdam. Waar gaat die groei zich manifesteren, hoe vertaalt zich dat naar het achterland en wat betekent dat dan voor onze wegen, vaarwegen en spoor? Met behulp van systeemdynamica en wiskundige modellen worden hiervoor berekeningen gemaakt. MCA-directeur Hendrik-Jan van Engelen is er trots op dat twee vooraanstaande kennisinstituten, Tilburg University en Erasmus Universiteit, samenwerken aan zo’n ‘gaaf project, waar iedereen enthousiast over is’. Digitale atlas MCA Brabant participeert ook in het opzetten van een digitale atlas voor de provincie Brabant. Hierin zijn alle wegen, spoorrails en vaarwegen per vaarklasse opgenomen. Naast het in beeld brengen van de actuele vervoersbewegingen, kun je ook spelen met toekomstige data. Zo kun je exact zien welke knelpunten of stremmingen er ontstaan bij bijvoorbeeld een volumeverdubbeling op een bepaald traject. Deze tool wordt de komende tijd verder ontwikkeld.

UBQ Materials en Bergen op Zoom maken werk van de circulaire economie Cleantechbedrijf UBQ Materials startte net voor de afgelopen kerstdagen een eerste productielijn in Bergen op Zoom op. Binnenkort volgen nog twee lijnen. Vanaf dat moment kan het van oorsprong Israëlische bedrijf jaarlijks 110.000 ton huishoudelijk afval omvormen in 80 à 85.000 ton schone grondstof voor de kunststofindustrie. P rojectmanager Olaf Looijen: “Er gaan deuren voor ons open omdat iedereen enthousiast wordt van onze duurzame missie. Onze fabriek in Israël laat al jaren zien dat het concept werkt. En hier laten we zien dat we in staat zijn tot schaalvergroting en expansie. Er is dus geen twijfel over wat we kunnen.” Continu anticiperen De afgelopen twee jaar is hard gewerkt aan de bouw van de installatie. Looijen: “UBQ Israël, UBQ’s engineering team in Oostenrijk, het UBQ-team hier plus alle aannemers hebben samen een ongelooflijke klus geklaard. Het was een enorm samenspel van alle disciplines: mechanisch, civiel, piping, automatisering, elektra en instrumentatie. De diverse ernstige gebeurtenissen in de wereld in de laatste jaren maakten ook de uitvoering van het project tot een uitdaging. Maar UBQ is een slagvaardige en pragmatische organisatie. We vinden altijd een oplossing waarmee we verder kunnen. Het is een kwestie van continu anticiperen en daarin is UBQ extreem goed.” Schoon productieproces Cleantech-bedrijf UBQ Materials verwerkt huishoudelijk afval tot een alternatieve grondstof voor de kunststofverwerkende industrie. Daarmee voorkomt het bedrijf dat huisvuil richting verbrandingsoven of vuilstort moet, plus de daarmee gepaard gaande uitstoot van CO2 en methaan. “Wij produceren een nieuw gepatenteerd thermoplastisch materiaal dat harsen op aardoliebasis kan vervangen in standaard kunststofverwerkingsmachines en -productieprocessen. Het materiaal is zeer compatibel en geschikt om een vrijwel onbeperkt aantal eindproducten te produceren.” Het productieproces is schoon, zonder schadelijk slib, afvalwater of emissies. 26 - Havenlocaties 2024

Containerterminal Twee jaar geleden streek UBQ Materials neer in Bergen op Zoom waar een bestaand pand van ProDelta uitermate geschikt bleek voor de bouw van de eerste UBQ-fabriek buiten Israël. “Bergen op Zoom is een prima locatie vanwege de uitstekende logistieke ligging, vlakbij de havens van Moerdijk, Rotterdam en Antwerpen. Ook de ontsluiting via autowegen, spoor en water zijn uitstekend.” De inkomende feedstock zal voorlopig over de weg aangeleverd worden. “Vanuit onze circulaire missie willen wij onze feedstock het liefst van zo dichtbij mogelijk betrekken en met een zo gering mogelijke milieubelasting.” Het ligt in de lijn der verwachting dat UBQ in de toekomst de nabijgelegen containerterminal gaat gebruiken. “De containerterminal was een van de factoren die een rol speelde bij onze keuze voor deze locatie.” Inhoudelijk antwoord Wat ook hielp bij de keuze voor Bergen op Zoom was de uitstekende ontvangst door provincie en gemeente, zegt Looijen. “Ik weet uit ervaring dat het niet vanzelfsprekend is dat een gemeente snel antwoordt. De medewerkers van de gemeente hier doen dat wel. Bovendien krijg je een inhoudelijk antwoord waarmee je iets kunt. Ik vind dat buitengewoon en zeer onderscheidend. We worden op alle mogelijke manieren geholpen. Robert van Splunter van de gemeente is daar de spin in het web die ons verder helpt. Of het nu gaat om werkgelegenheid, regelgeving of de mkb-sector in de regio: Robert komt altijd met een antwoord.” Wethouder Dominique Hopmans: “In onze regio zijn er veel fossiel-gerelateerde banen. We zoeken naar nieuw verdienvermogen in een plant-based en circulaire economie. Daar zetten we samen met de ontwikkelingsmaatschappijen BOM en REWIN nadrukkelijk op in. UBQ past in dat toekomstplaatje. Gemeente en provincie hebben er dan ook alles aan gedaan om UBQ een warm welkom te geven door het bedrijf te ontzorgen met Robert als aanspreekpunt. Dominique Hopmans (l) en Olaf Looijen “Wat we hier doen is een living case study.” Project Grote Oogst De fabriek is zo duurzaam mogelijk opgezet en nagenoeg volledig geëlektrificeerd. Looijen: “Dat vergt moed én investeringen. We werken noodgedwongen nog wel met een diesel-aangedreven grote shovel, omdat er nog geen elektrische variant is. Verder gebruikt alleen de reeds in het gebouw aanwezige verwarming van de kantoren nog aardgas. Zo gauw het kan, zullen we beide verduurzamen.” Hopmans: “Dit bedrijventerrein kent relatief veel uitstoot. UBQ heeft ambitie om zelf snel volledig te verduurzamen. De provincie Brabant heeft het project Grote Oogst opgezet om twaalf Brabantse bedrijventerreinen te helpen verduurzamen. Veel bedrijven willen het voorbeeld van UBQ volgen, maar de netcongestie maakt dat lastig. Er loopt nu een studie hoe bedrijven Havenlocaties 2024 - 27

Over UBQ Materials UBQ Materials Ltd. ontwikkelde een geavanceerde conversietechnologie met een patent op ‘s werelds eerste biobased thermoplast (UBQ™) dat volledig is gemaakt van ongesorteerd huishoudelijk afval, inclusief alle organische stoffen. Het is een revolutionaire manier om vast gemeentelijk afval om te zetten in een duurzaam alternatief voor op olie gebaseerde kunststoffen. De producten van UBQ gaan naar bedrijven die producten van plastic maken in de automotive, logistics en supply chain, building en construction en consumer durables. Met een klimaatpositieve impact en een concurrerende prijs, stelt UBQ™ fabrikanten in staat om eenvoudig over te stappen naar meer duurzaamheid. Meer informatie op ubqmaterials.com. elkaars pieken en dalen kunnen opvangen. Daarnaast kan UBQ de bestaande regionale maakindustrie ook helpen bij het vervangen van hun huidige niet-duurzame grondstoffen. In die zin is UBQ niet alleen een doel, maar ook een middel.” Blauwdruk De ervaringen met het bouwen van de nieuwe fabriek in Bergen op Zoom dienen als blauwdruk voor nieuw te bouwen UBQ-fabrieken in Europa, Azië en Noord- en Zuid-Amerika. Looijen: “We streven er natuurlijk naarom elders dezelfde omstandigheden te repliceren. Ik bedoel dan een ecosystem van de gunstige locatie, de medewerking van de gemeente, de haven en de logistieke mogelijkheden hier, de aanwezigheid van voldoende workforce en de juiste aannemers voor de bouw. Dat moet allemaal wel samenkomen.” Fabriek en organisatie bouwen Looijen: “De uitdaging hier wasdat we twee dingen tegelijk wilden doen. Het bouwen van een fabriek en het bouwen van een organisatie. We begonnen met een klein enthousiast team met veel steun uit Israël. We zijn nu met veertig medewerkers en die drive vanuit Israel en van dat kleine team heeft zich als een olievlek verspreid. Het enthousiasme straalt ook af op onze partners en dat is mooi om te zien. Milieuverbetering is ons startpunt, maar ook op het sociale vlak nemen wij onze verantwoordelijkheid. We willen een prettige werkgever zijn en een goede buurman, bijvoorbeeld. Onze 28 - Havenlocaties 2024 circulaire missie motiveert mensen om hier te willen werken. En als ze eenmaal hier zijn, worden ze enthousiast over het werken hier.” “Onze activiteiten sluiten aan op de circulaire missie van de provincie en de gemeente. Wij doen dan ook graag mee met en in allerlei gremia om onze visie op duurzaamheid en circulariteit toe te lichten en te promoten. We helpen de gemeente en de provincie graag om hier samen een regionale hub te vormen voor duurzaamheid en circulariteit. UBQ kan de magneet zijn voor anderen om op aan te sluiten met hun initiatieven.” Hopmans: “Eindhoven is de hightech-regio met Brainport en betrokken technologiebedrijven. West-Brabant kan de circulaire/biobased regio worden, met UBQ, Protix en Cosun en vergelijkbare mooie bedrijven.” << www.ubqmaterials.com www.bergenopzoom.nl

Havenlocaties 2024 - 29

Automatisering en duurzaamheid belangrijkste ‘drivers’ in groei BTT Terwijl de Rotterdamse haven zo’n 6% minder containers oversloeg in 2023, zagen ze bij het Brabantse BTT Multimodal Container Solutions een groei van 25% in aantallen containers. Die groei wordt mede veroorzaakt door het openen van een nieuwe bargeterminal en het aantrekken van nieuwe klanten. BTT biedt een breed pakket aan duurzame, intermodale vervoersoplossingen, aangevuld met voldoende opslagen overslagcapaciteit om flexibel en snel op te kunnen schalen als de klant erom vraagt. Ondersteund door een geavanceerd IT-systeem kan BTT zijn klanten volledig ontzorgen. I n september 2023 vierde BTT haar 25-jarig bestaan. Tijdens een groots jubileumfeest werd met veel genodigden teruggeblikt op wat er in 25 jaar tijd allemaal is opgebouwd. Hoe het eerste experiment met containervervoer over water vanuit Rotterdam naar Tilburg uitgroeide tot een prachtig intermodaal familiebedrijf met een grote positie in het Brabantse. Met inmiddels drie inland bargeterminals, drie railterminals in Nederland en Polen, een treinverbinding met China, een eigen spoorlicentie, 280 medewerkers en een breed portfolio aan klanten. Maar de groeiambities gaan verder! In 2025 wordt gestart met de aanleg van een nieuwe trimodale terminal op bedrijventerrein Loven in Tilburg, waar weg, spoor en water samenkomen. Rondom die insteekhaven is voldoende grond beschikbaar om groei te faciliteren. In 2026-2027 moet een nieuwe sluis in het Wilhelminakanaal gerealiseerd zijn, waardoor klasse IV schepen de trimodale terminal kunnen aandoen. De BTT terminal op het Tilburgse industrieterrein Vossenberg is bereikbaar voor klasse V schepen. 30 - Havenlocaties 2024

Het belang van automatisering Commercieel directeur Remon Versteijnen benadrukt hoe belangrijk automatisering en digitalisering zijn voor de groei van het bedrijf. “Waar vroeger de planners een sleutelrol speelden in onze operatie verschuift die rol nu steeds meer naar de IT-medewerkers. Wij hebben een volwaardige IT-afdeling die continu verbeterslagen maakt, continu de dialoog aangaat met onze klanten en stuurt op hoe we dingen nog slimmer kunnen inrichten. Ons digitale platform heeft veel verschillende functionaliteiten. Alle boekingen lopen geautomatiseerd ons systeem binnen, dus wij hebben op ieder moment inzicht in al onze data. Ook onze klanten kunnen daar precies zien waar hun containers zich bevinden. We werken als een van de eersten met een e-CMR, de digitale vrachtbrief voor zeecontainers. Daarnaast kunnen we ook de CO₂ reductie ten opzichte van wegvervoer inzichtelijk maken voor onze klanten. Door onze vergaande automatisering kunnen we efficiënter werken en is de kans op fouten aanzienlijk kleiner. We zijn hiermee echt future proof: met de operatie zoals we die nu hebben staan, kunnen we nog 25% groeien.” De Versteijnen-mannen hebben de kunst van containerlogistiek aardig in de vingers. Ook wordt de komende jaren het opstelspoor van Railport Brabant in twee fases verlengd door ProRail naar de nieuwe internationale standaard van 740 meter. De stad Tilburg krijgt door al deze ontwikkelingen een unieke positie binnen het intermodale achterland. Terminal Bergen op Zoom De groei die BTT in 2023 doormaakte werd deels veroorzaakt door de opening van de nieuwe BTT bargeterminal in Bergen op Zoom, die in juli van dat jaar operationeel werd. Op een braakliggend terrein ontwikkelde BTT een ultramoderne containerterminal, bereikbaar voor klasse V schepen met duwbakken, waardoor er per transport totaal 324 TEU geladen kan worden. In 2023 nam BTT eveneens alle activiteiten over van de ernaast gelegen overslagterminal van Van de Bosch, die nu volledig geïntegreerd is in de nieuwe terminal. In Havenlocaties 2024 - 31

de nabije toekomst hoopt BTT ook nog de kleinere tussenliggende kavel, waar nu nog een milieustraat is gevestigd, bij de terminal te betrekken. Daarmee wordt een totale kadelengte van 425 meter gerealiseerd, groot genoeg om drie klasse V schepen achter elkaar te laten aanmeren. “We hebben in Bergen op Zoom nu de twee grootste verladers in de regio en de vier grootste rederijen aangesloten, die door-todoor boeken op onze terminal”, vertelt BTT’s founding father Wil Versteijnen. “Het is voor rederijen heel prettig om in te zetten op een terminal met een zo groot mogelijk netwerk. Bergen op Zoom is aangesloten op de West Brabant Corridor (Moerdijk-OosterhoutTilburg) dus wij kunnen voor de rederijen heel Brabant bedienen. En lege containers herpositioneren, waardoor niet alles terug moet naar Rotterdam. Bergen op Zoom heeft ook mogelijkheden om als consolidatie hub voor de zeehaven in Antwerpen te fungeren.” Klanten helpen hun duurzame doelstellingen te behalen Naast de ontwikkeling van de terminal investeerde BTT ook in voldoende loodscapaciteit. Remon: “Hierdoor kunnen we containergoederen die aankomen op onze terminals direct op- of overslaan en connecten op onze spoorverbindingen. De goederen worden per truck naar de BTT Railterminal in Tilburg vervoerd, waar ze op de trein naar Polen of elders gaan. Door tolheffingen in bijvoorbeeld Duitsland, milieubelasting, chauffeurstekorten en beperkte slottijden voor trucks op zeeterminals zien we een flinke omslag ontstaan van weg naar spoor en water. Dat wordt natuurlijk ook gevoed doordat bedrijven streven naar het behalen van duurzame doelstellingen. Met het aanbieden van een modal shift van weg naar water of spoor kunnen wij klanten helpen om deze doelstellingen te behalen.” Niet op één paard gokken Door de toename van spoorvolumes rijdt BTT tegenwoordig dagelijks treinen tussen Tilburg en hun Poolse railterminal in Rzepin. Door de onrust op de Rode Zee ziet BTT ook weer een toename van volume ontstaan op de treinverbinding vanuit China naar Tilburg. Eerder namen die treinvolumes fors af, na de Russische inval in Oekraïne. “Wat er wereldwijd gebeurt heeft vaak directe invloed op onze 32 - Havenlocaties 2024

nen we havengebonden activiteiten, zoals het lossen van auto’s, naar het achterland halen. We hebben dus niet alleen de terminals, maar ook voldoende opslagcapaciteit in de nabije omgeving om snel in te kunnen spelen op verzoeken van klanten. Daarin ligt echt onze kracht: snel schakelen en opschalen over de hele breedte.” Totaalpakket aan diensten Het uitgebreide totaalpakket aan diensten dat BTT te bieden heeft is voor klanten heel aantrekkelijk. “We zien steeds meer dat klanten bij ons het hele pakket afnemen. Ze hebben dan één aanspreekpunt waar ze alles onder kunnen brengen. Wij verzorgen dan niet alleen het intermodale vervoer van zeehaven naar warehouse, maar ook verder Europa in, via onze Freight Management afdeling. Klanten huren warehouseruimte bij ons en als het nodig is ook ander materieel, zoals terminaltrekkers voor op hun eigen terrein. Ook leveren we Value Added Services voor producten die moeten worden omgepakt, gelabeld of gesorteerd. Zo kunnen we hen totaal ontzorgen. Dat is voor klanten heel veel waard.” << www.bttmultimodal.nl business”, legt Wil uit. “Daarom gokken wij nooit op één paard, maar kiezen we voor een breed klantenportfolio in veel verschillende markten. Als er op een vlak klappen vallen, dan trekt het vaak op een ander vlak weer aan.” E-auto’s in containers Een nieuw soort business vormen de elektrische personenauto’s die tegenwoordig in grote getale vanuit China geïmporteerd worden. Door een tekort aan capaciteit op roll-on-roll-offschepen, worden deze auto’s nu ook per container vervoerd. Er passen er vier in een 40ft container. Het lossen van rijdend materieel uit een container is specialistisch werk dat voorzichtig moet gebeuren. BTT werkt daarvoor samen met partner Marlog Automotive Logistics. Op een steenworp afstand van de bargeterminal in Tilburg worden deze auto’s van het merk BYD in een speciaal warehouse gelost en direct met autotransporteurs door geheel Europa gedistribueerd. Het belang van voldoende opslagcapaciteit “Wij hebben altijd volop geïnvesteerd in voldoende ruimte”, vertelt Remon. “Opslagcapaciteit in Nederland wordt steeds schaarser. Door verouderde loodsen op te kopen en te herontwikkelen naar moderne, energieneutrale warehouses kunHavenlocaties 2024 - 33 “Het uitgebreide totaalpakket aan diensten dat BTT te bieden heeft is voor klanten heel aantrekkelijk.”

Grenzen verleggen langs het Amsterdam-Rijnkanaal Baanbrekend meerlaags stadsdistributiecentrum in Utrecht Langs de oevers van het Amsterdam-Rijnkanaal verrijst in Utrecht binnenkort de ‘Harbour Hub Utrecht’, een visionair project dat niet alleen de traditionele grenzen van distributiecentra verlegt, maar ook een nieuwe standaard neerzet voor duurzame stadsontwikkeling. Goodman en Heembouw slaan de handen ineen om een multifunctioneel distributiecentrum te creëren voor haar huurders, dat alvast een kijkje geeft in de stedelijke logistiek van de toekomst. Icoon in het stedelijke landschap Het project, gelegen op Lage Weide aan de Protonweg waar voorheen Agrifirm was gevestigd, draagt de toepasselijke naam ‘Harbour Hub Utrecht’. Het opvallende ontwerp van Heembouw Architecten, dat lijkt op een schip dat in het stedelijke landschap vaart, belichaamt de vooruitstrevende visie achter dit initiatief. Met drie lagen voor opslag en/of productie beslaat het pand een totale oppervlakte van 50.000 vierkante meter, waardoor het geschikt is voor meerdere huurders en functies. Strategisch gelegen met kadefaciliteiten De locatie van ‘Harbour Hub Utrecht’ is interessant voor de toekomstige huurders. Het pand is strategisch gelegen aan de rand van Utrecht en langs het Amsterdam-Rijnkanaal. Er is circa 800m1 kade beschikbaar en ook watergebonden activiteiten zijn toegestaan. Ook zijn er vergevorderde plannen voor de aanleg

van een railterminal, wat niet alleen de druk op de weg vermindert, maar ook het multimodale karakter van de locatie versterkt. Dit maakt ‘Harbour Hub Utrecht’ bij uitstek geschikt voor logistiek dienstverleners met een focus op duurzame stadsdistributie. Hotspot voor recreëren én werken We kennen distributiecentra veelal als eentonige grijze dozen. Heembouw Architecten denkt daar echt anders over. Welkom bij ‘Harbour Hub Utrecht’, waar groen, ontspanning en logistiek elkaar ontmoeten in een bruisende mix. Hung Tran, senior architect bij Heembouw Architecten, benadrukt het belang “Het pand is strategisch gelegen aan de rand van Utrecht en langs het Amsterdam-Rijnkanaal. Er is van multifunctionaliteit in dit project: “Door multifunctionaliteit centraal te stellen, wordt deze plek en dit gebouw een onderdeel van de stad. Het brengt identiteit, ‘leven’ én de zó nodige functies. En daarbij een aantrekkelijke plek om te verblijven en te werken. Juist de omvang en schaal vormt zo een belangrijke positieve impuls voor de stad. Dit vraagt wel om lef: durf te mixen en grenzen te verleggen.” circa 800m1 kade beschikbaar en ook watergebonden activiteiten zijn toegestaan. ” één specifieke functie met strikte voorschriften.” zegt Rinus Verhey, directeur van Heembouw Bedrijfsruimten. Hij onderstreept de unieke kans die ‘Harbour Hub Utrecht’ biedt voor de ontwikkeling van Utrecht en voor de veranderingen die stadsdistributie nodig heeft. Interesse? Verandering die stadsdistributie nodig heeft Voor een combinatie van opslag met leisure of andere functies betekent wel extra aandacht voor geluidsoverlast of verkeersbewegingen. Maar het is mogelijk, het vraagt alleen om een andere mindset. “Bestemmingsplannen zijn vaak nog traditioneel ingericht, gericht op Op dit moment voert Heembouw gesprekken met geïnteresseerde partijen, maar er is nog ruimte voor nieuwe kandidaten die een plek zoeken in dit toekomstgerichte project. ‘Harbour Hub Utrecht’ belooft een inspirerend voorbeeld van hoe stedelijke ontwikkeling en duurzaamheid hand in hand kunnen gaan. Ook interesse? Neem contact op embouw. Directeur Heembouw Bedrijfsruimten Rinus Verhey (071) 332 00 50 www.heembouw.nl www.gronddatabank.nl Havenlocaties 2024 - 35

Van Berkel Logistics trotseert modal shift uitdagingen Van containervervoer tot bulkgoederen, over weg of water: bij Van Berkel Logistics in Veghel is alles erop gericht de juiste goederen zo efficiënt mogelijk op het juiste moment op de juiste plek te krijgen. Als ‘aanpakkers van nature’ zijn ze een gids voor hun klanten in de complexe en veeleisende wereld van het multimodaal vervoer. “Onze handen jeuken om meer lading van de weg te halen”, aldus Michel van Dijk, Director Logistics bij Van Berkel. “Wij hebben de kennis en faciliteiten in huis om die modal shift verder door te trekken. Ook vanuit het Europees parlement komt er steeds meer sturend beleid op dit onderwerp. Maar dan moeten we hier in Nederland wel eerst stoppen met pleistertjes plakken en onze waterinfrastructuur goed op orde brengen.” Inspelen op het onvoorspelbare Snel kunnen inspelen op veranderende en soms onvoorspelbare omstandigheden is een ‘must’ in de wereld van het multimodaal vervoer. Bij Van Berkel Logistics zijn ze daaraan gewend en goed voor toegerust. Ondersteund door ultramoderne, digitale technologie en een breed scala aan opslagmogelijkheden streven ze er altijd naar eventuele negatieve gevolgen voor de klant tot een minimum te beperken. “Importcontainers die de klant nog niet meteen kan ontvangen, slaan we hier tijdelijk op. Op afroep kunnen we die snel afleveren bij hun warehouse. Andersom, bij vertraging van zeeschepen, kunnen we exportcontainers hier vasthouden en pas verschepen naar de zeehavens als ze daar meteen overgeladen kunnen worden. Zo koppelen we de processen in de zeehaven los van de laad- en losplanning van onze klanten. En voorkomen we dat ze te maken krijgen met extra boetes of wachtgeld in de haven.” Nieuwe cross dock service Sinds januari van dit jaar biedt Van Berkel Logistics haar klanten een nieuwe service: het cross docken van producten. Een bestaand pand bij de terminal in Veghel werd ingericht als warehouse voor deze nieuwe cross dock operatie. “Hier kunnen we zowel FCL- als LCL-partijen uit een container lossen en per truck verder het Brabantse achterland of Europa in vervoeren. Ook exportgoederen kunnen hier omgeladen worden van truck naar container, om vervolgens naar de zeehavens te gaan.” Het is een mooie toevoeging aan het brede dienstenpakket dat Van Berkel Logistics Drempels voor modal shift Bij Van Berkel Logistics staan ze te popelen om meer volume van weg naar water te krijgen. Maar dan moet je wel de vaart erin kunnen houden. Met lede ogen bekijkt Michel van Dijk de lijst van stremmingen die Rijkswaterstaat voor 2024 heeft aangekondigd. “Omdat er decennia lang geen goed structureel onderhoud aan sluizen heeft plaatsgevonden, komt er nu een waslijst aan ‘levensverlengend onderhoud’. Pas in een latere fase volgt dan een echte renovatie of vervanging. Moet je eens kijken wat dat aan tijd, geld en inspanning kost.” Stremmingen Van Dijk noemt als voorbeeld de sluis in Grave, die in 2024 wegens werkzaamheden een aantal weken dicht gaat. Voor Van Berkel Logistics heeft dit grote gevolgen. Met drie inland terminals (in Veghel, Oss en Cuijk) is het bedrijf altijd in staat om diverse goederenstromen zo goed mogelijk te bundelen en met optimaal beladen schepen van en naar de zeehavens te varen. “Als de sluis in Grave eruit ligt, kunnen wij niet meer direct van Oss naar Cuijk varen of andersom. Alleen met een grote omweg, dus met een langere leadtime en meer kosten tot gevolg.” Omgaan met circulaire ladingstromen Naast containerlogistiek en bulktransport houden ze zich bij Van Berkel Logistics ook bezig met transport- en overslag van reststromen en secundaire bouwmaterialen. Steeds vaker klinkt de verwachting dat de binnenvaart de komende jaren 36 - Havenlocaties 2024 in de afgelopen jaren heeft opgebouwd in de containerlogistiek, waaronder het droogblazen, reinigen, inspecteren, ontgassen, strippen en stuffen van (koel)containers.

Michel van Dijk te maken gaat krijgen met een enorme toename aan ladingstromen vanuit de circulaire economie. Het is een onderwerp waar de gedreven vakman Michel van Dijk vraagtekens bij zet. “Het vervoer van circulaire producten vormt maar een beperkt deel van het totale bulkvervoer dat we nu in Nederland via de binnenvaart vervoeren. Voor vervoer over water heb je grootschalige stromen nodig, dus zul je ergens die circulaire producten moeten opslaan en verzamelen. Opslag kost geld. Hoe langer je het op een terminal of ergens anders laat liggen, hoe duurder het wordt. Voordat we echt met circulaire productstromen aan de slag kunnen, moeten we eerst een aantal bottlenecks oplossen. Zoals in de afvalstoffenwetgeving, die eerder contraproductief werkt en vaak om een heel andere inrichting van je opslag vraagt. Ook zullen we voor deze productstroom een omslag moeten gaan maken van tonnage naar volume. Dus moeten we gaan bekijken hoe we de vaarwegen beter kunnen benutten voor een ander soort schepen met minder diepgang, maar met meer hoogte, breedte of lengte om het grote volume kwijt te kunnen. We hebben nog een hoop bakens te verzetten om met deze stromen echt van de wal te komen.” Volop in actiestand Van Berkel Logistics zit volop in de actiestand om de uitdagingen van de komende jaren beet te pakken. “Dat doen we zodanig dat we maximaal in kunnen zetten op vervoer over water en verduurzaming van de keten”, aldus Van Dijk. “We spelen in op vragen van de markt door dingen anders aan te pakken, omdat het innovatiever of efficiënter kan. Zo werken we hard aan de digitalisering van processen waarmee we de verduurzaming van multimodaal transport schaalbaar en kostenefficiënt aan onze klanten kunnen aanbieden. Samen met klanten en leveranciers zijn we op weg naar 100% CO₂-neutraal transport.” << www.vanberkellogistics.nl Havenlocaties 2024 - 37

Grote circulaire potentie voor kleine binnenhavens Inleiding: druk op watergebonden bedrijventerreinen Er staat veel druk op watergebonden bedrijventerreinen als bestemming voor woningbouw, kantoorlocaties, retail of recreatie. Dit bemoeilijkt de positie van nieuwe ruimtevragers als de circulaire economie. Het is gegeven deze druk niet verwonderlijk dat het watergebonden karakter van watergebonden bedrijventerreinen afneemt. Naast de hiervoor genoemde druk verhuizen watergebonden bedrijven regelmatig naar grotere kavels in zeehavens, keren bedrijven zich af van het water of beëindigt traditionele watergebonden industrie haar activiteiten. Tenslotte laten gemeenten bedrijventerreinen niet graag leeg staan vanuit strategische beleidsdoelen. Zeker niet als dit een activiteit betreft waarvan de vormgeving nog niet duidelijk is, zoals de circulaire economie. De opkomst van binnenhavencontainerterminals en de daarmee samengaande fenomenale groei in ruimtebeslag voor distributiecentra laat zien dat ruimtelijke ontwikkelingen snel zeer sterke ruimtelijke implicaties kunnen hebben. Toenemende druk op ruimte vraagt om inzet kleine vaarwegen Juist vanwege de druk op ruimte wordt niet alleen gekeken naar de potentie van aan groot vaarwater gelegen binnenhavens, zoals Utrecht of Nijmegen, maar zijn ook kleinere binnenhavens aan kleine vaarwegen gelegen relevant.1 Bouwlogistiek, circulaire economie en afvalvervoer worden als kansrijke markten voor de toekomst gezien en momenteel wordt zwaar ingezet op modal shift, waarbij de maatschappelijke impact van kleine vaarwegen groot is. Er zijn in Nederland meer dan dertig belangrijke binnenhavens voor kleine schepen.2 Circulaire potentie kleine binnenhavens: Arkel en Leerdam Om een idee van de circulaire potentie van deze ruim dertig ‘grote’ kleine binnenhavens te krijgen zijn twee willekeurige binnenhavens bezocht: Arkel en Leerdam. Arkel en Leerdam zijn binnenhavens met een groot industrieel verleden. In Arkel was de aan het Merwedekanaal gevestigde betonfaBouwstoffen en overslagbedrijf Buijs Leerdam, gelegen aan de Linge Binnenhaven Leerdam: zand- en grindterminal van Buijs Leerdam met op de achtergrond de glasfabriek 38 - Havenlocaties 2024

briek ‘Betondak’ ooit de grootste betonfabriek van ons land. Tachtig procent van de productie werd aanvankelijk via de binnenvaart vervoerd. Arkel is bereikbaar voor Klasse IV-schepen en kent een relatief groot niet-watergebonden bedrijventerrein aan het Merwedekanaal zonder overslagfaciliteit, en daarnaast een kade voor incidentele overslag van bulk. Leerdam is bekend van de glasindustrie. Vroeger was het vooral ambachtelijke glasproductie, de laatste jaren is het procesindustrie. Ook was omvangrijke houtindustrie in de binnenhaven gevestigd. In Leerdam bevindt zich een op- en overslaglocatie voor zand en grind aan de Linge, toegankelijk voor Klasse II-schepen. Beperkte potentie circulaire economie De betonfabriek in Arkel is in 2011 definitief gesloten wegens het inzakken van de bouw. Op de voormalige locatie wordt momenteel een woonwijk gebouwd. Daarmee wordt (weer) een watergebonden bedrijventerrein prijsgegeven ten Binnenhaven Arkel: kade aan Merwedekanaal gunste van woningbouw. Investeringen in circulaire toepassingen of in nieuwe bouwindustrie via vervoer per binnenvaart lijken echter weinig kans te maken in Arkel wegens bestaande betonindustrie in de nabijheid en onvoldoende lokale potentie van circulaire materialen, wegens de geringe omvang van Arkel. Ook hiervoor geldt dat er betere alternatieven in de nabijheid zijn – met name in Gorcum. De glasfabriek in Leerdam maakt momenteel actief gebruik van de binnenvaart door middel van de zand- en grind op- en overslaglocatie van het bedrijf Buijs Leerdam, naast de glasfabriek gelegen (zie foto). Daarnaast is deze terminal toeleverend voor de bouw. Gemiddeld gaat het om ongeveer twaalf schepen per week die vijf- á zeshonderd ton per keer leveren, resulterend in een omvangrijke overslag van meer dan driehonderdduizend ton per jaar. Er is potentie om nog meer vervoer voor de glasfabriek over water te transporteren. Deze casus illustreert het belang van een Klasse II-vaarweg voor de lokale industrie. De terreinen van de voormalige houtfabrieken zijn momenteel jachthaven en onderdeel van het waterfront van Bart Kuipers, Erasmus center for Urban, Port and Transport economics Leerdam. Ook in Leerdam zijn de potenties van circulaire toepassingen via water beperkt, onder meer wegens het ontbreken van uitbreidingsmogelijkheden. Conclusie: circulair is niet altijd overal mogelijk De potentie van watergebonden bedrijventerreinen aan kleine vaarwegen voor circulaire economie lijkt groot. Bezoek aan twee kansrijke ‘grote’ aan klein vaarwater gelegen binnenhavens leverde echter een zeer beperkte potentie op maar bevestigde het belang van de binnenvaart over klein vaarwater. De zoektocht naar voor de circulaire economie kansrijke watergebonden bedrijventerreinen heeft nog een kleine dertig grote binnenhavens aan klein vaarwater te gaan. << 1 Onderstaande is gebaseerd op: Erasmus UPT & Panteia (2023) De effecten van het aflopen van de langlopende overgangsbepalingen in ES-TRIN (2035/2041). Onderzoek in opdracht van het ministerie van I en W. 2 Gedefinieerd als binnenhavens aan kleine vaarwegen waar tenminste vijfhonderd schepen per jaar aanlopen, waarvan minimaal de helft uit kleine schepen bestaat. Binnenhaven Arkel: voormalige locatie betonfabriek Dakbeton wordt woonwijk Havenlocaties 2024 - 39

Urk als groeibriljant U rk heeft de potentie om bij de top drie van maritieme hotspots in Nederland te horen. Die overtuiging heeft wethouder Nathanaël Middelkoop. Hij heeft onder andere economie en gebiedsontwikkeling in zijn portefeuille. “We hebben hier alle spelers dicht bij elkaar. Urk is een maritieme groeibriljant.” De wethouder doelt op een belangrijke ontwikkeling ten zuiden van ’het Oude Dorp’. Aan de oevers van het IJsselmeer ontplooit zich de komende decennia een nieuw bedrijventerrein dat zich richt op de maritieme sector, de visverwerking en de bijbehorende logistiek. Naast het terrein met 100 hectare wordt rond 2027 een hagelnieuwe servicehaven van 10 hectare in gebruik genomen. Volledig gericht op de maritieme maakindustrie. Het bestaande bedrijventerrein barstte uit zijn voegen en dus was Het trotse Urk is te klein om zich te meten met Rotterdam of Amsterdam. Maar met de aanleg van Port of Urk, een bedrijven terrein van 100 hectare, een nieuwe maritieme servicehaven en de uitbreiding van de sluis bij de Afsluitdijk, schaart het vissersdorp zich graag onder de grote spelers. uitbreiding noodzakelijk. Ook de huidige Urker haven is al jaren aan de krappe kant. De lobby voor de nieuwe haven ten zuiden van het dorp heeft decennia geduurd, maar nu is de kogel door de kerk. Maritieme top Lourens de Boer is voorzitter van Urk Maritime, een cluster bedrijven dat de krachten bundelt. Ze wisselen kennis en informatie over marktontwikkelingen uit en komen op voor gemeenschappelijke belangen. Daarnaast is hij directeur van de Viscoöperatie Urk, VCU. Hij is blij met de nieuwe haven bij Urk, al is die nu al te klein. De beschikbare 10 hectare zijn al vergeven. “Met het verdiepen en verbreden van de sluis van de Afsluitdijk, bij Kornwerderzand, wordt Urk straks een zeehaven”, vertelt hij trots. “Het is een hele belangrijke ontwikkeling voor ons gebied.” Urk is een eeuwenoud vissersdorp, het heeft de grootste vissersvloot van Nederland en daaraan gekoppeld de grootste visverwerkende industrie. Urkers staan bekend als hardwerkend en een hechte gemeenschap. In het kielzog van de kotters vond de maritieme sector er een plek. “Ik denk dat er nergens in Nederland zo’n sterk geclusterde maritieme maakindustrie is, als hier op Urk”, legt De Boer uit. “Alle disciplines komen hier samen. We hebben verschillende scheepswerven, scheepstimmerbedrijven, scheepselektriciens, loodgieters, allemaal maritiem georiënteerd en dicht bij elkaar.” Overzicht eerste fase van het bedrijventerrein Port of Urk. Kijk voor de beschikbare kavels op www.portofurk.com/inschrijving 40 - Havenlocaties 2024

Nathanaël Middelkoop, wethouder gemeente Urk, Lourens de Boer, voorzitter Urk Maritime en Janko Lolkema, projectleider Port of Urk (v.l.n.r.) Ruimte voor groei Namens de gemeente is Janko Lolkema de projectleider voor het binnendijkse deel. “Urk is onderdeel van de maritieme topsector, met een ijzersterke maritieme dienstverlening en scheepsbouw.” Hij ziet die sectoren enorm groeien, terwijl het ook voor de wind gaat bij de visverwerking en handel. Naast de servicehaven komt er binnendijks op Port of Urk meer ruimte voor de visindustrie en aanverwante logistieke sector. “Je moet doen waar je goed in bent, is mij altijd geleerd” zegt Middelkoop. “Maritieme industrie en visverwerking dus.” De logistiek groeit in het kielzog van deze sectoren. De bedoeling is om binnendijks elk jaar 3 hectare grond aan ondernemers uit te geven, al ging het het eerste jaar met 9 hectare een stuk sneller. Bedrijven die geen plekje hebben buitendijks, kunnen volgens wethouder Middelkoop toch profiteren van de nieuwe haven: “Zij kunnen toegang krijgen tot het water via een deel van kade dat de gemeente wil gaan verhuren.” Met de uitbreiding van het bedrijventerrein zowel buitendijks als binnendijks bouwt Urk aan een nieuwe economie en een nieuwe vitale samenleving. Middelkoop benadrukt dat ook het onderwijs een belangrijke plek inneemt met een maritieme campus. “Omdat we ook voldoende personeel nodig hebben dat goed opgeleid is voor deze sector.” Zo bouwen we samen met het bedrijfsleven en onderwijs aan de brede welvaart van Urk”, betoogt Middelkoop. Ambitieuze duurzaamheid Wie kiest voor Port of Urk hoeft zich op dit moment niet druk te maken over netcongestie, de overbelasting van het elektriciteitsnet. Dat is elders in Nederland wel anders. Het terrein ligt naast een Havenlocaties 2024 - 41 nieuw verdeelstation van Liander. Al is Middelkoop wel eerlijk: “Ook Liander kampt met personele problemen. Dat betekent dat er een lange doorlooptijd is om bedrijven aan te sluiten.” Vergroening is, naast kennis, innovatie en samenwerking, één van de pijlers van Port of Urk. Zo wordt het gebied gasloos. Onder de noemer Energienet Urk wordt er een slim concept ontwikkeld om warmte en koude van de industrie uit te wisselen met een nabijgelegen nieuwe woonwijk. “En we zijn in gesprek met een exploitant van windmolens om te kijken of we tot een smart grid kunnen komen, waarin we duurzame energie lokaal kunnen benutten. Ook verkennen we samen met andere overheden de mogelijkheid om water uit het IJsselmeer te winnen en te zuiveren voor industrieel gebruik, zodat bij bedrijven ook in de toekomst gewoon water uit de kraan stroomt.” Het bouwrijp maken van de eerste kavels in de Port of Urk is in volle gang. Deze zomer kunnen pioniers er aan de slag met de bouw van hun bedrijfspand. Bedrijven in de maritieme sector, viswerking en handel, of die daar sterk aan zijn gelieerd hebben grote behoefte aan uitbreidingsruimte. Lolkema: “En we hebben nog ruimte genoeg, dus nodigen we bedrijven van harte uit om zich te melden.” Urk hoopt dat ook bedrijven van elders naar het dorp komen. Lolkema heeft al signalen dat die beweging zich inzet. “We zetten in op onze sterke sectoren en willen zeker ook bedrijven van buiten die de vis- en maritieme keten kunnen versterken.” << www.portofurk.com

Port of Zwolle smeedt coalities om ambities te realiseren Samenwerken en verbinden zijn nodig om de ambities van Port of Zwolle te verwezenlijken. Dat betekent dat je elkaar dingen moet gunnen en dat je onderwerpen integraal moet aanpakken, legt directiesecretaris Rob Oostermeijer uit. “Je moet elkaars belangen kennen en erkennen.” H Cruciaal Oostermeijer: “De verbreding van de sluis bij Kornwerderzand is cruciaal, omdat het de positie van Port of Zwolle als binnenlandse zeehaven maakt. Daarvoor moet ook de vaargeul IJsselmeerMeppel verdiept worden. De havens zelf moeten et gezamenlijke havenbedrijf van de gemeenten Zwolle, Meppel en Kampen heeft flinke groeiambities, om zo de brede welvaart in de regio te versterken. Bereikbaarheid van het havengebied is daarin essentieel. hun infra op orde brengen richting de toekomst. Ook de eventuele komst van een spoorterminal om de achterlandverbindingen te verbeteren, hoort hierbij.” Oostermeijer is blij dat er vanuit de samenwerking en verbinding een heuse coalition of the willing is gevormd van ondernemers die voor wat betreft de spoorterminal willen meedenken en meedoen om de ambities te realiseren. “Daarnaast leggen we ook de verbinding met gemeenten, provincies en ondernemers en brancheorganisaties. Samen werken voor een goede toekomst.” blijft de basis Binnenlandse zeehaven Er ligt een bestuurlijk akkoord om de sluis bij Kornwerderzand te verbreden, maar wanneer de schop daadwerkelijk de zeebodem ingaat, is nog niet helemaal zeker. Oostermeijer hoopt op 2028. “Die eerste schop is belangrijk, want het betekent dat we dan zijn gestart. Het verbreden van de sluis is niet alleen belangrijk voor de economische toegevoegde waarde van Noord-Nederland. Heel Nederland wacht erop. Met Port of Zwolle als binnenlandse zeehaven ondersteunen we de ambitie van de regio om de vierde economische regio van het land te worden. En we ontlasten de havens van Rotterdam en Amsterdam die te maken hebben met congestieproblemen.” Het havenbedrijf Port of Zwolle onderzoekt daarnaast of een nieuwe transportcorridor (North/North East) van Rotterdam via Zwolle richting Hamburg, Bremen en Scandinavië haalbaar is, als aanvulling op de iets zuidelijker gelegen North Sea Baltic Corridor. Oostermeijer: “Ook hiervoor is (inter)nationale samenwerking en verbinding noodzakelijk. Dat aanjagen zie ik toch wel mede als onze taak.”

“De ruimte is beperkt en we moeten samen de juiste keuzes maken richting de toekomst.” Jeroen van den Ende Breder kijken De regioambitie om de vierde economische regio te worden, betekent ook dat er ruimte nodig is. Onderzoekers van ruimtelijk advies- en onderzoeksbureau Stec-groep geven aan dat tot aan 2050 zeker 100-150 hectare nodig is om de verschillende ambities te realiseren. Daar komt nog bij dat de drie havens een centrale rol spelen in de circulaire economie en de energietransitie, die beide ook veel ruimte nodig hebben. Oostermeijer: “Ruimte is lastig in Nederland en ‘natte’ ruimte zeker. We hebben Arcadis ingeschakeld om te onderzoeken waar we ruimte kunnen vinden. Waar we nog wat kunnen winnen, is het intensiveren van het ruimtegebruik binnen de bestaande haventerreinen. Maar dan heb je het over tien Havenlocaties 2024 - 43

tot twaalf procent binnen de bestaande contouren en dan ook nog met de nodige beperkingen. We moeten dus breder kijken dan onze Port of Zwolle-havens en samenwerkingen in de regio zoeken. De Kornwerderzandsluis is daarin een verbinder en katalysator. De beoogde spoorterminal trouwens ook.” Een robuust infranetwerk is hoe dan ook noodzakelijk. Dat bewerkstelligen is geen eenvoudige opgave vanwege bijvoorbeeld de benodigde investeringen, infrafinanciering en de stikstofdiscussie. “Daarom doen we ook dat onderzoek om het hele plaatje inzichtelijk te maken zodat iedere belanghebbende zich bewust is van de situatie.” Energietransitie en circulaire economie CEO Jeroen Van den Ende: “De ruimte is beperkt en we moeten samen de juiste keuzes maken richting de toekomst. Daarvoor moeten we alle partijen meenemen in het complete verhaal: de eigen ambities, de beperkingen die er nu eenmaal zijn én de kansen voor de regio.” Hij noemt de energietransitie als één van de grote opgaves. “De binnenhavens spelen daarin een belangrijke rol. Als aanvoerlijn van windturbines en biobrandstoffen, als locatie voor elektrolysers voor waterstofproductie, et cetera. En de circulaire economie brengt grote vervoersstromen met zich mee. Denk aan onder meer staal, hout en beton. Dat vraagt allemaal om ruimte.” De regio Zwolle is een groeiregio en dat betekent dat er meer woningen moeten komen. “Maar die wil je niet te dicht bij de binnenhavens hebben”, zegt Oostermeijer. “Dat is het opzoeken van problemen. Daar moeten we dus alert op zijn richting de gemeente.” Van 44 - Havenlocaties 2024 “Je wilt ketens van bedrijven die elkaar versterken.” den Ende: “Port of Zwolle is populair als vestigingsgebied, omdat mede vanwege voldoende diepgang de bevaarbaarheid van de IJssel groot is. Onze uitdaging is om de beschikbare ruimte zo goed mogelijk te verdelen. Daarbij is het zaak om bij nieuwe bedrijvigheidbeter dan voorheen te kijken wat de toegevoegde waarde is voor de regio.” Oostermeijer: “Je moet steeds scherper sturen op de keuzes die je maakt. Je wilt ketens van bedrijven die elkaar versterken. Die integrale aanpak is daarin belangrijk.” Elkaar aanvullen Vanuit de samenwerking vullen partijen elkaar aan en kun je kijken naar een bredere funding om de ambities waar te maken, vertelt Oostermeijer. Dankzij de toekenning van de nieuwe Regio Deal van de Rijksoverheid kunnen we binnen de Regio Zwolle gaan kijken hoe we het ecosysteem binnen Port of Zwolle kunnen versterken. Daarnaast zetten we vanuit Port of Zwolle in op het aanvragen van middelen vanuit Brussel. Daartoe hebben we wederom met partners. Afgelopen januari is een aanvraag de deur uitgedaan in het kader van Connecting Europe Facility (CEF), een funding programma van de EU. Port of Zwolle wil deze EU-gelden gebruiken voor onderzoek naar het uitbreiden van de infrastructuur. Oostermeijer: “De aanvraag werd door een twintigtal organisaties medeondertekend, waaronder de havens van Amsterdam, Rotterdam, Skagen en Antwerpen, de

Erasmus Universiteit en verschillende brancheorganisaties. Dat zegt wel iets.” Of de aanvraag wordt toegekend is overigens nog onzeker. In het kader van de (inter)nationale samenwerkingen en het verduurzamen van de binnenvaart participeert Port of Zwolle ook in Interreg-projecten van de EU (o.a. Interreg North Sea – REDII Ports). Eerder werd dankzij zo’n project walstroom gerealiseerd. Nu loopt er een project waarin Port of Zwolle samen met Sunoil onderzoekt wat de mogelijkheden zijn van het bijmengen van biodiesel bij schepen die de haven aandoen. Havenmanifest Om uiting te geven aan de samenwerking en verbondenheid tussen alle stakeholders stelt Port of Zwolle momenteel een Havenmanifest op. Onderwerpen als duurzaamheid, ecologie en economie, klimaatadaptie en bereikbaarheid komen hierin aan de orde. Het is de bedoeling het manifest op het aanstaande havendiner in Zwolle te presenteren. Oostermeijer: “Het havenmanifest is een verbindende verklaring om met elkaar en met oog voor ieders belangen de genoemde doelen na te streven. Daar vragen we medewerking voor.” Bezoek van de koning Zijne Majesteit koning Willem-Alexander bracht 17 januari een bezoek aan Port of Zwolle in Meppel. De koning raakte geïnteresseerd in het Overijsselse/ Drentse havenbedrijf vanwege de goedlopende samenwerking tussen ondernemers, overheden en onderwijs, legt Van den Ende uit. “Samenwerken zit diep in het DNA van Port of Zwolle. Wij vinden dat inmiddels normaal en we noemen dat zelf ‘grensontkennend werken’. Maar uit de reacties bleek dat dat nog niet zo vanzelfsprekend is voor de rest van Nederland. Het was een hele eer dat hij ons exclusief bezocht en ik had de indruk dat de koning het heel interessant vond. De koning was goed op de hoogte en toonde veel interesse, ook in de studenten die optraden als woordvoerder bij de bedrijfsbezoeken.” Dankzij de onlangs afgelopen Regio Deal kon Port of Zwolle laten onderzoeken hoe het de aangesloten havens kan vergoenen en circulair maken. Dat leverde een uitgebreid rapport op met veel data, vertelt van den Ende. “We weten nu goed wat we hiervoor moeten doen. Bijvoorbeeld het ‘herpakken’ van de haven om ruimte te winnen, zoals al eerder genoemd. Maar ook dat er eerst meer ruimte nodig is, maar dat dat na verloop van tijd, als zaken lean en mean worden, wellicht vermindert. Of dat niet ieder bedrijf een eigen kade nodig heeft. De conclusie is dat niets doen geen optie is. Het is een geslaagd rapport dat nu door andere havens wordt gebruikt als blauwdruk.” Oostermeijer, tot slot. “Al met al hebben we te maken met veel ambities en ook veel uitdagingen. Dat betekent dat we nog meer en nog beter moeten samenwerken om onze doelen te behalen.” << www.portofzwolle.nl Havenlocaties 2024 - 45

THE FUTURE “Ons doel is ‘zero-emission’ scheepvaart, op een veilige en betrouwbare manier, tegen concurrerende tarieven gelijk aan Dieselschepen” Vanadium redoxflow-batterij technologie is een 60 jaar bestaande technologie en goed uit-ontwikkeld en perfect toepasbaar voor maritieme toepassingen, waardoor afstand van meerdere dagen varen mogelijk is. Bovendien beperkt flowbatterij technologie zich niet alleen tot nieuwe schepen, ook bestaande schepen met conventionele dieselmotoren kunnen worden omgebouwd tot zero-emissie electrische schepen. Vanadium-redoxflow-batterijen zijn ideale elektriciteits opslagsystemen en ontworpen voor continu gebruik. Ze zijn in staat om binnen milliseconden te reageren en toch nog steeds gedurende vele uren en dagen energie te leveren. Hierdoor is het mogelijk om niet alleen piekbelasting overdag op te vangen of te leveren, in combinatie met zon en wind, maar ook ’s nachts door te kunnen presteren. Op vanadium gebaseerde opslagsystemen kunnen niet exploderen of branden en verliezen geen capaciteit, zelfs niet na tientallen jaren gebruik. Maar ook daarna is vanadium voor vrijwel onbepaalde tijd stabiel, waardoor het duurzamer is dan welke andere batterijtechnologie dan ook. Het is een zeer kostenefficiënt opslagsysteem voor een langere tijd. 46 - Havenlocaties 2024 Voor de conventionele exploitatie van een binnenschip zijn er vele bunkerstations om de benodigde brandstof te bunkeren. Deze zelfde bunkerstations kunnen ook de benodigde elektrolyt voor de schepen gaan leveren. Voor een milieuvriendelijker innovatieve werkwijze wordt de energie die nodig is voor elektrolyse (opladen) opgewekt door windmolens en/of zonnepanelen. Het E-storageponton, wat altijd voldoende opgeladen elektrolyt/energie op voorraad heeft, zal functioneren als een bunkerstation. Dus bevoorrading van opgeladen elektrolyt kan direct langszij gebeuren of via een bunkerboot, zoals we gewend zijn met dieselbevoorrading. De vloeibare elektrolyt is niet explosief of brandbaar en is milieuvriendelijk en heeft dezelfde kenmerken als water, dus heeft daardoor geen hoge druk. Elektrolyt bestaat voor 90% uit water en Vanadium. Het Elektrolyt zal telkens opnieuw worden opgeladen en weer (her) gebruikt worden. Het elektrolyt heeft na 50 jaar gebruik een degradatie van 4%, milieuvriendelijker is niet mogelijk.

Van Well to propellor. Schema voor een schip dat gebruik maakt van Flow-Battery techniek. “Na 50 jaar jaar kan een Flow Battery systeem nog steeds dezelfde prestaties leveren als op de eerste dag” IS NOW Het E-Storage Ponton, ook wel het bunkerstation genoemd, heeft een standaard capaciteit van 40MWh elektriciteit opslag. Door meerdere pontons aan elkaar te koppelen is het mogelijk om de opslagcapaciteit te vergroten. Desgewenst is het mogelijk om een groter ponton te bouwen voor een grotere capaciteit, tot zelfs 400Mwh. PortLiner heeft ook een ponton ontwikkeld welke geheel zelf voorzienend is, dus niet gebruikmakend van windmolens aan de wal en ook geen stroomaansluiting van het Grid (TenneT). De Ponton wordt dan uitgevoerd met 3 verticale windmolens die een capaciteit hebben van 3 MW/40MWh. De windmolens en het bovendek van de ponton worden uitgevoerd met zonnefolie en zonnepanelen. Het is een full-closed energiesystem, dus niet afhankelijk van energie geleverd door derde partijen. Het standaard ponton kan voor 40 schepen elektriciteit leveren. De Ponton kan stroom leveren aan dorpen of steden of aan het Elektriciteitsnet. De ultieme batterij. Zelfvoorzienend E-Storage ponton “Het Flow Batterij systeem is 100% recyclebaar bij end of life” Bron: Martin van Dijk

Vooruitgang móét, maar dat mag niet ten koste gaan van het noaberschap bij Port of Twente De ontvangst is Twents hartelijk. Het is duidelijk: Rotterdammer Frank van Zomeren is gesetteld in tukkerland. Dus is er goede koffie. Dus zijn er broodjes. Maar er is ook nog steeds de Rotterdamse directheid, als de manager van Havenbedrijf Port of Twente zijn licht laat schijnen op de actualiteit. Hoort ook bij zijn werk, niet om de hete brij heen draaien. Een kleine twee jaar fungeert hij inmiddels als, zoals hij het zelf kenschetst, ‘oliemannetje’ rond de Twentse havens. Frank van Zomeren V oordat het interview plaatsvindt, heeft hij een uitgebreid overleg gehad met verschillende betrokken partijen rondom het havenbedrijf. “Mensen van GBTwente, het gemeentelijk belastingkantoor, die voor ons de havengelden regelen en dergelijke. Maar ook mensen van het coördinatieteam, die de betrokken wethouders ondersteunen (Port of Twente is de verzameling van de Twentse gemeenten met binnenhavens Almelo, Hengelo, Enschede, Hof van Twente en het Achterhoekse Lochem, alle liggend aan de Twentekanalen, red.), de drie havenmeesters en de havenbeheerders. Het was de eerste keer dat we met die verschillende bloedgroepen bij elkaar zaten.” Noordoost-corridor En het is precies de functie die Van Zomeren dus vervult: contacten leggen en onderhouden met verschillende partijen. Oók partijen van verder weg, zoals de havens van Rotterdam en Antwerpen, of verantwoordelijken voor de noordoost-corridor. Want Twente is een verlengstuk van de havens in Rotterdam, Amsterdam en Antwerpen richting Hamburg, Berlijn en de Baltische staten. Terug naar de belangrijke meeting. “Er ligt veel op ons bordje wat heel belangrijk is. Maar ik zeg altijd: ‘That’s not a plan, it’s a wish list’. Als je alle doelen, subdoelen en subsubdoelen optelt, krijg je een hele stapel. De kunst is om dat over de tijd uit te smeren, zodat het behapbaar wordt, ook wat betreft middelen en bestuurlijke aandacht. Prioriteiten stellen; een van de wezenlijke dingen waar de overheid nog weleens wat van kan leren.” “Een van de belangrijkse uitdagingen die we hebben: de customer experience. Je wilt dat de klant als het ware een reis maakt en daarbij een beetje het gevoel heeft: ‘Ik ben nu op het Twentekanaal en er is één partij waar ik mee te maken heb en dat is het Havenbedrijf.” Daarom is hij ook druk in overleg over bijvoorbeeld de software die ze gebruiken, waarmee de schippers zich kunnen aanmelden en waarmee de havenmeesters overzicht krijgen over wie van hun havens gebruik hebben gemaakt. “Zodat het vervolgens naar GBTwente kan worden gestuurd, die de aanslagen opleggen. Als gastheer van de Twentekanalen zijn wij ervoor verantwoordelijk dat alles goed draait.” 48 - Havenlocaties 2024

Noaberschap Het betekent ook dat de schippers een zekere uniformiteit geboden moet worden. “De conditie van de spullen – de zogenaamde haven-assets - moet goed zijn, en ook de digitale informatie over de diepte van de vaarweg. Maar ook: waar is er plek en kan een schipper aanmeren? De havenmeesters spelen daar ook een centrale rol in, dat alles tiptop in orde is. Je moet daarbij het menselijke altijd in ogenschouw blijven nemen, Wat doet het Havenbedrijf? Hij kreeg het afgelopen jaar geregeld de vraag: ‘Wat doet het Havenbedrijf Port of Twente nu eigenlijk?’ Om alle facetten uit te leggen, liet Frank van Zomeren een handzaam informatieblad ontwerpen door Kennispunt Twente. In het overzicht is onder meer te lezen dat er in de acht havengebieden die Port of Twente vormen (Almelo, Almelo-XL, Hengelo, Enschede, Delden, Goor, Markelo en Lochem) ruim 1900 vestigingen van bedrijven waren in 2022, waar in totaal bijna 32.000 mensen een boterham verdienden. In 2020 bedroeg de totale economische toegevoegde waarde van de Twentse binnenhavens 444 miljoen euro, waarvan de haven in Hengelo 40% voor zijn rekening neemt. Onder de sprekende koppen ‘Waar vervoer over water samenvloeit’, ‘Van weg naar water’ en ‘Beter – slimmer – duurzamer’ worden de recentste ontwikkelingen besproken. dat is het Twentse noaberschap. Dus als er iets met een schip of een schipper aan de hand is, dan moet je daarop inspelen. Flexibel zijn, elkaar helpen. Het is daarom ook goed dat je een gezicht hebt, naar de schippers toe, zoals de havenmeesters, en naar buiten toe in de vorm van mijn persoon.” “Ik weet”, klinkt het trots, “dat mijn havenmeesters bij de schippers hoge ogen gooien. De betrokkenheid wordt gewaardeerd. Ze zijn niet in de eerste plaats ‘slechts’ een verlengstuk van de gemeente, maar helpen de mensen echt. Kijk, als een schipper een keer een foutje maakt, dan gaan we niet meteen over tot een sanctie. We gaan eerst praten en dan komen we er samen uit. Natuurlijk moeten we vooruit, maar die noaberschap moet blijven. Je gaat ze niet meteen op de bon slingeren.” Duurzaamheid en circulariteit Als we het dan toch over ‘vooruit gaan’ hebben: het thema duurzaamheid komt ter sprake. “Ik ben van het stimuleren en prikkelen, het faciliteren. En veel minder van het van overheidswege opleggen van regels. Sowieso werkt dat in polderland Nederland veel minder goed. Ook hier moeten we er samen uitkomen. Voorop staat: wij leggen niets op, het Havenbedrijf is de gastheer voor onze gebruikers: de schippers en watergebonden en -afhankelijke bedrijven. Verplichting levert weerstand op. Maar we kunnen bedrijven wel helpen om de transitie te maken. Ook zetten we de bedrijven die flink aan de weg timmeren in het kader van duurzaamheid graag in het zonnetje, zodat andere bedrijven daarvan kunnen leren. Een goed voorbeeld hier is “Ik ben van het stimuleren en prikkelen, het faciliteren. En veel minder van het van overheidswege opleggen van regels.” metaalrecyclingbedrijf Riwald in Almelo, dat volop inzet op circulariteit. Zij maken ook gebruik van de Twentekanalen.” Hij besluit: “Laatst hoorde ik iemand zeggen: ‘We overschatten de technologische kansen van morgen, maar we onderschatten de technologische kansen van over vijftig jaar’. Niemand weet hoe we er dan voor staan. Had je iemand in 1900 gezegd dat de koetsen van straat zouden verdwijnen, dan hadden ze je stomverbaasd aangekeken. Wie weet wordt niet elektrificatie en niet waterstof de ‘brandstof’ van morgen, maar een heel andere ontwikkeling. Zolang je maar flexibel blijft, ogen en oren openhoudt en elkaar erbij helpt. Noaberschap blijft altijd noodzakelijk. Net als brood, dus neem er nog één.” << www.portoftwente.com Havenlocaties 2024 - 49

Minimaal 290.000 bulkvrachtwagens kunnen jaarlijks ook via het water Het potentieel van modal shift bulk Jaarlijks zouden 290 tot wel 760 duizend vrachtwagenbewegingen over water vervoerd kunnen worden. Daarmee zou de druk op ‘de rechterbaan’ enorm kunnen worden verlicht, zo stelt het rapport ‘Supply Chain re-design’ dat op verzoek van de Topsector logistiek werd opgesteld door binnenvaart coöperaties NPRC, PTC en ELV. Ontwikkeling van “multipurpose overslag terminals” is een belangrijke voorwaarde voor het realiseren van de verschuiving van bulkstromen naar het water. V an alle goederen die over water worden vervoerd in Nederland betreft 52% zogeheten droge bulk vervoer. Dat is vervoer van los gestorte grondstoffen, maar ook van halffabricaten en in toenemende mate circulaire stoffen. Binnenvaart coöperatie NPRC is met haar 150 aangesloten binnenvaartondernemers als logistiek dienstverlener actief in deze deelsector. De coöperatie vervoert jaarlijks ruim 13 miljoen ton lading over de Europese vaarwegen en wordt door velen gezien als koploper op gebied van digitaliseren en duurzaamheid. Femke Brenninkmeijer staat als CEO aan het roer van de NPRC. “bij het verduurzamen van de logistiek kijken wij niet alleen naar de techniek op de schepen van onze leden, maar zoeken we ook naar 50 - Havenlocaties 2024 optimalisaties in de transportketen. Modal shift, het verschuiven van ladingstromen van de weg naar het water is ook een vorm van optimalisatie van de keten. Alleen al met die verschuiving zijn CO2 besparingen van gemiddeld 30% te behalen. Het is om die reden dat we als coöperatie naast technische innovatie ook inzetten op die modal shift.” En met succes. In 2021 was NPRC als logistiek dienstverlener betrokken bij het initiatief van Cosun Beet Company om jaarlijks ruim 300.000 ton suikerbieten per binnenvaart vanuit Maastricht naar Dinteloord te vervoeren, de grootste modal shift van het afgelopen decennium. Femke ligt toe: “Het bietenvervoer is het perfecte voorbeeld van de potentie om meer bulkstromen over water te vervoeren. We hebben in een adviesrapport voor de Topsector logistiek inzichtelijk gemaakt waar nog meer potentie zit, en waar knelpunten zijn.” Kansen voor modal shift zien de coöperaties vooral in circulaire stromen, bouwlogistiek (ruwbouw en prefab bouwmaterialen) en in de staalindustrie. Femke vervolgt: “Om verladers te ondersteunen in hun modal shift plannen hebben we binnen NPRC een stappenplan ontwikkeld en intern logistiek experts op dit vlak aangetrokken. Modal shift van droge bulk betekent namelijk nogal wat voor de interne processen van bedrijven. Voorraden verschuiven, bestelpatronen veranderen én je moet een goede kade vinden om goederen over te kunnen slaan. Die beschikbaarheid van kades waar ruimte en faciliteiten zijn om extra goederen over te slaan is beperkt.”

Femke Brenninkmeijer CEO NPRC Havenlocaties 2024 - 51

nals. Wij kwamen erachter dat je als overheid voor de overslag van droge bulk eigenlijk ook moet bijdragen aan zo’n netwerk van laagdrempelig toegankelijke droge bulk terminals. Er zijn slechts een paar van dat soort “multipurpose dry bulk terminals” in Nederland. Je kunt ze bij wijze van spreken op 1 hand tellen. Op dat soort terminals zijn de faciliteiten en vergunningen voor handen om naast bijvoorbeeld kunstmest ook circulaire stromen op en over te slaan. De aanwezigheid van die “multipurpose dry bulk terminals” blijken in de praktijk een succesfactor voor het realiseren van modal shift. Er zou dus actief als ook strategisch moeten worden ingezet op de komst van meer van deze terminals”. Wilco Volker, projectleider Modal shift NPRC Uit het onderzoek van de coöperaties blijkt dat de binnenhavens als ontkoppelpunt in de keten een belangrijke rol spelen in het realiseren van modal shift van droge bulk. Nederland telt 229 gemeenten met een eigen haven en/of kade. Veel van die kades zijn “single purpose” ingericht. Dat wil zeggen: er kan slechts t 1 type goederen worden overgeslagen. Voor de op- en overslag van nieuwe modal shift stromen via deze kades blijkt vaak fysiek en vergunningstechnisch geen ruimte meer. Femke ligt toe: “Als je een container via het water wil vervoeren dan is daarvoor in Nederland een mooi netwerk van 40 “openbare” containertermiFemke besluit: “Misschien wel de belangrijkste factor voor een succesvolle modal shift van droge bulk is de samenwerking tussen mensen in de keten die een innovatieve mindset hebben. We zien gelukkig steeds meer initiatieven rondom de modal shift van droge bulk ontstaan. Die trend gaat zeker helpen om nog beter gebruik te maken van onze waterwegen” << www.nprc.eu 52 - Havenlocaties 2024

De schakel in duurzame regionale Logistiek! Inland Terminal Deventer Per 1-1-2024 Feiten: Port of Deventer • ligging nabij autosnelwegen A1 en A50 • ca. 20 ha. water, ca. 50 ha. waterkavels • bezoek ca 1.000 schepen / jaar • overslag ca. 1 milj. ton / jaar bulk (agro 55%, bouwstoffen 45%) • containeroverslag (aanvang 10.000 TEU / jaar) • directe banen 110 • toegevoegde waarde € 44 milj. https://portofdeventer.nl Havenlocaties 2023 - 53

Nederland staat voor cruciale keuzes Amsterdam-Rijnkanaal Utrecht, project verkenning ARK klimaatbestendige zoetwatervoorziening Gemeentes en provincies komen voor cruciale keuzes te staan. De druk op schaarse ruimte in en rond havens is groot en zal toenemen. Zo wachten aanpassingen vanwege klimaatveranderingen, is er een ruimtevraag vanwege toenemende circulaire activiteiten én heeft Nederland een forse woningbouwopgave, dat stelt Bart Bouwens van Movares Water. Volgens Bart speelt water een cruciale rol bij alle ruimtelijke opgaves die Nederland heeft. M ovares Water is sinds januari 2023 een nieuwe tak binnen de Movares Groep. “We wilden water meer voor het voetlicht brengen, zowel intern als extern. Het afgelopen jaar was erg succesvol”, beschrijft Bouwens de vliegende start. “We hebben vijfenveertig projecten gedaan, en we zijn gegroeid van negen naar twintig man.” En daarmee wordt direct de bottleneck benoemd, Movares Water zou sneller kunnen groeien, er is veel vraag naar hun expertise, maar de krappe arbeidsmarkt maakt dat lastig. Movares Water legt zich toe op de twee clusters, maritiem en waterbeheer. “Maritiem is het deel dat betrekking heeft op binnenvaart, binnenhavens vaarwegen en constructieve waterbouw. En waterbeheer houdt zich bezig met waterveiligheid, waterkwaliteit en waterkwantiteit”, legt Bart uit. Op het gebied van maritiem heeft Movares Water zijn sporen verdiend. “We willen op het gebied van waterbeheer de komende tijd groeien.” En daarvoor is extra capaciteit nodig, zoals Lijdia Pater die voor het maritieme cluster aan het team is toegevoegd. Zij vertelt: “Eerder hebben we een 54 - Havenlocaties 2024 opdracht van Topsector Logistiek gehad om een roadmap samen te stellen voor de verduurzaming van de binnenvaart, met het einddoel nagenoeg zero-emissie in 2050. Een daarop volgende opdracht van het ministerie was om de haalbaarheid van normering van de binnenvaart-emissies te onderzoeken. Met mijn kennis en netwerk kunnen we zo’n opdracht goed aan.” Het eerste jaar was voor het maritieme deel een succes. Lijdia: “Daarbij is verduurzaming van havens en de scheepvaart de rode draad. Er is behoefte aan visie en strategie. We hebben een heel palet aan projecten gehad, van kwartiermaken voor de uitbreiding van een haven, tot het schrijven van havenvisies en een juridische analyse.” Een project dat tot de verbeelding spreekt is het gebruik van het IJsselmeer als waterbuffer. Om water op te slaan voor drogere periodes moet er extra water van de rivieren over het Amsterdamrijnkanaal richting het IJsselmeer. Het peil van het kanaal kan op delen met twintig tot dertig centimeter stijgen. Bart: “Dat heeft natuurlijk

impact op de binnenvaart. Hoe ga je dan bijvoorbeeld met doorvaarthoogtes om? Het betekent bijvoorbeeld dat een containerschip geen vier maar drie lagen kan meenemen. En wat betekent dat voor grondwaterstanden?” Bart wordt bevlogen als het gaat om het motiveren van bedrijven om sneller te verduurzamen. Zoals in Zaanstad. “We zijn bezig met een zestal bedrijven. Wij proberen hun logistiek te containeriseren, en daarna van de weg naar het water te verplaatsen.” Daarbij loopt Movares Water tegen knelpunten aan, zoals kades die niet geschikt zijn of te geringe transportvolumes. “In Zaanstad hebben zes bedrijven, waaronder Tate & Lyle via de Green Business Club het initiatief genomen om die modal shift te onderzoeken, ondersteund door een subsidie van de Provincie.” De gemeente Oosterhout wil bedrijventerreinen verduurzamen, en daarbij ook meer gebruik maken van de binnenvaart. Movares Water begeleidt hen om tot uitvoering van een plan te komen. Daarbij maken ze gebruik van de 777-methode. Dat wil zeggen om in zeven weken met alle betrokkenen een eerste concept te bedenken. En dan in zeven maanden tot een projectomschrijving te komen en dat in de zeven jaar daarna te realiseren. Bart: “Wij hebben een proces in gang gezet om te komen tot de definitie van een project. En die definitie zou kunnen zijn de ontwikHaven Werkendam Lijdia Pater is jurist en heeft ruim twintig jaar een eigen binnenvaartonderneming gehad met meerdere schepen. Daarnaast werkte ze lang bij de branchevereniging voor havens en scheepvaart. Bart Bouwens is Businessmanager / commercieel directeur bij Movares Water. Hij komt uit een schippersgezin en kent zijn weg in de binnenvaart en logistiek; zijn ruim opgebouwde kennis brengt hij veelvuldig in als projectmanager en strategisch adviseur in diverse projecten. Bart is 33 jaar geleden begonnen als civiel ingenieur en werkt inmiddels ruim 20 jaar in het maritieme domein. Havenlocaties 2024 - 55

Waal bij Tiel, project verkenning ARK klimaatbestendige zoetwatervoorziening Opslag restproduct mais, project modal shift versvoer Zaanstad keling van bijvoorbeeld een all-weather-terminal. Met vier sessies willen we commitment en creativiteit creëren bij de betrokken partijen.” Na die sessies moet er een doel zijn. Dat vervolgens in de daarop volgende zeven jaar gerealiseerd wordt. Ook in Brabant is Movares Water actief, en dan met name in Bergen op Zoom en Oosterhout. De twee gemeentes hadden behoefte aan een havenvisie. Die havens moeten passen binnen het plaatje van Brabant Ports. Movares Water heeft die visie geschreven. Lijdia: “Dat doen we met de ecosysteemgedachte. We hebben gekeken naar beide havens, naar de markten van de havens, de bedrijven die er nu zijn en ook de potentie met allerlei omgevingsfactoren. Zo zou Bergen op Zoom uitstekend kunnen fungeren als Clean Energy Hub en Oosterhout heeft potentie als circulaire haven “In het kader van Brabant Ports is het niet handig om allemaal hetzelfde te doen. Maar kijk geografisch, wat is logisch, wie wat gaat doen? Dat is de ecosysteemgedachte.” Denken in ecosystemen kan een deel van de oplossing zijn voor de problematiek van de schaarse ruimte. Binnen een ecosysteem durven we groter te denken, werken we samen om een geïntegreerd maritiem en logistiek netwerk te vormen. “Je kunt gaan kijken om die ruimtelijke schaarste met elkaar op te lossen”, vertelt Bart. “Want als je gaat combineren en van elkaars beschikbare ruimte gebruik gaat maken, ga je wellicht ook zaken koppelen. En dan komt daar netto gezien een beter plaatje uit.” Zo’n gedachte is niet risicoloos, in de ogen van ondernemers. Het gaat om geven en nemen. Lijdia herkent dat: “Als ze in ecosystemen gaan denken, dan kan het ook wel eens zijn dat een bal die een ondernemer heel graag wil, naar de andere haven rolt.” 56 - Havenlocaties 2024

Een stuk verderop ligt Werkendam. Daar zit vooral maritieme maakindustrie. In de haven wordt niets overgeslagen. Werkendam speelt een belangrijke rol bij het verduurzamen van de scheepvaart. Het proces om de haven een upgrade te geven loopt al vele jaren. Movares Water werd gevraagd om het project vlot te trekken als kwartiermaker. Lijdia: “Aan de overkant van de Merwede, onder andere de Drechtsteden, daar zitten havens met gelijksoortige bezigheden. Dus in een van mijn eerste rapportages naar de stuurgroep heb ik de ecosysteemgedachte gelanceerd. Ook hier geldt: Handelen vanuit complementariteit in plaats van concurrentie is best spannend. ” Bart en Lijdia kijken graag vooruit. Naast het klimaatvraagstuk zien zij het ruimtetekort als één van de grote uitdagingen. De natte sector zal de komende jaren op zijn strepen moeten staan, om ruimte te krijgen om duurzaam te ontwikkelen. “Wij vinden, vanuit maatschappelijke betrokkenheid dat wij met oplossingen moeten komen. Daar hebben wij inmiddels best wel beelden bij.” Zo vindt Bart dat er meer aandacht moet komen voor de leefbaarheid op bedrijventerreinen in het algemeen en watergebonden bedrijventerreinen in het bijzonder. Volgens Bart komen de gemeentes en provincies de komende jaren voor cruciale keuzes te staan. Hij doelt daarmee op de keuze tussen wonen en havens. “Je ziet ze ontzettend worstelen. Een gemeente heeft een haven en moet verplicht woningen bouwen. Korte klap en ze gaan bouwen. Voor sommige gemeentes is het moeilijk te bepalen wat de gevolgen zijn.” Ruimte waar huizen staan kan je niet gebruiken voor het verduurzamen of uitbreiden van je haven. En zo komen klimaatdoelen in gevaar. “Eigenlijk horen ze het liefst dat het een goede keuze is om te bouwen.” En juist bij die afweging kan Movares Water goed helpen. << Overslag mais, project modal shift versvoer Zaanstad www.movareswater.nl Havenlocaties 2024 - 57

Navigeren door stormachtige tijden 100 dagen. Wanneer ik dit schrijf, is het nog maar 100 dagen tot de Europese verkiezingen. De afgelopen zes en een half jaar heb ik als Europarlementariër gewerkt voor een sterke Europese transportsector. Tijd voor een terugblik. et waren dynamische en roerige jaren in de politiek en voor bedrijven in Nederland en Europa. De COVID-19pandemie en de Russische invasie in Oekraïne hebben de wereldwijde economie en handel ontwricht, en de Nederlandse binnenvaartsector was geen uitzondering. Lockdowns en verstoringen in toeleveringsketens, en hoge energie- en transportkosten leidden tijdelijk tot een flinke afname van de vraag naar transportdiensten en logistieke problemen. H In deze turbulente jaren blijft de Nederlandse binnenvaart een cruciale rol in de logistieke keten spelen. En houdt de sector onze economie draaiende, waarbij ze ook te maken krijgen met veel nieuwe wet- en regelgeving. Zo stelt de Europese klimaatwet, voortvloeiend uit de Green Deal, als doel dat Europa in 2030 55% procent emissiereductie moet bewerkstelligen en moet in 2050 klimaatneutraliteit worden bereikt. Een grote opgave voor de sector, maar de inzet op een duurzamere toekomst biedt ook kansen. Groene groei De Green Deal bevat verschillende voorstellen zoals de Europese Energiebelastingrichtlijn, het Europese emissiehandelssysteem en de Verordening alternatieve brandstoffeninfrastructuur. Deze voorstellen zijn ontworpen om de CO2-uitstoot te verminderen, de transitie naar een duurzame economie te versnellen en de overgang naar schonere energiebronnen te bevorderen. In de Europese Energiebelastingrichtlijn, heb ik ingezet op een gelijk speelveld voor duurzame energiebronnen en een Europese belastinguitzondering op walstroom. Het Europees emissiehandelssysteem, waar de (zee)scheepvaart sinds dit jaar onder valt, moet ervoor zorgen dat de CO2-uitstoot wordt verminderd en de overgang naar schone technologieën wordt gestimuleerd. Uiteraard onmisbaar hierbij is de benodigde infrastructuur. Als medeonderhandelaar voor de Verordening alternatieve brandstoffeninfrastructuur heb ik 58 - Havenlocaties 2024

“In deze turbulente jaren blijft de Nederlandse binnenvaart een cruciale rol in de logistieke keten spelen.” me hardgemaakt voor de uitrol van infrastructuur voor alternatieve brandstoffen in Europese zee- en binnenhavens, zoals walstroom en LNG-stations, met als doel het ondersteunen van de transitie naar duurzamere brandstoffen in de scheepvaart. Allemaal bouwstenen die ons dichterbij een schonere en toekomstbestendige binnenvaart brengen in Europa. De sector zelf werkt daar dag in dag uit hard aan, van de binnenvaartschipper tot de -havens. Nederland kent prachtige voorbeelden, zoals de verwisselbare energiecontainers van Zero Emission Services (ZES) of de zonnepalen op scheepsluiken van Wattlab. Waar ik echt van onder de indruk ben, is de samenwerking die de sector opzoekt om te verduurzamen. Het eerste waterstofelektrische binnenvaartschip ter wereld bijvoorbeeld, het schip ‘H2 Barge 1’, is tot stand gekomen door een nauwe samenwerking van sportmerk Nike en Future Proof Shipping. Of de krachtenbundeling tussen de VOF Sympathie Shipping van binnenvaartschipper Eric van Dam met partners in de graanketen. Dankzij deze samenwerking is weer een stap gezet naar een duurzamere toekomst met een schip varend op het duurzame HVO100 biobrandstof. Met HVO100, gemaakt van plantaardige restoliën en vetten of gebruikt frituurvet, bereiken ze samen een indrukwekkende CO₂-reductie van meer dan 85% in vergelijking met conventionele diesel. Dat zet nog eens zoden aan de dijk! Goederen van de weg naar de rivier Toch zijn er ook kansen blijven liggen. Zo gaan de stappen die worden gezet rondom het Europese modal shift beleid wat mij betreft te langzaam. Terwijl dit de binnenvaartsector juist een mogelijkheid biedt, om haar positie als duurzaam alternatief voor weg- en luchtvervoer te versterken. Door te investeren in infrastructuur, technologische innovatie en het verder faciliteren over modaliteiten heen, kunnen binnenvaartondernemers profiteren van de steeds groeiende vraag naar duurzamere transportoplossingen. Bovendien kan het bijdragen aan een sterkere en concurrerende transportmodaliteit in Nederland. Door samen te werken met overheidsinstanties, binnenvaartorganisaties (zoals NPRC) en -ondernemers, kan de sector een leidende rol spelen in de transitie. Kostenplaatje rond krijgen Daar hangt ook een prijskaartje aan, daar ben ik me van bewust. Daarom schreef ik een Binnen vaartrapport, waarmee ik de Europese Commissie opriep om een Europees binnenvaartfonds te realiseren, om zo de sector financieel te ondersteunen in de groene en digitale transitie. En met resultaat, want het kwam terug in de Europese binnenvaartstrategie Naiades III. Maar zoals veel in Brussel, is ook dit een zaak van lange adem. Wanneer het fonds er eenmaal is, moet het wat mij betreft juist toegankelijk zijn voor MKB’ers, zelfstandigen en familiebedrijven. Trossen los De afgelopen jaren heb ik met veel mensen uit de sector gesproken over al deze en andere uitdagingen. Ik sprak met eigenaren van familiebedrijven, bemanningsleden, vertegenwoordigers van grote Caroline Nagtegaal. reders, betrokkenen bij de ontwikkeling van autonome scheepvaart, producenten van motoren, onderhoudsbedrijven en vertegenwoordigers van verschillende belangenorganisaties. Wat mij daarbij het meest opvalt: de hands-on mentaliteit in deze sector is enorm. Ook is er een heel sterk besef dat de transitie onvermijdelijk is. Men wil eraan bijdragen, maar kán het soms niet, bijvoorbeeld omdat de kosten simpelweg te hoog zijn of de regels te complex. Daarom vind ik dat Brussel de komende jaren haar rol moet pakken als facilitator, als de binnenvaartcompagnon in de grote verduurzamingsuitdaging waar de sector voor staat. Dát is waar ik geloof dat Brussel van enorme meerwaarde kan zijn, samen met die prachtige binnenvaartsector! << Havenlocaties 2024 - 59

Verbrugge Scaldia Terminal Vlissingen – Oost. KiesZon puzzelt ondernemers naar optimale energievoorziening ALLES VOOR VOLDOENDE VERMOGEN IN ÉÉN SCHOON, SCHERP EN STABIEL KILOWATTUUR-TARIEF Beschikbaarheid, verduurzamen en wetgeving. Het zijn dé uitdagingen in de energievoorziening van logistieke bedrijven. Met prijsschommelingen voor energie op de koop toe. Uiteindelijk wil je als ondernemer gewoon voldoende stroom, waar en wanneer je die maar nodig hebt. En wel tegen een schoon, scherp en stabiel kilowattuur-tarief. KiesZon biedt dat, dankzij hun integrale aanpak van het complete energievraagstuk. 60 - Havenlocaties 2024 ieuwbouw, groeien, elektrificatie van de vloot, MVO-doelstellingen, voldoen aan energiewetgeving, het zijn forse uitdagingen bij de energievoorziening voor de hedendaagse logistieke ondernemer. Met de huidige netcongestie als allergrootste uitdaging. Maar… er zijn ook kansen. Want wie de energiepuzzel goed legt, kan er zelfs aan verdienen. Met 15 jaar ervaring in de energiemarkt, weet KiesZon als geen ander hoe je dat doet. N Energiepuzzelen KiesZon is een dochteronderneming van energieleverancier Greenchoice. Daarmee heeft het bedrijf alle puzzelstukjes voor de integrale energiebenadering in huis. Want, anders dan de naam doet vermoeden, is KiesZon allang niet meer uitsluitend leverancier van zonnepanelen. Meer en meer heeft het bedrijf de rol van integraal energieadviseur en -leverancier.

“Zonnestroom is meestal wel onderdeel van de oplossing”, vertelt Bart Luters, Business Developer van KiesZon. “Maar daarmee zijn we al bij de oplossing, één van de puzzelstukjes: de infrastructuur. De andere onderdelen zijn sturing, ofwel leveringsmanagement en gebruiksmanagement, en de energiehandel. We starten nooit bij de oplossing, maar bij de primaire doelstelling van de klant.” leveren. Of door het regelbare vermogen aan te bieden aan de netbeheerder om het (regionale) net te balanceren. Dat kan geld opleveren. Zo maken wij complete verdienmodellen voor de klant.” Ook dat zijn stukjes waarmee KiesZon de puzzel legt voor de optimale business case en dito energievoorziening. Primaire doelstelling KiesZon ziet bij klanten vier doelstellingen: 1 optimalisatie van de aansluiting (het tackelen van beperkt beschikbaar vermogen vanwege de netcongestie), 2 duurzaamheid (MVO-beleid, meer zelfopgewekte energie, elektrificatie van de vloot), 3 voldoen aan wetgeving (stikstofregels, zero emissiezones, besparingsplicht, laadpaalplicht) 4 financiën (return on investment, en prijsschommelingen dempen). Puzzelstukjes “Alle vier de doelstellingen zijn belangrijk, maar één springt er altijd uit. Welke dat is, verschilt per klant. Dat is de start van het spel. Om de optimale puzzel te leggen, hebben we, samen met de andere onderdelen van Greenchoice, alles in huis. We leveren de infrastructuur, bijvoorbeeld met zonnepanelen, laadpalen of batterijen voor opslag. We optimaliseren de levering en het gebruik met ons Energiemanagementsysteem (EMS). Daarmee krijgen we lokaal vraag en aanbod van het vermogen in balans. Door bijvoorbeeld laadpalen op het juiste moment wat harder of zachter te zetten. Of door batterijen bij overcapaciteit te laden. Met andere woorden: we optimaliseren het verbruik, Bart Luters zodat op het juiste moment, op de juiste plek, de juiste capaciteit beschikbaar is. De elektrische trucks bijvoorbeeld, moeten wel volgeladen zijn op het moment dat ze op pad gaan. Tot slot bieden we toegang tot de energiemarkten. Zodat klanten ook aan overcapaciteit en andere onderdelen van hun energievoorziening kunnen verdienen, bijvoorbeeld door het stuurbare vermogen aan te bieden op verschillende energiemarkten.” Maar er zijn meer mogelijkheden voor return on investment. Thuis in wet- en regelgeving KiesZon is zeker niet alleen thuis in techniek, maar ook in wet- en regelgeving, en met Greenchoice in de energiehandel, een belangrijk onderdeel van de business case. “We kijken ook scherp naar subsidies en andere stimuleringsregelingen. Denk aan subsidie voor grootschalige hernieuwbare energie opwekken (SDE’s) of CO2-uitstoot verminderen, verplichte hernieuwbare brandstofeenheden (HBE’s), daar kun je in handelen. Dat geldt ook voor capaciteitsbeperkende contracten. En tot slot de energiehandel zelf. Door op de juiste momenten energie te verbruiken of juist terug te Van 13 partners naar 1 Terwijl Bart Luters alle stukjes de revue laat passeren, wordt duidelijk dat er traditioneel wel dertien partners nodig zijn om die optimale energiepuzzel te leggen. Dat komt door de uiteenlopende benodigde expertise, van techniek tot ICT, energiehandel en wet- en regelgeving. Maar wat als een deel daarvan al belegd is, zoals vaak het geval is? “Ondernemers hebben bijvoorbeeld al een zonnedak”, vervolgt Luters, “Of een vast contract met een energieleverancier. Dat is geen probleem, wij kunnen daar op aanhaken. Wij denken in oplossingen. Alles wat al goed en efficiënt aanwezig is, is natuurlijk prima.” Ook de onderdelen van andere leveranciers passen naadloos, alleen krijgt de puzzel dan deels een andere kleur. Synergie behalen “Maar”, benadrukt Luters, “hoe meer je bij ons belegt, hoe meer synergie we eruit weten te halen. Dan kunnen wij de complete dienst verlening aanbieden met één aanspreekpunt en vaak verdisconteerd in één kilowattuur-tarief.” Met andere woorden, wie volledig kiest voor KiesZon, heeft geen gedoe met afzonderlijke partijen. KiesZon regelt het en behaalt, dankzij alle efficiency aan de achterkant, de meeste waarde uit het energiesysteem voor de klant en voor de maatschappij. << www.kieszon.nl Havenlocaties 2024 - 61

Hoe de energietransitie het strategisch denken over de waarde van binnenhavens verandert Door Martijn Streng en Larissa van der Lugt Binnenhavens zijn belangrijke elementen in de waarde- en transportketens en dragen bij aan de economische ontwikkeling en positionering van een stad en regio. Maar binnenhavens staan onder druk. De grote woningbouw opgave in Nederland is een van de factoren die zorgt voor deze druk op binnenhavens; ruimte is immers schaars en verschillende functies kunnen potentieel gebruik maken van dezelfde ruimte. Maar paradoxaal genoeg zouden, om deze woningbouw opgave te kunnen realiseren, binnenhavens als locatie voor bouw- en industrielogistiek een grote rol kunnen -en wellicht wel moeten- spelen. Daarbij vervullen binnenhavens als locatie voor bijvoorbeeld stedelijke distributie, bundeling en verwerking van (stedelijk) afval of clean energy hubs cruciale functies voor de noodzakelijke maatschappelijke transities. Anderzijds genereren binnenhavens negatieve effecten en levert de vermenging met functies zoals recreatie en wonen steeds vaker issues op. Een veranderende context vraagt om een nieuwe leidraad voor de afweging en evaluatie van de toewijzing van middelen als ruimte en geld. Zo’n leidraad bevat een logisch, helder narratief en daarbij een aantal eenduidige indicatoren die dan consistent in de afruil worden meegenomen. Op die manier kan de discussie tussen gemeentes, bedrijfsleven en lokale stakeholders gevoerd worden, die leidt tot juiste, heldere en goed afgewogen beslissingen. Er bestaat echter nog geen eensluidendheid bij alle betrokken stakeholders over de wijze waarop de waarde die binnenhavens creëren – vanuit dit geschetste bredere perspectief – zich laat vertalen in concrete meetbare indicatoren. Er zijn al wel diverse algemene monitoren zoals de monitor brede welvaart van het CBS; deze zijn echter nog niet toegespitsts op specifieke domeinen of sectoren zoals de binnenhavens en hun bedrijvigheid. En ook adviesbureaus ontwikkelen nieuwe raamwerken om een bredere impactbenadering in hun analyse mee te nemen1. Dit zijn waardevolle stappen, maar heeft nog niet geleid tot een nieuw algemeen geaccepteerde leidraad die specifiek voor binnenhavens gebruikt kan worden. Eenzelfde discussie loopt bij zeehavens, waar al initiatieven genomen worden om tot nieuwe nar62 - Havenlocaties 2024 ratieven en mogelijk nieuwe indicatoren voor de afruilrelatie te komen. In dit artikel vertrekken we vanuit de aanzet die gedaan is voor de zeehavens en passen dit toe op de binnenhavens. De contouren van een nieuwe leidraad Het denken over een nieuwe leidraad voor de waardebepaling van (zee)havens heeft geleid tot het identificeren van drie typen waarden waarbinnen vervolgens concrete elementen en indicatoren gevonden kunnen worden: 1. Economische waarde (werkgelegenheid, toegevoegde waarde, investeringen). 2. Strategische waarde (regionale clustervorming, netwerkconnectiviteit, innovatieversnelling) 3. Maatschappelijk (bijdragen aan energietransitie en circulaire economie, voorzien in kritische resources)

Deze typen waarden en hun concrete elementen zijn als volgt relevant in een binnenhavencontext: Economisch perspectief Werkgelegenheid, toegevoegde waarde en investeringen Binnenhavens genereren werkgelegenheid, toegevoegde waarde en investeringen, zowel direct als indirect; deze economische waarde is en blijft heel belangrijk voor de regio waarin ze liggen. Strategisch perspectief Regionale en lokale clustervorming Door clustervorming rondom binnenhavenactiviteiten ontstaan economische voordelen en ontwikkelen zich strategische posities. Het scheepsbouwcluster in de Drechtsteden of de jachtbouw activiteiten in de provincie Friesland zijn hier voorbeelden van. De clusters genereren positieve spin-offs; bijvoorbeeld in de vorm van kennisontwikkeling of lagere transactiekosten die het cluster verder doen groeien en de concurrentiekracht versterkt. (Internationale) connectiviteit Binnenhavens vormen de verbinding tussen de zeehavens en het achterland, waardoor fysieke, organisatorische en institutionele verbindingen met actoren in andere (internationale) gebieden -zowel geografisch, sectoraal als institutioneel- mogelijk zijn. Deze corridors -zoals bijvoorbeeld de West Brabant corridor- versterken toeleveringsketens, brengen daarmee economische voordelen en versterken de concurrentiepositie van bedrijven en sectoren in Nederland. Innovatieversnelling Havens en maritieme clusters vormen een unieke combinatie van bedrijvigheid en soorten activiteiten. In combinatie met onderwijs en overheid vormt de bedrijvigheid een ‘triple helix’ waarin innovatie gestimuleerd en gefaciliteerd kan worden. Hierdoor zijn binnenhavens potentieel een hub voor innovatie waarin innovatieve concepten ontwikkeld worden en gelijk kunnen worden toegepast, zoals bijvoorbeeld in het maritieme cluster in de Drechtsteden. Maatschappelijk perspectief Energie transitie Binnenhavens vormen elementen in de energietransitie, bijvoorbeeld in de rol van clean Martijn Streng is senior adviseur haveneconomie bij Erasmus UPT energy hubs; zie de ambitie die de binnenhaven van Maasbracht hierin bijvoorbeeld heeft. Hierbij zijn verschillende vormen van duurzame en schone energie beschikbaar in de binnenhaven, om van daaruit verder verspreid of gebruikt te worden voor duurzaam transport. Dit is een vorm van maatschappelijke waarde voor de noodzakelijke transitie van land en regio om tot duurzaam energiegebruik en circulariteit te komen. Circulaire processen Binnenhavens zijn centrale hubs waar goederenstromen langs vervoerd worden, maar ook plekken waar zich industriële clusters bevinden die gebruik maken van elkaars reststromen. Door de grondstoffentransitie zullen veel van deze processen veranderen, waarbij het belang van circulaire processen zal toenemen. Het veelgebruikte voorbeeld van de binnenhaven van Roermond blijft hier een relevant voorbeeld van. Afvalstromen zullen in omvang toenemen en potentieel lopen via binnenhavens. Synthese: de waarde-assen zijn slechts ten dele uitgekristalliseerd Tegelijkertijd constateren we dat binnenhavens met hun activiteiten ook negatieve effecten met zich meebrengen voor mens, maatschappij en omgeving. Het gaat dan vooral om aspecten zoals impact op welzijn, gezondheid, leefomgeving met concrete indicatoren zoals landschapsvervuiling, emissies, geluid, beschikbaarheid van natuur en biodiversiteit. Uiteindelijk gaat het om lange termijn waardecreatie van de binnenhaven voor de regio, waarbij een breed perspectief wordt gehanteerd: voorbij de directe economische waarde, voorbij het geografische gebied van de binnenhaven zelf, kijkend ook naar de gevolgen op de lange termijn. En het gaat dan niet alleen om waarde die bewust wordt gecreëerd met binnenhavenactiviteiten, maar ook om de impact die dit heeft op de bredere omgeving en de langere termijn. De afruil zal gebaseerd moeten worden op concrete indicatoren vanuit Havenlocaties 2024 - 63 Dr. Larissa van der Lugt is Haveneconoom en Directeur van Erasmus UPT zowel economisch, strategisch als maatschappelijk perspectief waarvoor in dit artikel een voorzet is gegeven. Een volgende nodige stap is het realiseren van een algemeen door de relevante stakeholders (zowel bedrijven als burger en overheid) geaccepteerd afwegingskader. << 1 De STEC-groep bijvoorbeeld, heeft met het Next Economy-Effect Rapportage model een tool ontwikkeld om bedrijventerreinen te scoren op brede set aan indicatoren met als doel ze toekomstbestendiger te maken heeft deze vervolgens toegepast op de Port of Zwolle. Ecorys heeft een handelingskader brede welvaart ontwikkelt gericht op gemeenten om brede welvaart in kaart te brengen en te vergroten. en

TOTAALCONCEPT VOOR EFFICIENCY EN DUURZAAMHEID IN LOGISTIEK TMA Logistics denkt in mogelijkheden Geen logistieke vraag is te gek of TMA Logistics heeft het antwoord. Hebben ze de voorzieningen niet in huis? Dan organiseren ze die. Zodoende biedt TMA Logistics, vanuit onder meer het Amsterdamse havengebied, een totaaloplossing in logistiek. Victoria Oppenheim, eerst jarenlang klant, is er nu commercieel directeur. Zij kent het bedrijf van buiten, en nu ook van binnen. “A The TMA way Niet alleen die eerste kennismaking beviel Victoria. “Ik was bij twee bedrijven klant van TMA en de samenwerking is me zo goed bevallen. 64 - Havenlocaties 2024 ls Head of Supply Chain bij een grote voedselproducent, was ik op zoek naar cold storage”, vertelt Victoria Oppenheim. “Via Google ontdekte ik TMA Logistics en dacht iets te lezen over koeling. Dus belde ik met de vraag of ze cold storage hebben. ‘Nee, dat hebben we niet’, was het antwoord. ‘Maar kom vooral langs, dan kijken we naar een oplossing’. Wat raar, dacht ik. Ze hebben geen koeling en willen verder. Gaan ze het soms voor me bouwen? En dat bleek inderdaad het geval. Inmiddels is de cold storage van 38.000 pallets operationeel, waarvan het grootste deel al bezet is. Maar we hebben nog ruimte voor uitbreiding.” De efficiency, service, duurzaamheid, kostenbesparing, kortom de hele TMA werkwijze, heb ik als zeer positief ervaren. Daar geloof ik in en wil ik onderdeel van zijn. Vandaar mijn overstap. Ik ben hier nu sinds een halfjaar met veel plezier werkzaam.” Totaalconcept TMA onderscheidt zich vooral met het totaalconcept. “We merken dat klanten meer en meer een totaaloplossing willen. Vaak kunnen ze elders alleen terecht voor deeloplossingen. Met opslag bij de een, forwarding bij de ander, binnenvaart daar, wegvervoer weer bij een ander. Dat is niet efficiënt. Zo lang je als supply chain manager denkt dat je alles in eigen beheer moet doen, lijkt dat niet zo’n probleem. Maar hoe prettig is het om de hele logistiek uit te besteden aan één partij die het allemaal voor je regelt. Inclusief 24/7 inzicht via het uitgebreide webportaal en WMS.” “Kijk, logistiek is voor bedrijven geen core business. Dat maakt supply chain managers soms bedrijfsblind voor hun logistieke processen. Bovendien heb je via je ERP meestal geen zicht op de goederenstromen buiten je bedrijf. Daardoor kan je nooit zo efficiënt, flexibel, snel en duurzaam handelen als een logistiek specialist. Outsourcen is daarom slim.” En daarvoor kan je uitstekend bij TMA terecht. Te land, ter zee en in de lucht TMA biedt inmiddels oplossingen voor land-, zee- en luchtvervoer, stuwadoors, goederenoverslag, projectlading, opslag, douaneafhandeling en value added services. Het logistieke bedrijf heeft multi-purpose terminals in Amsterdam, Velsen-Noord, Beverwijk, Harlingen, IJmuiden en Antwerpen, met aansluiting op het Europese treinnetwerk. Het bedrijf biedt daarmee short sea- trein- en binnenvaartverbindingen naar

het achterland. Alleen al tussen Rotterdam en Amsterdam zijn er 29 afvaarten per week. Ook is er een deepsea-dienst tussen Amsterdam en WestAfrika via de USA Terminal. “Onze verbindingen zijn het kloppend hart van het totaalconcept”, aldus Victoria. Van klein tot groot Het veelzijdige aanbod van TMA is beschikbaar voor elk type klant, van multinational tot startup. “We maken geen onderscheid”, zegt Victoria. “Ook het beginnende bedrijf in de opstartfase is bij ons welkom. We groeien graag met onze klanten mee.” Trein en elektrische trucks Speciale projecten Naast flexibiliteit en service, is duurzaamheid een belangrijk aandachtspunt bij TMA. “We streven naar een zo laag mogelijke milieubelasting. Daarom hebben we sinds kort vier keer per week ook een treinverbinding naar de haven van Rotterdam, complementair aan de binnenvaart. En we investeerden in elektrische trucks, mede op verzoek van een klant. Maar ook als de klantvraag er nog niet is, zoals bij de complementaire treinverbindingen, durven we te investeren als we ergens in geloven. We dagen de markt graag uit, denken vooruit en willen grensverleggend zijn.” Het terminalbedrijf heeft inmiddels naam gemaakt in het vervoer van grote objecten, met name voor de energiemarkt. Het laden en lossen van bijvoorbeeld enorme windmolenbladen van 85 meter en turbine-onderdelen gaat gestroomlijnd met de speciale hijsmaterialen, havenkranen en reachstackers. Maar deze markt is flink in beweging, en TMA beweegt mee. Victoria: “We zien nu een verschuiving naar mobilisatie en demobilisatie. Die werkzaamheden worden op zee uitgevoerd door varende fabrieken. Daaruit ontstond de behoefte om deze schepen te mobiliseren en demobiliseren. Dat gebeurt inmiddels ook aan onze kade. De klant heeft daarbij privé toegang tot een deel van de kade. Met een gestroomlijnd proces erbij voor de aan- en afvoer van alle onderdelen en materialen.” We lossen het op Al met al is TMA een brede logistieke dienstverlener die geen vraag uit de weg gaat . “Wij luisteren naar de klant, achterhalen het logistieke vraagstuk en lossen het op. Daarbij is ‘ja, dat kan’ ons uitgangspunt. Ik krijg het weleens benauwd als ik hoor wat onze verkopers allemaal beloven. Maar we krijgen het toch elke keer weer voor elkaar.” << www.tmalogistics.nl Havenlocaties 2024 - 65

Clean Energy Hubs voor de binnenscheepvaart Wat is een Clean Energy Hub? Een Clean Energy Hub (CEH) is een tank-, laad- of bunkerstation. Een Clean Energy Hub biedt ten minste twee alternatieve, duurzame brandstoffen of energiedragers aan en was in eerste instantie vooral gericht op het goederenvervoer over de weg. Voor de binnenscheepvaart denken wij voorlopig aan tenminste één duurzame brandstof of energiedrager per locatie. C lean Energy Hubs zijn een belangrijke randvoorwaarde om de omslag naar duurzame vrachtwagens, bestelauto’s en binnenvaartschepen te maken. Die omslag moet plaatsvinden op bedrijventerreinen, in (binnen)steden en havenlocaties en zeehavens. Een combinatie voor weg en water is natuurlijk het meest ideaal, maar blijkt in de praktijk vaak moeilijk te realiseren. De basis van het programma Clean Energy Hubs is het belang van 66 - Havenlocaties 2024 een aanpak die gericht is op een samenwerking van bedrijfsleven en overheid om de verdere verduurzaming van het goederenvervoer te realiseren. Hierbij gaan wij uit van drie pijlers die relevant zijn in de ontwikkeling en realisatie van de Clean Energy Hubs. Namelijk: - Economische haalbaarheid: het moet haalbaar en betaalbaar zijn voor ondernemers - Klimaatdoelstellingen: inzet op CO2 reductie op korte, middellange en lange termijn - Milieudoelstellingen: stikstof-, fijnstof- en geluidsreductie Met aanpak Clean Energy Hubs inzetten op vraag en aanbod Toen Theo Heinink een aantal jaren geleden namens de provincie Gelderland aan de slag ging om een LNG-netwerk binnen de provincie tot stand te brengen, heeft hij niet alleen gekeken naar de realisatie van een aantal vulpunten, maar vooral ook naar het oplossen van de kip/ei problematiek. Zonder vraag geen aanbod en zonder aanbod geen vraag. We zullen vanuit het programma moeten zorgen dat er voldoende Clean Energy Hubs worden gerealiseerd, maar tegelijk ook het gesprek met de transporteurs moeten aangaan over de kansen en (on)mogelijkheden die er liggen in de verduurzaming van de binnenscheepvaart.

Samenwerken is de sleutel voor succes! Toen de Gelderse aanpak om LNG een plaats in het weggoederenvervoer te geven succesvol was, leidde dat tot de vraag vanuit het programma Topcorridors om deze aanpak voort te zetten op de Goederenvervoercorridors (Oost en Zuidoost). Een samenwerkingsverband tussen het Rijk, Rijkswaterstaat (RWS), ProRail, de provincies Gelderland, Noord-Brabant, Limburg en Zuid-Holland, de Topsector Logistiek en het Havenbedrijf Rotterdam. De provincie Gelderland werd, in de persoon van Theo, gevraagd deze aanpak op landelijke schaal verder vorm te geven. In de transitie naar duurzame brandstoffen is echter geen sprake van één stip op de horizon en is een lange weg te gaan. Voor Theo was een van de voorwaarden om dit programma te trekken, dat er ingezet moest worden op meer dan alleen LNG. Zet in op een mix van verschillende duurzame brandstoffen en energiedragers, waarbij op dit moment vooral wordt gekeken naar de inzet van HVO (biodiesel), bio-CNG, bio-LNG, batterij-elektrisch rijden en varen en op termijn mogelijk rijden en varen op waterstof (brandstofcel of in verbrandingsmotor). Daarbij moeten wij ook altijd alert blijven op nieuwe ontwikkelingen, waarbij methanol in de binnenvaart en kustvaart ook als een van de veelbelovende energiedragers wordt gezien. Een ander punt was dat een samenwerking op het gebied van duurzame brandstoffen met vier provincies veel te beperkt was. Een tweede voorwaarde was daarom dat geprobeerd zou worden om alle twaalf provincies bij dit onderwerp te laten aanhaken. Dat is gelukt! In 2024 hebben alle provincies zich aangesloten bij dit programma. Ook samenwerking met onze buurlanden is essentieel, aangezien een groot gedeelte van het goederenvervoer en zeker de binnenscheepvaart over de grenzen gaat. Daarnaast wordt er vanuit de werkgroep binnenvaart ook nauw samengewerkt met andere havenbedrijven. Onafhankelijke rol Als laatste wenste hij onafhankelijk te kunnen werken en daarbij ook een kritisch geluid te kunnen laten horen als Europese en nationale regelgeving niet goed aansluit op de dagelijkse praktijk Theo Heinink waar ondernemers mee te maken hebben. Juist overleg met het bedrijfsleven maakt dat het programma goed weet waarop ingezet kan worden. Verduurzaming wegtransport als voorbeeld voor de binnenscheepvaart Het wegtransport kan als voorbeeld dienen voor de binnenscheepvaart. Vanuit het programma Clean Energy Hubs denken wij ook mee om te komen tot een dekkend netwerk op tactische locaties aan het water. Dit kan zijn bij de grotere bestaande bunkerstations in Nederland. Voor batterij-elektrisch varen of varen op waterstof ben je deels afhankelijk van containerterminals, waar laadpunten voor batterijof waterstofcontainers geplaatst kunnen worden (in verband met verwisselbare accucontainers of waterstof tanktainers). Voor de kleinere vermogensbehoefte zijn er mogelijkheden voor batterij-elektrisch varen met vaste accupakketten. Hiervoor zal snel laadinfrastructuur aangelegd moeten worden (bijvoorbeeld in combinatie met walstroom-voorzieningen). Dit kan bij binnenhavens, overnachtingsplaatsen, bij bruggen, sluizen en overslagpunten. Vanzelfsprekend zullen wij ook nieuwe ontwikkelingen volgen in deze sector. Juist de nieuwste ontwikkelingen zouden deel kunnen uitmaken van de aanpak rond Clean Energy Hubs. Voor deze aanpak is een regisseur Clean Energy Hubs voor de binnenvaart, in de persoon van Rob de Leeuw van Weenen (Panteia) aangetrokken. Hij stuurt het onderdeel binnenvaart aan vanuit de Learning Community Clean Energy Hubs. Samen met de provincies, havenbedrijven en Rijkswaterstaat worden de geschikte locaties in beeld gebracht. Een van de aandachtspunten hierbij is, dat de markt voor binnenvaartschepen (circa 8.000 schepen) veel kleiner is dan voor zware vrachtwagens (bijna 150.000 in Nederland). Daarbij is de gemiddelde afschrijvingstermijn van de motor van een binnenvaartschip ongeveer 25 jaar ten opzichte van 7 jaar bij een vrachtwagen. Dat maakt het lastiger voor de binnenvaart om in te zetten op veel verschillende energiedragers of snel de overstap van het ene naar het andere alternatief te maken. Havenlocaties 2024 - 67

Eemshaven Delfzijl Leeuwarden Harlingen Westerbroek Veendam Heerenveen Meppel Hasselt IJmuiden Velzen Amsterdam Lelystad Harderwijk Kampen Almelo Deventer Alphen a/d Rijn Utrecht Maasvlakte Rotterdam Bergambacht Tiel Alblasserdam Botlek Moerdijk Oosterhout Vlissingen Zeebrugge Terneuzen Antwerp Beverdonk Roermond Ghent Willebroek Kortrijk Avelgem Lille (F) Leie Valenciennes (F) Mons Scheldt Charleroi Dinant Meuse La Louviere Namen Liège Vilvoorde Brussels Genk Geel Meerhout Beringen Born Stein Köln Rhine Containerterminals en bunkerstations als ideale locatie voor Clean Energy Hubs Voor wat betreft het wegtransport heeft onderzoek uitgewezen dat bedrijventerreinen de uitgelezen plaatsen zijn om een Clean Energy Hub neer te zetten. Gebleken is dat transporteurs lokaal hun prijsafspraken maken en dat zij willen dat hun chauffeurs volgetankt op pad gaan. Daarom is de realisatie van een Clean Energy Hub bij 68 - Havenlocaties 2024 Düsseldorf Bergen op Zoom Gorinchem Oss Den Bosch Waalwijk Tilburg Veghel Venray Duisburg Venlo Dortmund Cuijk Wesel Nijmegen Doesburg Emmerich Hengelo Bestendig en duurzaam beleid noodzakelijk In de binnenscheepvaart worden grote investeringen voor de langere termijn gedaan. Daarom is het belangrijk, dat de overheid ook voor deze sector bestendig beleid voert en richting geeft. Bestendig beleid betekent dat je een eenmaal gemaakte keuze blijft ondersteunen gedurende de looptijd dat je iets gebruikt. Een aantal jaren geleden was LNG dé oplossing. Toen kwam het batterijelektrisch varen in opkomst (Zero Emissie Services) en nu zijn er programma’s rond waterstof, zoals Rh2ine en Condor. Ook het varen op methanol en flow batteries krijgen steeds meer aandacht. Het is jammer dat er door de overheid snel omgeschakeld wordt, waarbij de eerste transitiestappen ook weer snel vergeten worden. De ondernemer die een aantal jaren geleden in een duurzame brandstof heeft geïnvesteerd, komt hierdoor in de knel en denkt wel twee keer na voordat er nieuwe investeringen worden gedaan. Dit is bij de eerste fase rond het varen op LNG ook gebeurd doordat de overheid deze initiatieven niet volledig heeft ondersteund.

de ontsluiting/toegang van een bedrijvenpark zeer wenselijk. Helemaal kansrijk wordt het als op deze locatie meerdere duurzame brandstoffen worden aangeboden en er wordt gekeken of er een combinatie te maken is met andere opgaven. Zoals truckparking, verzorgingsplaatsen, overnachtingsmogelijkheden, voeding in combinatie met vergaderplaatsen en werkplekken en andere combinaties die de ruimte zo effectief en efficiënt mogelijk gebruiken. De vierkante meterprijs is hoog, waardoor multifunctioneel gebruik wenselijk is. Op die manier ontstaat een soort facility centrum op een bedrijventerrein dat gemakkelijk toegankelijk is. Ook kan het helpen als er openbare laadpleinen worden gerealiseerd in plaats dat bedrijven hun eigen voorzieningen treffen. Die zijn duur en inefficiënt in een periode van netcongestie. Dat het nog beter kan, blijkt bijvoorbeeld al als de vrachtwagens die hier overnachten van de diesel aggregaten af kunnen en walstroom (lokaal duurzaam opgewekte elektriciteit) kunnen gebruiken. Dit voorkomt de uitstoot van CO2, stikstof en fijnstof en het verbetert de leefomgeving (ook voor de chauffeurs zelf!) aangezien de generatoren geen geluid meer maken. Het is goed om ook op deze manier naar de ontwikkelingen van Clean Energy Hubs aan het water te kijken. Zien welke koppelkansen er zijn om een Clean Energy Hub tot een kansrijk geheel te maken. Een gecombineerde Clean Energy Hub voor weg en water is natuurlijk ideaal, maar blijkt in de praktijk vaak moeilijk te realiseren. Een sterke businesscase door combinatie van functies Het lijkt allemaal simpel, maar dat is het niet. Gemeenten denken soms een aantal stappen in de transitie te kunnen overslaan, het met één enkele oplossing te kunnen doen of het volledig aan de markt over te kunnen laten. Door meerdere alternatieve brandstoffen/energiedragers op één plaats aan te bieden wordt de vaak beperkte en kostbare ruimte efficiënter gebruikt. Gemeenten kunnen hierin faciliterend optreden en verschillende initiatiefnemers bij elkaar brengen, waardoor de businesscase voor alle betrokkenen interessanter wordt. Ondernemers zijn zelf de beste ambassadeurs Aardig is ook om te vermelden dat de schippers zelf de beste ambassadeurs zijn om de transitie naar duurzame brandstoffen verder te brengen. Een schipper van een binnenvaartschip op diesel is nieuwsgierig naar de bevindingen van schippers die ervaringen hebben opgedaan ten aanzien van het gebruik van LNG, HVO, elektrisch varen of varen op waterstof! Om binnenvaartschippers te helpen bij het maken van de juiste keuze in de energietransitie is in december de Refit Alliantie officieel ‘van wal’ gegaan. Een unieke samenwerking tussen bedrijfsleven, overheid en kennisinstellingen, waarbij vanuit een open innovatiestructuur kennis gedeeld wordt en gewerkt wordt aan collectief gestandaardiseerde refits van bestaande schepen. Naar een dekkend netwerk Het programma Clean Energy Hubs heeft zeker nog tot 2030 bestaansrecht omdat de realisatie van een Clean Energy Hub een doorlooptijd van vier tot zeven jaar vergt. Doelstelling is om tot 2030 100 Clean Energy Hubs voor het wegtransport in Nederland te realiseren en voor de binnenvaart een netwerk van Clean Energy Hubs te hebben langs de belangrijkste vaarwegen. Doet u mee? Vanuit het programma zijn wij altijd bereid om mee te denken bij de ontwikkelingen en inrichting van nieuwe en bestaande bedrijventerreinen en locaties voor de binnenvaart in relatie tot Clean Energy Hubs. Dat doen wij graag samen met u! Meer informatie kunt u vinden op de website Clean Energy Hubs of u kunt contact opnemen met de landelijk coördinator / business developer Clean Energy Hubs onder telefoonnummer (06) 528 02 026 of via de e-mail t.heinink@gelderland.nl << Havenlocaties 2024 - 69

Blueports Limburg: Samenwerken is de sleutel naar snellere verduurzaming Blueports Limburg is een succesvol samenwerkingsverband van elf havens aan en rond de Maas. Gesteund door CEFsubsidies uit Brussel zijn ze koplopers op het gebied van duurzame ontwikkeling en de circulaire economie. En het kan nog beter. W e spreken zes sleutelfiguren die bij Blueports betrokken zijn. In een rondetafelgesprek kijken we naar de geboekte successen en de uitdagingen voor de toekomst. Blueports lijkt op het eerste gezicht een bonte verzameling van onder andere private en publieke havens. Blueports zijn vooral de Nederlandse havens, maar het verband schurkt ook nadrukkelijk tegen zes Belgische havens aan rond het Albertkanaal. Alle zes benadrukken ze dat samenwerking de sleutel tot succes is, en dat kan heel klein beginnen. Jaap Deutekom is hoofd projecten bij Teunesen Zand en Grint bv en daarnaast projectmanager van de voorgenomen uitbreiding van de Haven Heijen. “We zijn maar kleine havens. Dus als we iets op een andere manier doen, dan is dat vaak voor het eerst”, legt Deutekom uit. “Het is ontzettend prettig dat je dan een andere haven kunt bellen. Bijvoorbeeld met de vraag hoe deze het vraagstuk rond de walstroom heeft aangepakt.” Volgens Deutekom pakt de premier van Nederland zelf de telefoon op als de directeur van de Rotterdamse haven belt, maar Limburgse havens moeten bij een ambtenaar op het ministerie beginnen. Het helpt als je de krachten bundelt. “Ik vind vooral ook de kracht, dat we daarin met z’n allen samenwerken en daardoor eigenlijk als samenwerkend geheel toch groot zijn.” Limburgse hoofdrol in distributie Ton Neumann is coördinator goederenvervoer en logistiek voor de Provincie Limburg. De provincie is penvoerder van de Europese subsidieprojecten Rhombus. Neumann benadrukt dat Limburg rijk is aan industrie. “En die industrie heeft veel aan- en afvoer aan grondstoffen en eindproducten.” De Limburgse binnenhavens spelen een hoofdrol in de distributie en logistiek. “Ze faciliteren het bedrijfsleven op een hele efficiënte manier. Want als het allemaal met vrachtwagens zou moeten gebeuren dan zouden die allemaal in Brabant blijven steken.” Als het op duurzaamheid aankomt dan heeft de scheepvaart nu nog een voorsprong op het wegverkeer. “Maar als over vijf jaar alle vrachtauto’s elektrisch zijn en de schepen nog steeds op fos70 - Havenlocaties 2024

Haven Maasbracht siele brandstof varen, dan zijn we deze voorsprong kwijt”, meent Neumann. En daarom is de regio zo blij met de subsidies uit Europa. Die worden op drie vlakken ingezet. Het overgrote deel gaat naar de uitbreiding van de Limburgse havens. Het doel is om zo de modalshift, van wegvervoer naar vervoer over water, meer vorm te geven. Met aantrekkelijker havens zullen ondernemers sneller voor water kiezen en minder snel voor de weg. Het tweede gedeelte wordt ingezet voor het verduurzamen van de havens zelf, zoals de aanleg van walstroom. Dat zorgt dat afgemeerde schepen niet langer afhankelijk zijn van een stroomgenerator. Het geld wordt ook gebruikt om diesel gestookte apparatuur en installaties te vervangen door elektrisch aangedreven exemplaren. Bob Joosten is algemeen directeur bij Wessem Port Services, een logistiek dienstverlener voor bulkgoederen, met vier binnenhavens in Nederlands en Belgisch Limburg. Hij is al druk bezig met de verduurzaming, al gaat dat niet zonder slag of stoot. “We hebben zeker voor heel wat problemen gestaan, we hadden hier een infrastructuur waar nog weinig elektrificatie was”, vertelt Joosten. Inmiddels zijn alle overslag- en andere installaties geëlektrificeerd. “Om een nieuwe stap te maken, willen we nu onze overslagkranen, de wielladers en de vrachtwagens elektrificeren. Maar die volledig elektrisch aangedreven kranen zijn een factor duurder en dat geldt ook voor e-trucks.” Ook hier is weer samenwerking nodig, zo benadrukt Joosten, in dit geval met de overheid die een dergelijke investering een zetje moet geven. Investering voor circulaire grondstoffen Merijn Wetzels van Chemelot is projectdirecteur Port of Chemelot Stein. “Wij hebben de subsidie gebruikt om studies uit te voeren naar Haven Maasbracht Havenlocaties 2024 - 71

Foto Waterschap Limburg Willem-Alexanderhaven Roermond de duurzame ontwikkeling van de haven en ook voor een capaciteitsstudie.” Naast de energietransitie is volgens hem, de grondstoffentransitie ook van wezenlijk belang. Er moet ook gebouwd worden: circulaire grondstoffen hebben andere infrastructuur nodig. ”Denk hierbij aan nieuwe terminals voor circulaire en biobased grondstoffen, zoals pellets van huishoudelijk afval, plastics, hout of bio-ethanol.” Volgens Wetzels is Chemelot koploper qua verduurzaming in Nederland. Chemelot wil in 2050 klimaatneutraal produceren met circulaire grondstoffen. “Wij versterken daarmee de circulaire economie in Nederland en Europa.” Daarbij is volgens hem de ontwikkeling van de Limburgse binnenhavens essentieel. “We hebben subsidie gekregen voor de uitbreiding van onze haven ten behoeve van circulaire producten en grondstoffen die wij voor de transitie van de Chemelot-site nodig hebben.” Om het vervoer van circulaire grondstoffen tussen de haven en de site te verduurzamen, onderzoekt Chemelot de mogelijkheid van - deels autonoom – elektrisch vervoer op de verbindingsroute. “Met de inzet hiervan op deze zogenaamde multimodale corridor maken we de omgeving stiller, schoner en veiliger. Hierbij heb je medewerking en afstemming nodig met lokale overheden om bestemmingsplannen te wijzigen en om vergunningen te krijgen.” Roermond zet het grootste deel van de subsidie in voor het uitbreiden van de infrastructuur. 72 - Havenlocaties 2024 Foto Waterschap Limburg Willem-Alexanderhaven Roermond Dominique De Pré is de project-manager bij Port of Roermond, en verantwoordelijk voor de ontwikkeling van de havengebonden infrastructuur, de kadeconstructies. Ook in Roermond moet extra havencapaciteit een impuls geven aan de modal-shift van weg naar water. Een klein deel van de subsidie gaat naar elektrificatie van het materieel. “Containerterminal BCTN, in de Willem Alexanderhaven werkt momenteel nog volledig met dieselkranen. Zij gebruiken hun deel van de subsidie om een elektrische portaalkraan te plaatsen”, vertelt De Pré. Zo’n ontwikkeling is belangrijk omdat het een positieve bijdrage levert aan een leefbare omgeving en het welzijn van de mensen die rond de haven wonen. Het verduurzamen van de vloot Het derde spoor waar de CEF-subsidie aan besteed wordt, is het verduurzamen van de vloot. Op die vloot hebben de Blueports-partners natuurlijk nauwelijks invloed, maar ze kunnen de overstap naar duurzaam varen wel faciliteren, bijvoorbeeld met een Clean Energy Hub (CEH) een tank- en laadvoorziening voor schone brandstoffen, die minstens twee verschillende schone brandstoffen aanbiedt. De haven van Maasbracht vervult al lang een functie als ‘tankstation’ voor de binnenvaart en lijkt dus een logische locatie voor zo’n CEH. De gemeente deed een haalbaarheidsonderzoek. Daaruit bleek dat de investering niet op korte termijn is terug te verdienen.

Haven Stein Maarten Mertens is projectleider Havens Maasgouw. Zijn belangrijkste speerpunten zijn de integrale gebiedsvisie haven Maasbracht, de revitalisering van de industriehaven Koeweide, van de scheepswerf en de realisering van een Clean Energy Hub (CEH). Over dat laatste zegt hij: “Het is een beetje het kip en ei-verhaal. Er zijn weinig schepen op elektriciteit. En die schepen komen er niet als er geen laadpunten zijn.” Daarnaast speelt de onduidelijkheid over keuzes in de toekomst een belangrijke rol bij een eventuele investeringsbeslissing. Gaan schepen straks massaal elektrisch varen of wordt het toch waterstof? Voor de aanleg van een CEH maakt dat nogal een verschil. Ook de levensduur van schepen is een belangrijke factor. Mertens: “Vrachtwagens worden iedere vijf jaar vervangen. Motoren van schepen eens in de dertig jaar.” Hij geeft aan dat ook hier de steun van de overheid dringend noodzakelijk is. “Uit onze studie kwam onder andere dat in 2030 slechts acht schepen CO2-vrij langs Maasbracht zouden varen.” Het toont ondubbelzinnig aan dat samenwerking tussen alle partijen in Nederland en Europa de belangrijkste weg naar verduurzaming is, in Limburg zijn ze er klaar voor. << Haven Maasbracht Havenlocaties 2024 - 73

Wessem Port Services Group BV VOLOP IN ONTWIKKELING NAAR TOEKOMSTBESTENDIGE HAVENS IN EEN CIRCULAIRE ECONOMIE MET DUURZAME LOGISTIEK. De Wessem groep, met haar binnenhavens in Wessem, Stein, Maastricht en Lanaken (B) ontwikkelt zich in de komende jaren tot een belangrijke logistieke hub in de aan- en afvoer van circulaire grondstoffen. ken, ompakken, breken en voor de circulaire activiteiten, shredden, reinigen, malen en zeven van diverse kunststoffen. Dit alles kan als maatwerk voor onze partners uitgevoerd worden. De hoofdlocatie in Stein is met haar 15 Ha terrein en 1.000 m kadelengte voortreffelijk ingericht voor de op- / overslag en bewerking van grote goederenstromen, die voornamelijk afkomstig van, of bestemd zijn voor de diverse chemiebedrijven op het industrieterrein Chemelot. In de afgelopen 10 jaren werd er al volop geïnvesteerd in een duurzame logistiek met volautomatische all-weather scheepsbeladingsinstallaties. Een grote uitdaging was het destijds om voldoende netwerkcapaciteit voor elektriciteit te kunnen reserveren, die straks ook op een duurzame manier zal worden opgewekt. Tenslotte ligt naast ons chemiecluster Chemelot die Europees koploper is in duurzaamheid en zo snel mogelijk wil evolueren naar een klimaat neutrale site. Er zullen zich ook nieuwe J aarlijkse investeringen versterken het uitgebreide aanbod van logistieke diensten om de ca. 5 Mio ton grondstoffen op een efficiënte en vooral duurzame wijze af te handelen. Ruim 80% wordt via het water getransporteerd, uiteraard blijft de ‘first or last mile’ een belangrijke schakel voor het wegvervoer. Onze eigen Wegtransport afdeling, met o.a. bulkkippers, walking-floors en huiftrailers, wordt hier voor ingezet. Al onze locaties zijn gelegen aan diep vaarwater (Vb) waar schepen van 135 m lengte met ca. 3.000 ton grondstoffen gemakkelijk kunnen aanmeren. Door onze uitgebreide internationale netwerken van zeehavens, binnenhavens en vervoerders, zijn wij in staat om de gehele supply chain te regelen voor onze vele gerenommeerde industriële partners. Peter van Gemert, commercieel directeur, geeft aan dat het niet alleen om multimodaal transport gaat maar ook om de Value Added Logistics, zoals bijvoorbeeld het bewerken, mengen, verbul74 - Havenlocaties 2024

aangeboden worden. We zien hier een stijgende trend in de aanvoer van gerecyclede grondstoffen voor een circulair gebruik in, met name de bouw. Op de locatie Wessem wordt momenteel hard gewerkt om de overdekte opslagmogelijkheden uit te breiden naar ruim 7.500 m2. Uiteraard is er een groot verhard terrein van 4 Ha en een kade voor de buitenopslag aanwezig. Tevens is de vergunning uitgebreid voor de opslag en handling van grondstoffen voor de diervoederindustrie (GMP+). Als Value added Logistics wordt het verpakken in Big Bags of het verbulken van Big Bags naar vrachtwagens aangeboden. Kortom ook deze locatie is op de toekomst voorbereid. industriële bedrijven gaan vestigen die behoefte hebben aan circulaire grondstoffen die op een duurzame manier vervoerd moeten worden. Uitzonderlijk voor de inlandterminal Stein is de uitgebreide vergunning voor de opslag van diverse reststromen op, recent gerenoveerde, vloeistofdichte terreinen. In 2023 werd bovendien een gloednieuwe Big Bag verpakkingslijn in gebruik genomen voor het verpakken van kunstmest. Onlangs werd, de aan het Albertkanaal gelegen, kade in Lanaken (B), verlengd naar ruim 750 meter en beschikken wij over meerdere laad- en losplekken. Droge bulkstromen kunnen zowel op de verharde kade alsook in nabijgelegen vlakloodsen opgeslagen worden. Ook wordt er o.a. gecertificeerd zand & grind geleverd aan de regionale beton- en keramische industrie, grondwerkers en aannemers. Op aanvraag kunnen er ook vrachtwagens gemengd zand Vanuit de Beatrixhaven in Maastricht (BRZO gecertificeerd) wordt de traditionele maak-industrie beleverd. Naast onze overdekte opslagmogelijkheden vinden ook hier diverse bewerkingen van grondstoffen plaats. Aan deze kade kunnen we simultaan 3 schepen laden of lossen en worden tevens los- of laadwerkzaamheden bij andere watergebonden bedrijven in de omgeving aangeboden. In 2019 werd er op deze terminal al een circulaire activiteit gestart met de bewerking van diverse kunststof reststromen en begin 2024 is er geïnvesteerd in een nieuwe ‘state of the art’ verwerkingsinstallatie voor kunststof folies afkomstig uit de land- en tuinbouw. De bewerkte en gewassen Multi modaal transport Binnenvaart Wegtransport Short Sea zeevaart Containervervoer Railtransport folies worden weer als vervangende grondstof ingezet voor de productie van nieuwe folies of kunststoffen. Kortom, een mooi staaltje van circulariteit. Wessem Port Services heeft alle instrumenten in handen om de huidige en nieuwe, uitdagende logistieke goederenstromen als maatwerk op een duurzame en circulaire manier in te richten en daarmee haar terminals toekomstbestendig te maken. << Value Added Logistics Breken, zeven, coaten, Mengen Verbulken naar silowagens Big Bags vullen/ompakken Verticale containerbelading Insourcing op klantlocatie Recycling van reststromen Havenlogistiek Droge bulk en Big Bag overslag Opslag in vlakloodsen Buitenopslag Break bulk overslag Vloeistofdichte vloeren Uitgebreide vergunningen Wessem Port Services Group BV T +31 46 474 7777 Info@wessem.com www.wesssem.com Havenlocaties 2024 - 75

Unieke hotspot voor nautische bedrijvigheid Maurice Swets zocht een geschikte ligplaats voor zijn schepen. Die vond hij dicht bij huis, in Zwijndrecht, langs de Oude Maas. Tegelijkertijd kreeg hij het aanbod om naast de kade ook het bedrijventerrein dat er achter ligt te ontwikkelen. Z o begon het avontuur dat inmiddels PIER14 heet, en een unieke locatie wordt voor bedrijven die zijn verbonden aan de nautische sector. Maurice is directeur-eigenaar van Blue Amigo, specialisten in de nautische wereld. Het ontwikkelen van een bedrijventerrein was niet eerder op zijn pad gekomen, en dus zocht hij contact met Roeland Voerman van FRED Developers. Een projectontwikkelaar uit Amsterdam. “We hebben onze krachten gebundeld toen bleek dat Maurice over deze unieke locatie kon beschikken. Het is een gebied met een enorme grootte dat herontwikkeld moet worden tot een gemengd bedrijventerrein met een nautisch karakter”, vertelt Roeland. Hij heeft ruime ervaring met complexe projecten. Zo staat hij aan de wieg van Nieuw Kijkduin, een compleet nieuwe badplaats bij Den Haag. De gemeente Zwijndrecht is eigenaar van de grond en zij zocht een bekwame ondernemer die het aandurft om zo’n groot gebied te ontwikkelen. Zwijndrecht is het centrum van de vaderlandse binnenvaart. Veel nautische bedrijven bevinden zich in deze regio. “Maar die bedrijven zitten heel erg verspreid”, legt Maurice uit. “Het is een hele grote wereld, maar toch kent iedereen elkaar. En in deze branche gunnen ze elkaar veel.” De gemeente wil deze bedrijven graag clusteren en daarom wil ze dat PIER14 zich vooral concentreert op nautische bedrijven. “Door die clustering versterken ondernemers elkaar.” Het terrein kent veel bijzondere kenmerken. Dat het aan drie kanten omsloten is door de Oude Maas is natuurlijk volstrekt uniek. Het is daarnaast een van de spaarzame plekken aan het water waar nog ontwikkeld kan worden. 76 - Havenlocaties 2024

Roeland Voerman staat aan het hoofd van het bedrijf dat zijn vader in 1975 is gestart. FRED Developers legt zich toe op beleggen en het ontwikkelen van vastgoedbestemmingen en werkt graag met watergebonden locaties. Het bedrijf heeft zich ontwikkeld tot een groot, creatief en professioneel vastgoedbedrijf. Roeland is in 1995 in de zaak gekomen. En dit gebeurt op duurzame wijze. PIER14 wordt een ‘nul op de meter’-gebied, een gasaansluiting komt er niet. Ook krijgen alle daken zonnepanelen waardoor er een energiehub tot stand komt. Ondernemers kunnen de opgewekte zonneenergie benutten voor hun eigen bedrijvigheid, en het kan ook gedeeld worden met de buren. Warmte, en zo nodig koude, voor de bedrijfshallen en de kantoorvilla’s komt uit een eigen duurzame installaties. Het zijn niet de enige duurzame aspecten die PIER14 aantrekkelijk maken. Op het terrein stond vroeger de fabriek van Schokbeton. “We overwegen altijd renovatie. We gaan zoveel mogelijk materialen, zoals het beton, hergebruiken. En de nieuwe gebouwen voldoen altijd aan de hoogste normen voor isolatie”, vertelt Roeland. “Als het gebied klaar is, zal je versteld staan van de natuurrijke aanblik. Je zult veel bomen treffen, en zodra je het terrein opkomt word je overweldigd Maurice Swets is een dienstverlener in de nautische wereld. Zijn bedrijf Blue Amigo maakt sinds 1970 alle verbindingen over water mogelijk, met en voor mensen, met vaartuigen en expertise. Met ruim 1000 medewerkers door heel Nederland biedt Blue Amigo deze diverse nautische diensten aan. Maurice Swets is in 1997 in de zaak gekomen. door een overvloed aan groen, bijvoorbeeld als bekleding van de wanden.” Het gebied met louter nautische bedrijven zal 24/7 gaan bruisen, dat verhoogt de veiligheid. Aan het water komen twee kantoorvilla’s met vier lagen elk. Daarachter komen bedrijfsruimtes voor bijvoorbeeld de maak-industrie of voor logistieke bedrijven, met steeds eigen kantoorruimte. “Denk aan scheepstimmerbedrijven of een schildersbedrijf gespecialiseerd in de binnenvaart”, legt Maurice uit. “Of bedrijven die onderdelen leveren, zoals ankerkettingen of filters. En in de kantoorvilla’s kan bijvoorbeeld een verzekeringsbedrijf komen.” Het terrein heeft twee kades, geschikt voor binnenvaartschepen en kleine zeevaart. “We liggen aan de goede kant van de bruggen.” Langs de derde oever komt mogelijk een afmeerplek voor Rijncruiseschepen, waarna de toeristen op PIER14 overstappen op de waterbus naar Kinderdijk. Of ze kunnen een drankje doen bij een ander hoogtepunt van PIER14: de horeca met een adembenemend uitzicht over de Oude Maas. De horeca zal geëxploiteerd worden door 1nul8, een Rotterdams bedrijf dat ruimschoots zijn sporen verdiend heeft. Roeland: “Niet alleen voor een kopje koffie kan je er terecht, ook voor ontbijt, lunch, take-away en diner. En ’s avonds zijn er events. Maar het hoogtepunt is een groot terras op het zuiden, met uitzicht over het water, dat vind je nergens in de buurt.” De lijst met unieke onderdelen van het project lijkt onuitputtelijk, en dan hebben we het nog niet gehad over de architectuur. De kantoorvilla’s komen aan het water. Het uitzicht wordt inspirerend. Zin om uit te waaien, een kleurtje op te doen of gewoon te flaneren? Dat kan langs de waterkant. Zelfs de bereikbaarheid van PIER14 is uniek. Je komt er makkelijk met de reguliere streekbus, en in de toekomst is de locatie ook bereikbaar via het water. Op de A16 ben je met de auto in luttele minuten. Maurice en Roeland zijn ervan overtuigd dat de belangstelling voor dit gebied groot zal zijn. Na de zomer moet de schop de grond in, en eind 2025 zal het gebied klaar zijn. Nu al is 80% van alle oppervlakte verkocht of verhuurd. Geen wonder dat Roeland enthousiast is: “Doelgroep-bewust ontwikkelen, dat past heel erg ons bij ons DNA. Maurice kent als geen ander de doelgroep en wij kennen het vak van ontwikkelen. Die combinatie is een garantie voor succes met PIER14.” << Bedrijven die interesse hebben om zich te vestigen binnen deze unieke bestemming, kunnen terecht op www.PIER14.info

AMER SHIPPING Vooruitstrevend in het verduurzamen van de supplychain Het verduurzamen van de eigen vloot en daarmee de supplychain van zijn opdrachtgevers is een belangrijk onderdeel van de visie van Amer Shipping. Commercial supplychain-manager Kai Winkelman: “Opdrachtgevers realiseren zich niet altijd dat het uit oogpunt van duurzaamheid interessant kan zijn om grondstoffen van verder weg te halen.” A mer Shipping werd in 1996 opgericht als bevrachtingskantoor voor de binnenvaart. Inmiddels is het bedrijf uit Raamsdonksveer uitgegroeid tot een bevrachtingskantoor met 20 eigen schepen en ruim 20 zogenoemde relatieschepen. Totaal verscheept de vloot zo’n 8,5 miljoen ton per jaar. Amer Shipping richt zich op het bieden van volledige supplychain-oplossingen en het aangaan van logistieke partnerschappen. Amer Shipping is mede-eigenaar van Ruijtenberg Shipyards, wat een belangrijke toegevoegde waarde is voor het succes van het bedrijf. Vaargebied De vloot van Amer Shipping bestrijkt ruwweg het vaargebied van Noord-Frankrijk tot NoordDuitsland en van Rotterdam tot de Zwarte Zee, inclusief de zijrivieren. De goederen die de schepen vervoeren bestaan hoofdzakelijk uit droge bulk, zoals primaire en secundaire grondstoffen, projectlading, huisvuil en staal. Managing director Peter Buijks: “Heel breed eigenlijk. En we verwachten daarin nog veel groei de komende periode.” Amer Shipping verzorgt voor zijn klanten desgewenst ook containervervoer, voor- en natransport (weg, spoor) en zeetransporten. Schroefasgeneratoren Het verduurzamen van de eigen vloot is een speerpunt, legt Buijks uit. Zeven schepen voldoen inmiddels aan de nieuwste Stage V-normen en nummer acht is ‘onderweg’. De nieuwste schepen zijn uitgerust met schroefasgeneratoren en accu’s. De energie die de schroefas tijdens het varen levert, wordt omgezet naar stroom om te gebruiken voor de algemene stroomvoorziening aan boord, zoals de stuurhut en het woongedeelte. Het accupakket slaat de opgewekte energie hiervoor op. Een aggregaat is hiermee grotendeels overbodig en het systeem bespaart tien liter gasolie per uur. Buijks: “Wij kijken voortdurend wat er beter en slimmer kan bij het verjongen en verduurzamen van onze vloot. Gaan we schepen vervangen, of refitten, bijvoorbeeld. We zoeken constant naar nieuwe oplossingen en passen ons continu aan. Onze opdrachtgevers investeren daarbij steeds vaker als partner in onze duurzame schepen. Dat helpt hen bijvoorbeeld bij (overheids)tenders waarin CO2-rapportage en duurzaamheid belangrijk zijn. Het is belangrijk om samen op te trekken, anders kom je er niet. De nieuwste duurzame schepen hebben een prijskaartje van meer dan 10 miljoen euro.” Voyex-waterstofproject Amer Shipping participeert in het Voyex-waterstofproject van TU Delft. Het idee van Voyex is om geproduceerde waterstof op te slaan in een olieachtige vloeistof die als drager voor de waterstof dient. Kortgezegd komt het erop neer dat een katalysator er vervolgens voor zorgt dat de waterstof de motor aandrijft. Het systeem vangt de olie op zodat die kan worden hergebruikt. Winkelman: “Wij denken dat dit systeem kans van slagen heeft omdat je de bestaande bunkerinfrastructuur niet drastisch hoeft aan te passen. We bunkeren nu immers ook vloeistoffen. Voyex is een nagenoeg dicht systeem met minimaal verlies.” Buijks: “De binnenvaart is van nature conservatief. Wij willen echter klaar zijn voor de toekomst. Vroeger komt namelijk niet meer terug, zeggen wij altijd.” Slimmere stroomlijn Klanten vragen in toenemende mate om hulp bij het verduurzamen van hun supplychain. Winkelman: “De ambitie is dan vaak ‘zero emission’ en vanaf dat uitgangspunt gaan we aan de 78 - Havenlocaties 2024

“Met onze nieuwste schepen kunnen we nog varen bij een diepgang van 1.15 meter. Dan zijn wij de laatste die nog varen.” Eigen werf Met scheepswerf Ruijtenberg beschikt Amer Shipping over een eigen werf met ervaren en vakkundige technici die meedenken over de beste oplossing. Buijks: “Maar ze kunnen ook onderhoud en reparatie uitvoeren aan onze vloot. Zo houden we alles in eigen hand. Dat is een toegevoegde waarde, omdat we desgewenst ook een custommade schip kunnen ontwerpen en bouwen, ook als er specifieke vragen op tafel komen vanuit de circulaire gedachte. Maar we vinden het ook belangrijk om die technische kennis te hebben, zodat we snel kunnen acteren als er eens een storing is.” Winkelman: “Met Amer Shipping garanderen we Secure of Supply omdat we alles in eigen huis hebben.” slag. Nu is dat qua motoren nog met Stage V en HVO100-biobrandstof. Pas als je honderd procent biobrandstof gebruikt, haal je een CO2-reductie van 90 à 91 procent van well tot wheel. De volgende stap is wellicht volledig elektrisch aangedreven schepen, of varen op waterstof.” Buijks: “Ik durf rustig te zeggen dat wij zeer vooruitstrevend zijn in het verduurzamen van de supplychain. We kijken zoals gezegd naar de motoren en het type brandstof, maar ook naar het casco. De stroomlijn van het onderwaterschip is namelijk een belangrijke factor. Aan de ene kant omdat je zo min mogelijk weerstand wilt. Aan de andere kant vanwege de lagere waterstanden in de zomers. Nu is het bij een diepgang van 1.60 meter wel klaar. Met onze nieuwste schepen kunnen we nog varen bij een diepgang van 1.15 meter. Dan zijn wij de laatste die nog varen.” Businesscase uitrekenen Winkelman: “De grote industrieën staan ook onder druk om te verduurzamen. Samen zoeken we naar de beste oplossing om vrachtverkeer van de weg te halen. Opdrachtgevers realiseren zich niet altijd dat het uit oogpunt van duurzaamheid interessant kan zijn om grondstoffen van verder weg te halen. Een volle scheepslading over een grotere afstand levert doorgaans een lagere CO2-uitstoot per tonkilometer op dan hetzelfde volume over een kortere afstand per vrachtwagen. Die businesscase kunnen wij voor klanten uitrekenen en inzichtelijk maken.” Buijks: “Ook als een klant niet direct aan het water zit en er voor- of natransport over de weg nodig is, kan binnenvaart efficiënter en effectiever zijn. Laat ons daarom in de keuken kijken, zodat we kunnen meedenken en de beste oplossing kunnen adviseren.” De ambitie is om de komende jaren twee schepen per jaar te bouwen voor Amer Shipping. De nieuwst aanwinst is de Adriana Maria, een schip ontworpen voor de toekomst, zegt Buijks. “De Adriana Maria heeft een ander ontwerp, met kleinere schroeven. Het schip heeft een verbeterd onderwaterschip waardoor ze bij 1,15 meter kan blijven varen. Het heeft 200 ton meer laadvermogen, wat gunstiger is voor de CO2-uitstoot per tonkilometer. De Adriana Maria is zuiniger in zijn brandstofverbruik en heeft eerder genoemde schroefasgenerator die stroom opwekt. We gaan met een duidelijk strategie doelgericht richting de toekomst: verder verduurzamen en ons aanbod verbreden.” << www.amershipping.nl Havenlocaties 2024 - 79

Dordrecht geeft watergebonden bedrijvigheid de plek die het verdient Dordrecht ligt middenin een maritieme topregio met veel maakindustrie. De stad heeft meerdere havens, met ieder hun eigen karakter. Op de westelijke Dordtse oever bevindt zich de meest landinwaarts gelegen zeehaven van Nederland, met een diepte van 10 meter. Grote zeeschepen kunnen hier naar binnen varen. Aan de noordzijde van de stad liggen de 2de en 3de Merwedehaven bestemd voor de binnenvaart. Op deze twee binnenhavens wordt ingezet op een betere benutting van ruimte en kadegebruik. De gemeente voert er een actief beleid om watergebonden locaties weer beschikbaar te maken voor bedrijven met watergebonden bedrijvigheid. D e Drechtsteden en Gorinchem sloten in 2020 een Regio Deal met het Rijk en de provincie Zuid-Holland. Kansen voor bereikbaarheid, werkgelegenheid, onderwijs en woningbouw gaan immers vaak over de grenzen van de eigen gemeente heen. Door de handen in elkaar te slaan versterken ze op deze manier niet alleen de regio maar ook de eigen gemeente. Binnen de Regio Deal Drechtsteden-Gorinchem wordt ingezet op drie thema’s: • verbetering van de ruimtelijke inrichting om te wonen en recreëren aan het water • meer innovatie voor een toekomstbestendige regio • onderwijs dat beter aansluit op de arbeidsmarkt. Herinrichten oevers De Regio Deal, ingezet op de 2de Merwedehaven, maakt het mogelijk om bedrijven te verplaatsen om zo ruimte aan oevers vrij te maken en anders in te richten. Het motto hierbij is: ‘het juiste bedrijf op de juiste plek’. Zo werd het recyclingbedrijf Peute verplaatst om meer ruimte beschikbaar te maken voor andere watergebonden bedrijvigheid. 80 - Havenlocaties 2024 Artist impression voorkeursvarriant Maasterras (Mecanoo) Begin 2023 verhuisde Dolderman BV, na ruim 65 jaar, vanuit de haven in de binnenstad naar een veel grotere locatie met meer groeipotentie in de 2de Merwede haven. Daar heeft de motorenleverancier en afbouwwerf diverse bedrijfsonderdelen samengebracht, die voorheen op verschillende locaties gevestigd waren. Met twee eigen insteekhavens kunnen ze daar nu ook de grotere schepen met een breedte van 17,5 meter kwijt. De ruimte die hiermee vrijkomt in de binnenstad wordt voor woningbouw gebruikt. “Bedrijven met droge activiteiten, die gevestigd zijn aan het water, helpen wij te verplaatsen naar bedrijventerreinen die passen bij hun

werkzaamheden”, vertelt wethouder Maarten Burggraaf. “Daardoor komen er meer kades beschikbaar voor de vele watergebonden bedrijven in deze regio. Op deze wijze versterken we de werkgelegenheid binnen de maritieme maakindustrie.” Stimuleren van innovatie Binnen de Regio Deal wordt ingezet op het vergroten van de werkgelegenheid in de regio, onder andere door innovatie bij bedrijven te stimuleren. Voor de watergebonden clusters die vrijkomen en herontwikkeld worden, is de gemeente Dordrecht met name op zoek “Bedrijven met droge activiteiten, die gevestigd zijn aan het water, helpen wij te verplaatsen naar bedrijventerreinen die passen bij hun werkzaamheden.” Havenlocaties 2024 - 81

Rechts de zeehaven Dordrecht, in het midden de A16 en links onderaan het gebied dat ontwikkeld wordt tot de nieuwe woonwijk Maasterras. naar innovatieve bedrijven binnen de maritieme sector. Bedrijven die hun productontwikkeling baseren op de maatschappelijke uitdagingen van deze tijd op het gebied van verduurzaming, veiligheid en gezondheid. Zoals nieuwe soorten brandstof of elektrisch varen in verschillende takken van jachtbouw tot aan de bouw van bagger- en werkschepen. Verbinden van arbeidsmarkt en onderwijs Binnen de Regio Deal is afgesproken dat onderwijs beter moet aansluiten op de arbeidsmarkt. Op de Smart Campus Leerpark (SCALE) in Dordrecht worden in het MBO en HBO-onderwijs aparte leerlijnen ontwikkeld die op de nieuwe, duurzame maritieme bedrijvigheid aansluiten. Samen met De bestaande Brugweg biedt straks uitzicht op het Maasterras (Mecanoo) het MKB, scale-ups en kennisinstellingen wordt hier gewerkt aan de producten en diensten van nu en morgen. Zo lopen kennis en bedrijvigheid hand in hand met elkaar op. Circulaire bedrijfsvoering De gemeente Dordrecht gaat de komende jaren meer inzetten op circulaire bedrijfsvoering, als onderdeel van de verduurzamingsopgave. “We gaan actief met bedrijven in gesprek om de circulaire keten te verkennen”, aldus de wethouder. “Afval van het ene bedrijf kan weer een grondstof zijn voor een ander bedrijf.” Circulaire bedrijvigheid is nu al in het zeehavengebied te vinden waar, in samenwerking met Rijkswaterstaat, een kavel wordt gebruikt voor het reviseren van sluisdeuren en bruggen om elders weer in te zetten. Ook zijn er plannen voor een circulaire bouwhub, waar bouwmaterialen na revisie weer een tweede leven kunnen krijgen. De gemeente streeft ernaar in 2024 klimaatneutraal te zijn. Per bedrijventerrein worden daarvoor allerlei doelen geformuleerd op het gebied van bijvoorbeeld CO₂ reductie, minder uitstoot van de binnenvaart en voorzieningen voor elektrisch laden. Maasterras: wonen en werken tegen de haven aan Tegen de Dordtse zeehaven aan ligt de woonwijk Maasterras. Hier worden de komende jaren zo’n 3.500 nieuwe woningen gerealiseerd. “Bij het verder ontwikkelen van deze wijk zoeken we naar mogelijkheden om wonen en werken te com82 - Havenlocaties 2024

Links Rik van der Linden, wethouder Mobiliteit. Rechts Maarten Bruggraaf, wethouder stadsontwikkeling. Foto’s: Ronald van den Heerik bineren”, aldus Burggraaf. “Zo creëren we een interessant woonmilieu met goede voorzieningen, dat ook ruimte biedt aan maritieme bedrijvigheid, maar dan met name in de dienstverlenende sfeer. Dus bijvoorbeeld kantoren of bepaalde productieprocessen zoals 3D-printing of engineering met een lage milieucategorie. Kortom bedrijven die passen in een stedelijk woonmilieu, zonder overlast te geven.” Voor mensen die in het zeehavengebied werken, is de wijk Maasterras een ideale plek om te wonen. Dichtbij goede voorzieningen en dichtbij de werkplek wordt een auto veelal overbodig. Inzetten op meer gebruik van de fiets of het OV is een belangrijk speerpunt binnen de Dordtse mobiliteitsvisie. “We gaan daarbij uit van het STOMP principe”, legt wethouder Rik van der Linden, verantwoordelijk voor mobiliteit, uit. “Dat staat voor Stappen, Trappen, Ov, Mobility as a service (bijvoorbeeld het delen van een voertuig) en dan pas de Personenauto. We kiezen hiermee zoveel mogelijk voor vormen van mobiliteit die weinig ruimte vragen.” << www.stadsasdordt.nl De woongebieden worden optimaal ingericht voor voetgangers en fietsers achter geluid afschermende bebouwing (Mecanoo) Havenlocaties 2024 - 83

Het belang van goede vaarwegen De roep om meer transportvolume van de weg te halen en over het water te vervoeren wordt steeds groter. Het wegennet is overvol en vervoer over water is vele malen duurzamer. De binnenvaart is nu verantwoordelijk voor 35% van het totale goederenvervoer. Vanuit de Nederlandse overheid en de Europese Unie wordt beleid geformuleerd om de komende jaren de modal shift van weg naar water (en spoor) een verdere boost te geven. De verwachte toename van grondstoffenstromen uit de circulaire economie (zoals schroot en plastic) zal nog meer volume gaan toevoegen aan de binnenvaart, evenals de verwachte groei in containers. De branche is er klaar voor, overal klinkt de roep om gezamenlijk de schouders eronder te zetten. Maar zijn onze vaarwegen wel goed genoeg op orde om met de binnenvaart een betrouwbaar en betaalbaar product te kunnen leveren? W e legden de vraag voor aan verschillende inland terminals, de nieuwe voorzitter van VITO en aan Rijkswaterstaat. Helaas was de bijdrage van Rijkswaterstaat, voor het ter perse gaan van dit magazine, nog niet in ons bezit. Zorgen in Limburg “We moeten onze vaarwegen meer en beter gaan gebruiken, want daar liggen voor de toekomst de kansen”, aldus Peter van Gemert, Commercial Director bij Wessem Port Services Group. “Maar De Oostkolk van sluis Weurt. dat moet dan wel goed gefaciliteerd worden. Er is in de afgelopen decennia veel achterstallig onderhoud ontstaan aan sluizen en bruggen. Waar de problemen liggen is inmiddels wel voor iedereen duidelijk, maar welke krijgen de prioriteit? Er zijn maar weinig mensen in Nederland die daar een goed overzicht over hebben. Bovendien veranderen prioriteiten ook door verschuivingen in budgetten.” Zijn grootste zorg ligt bij het voornemen om het Julianakanaal over een lengte van drie kilometer droog te leggen vanaf Berg aan de Maas tot de sluis in Born, voor een periode van ruim een half jaar. Dat is nodig om het kanaal te verbreden en te verdiepen zodat het toegankelijk wordt voor klasse Vb schepen. Van Gemert voorziet grote problemen voor de regio als de aanvoer over water gaat stokken, bijvoorbeeld voor Industrial Park Chemelot, een watergebonden grootverbruiker in Sittard-Geleen. “Dat wordt ver omvaren via Antwerpen tegen hogere kosten.” Gelijktijdig met de geplande drooglegging van het Julianakanaal starten in Limburg de verbredingswerkzaamheden aan de snelweg A2, waardoor transport over de weg een slecht alternatief is. Ook worden in diezelfde periode in Antwerpen grote werkzaamheden uitgevoerd aan en op het Albertkanaal, met het risico op volledige stremmingen in de omvaarroutes, met mogelijke shutdowns van fabrieken tot gevolg. “We hebben dit inmiddels, samen met andere partijen, op alle niveaus aangekaart. We voeden het ministerie en Rijkswaterstaat met adviezen en impactanalyses, maar tot op heden lijkt men onvermurwbaar.” Verbazing in Brabant Iets noordelijker is de Brabantse ondernemer Wil Versteijnen, CEO van BTT Multimodal Container Solutions, oprecht verbaasd over hoe sommige overheidsvoornemens lijnrecht tegenover de doelstellingen van modal shift lijken te staan. Zoals het bezuinigingsvoorstel om de 24/7 bediening van de sluis in Oosterhout te stoppen, waardoor er in weekenden niet kan worden gevaren. “Containerlogistiek kent geen weekenden. Wij verwerken op onze terminals in Tilburg de meeste containers op zaterdag en zondag. Als de sluis dichtgaat liggen onze schepen pas op maandagochtend om 10 uur onder de kraan. Containers zijn dan veel later beschikbaar voor klanten en dat komt onze betrouwbaarheid niet ten goede. Gezien de landelijke en Europese doelstellingen 84 - Havenlocaties 2024

Sluis Grave biedt een alternatieve route in geval van stremmingen bij Weurt, maar heeft ook achterstallig onderhoud. Het risico dat beide knoppunten tegelijk uitvallen is aanzienlijk. om de binnenvaart te stimuleren, zijn dit soort beslissingen wel erg kort door de bocht. En zetten we een stap terug in plaats van vooruit te gaan.” Efficiencyslag in het noorden en oosten Bij de Inland Terminals Group onderschrijven ze het grote belang van de modal shift van weg naar water. “Om Nederland bereikbaar te houden moeten we niet asfalt blijven toevoegen, maar nog veel De Westtkolk van sluis Weurt vertoont, na aanpassingen, nog regelmatig storingen. “Zonder betrouwbare vaarwegen geen betrouwbaar binnenvaartproduct.” meer gebruik gaan maken van de waterwegen. Trucks moeten we alleen nog inzetten voor de last mile”, aldus CEO Eduard Backer. “Onderhoud en investeringen zijn heel belangrijk om bruggen en sluizen toekomstbestendig te maken. Rijkswaterstaat geeft onderhoudswerkzaamheden lang van tevoren aan zodat we rekening kunnen houden met stremmingen en onze processen daarop kunnen inrichten. Uitbreiding van bediening op afstand is nodig om ruimere bedieningstijden te borgen. Voor het noorden van Nederland zou je een flinke efficiencyslag kunnen slaan door meer vaarwegen te upgraden naar klasse V, waardoor er meer schepen met een lengte van 135 meter noordwaarts kunnen varen.” Voldoende water in de IJssel blijft voor de bereikbaarheid van oostNederland een belangrijk aandachtspunt. Binnenvaartafel ‘Zonder betrouwbare vaarwegen geen betrouwbaar binnenvaartproduct’. Dat was de algemeen heersende conclusie na de eerste Binnenvaarttafel die op 31 januari werd gehouden, georganiseerd door het Overlegorgaan Fysieke Leefomgeving op verzoek van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. De Binnenvaarttafel is een actietafel, die vanaf nu één keer per kwartaal wordt georganiseerd. Allerlei partijen, betrokken bij de binnenvaart in Nederland, sluiten aan en worden geacht actief deel te nemen en mee te denken. Zo ook Michel van Dijk, in zijn rol als kersverse voorzitter van VITO, de Vereniging van Inland Terminal Operators. “De hele sector is het erover eens dat het belang van goede vaarwegen bovenaan de prioriteitenlijst moet komen te staan. Rijkswaterstaat heeft daar een grote opgave voor de rijkswaterwegen, maar ook provincies, waterschappen en gemeenten hebben een rol hierin. Het budget hiervoor moet zo goed mogelijk en versneld ingezet worden. Zinloze discussies moeten stoppen, zoals de 24-uurs bediening op de Maasroute waar ieder jaar opnieuw weer budget voor moet worden aangevraagd. Als we de concurrentie met het wegvervoer aan moeten, die 24 uur per dag gebruik kan maken van welke weg dan ook, dan moet dat voor de binnenvaart op zijn minst gelijk zijn.” Systeem moet op orde zijn Als de binnenvaart een grotere rol moet gaan spelen in onze transitie naar een duurzamere wereld dan moet het systeem waarbinnen we acteren, wel op orde zijn, volgens Van Dijk. “Dat systeem vormen we samen en we hebben daarin allemaal een eigen rol: de terminals en bedrijven hebben de vervoerende elementen en de aansturing, maar de overheid moet de infrastructuur op orde houden. Een goede vaarwegeninfrastructuur vormt de basis voor tal van andere duurzaamheidsopgaven. We hopen de overheid ervan te doordringen dat ze daar nu niet meer van weg kunnen kijken en dat het onderwerp op korte termijn heel hoog op de prioriteitenagenda komt. Dan pas kun je daadwerkelijk een sprong gaan maken met intermodaal vervoer.” << Havenlocaties 2024 - 85

Laagwater: een groeiende uitdaging voor de bereikbaarheid van het achterland De binnenvaart staat voor een groeiende uitdaging: laagwater. Koninklijke Binnenvaart Nederland (KBN) zet zich in om met een heldere visie de gevolgen van laagwater aan te gaan pakken en de waterwegen toekomstbestendig te houden. S amen met binnenhavens draagt de binnenvaart bij aan een sterke en circulaire economie, de vermindering van wegcongestie en de vergroeningsdoelstellingen van de schone binnenvaart. Daarnaast hebben de binnenhavens en binnenvaart samen een directe toegevoegde waarde van 8.4 miljard euro en bieden zij werkgelegenheid aan meer dan 81.000 mensen. De binnenvaart speelt een cruciale rol in de bevoorrading van de Duitse maakindustrie die sterk verweven is met de Nederlandse economie en welvaart én de positie van Rotterdam als grootste haven van Europa. De binnenhavens zijn daarbij een essentiële schakel in de logistieke keten. Zij vormen de belangrijke knooppunten in het achterland en zijn van wezenlijk belang voor de aan-en afvoer van goederen tussen het achterland en de Nederlandse zeehavens. De binnenvaart maakt en houdt Nederland leefbaar doordat het bijdraagt aan een stabiele voedsel- en energievoorziening en producten die iedere inwoner nodig heeft. De binnenvaart is letterlijk de drijvende kracht achter het Nederlandse goederenvervoer, zowel nationaal als internationaal richting België en het Rijnstroomgebied. Wessem Port Services Group Vrijwel onopgemerkt wordt 35% tot 40% van de totale transportprestatie in Nederland over het binnenwater gerealiseerd (gemeten in tonkilometer). De Nederlandse binnenvaart loopt hiermee mondiaal voorop. Vrijwel nergens ter wereld levert de binnenvaart een vergelijkbare prestatie. De binnenvaart is uniek en geeft Nederland een onmiskenbare voorsprong als logistieke dienstverlener voor West-Europa. Ondanks deze positieve bijdragen gaat de capaciteit van de binnenvaart worden beïnvloed door de groeiende uitdaging van laagwater. Om de bereikbaarheid van het achterland goed te houden zijn visie en keuzes nodig. In september 2023 heeft KBN een doordachte visie gemaakt om bij te dragen aan een betrouwbaar, toekomst- en klimaatbestendig goederen- en personenvervoer over water. Uitdagingen en oplossingsrichting Laagwater heeft een direct effect op de binnenvaart doordat schepen minder diep geladen kunnen worden, wat resulteert in verminderde laad capaciteit. Bij extreem laagwater kan de situatie zelfs leiden tot complete stilstand van de scheepvaart. Op rivieren hangt de beschikbare vaardiepte vooral samen met de waterafvoer en de inrichting van de rivier. Hoe groter de waterafvoer, hoe groter de vaardiepte. Lage rivierafvoeren en laagwater zijn fenomenen van alle tijden, maar door klimaatverandering zal dit naar verwachting vaker en langduriger voor gaan komen. De binnenvaartsector wordt hierdoor minder betrouwbaar en kan haar logistieke functie minder goed vervullen. Gelukkig is de sector inventief en vervult de sector bij hoge en lage waterstanden een ongekende prestatie. “De binnenvaart is letterlijk de drijvende kracht achter het Nederlandse goederenvervoer, zowel nationaal als internationaal richting België en het Rijnstroomgebied.” De gevolgen van laagwater variëren op verschillende delen van het binnenwaterwegennetwerk. De grootste uitdaging doet zich voor op vrij afstromende rivieren, zoals de Rijn, die overgaat in de Waal en de IJssel. Om deze uitdagingen aan te pakken, zijn maatregelen zoals het plaatsen van langsdammen en gerichte baggerwerkzaamheden noodzakelijk om extra waterdiepte te creëren. Uitvoering geven aan dit soort maatregelen is essentieel omdat de binnenvaart nu al hinder ondervindt van lage waterstanden. Ook kunnen er oplossingen worden gezocht door aanpassingen aan de schepen te doen. Zo kan bijvoorbeeld de constructie uit lichtere materialen worden gemaakt, zodat de laadcapaciteit kan worden vergroot bij laagwater. Maar denk ook aan het flexibiliseren van logistieke processen of andere aanpassingen van de infrastructuur. Nautische veiligheid blijft ook tijdens laagwater een belangrijk aspect waar aandacht voor moet zijn. Op gestuwde rivieren zijn de uitdagingen anders van aard, waarbij het behouden van voldoen86 - Havenlocaties 2024

de waterpeil essentieel is om andere functies, zoals drinkwater en irrigatie te waarborgen. Schutbeperkingen bij laagwater kunnen echter nadelige gevolgen hebben voor de binnenvaart. Daarom is het van belang om oplossingen te onderzoeken om deze schutverliezen te voorkomen of te compenseren. Bij de vervanging van kunstwerken moeten sluizen met beperktere schutverliezen de standaard worden. Samenwerking In het licht van de uitdagingen van laagwater onderstreept KBN de noodzaak van samenwerking en toekomstgerichte maatregelen. De aanpak van het laagwaterprobleem vereist een gezamenlijke inspanning, waarbij de oplossingen, mogelijkheden en verantwoordelijkheden niet exclusief bij één partij liggen. Met dit visiedocument beoogt KBN niet alleen richting te geven aan, maar ook samen te werken met alle relevante belanghebbenden, waaronder overheden, verladers, binnenvaartondernemers, water- en vaarwegbeheerders, beleidsmakers, kennisinstellingen en binnenhavens. Het uiteindelijke doel van deze samenwerking is het tot stand brengen van een toekomstbestendig vaarwegennetwerk. Dit netwerk, als onmisbare schakel in de logistieke dienstverlening voor WestEuropa, moet veerkrachtig zijn tegen de uitdagingen die laagwater met zich meebrengt. KBN erkent dat het creëren van zo’n netwerk vraagt om gecoördineerde inzet van alle betrokken partijen, met het oog op het waarborgen van een duurzame en efficiënte binnenvaartsector. “Om de bereikbaarheid van het achterland goed te houden zijn visie en keuzes nodig.” De Binnenvaarttafel, opgericht door het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW), kan een rol in deze gecoördineerde inzet gaan spelen. Het doel van de Binnenvaarttafel is het monitoren en indien nodig bijsturen van de voortgang van de Actieagenda Toekomst Binnenvaart van het ministerie van IenW, waarbij brancheorganisaties, havens en provincies betrokken zijn. KBN ziet kansen om het onderwerp laag water te bespreken bij de Binnenvaarttafel. << www.binnenvaart.nl Havenlocaties 2024 - 87

GMB Haven & industrie: een stevig fundament Het aanleggen van een nieuw haventerrein is één van de specialiteiten van GMB Haven & industrie uit Heerjansdam. In het kantoor onder de rook van Rotterdam wordt vooral meegedacht met de wensen van de opdrachtgever. En als het even kan wordt de bedrijfsvoering in de haven nauwelijks belemmerd tijdens de uitvoering. G MB is een veelzijdig familiebedrijf met zes verschillende clusters. GMB Haven & industrie is er daar eentje van. Het bedrijf bestaat ruim zestig jaar. De derde generatie van de familie Van de Pol heeft inmiddels de leiding over het bedrijf. “De familie zit nog steeds dwars door de organisatie heen. Dat vind ik mooi”, vertelt Martijn Blok. En dus vind je familieleden op een rupsgraafmachine, maar ook in de directie. Paul van Bentum is de commercieel manager van GMB Haven & industrie. Hij werkt er sinds dertien jaar en was daarvoor van jongs af aan al actief in de Rotterdamse haven. Samen met Martijn geeft 88 - Havenlocaties 2024 hij leiding aan deze tak van het bedrijf. Martijn is commercieel projectmanager en sinds vier jaar actief voor GMB, daarvoor werkte hij bij een groot bouwbedrijf dat zich vooral toelegt op infrastructuur. Aanpakken Bij het familiebedrijf zijn de lijntjes kort en is de sfeer informeel. Vanaf het begint kenmerkt het bedrijf zich als er een van ‘kartrekkers en doordouwers’. Dat maakt het bedrijf flexibel. Typerend is dat opdrachtgevers eerder partners zijn dan klant. “We gaan voor de lange termijnrelatie”, vertelt Paul. “Dan zien we opdrachtgevers dertig jaar terugkomen. Ze waarderen ons omdat we afspraken nakomen en goed werk leveren.” En dat doet het bedrijf ook bij calamiteiten. “Die moeten snel opgelost worden, en dat doen we dan ook.” GMB legt zich toe op een viertal kerntaken, om te beginnen het ontwerp en de aanleg van zwaarbelaste terreinen, zoals haventerreinen voor de op- en overslag van containers, bulk en breakbulk, maar ook voor stukgoed. De engineers van GMB maken het ontwerp en onderbouwen die met berekeningen. GMB is dus niet alleen een uitvoerende partij, het bedrijf is ook sterk in ontwerpen, teken en berekenen van haventerreinen zonder tussenkomst van een ingenieursbureau. Hierdoor zijn de lijnen kort en de ontwerpkosten laag. Het

bedrijf heeft een zee aan ervaring in havens, en komt met adviezen waar de opdrachtgever zelf in eerste instantie wellicht niet bij stil had gestaan. Het is bijvoorbeeld zonde als je jaren na aanleg bedenkt dat er een loods bijgebouwd moet worden, dat je dan het terrein moet openbreken voor leidingen. “Als wij een terrein aanleggen en we vermoeden dat over een aantal jaar er nog een uitbreiding gaat plaatsvinden, dan adviseren wij om alvast de ondergrondse infrastructuur hierop voor te bereiden”, legt Martijn uit. “Dan hoef je later niet te gaan graven, met alle gevolgen en kosten van dien.” In een haven kan je de bedrijvigheid niet even stopzetten. “De operatie moet sowieso doorgaan”, legt Paul uit. Het voorbeeld is een kade waar een schip wordt verwacht. “Als het schip voor de kant ligt, dan kost het veel geld, dus dan moet er gewoon gelost worden. Wij gaan dan aan de kant.” Dat is een kwestie van goed plannen, maar ook van flexibel zijn, want met een stevige wind mee, kan een schip eerder aankomen dan gepland. “In zo’n situatie moeten wij zorgen dat we eerder klaar zijn. Als ons dat gevraagd wordt, zetten we een tandje bij, en meestal lukt dat ook.” Ook kan er in het weekend gewerkt worden of ’s avonds, als dat een oplossing is. Betonconstructies Een tweede specialiteit van GMB Havens & industrie is de aanleg van loodsen en betonconstructies, groot en klein. Het bedrijf draait zijn hand niet om voor loodsen met een oppervlakten van 5.000 tot 50.000 m2. Paul legt uit: “In de ontwerp- en realisatiefase denken we pragmatisch mee met onze opdrachtgevers. We begrijpen de dynamiek van de logistieke wereld en stemmen daar niet alleen onze ontwerpen, maar ook onze planningen op af.” Behalve complete loodsen ontwerpt en realiseert GMB ook betonconstructies zoals bedrijfsvloeVan links naar rechts Martijn Blok en Paul van Bentum van GMB Haven & industrie ren, kraanbanen, fundaties voor installaties en industriële toepassingen. En tenslotte heeft het bedrijf zich ook toegelegd op de funderingen voor windturbines en de werkzaamheden vanuit de huidige energietransitie, waaronder fundaties voor walstroomfaciliteiten, voor waterstof- en batterijopslag. Koplopers Veel opdrachtgevers stellen duurzaamheidseisen bij de uitvoering van een project. GMB is al decennia duurzaam bezig. “Toen het woord circulair nog niet bestond, waren wij eigenlijk al circulair, vertelt Paul. Zo min mogelijk afvoeren en zoveel mogelijk hergebruiken.” Tenslotte heeft GMB een aantal slimme oplossingen om te voldoen aan de wensen van de opdrachtgever. “Ik denk dat we daar een van de koplopers in zijn”, zegt Martijn. Het bedrijf heeft een eigen mobiele windmolen die de werkketen kan voeden met stroom. Daarnaast zijn er ook drie elektrische rupskranen. “Als ze ergens midden in het land staan, dan is het lastig opladen, maar daar hebben we een passende oplossing voor. Ook is de firma aangesloten bij Emissieloos Netwerk Infra, het netwerk dat als doel heeft om in 2026 over zero-emissie bouwmaterieel te beschikken. GMB heeft zich tot doel gesteld om in 2030 circulair te zijn. ‘Uitdaging verbindt’ is en blijft de kern van de ambities van GMB. << www.gmb.eu Havenlocaties 2024 - 89

Zeeland geeft binnenvaart duw in de rug met Meerjarig Actieprogramma Binnenvaart Provincie Zeeland ziet de binnenvaart als cruciaal voor de regionale economie. Om ervoor te zorgen dat de sector goed kan functioneren, is samen met meerdere partners een Meerjarig Actieprogramma Binnenvaart opgesteld. De eerste resultaten zijn in de praktijk al zichtbaar, zegt gedeputeerde Harry van der Maas. “D e Edisonkade aan het Kanaal van Walcheren is opnieuw geopend voor de binnenvaart en voorzien van walstroomfaciliteiten. Dat is misschien een kleine stap, maar wel een belangrijke”, zegt Van der Maas. Harry van der Maas (SGP) is sinds 2015 lid van Gedeputeerde Staten van Zeeland. Hij heeft onder andere infrastructuur en mobiliteit in zijn portefeuille. Het vervoer van goederen over water is belangrijk voor de provincie omdat het enorm belangrijk is voor het vestigingsklimaat en de economie in de provincie, legt hij uit. “Daarnaast zijn er een kleine tweehonderd bedrijven in Zeeland actief in de vrachtvaart. De provincie ligt aan het water, we hebben de havens én veel schippers hebben hier hun thuishaven. We zijn een echte waterprovincie waarin veel mensen hun geld verdienen met vervoer over water. Als je het omdraait, kun je zeggen dat de provincie sterk afhankelijk is van de sector.” Behalve het belang van de economische factor ziet de provincie ook het belang van het terugdringen van files en CO2-uitstoot, zegt hij. “Als je wilt verduurzamen, is het logisch dat je vervoer over water stimuleert.” 90 - Havenlocaties 2024

Stimuleren en faciliteren De rol van de provincie is beperkt als het gaat om vaarwegenbeheer, zegt Van der Maas. “Het gaat dan in feite alleen om het Kanaal door Walcheren, dat van de provincie is.” Hij ziet de rol van de provincie echter breder. “De provincie heeft een regiefunctie, bijvoorbeeld als het gaat om de achterlandverbindingen, het stimuleren van de samenwerking tussen de verschillende stakeholders of door knelpunten als wacht- en ligplaatsen onder de aandacht te brengen. Bij dat soort onderwerpen bestaat onze rol uit stimuleren en faciliteren.” Wacht- en ligplaatsen Met het noemen van de wacht- en ligplaatsen haalt de gedeputeerde direct een heet hangijzer aan: Zeeland heeft een inhaalslag te maken op het gebied van wacht- en ligplaatsen voor binnenvaartschepen. “Als je vervoer per schip wilt, moet je wel zorgen voor voldoende wacht- en ligplaatsen en kadefaciliteiten als walstroom. Dat is nu inderdaad een knelpunt. Als het een vaarweg van de provincie betreft, zijn wij aan zet, zoals met de Edisonkade. Is dat niet het geval, zoals in Terneuzen, Vlissingen en Zuid-Beveland, dan is het zaak om het probleem onder de aandacht te brengen bij North Sea Ports, de gemeenten en Rijkswaterstaat (RWS). Als provincie kunnen we zorgen voor positieve prikkels om die partijen te verleiden aan de slag te gaan.” Bijdrage leveren Bedrijven en overheden zien graag dat alles logistiek gezien op rolletjes verloopt, vervolgt Van der Maas. “Maar als dat betekent dat ze moeten investeren, geven ze vaak niet thuis. Dat verbaast mij wel eens. Gemeenten bijvoorbeeld, moeten hun kades niet prijsgeven ten behoeve van woningbouw. Wel luxe jachten, maar geen binnenvaartschip voor de deur; dat kan gewoon niet als je wilt dat goederen tot in de haarvaten van de samenleving worden Harry van der Maas “We zijn een echte waterprovincie waarin veel mensen hun geld verdienen met vervoer over water.” afgeleverd. Dan moeten die aanlegplaatsen juist wel daar zijn. Als gedeputeerde met infrastructuur en mobiliteit in mijn portefeuille wil ik daaraan mijn bijdrage leveren, zonder in de positie van de ander te treden.” Het zijn met name de vaarwegbeheerders die veel op zich af zien komen en die ondersteuning kunnen gebruiken bij praktische en technische zaken als het aansluiten op het BLISsysteem van RWS, het innovatieplatform RiverGuide of betaalplatform Connect4Shore, legt hij uit. Havenlocaties 2024 - 91

Meerjarig Actieprogramma Binnenvaart Het doel van het eerdergenoemde Meerjarig Actieprogramma Binnenvaart is om ‘de boel bij elkaar te brengen en in actiemodus te zetten’. Het plan is opgesteld door provincie, betrokken gemeenten, RWS, North Sea Ports en Schippersvereniging Schuttevaer en wordt ook door die partijen uitgevoerd. “Het feit dat er een actieprogramma is, is al een huzarenstukje vanwege alle stakeholders en alle verschillende programmalijnen. Die programmalijnen hebben allemaal hun eigen doorlooptijd.” Het programma omvat onderwerpen als wacht- en ligplaatsen, verduurzaming, digitalisering en communicatie en kennisdeling. “Op het gebied van communiceren en kennis delen kan de sector nog veel winst behalen. Verduurzamen vraagt om financiële impulsen vanuit het Rijk. Digitale platforms kunnen helpen om efficiënter om te gaan met de ligplaatsen, of het beter reguleren van het aanbod bij de sluizen.” Hoeder Van der Maas vindt dat de provincie in het actieprogramma vooral zijn rol moet pakken bij het oplossen van de problematiek rond de wacht- en ligplaatsen en havenbeheerders moet faciliteren bij het tot stand brengen van de benodigde walfaciliteiten. “En bij de communicatie, we hebben bijvoorbeeld een meldpunt ingesteld voor binnenvaartschippers die klachten willen melden. Verder zie ik mijzelf vooral als hoeder van het actieprogramma. Ik moet zorgen voor het urgentiebesef en dat partijen in actie komen, want anderen moeten het merendeel doen. Ik ben slechts beperkt verantwoordelijk, maar ik wil wel erop toezien dat er gebeurt wat is afgesproken; dat er een stip op de horizon staat waar we samen naar toe werken.” Enorme potentie “Over een jaar gaat de nieuwe sluis bij Terneuzen open en dat zorgt voor een enorme capaciteitsvergroting. Dat betekent dat we ook de route naar 92 - Havenlocaties 2024

“Het feit dat er een actieprogramma is, is al een huzarenstukje vanwege alle stakeholders en alle verschillende programmalijnen.” Gent optimaal kunnen benutten. Wij zijn bijna klaar en in België zijn ze al helemaal klaar voor de aansluiting op de Seine - Nord Europa-verbinding. Het wachten is op Frankrijk, maar het potentieel van die nieuwe route is enorm. Het is een enorme kans voor Zeeland want er gaat over enkele jaren een hele nieuwe markt open. Tegelijkertijd moeten wij onze knelpunten oplossen, zoals ik al aangaf. Daar hoort ook het onderhoud aan de kunstwerken bij. Sommigen naderen het einde van hun levensduur en dat vraagt potentieel om enorme investeringen. Wij brengen nu in kaart welk levensduurverlengend onderhoud een optie is, en wat we moeten vervangen. Uit het samenwerkingsverband Goederenvervoercorridor Zuid is al een lijst met knelpunten opgesteld.” Van der Maas ziet het actieprogramma als geslaagd als de verschillende acties uit het programma in gang zijn gezet. “Je wilt natuurlijk resultaten zien. Daarvoor moeten we wel de krachten bundelen. Dat heb ik ook al meermaals tegen de sector gezegd. Bundel je krachten en spreek met één mond. Stel vast wat het meest urgent is, pak de drie belangrijkste punten en ga daarmee de boer op. Zorg dat anderen voor jouw actiepunten gaan lopen. Ik wil daarbij helpen, ben er onderdeel van. Dat urgentiebesef moeten we samen creëren door samen de schouders eronder te zetten.” << www.zeeland.nl Havenlocaties 2024 - 93

Het WAUW!-effect na een vloerrenovatie door Art & Reno Medewerkers geloven vaak hun ogen niet als ze zien hoe prachtig de oude betonvloer van hun bedrijfspand is opgeknapt, nadat de mannen en de machines van Art & Reno daar hun werk hebben gedaan. Klanten zijn zó tevreden dat ze gemiddeld binnen een week betalen. Eigenaar-directeur Frank Bax is maar wat trots op de goede reputatie die zijn bedrijf de laatste jaren heeft opgebouwd. “Ik kom bij al mijn klanten nog steeds op de koffie en krijg veel aanvullende opdrachten. Van onze mooie, super vlakke en glimmende vloeren wordt iedereen enthousiast!” e Belgische Frank Bax bracht het eerste deel van zijn werkzame leven door in Nederland, in de vloerenrenovatie. Ook nadat hij in 2005 zijn eigen bedrijf Art & Reno startte, is 80% van zijn klantenkring hier gevestigd. In zijn beginjaren als zelfstandig ondernemer renoveerde Bax en zijn team industriële vloeren met een epoxy coating. Door de steeds hogere milieueisen die aan coatings werden gesteld, werd de kwaliteit ervan minder. Bax ging op zoek naar andere oplossingen en vond die in de techniek van het polijsten van de vloer. Zonder daar verder nog een laag coating op aan te brengen. Een oplossing die volgens deze vakman “beter en goedkoper is én langer meegaat.” D Duidelijke afspraken en strakke planning Meestal is de eerste vraag van de klant ‘wanneer begin je en wanneer is het klaar?’ Leegstand kost veel geld en daarom is een strakke planning heel belangrijk. “Eerst stemmen we alles tot in detail af met de opdrachtgever en andere partijen die betrokken zijn bij de renovatie van een bedrijfspand”, legt Bax uit. “Goede afspraken en heldere communicatie zijn essentieel voor een soepel verloop. Staan er stellingen, dan is het soms efficiënter om deze weg te halen, zodat we de vloer volledig vlak kunnen slijpen. Prijstechnisch is het interessanter om een grote lege vloer vlak te slijpen, omdat we dan onze zeer grote machine van maar liefst 4.5 94 - Havenlocaties 2024

“Wij komen op veel verschillende plekken: van skeelerbanen tot metaalbedrijven, van sportscholen tot distributiecentra.” Frank Bax meter breed kunnen gebruiken. Als je de ruimte later op een andere manier wilt inrichten, ben je bovendien veel flexibeler, want je hebt overal die mooie vlakke vloer. Maar we kunnen ook alleen de gangpaden tussen de stellingen doen, als de klant dat wenst. We wegen de voor en tegens altijd goed tegen elkaar af, zodat een ruimte niet onnodig lang onbenut blijft.” Slijpen en polijsten Een vloerrenovatie begint met het repareren van eventuele scheuren of gaten in de vloer. Enthousiast vertelt Bax over het verdere verloop. “Daarna gaan we met de slijpmachine van 4.5 meter breed de vloer super vlak slijpen, zodat smalle gangentrucks, heftrucks en ook robots mooi vloeiend zonder hobbels en bobbels over de vloer kunnen rijden. Na het vlak slijpen gaan we de vloer fijner slijpen, impregneren en daarna polijsten in verschillende stappen tot korrel 3000. Dat is ongeveer zo fijn als glas. De vloer krijgt daardoor een prachtige glans en is slijtvast, stofvrij en vloeistofdicht. Als wij vertrekken bij de klant is de vloer opgeruimd, gepoetst en kant en klaar om meteen te gebruiken. Medewerkers geloven vaak hun ogen niet als ze zien hoe prachtig hun oude werkvloer of magazijn is geworden. En het maakt niet uit hoe erg die vloer eraan toe was, hoeveel belijning er kriskras op was aangebracht of hoeveel verschillende oude coating-lagen erop zaten. Wij van Art & Reno krijgen met onze machines alles weer super vlak en mooi glanzend! De werkomgeving knapt er enorm van op en dat verhoogt weer het werkplezier van je medewerkers.” Nog meer voordelen Er zijn nog veel meer voordelen op te noemen. Doordat de vloer zo super vlak is, kun je er zonder horten en stoten soepel met een heftruck overheen rijden. Geen rugklachten meer voor chauffeurs en minder schade en onderhoud voor de heftruck. Ook de producten die worden vervoerd hebben niet meer te lijden onder het gehots en gebots over een ongelijke vloer. Bax noemt het voorbeeld van een appelkweker, die maar wat blij was dat zijn fruit sinds de gerenoveerde vloer gevrijwaard was van butsen. Of het metaalbedrijf waar de metalen plaatjes voortaan mooi gestapeld op de pallet blijven liggen en niet meer heen en weer schuiven. Het glanseffect van de vloer zorgt bovendien voor een veel betere lichtweerkaatsing, waardoor een Havenlocaties 2024 - 95 hal er plotseling veel minder donker uitziet. En wie vreest dat je uitglijdt of slipt op zo’n glanzende vloer? “Geen sprake van” volgens Bax, “alleen als je op je sokken door je bedrijfspand loopt.” Uit de hand gelopen hobby Om aan de toenemende vraag van klanten te voldoen, ging Bax zelf grotere machines ontwikkelen. “Ik ben een boerenzoon, al van kleins af aan sleutel ik graag aan machines.” Op zijn ontwerp van een vlak slijpmachine van 4,5 meter breed heeft hij inmiddels een wereldpatent. “Zo kunnen we met deze machine ook wegen en fietspaden vlak slijpen.” Door de krapte aan professioneel personeel en de snelheid van het renoveren van de panden, werden ze bij Art & Reno genoodzaakt om steeds grotere polijstmachines te maken, tot maar liefst 5 meter breed. Elke machine heeft zijn eigen vrachtwagen. Deze ‘mobiele werkplaatsen’, zoals Bax ze noemt, staan met hun bemanning garant voor meer dan 10.000 m² vloerrenovatie per week. “Wij komen op veel verschillende plekken: van skeelerbanen tot metaalbedrijven, van sportscholen tot distributiecentra. En overal zijn mensen zeer tevreden en enthousiast over ons werk. Dat maakt ons vak zo ontzettend plezant!” << www.art-reno.be

Het logistieke centrum van BPA in Rotterdam Busan Port breidt logistieke netwerk in Europa uit door positie in Rotterdam te versterken Over de Havenautoriteit van Busan Busan Port Authority (BPA) is een staatsbedrijf dat verantwoordelijk is voor het beheer en de exploitatie van de havens in Busan, ZuidKorea. Als een van ‘s werelds drukste en belangrijkste havens, speelt de haven van Busan een cruciale rol in het faciliteren van internationale handel en scheepvaart in deze belangrijke logistieke corridor. De haven fungeert als een vitaal knooppunt voor de import en export van goederen en als een transshipment-hub voor de oost-west- en noordzuid-handelsroutes. 96 - Havenlocaties 2024 BPA beheert meerdere terminals en faciliteiten binnen het havencomplex, waaronder containerterminals, bulkgoedterminals, passagiersterminals en logistieke faciliteiten. De autoriteit zorgt voor de coördinatie van het scheepsverkeer, vrachtafhandeling, de beveiliging van de haven en de ontwikkeling van infrastructuur om efficiënte en veilige havenactiviteiten te waarborgen. Mede dankzij de moderne infrastructuur en stateof-the-art faciliteiten, handelde de Busan Port in 2023 meer dan 23,15 miljoen TEU af en werd daarmee de 7e drukste containerhaven ter wereld en de op één na grootste transshipment-haven. Internationale samenwerkingen Voor het versterken van haar positie, heeft BPA samenwerkingen en allianties met andere havenautoriteiten, terminaloperators en maritieme organisaties wereldwijd. Dankzij de grote handelsstromen tussen Noordoost- Azië en Europa

spelen de havens van Rotterdam en Busan een belangrijke rol in elkaars groei. Met meer dan 188.000 TEU, een toename van 4,4% ten opzichte van het voorgaande jaar en met vier wekelijkse containerdiensten, was de haven van Rotterdam in 2023 de belangrijkste bestemming in Europa voor containervracht vanuit de haven van Busan. Dit geeft aan dat talrijke Koreaanse exportbedrijven die hun activiteiten naar Europa uitbreiden, de haven van Rotterdam gebruiken als toegangshaven voor de Europese markt. Om deze reden koos BPA er in 2016 voor om haar eerste Europese operatie in Rotterdam te openen. In samenwerking met het Netherlands Foreign Investment Agency (NFIA) kantoor in Korea, hielp Nederland Distributieland (NDL) het bedrijf bij het vinden van de juiste locatie, het leggen van lokale contacten met leveranciers en adviseurs en et verkrijgen van de benodigde vergunningen. In 2022 openende de deuren van het nieuwe warehouse van 30.000 vierkante meter op de Maasvlakte. De bouw van het warehouse bracht diverse uitdagingen met zich mee vanwege verschillen in bouwregels en voorschriften ten opzichte van Zuid-Korea. Maar dankzij de hulp van Hercuton, het bouwbedrijf dat BPA in de arm had genomen, werden deze obstakels overwonnen en werd het project succesvol afgerond. Dit benadrukt het belang van goede samenwerking met lokale experts die de kennis en ervaring in huis hebben om complexe vraagstukken op het gebied van regelgeving op te lossen. Voor de exploitatie van warehouse koos BPA voor Samsung SDS, dat met meer dan 7 warehouses in Nederland en 40 in Europa, de logistieke kennis in huis heeft om dit logistieke centrum succesvol en efficiënt te managen. Na opening van het warehouse, besloot het bedrijf lid te worden van NDL om zo op de hoogte te blijven van relevante ontwikkelingen, contacten te leggen met potentiële klanten en om hun netwerk in de sector in Nederland uit te breiden. Om de bekendheid van de locatie te promoten en samenwerking met andere partijen te stimuleren, heeft BPA sinds de opening van de site al een aantal evenementen georganiseerd in samenwerking met partners zoals de Haven van Rotterdam en NDL. Oplossing voor Koreaanse bedrijven in uitdagende tijden Als gevolg van de Corona pandemie en conflict tussen Rusland en Oekraïne traden er ongekende verstoringen op in wereldwijde toeleveringsketens. Ook voor Koreaanse exporteurs leverde dit verstoringen in de logistieke stromen en veel onzekerheid op. Zo werden containers ineens in Rotterdam afgeleverd in plaats van in Ondertekening van een Letter of Intent (LoI), december 2023 St. Petersburg en moesten deze bedrijven tijdelijke opslag regelen te midden van een veranderend logistiek en geopolitiek speelveld. Met het nieuwe logistieke centrum stelde BPA Koreaanse bedrijven in staat om hun vracht tijdelijk op te slaan in de haven, waardoor ze waardevolle tijd kregen om een strategisch plan te bedenken voor de situatie. Uitbreiding van de samenwerking met focus op cold chain logistics Dankzij de groeiende interesse van Europese consumenten in de zogenoemde K-foods, wordt verwacht dat de export van bevroren voeding tussen nu en 2030 zal verviervoudigen. Om deze groei te faciliteren, werd tijdens het Staatsbezoek van President Yoon Suk Yeol van Zuid-Korea, een Letter of Intent (LoI) getekend door de havens van Busan en Rotterdam voor de ontwikkeling van een geconditioneerd warehouse voor de opslag en overslag van deze voedingsmiddelen. BPA zal in de komende tijd een marktonderzoek uitvoeren naar de verdere ontwikkelingen van deze cold chain logistieke stromen en een haalbaarheidsstudie voor de bouw van dit nieuwe warehouse. Als alles naar plan verloopt hoopt men dat snel met de bouw hiervan van start gegaan kan worden, waarmee ook weer een volgende stap in de samenwerking tussen Rotterdam en Busan gezet kan worden. << Over Nederland Distributieland (NDL): NDL is de vereniging van en voor de logistieke sector met als voornaamste taak Nederland als Europese logistieke hub in het buitenland te promoten met als doel logistieke investeringen en ladingstromen voor haar leden aan te trekken. NDL promoot de hele logistieke sector in het buitenland. Meer informatie: www.ndl.nl Havenlocaties 2024 - 97

Smartlog Works. Danny Maronier Teamleider loods “Het fijne van een DHG Smartlog is dat de loods is uitgerust met de modernste veiligheidsinstallaties, hierdoor kan ik als teamleider zonder zorgen mijn werk uitvoeren en kan ik mij extra focussen op andere dingen om alles in goede banen te leiden.” Bekijk Nederland in vogelvlucht en je kunt er niet omheen: Smartlog, hèt kwaliteitsconcept voor hoogwaardig logistiek vastgoed van DHG. De benchmark in XXLwarehousing. Imposante, solide gebouwen met een strakke moderne architectuur. Ideaal gesitueerd op een voortdurend groeiend aantal logistieke hotspots. Bekijk een Smartlog van dichtbij en wat direct opvalt is de superieure afwerking. Het geraffineerde oog voor detail en kwaliteit, overal en in elke hoek. Representatief voor het grote geheel. Smartlogs zijn bovendien licht, efficient, flexibel en zeer breed toepasbaar. Hier is het heel fijn werken. SMARTLOG

1 Online Touch

Index

  1. 1
  2. 2
  3. 3
  4. 4
  5. 5
  6. 6
  7. 7
  8. 8
  9. 9
  10. 10
  11. 11
  12. 12
  13. 13
  14. 14
  15. 15
  16. 16
  17. 17
  18. 18
  19. 19
  20. 20
  21. 21
  22. 22
  23. 23
  24. 24
  25. 25
  26. 26
  27. 27
  28. 28
  29. 29
  30. 30
  31. 31
  32. 32
  33. 33
  34. 34
  35. 35
  36. 36
  37. 37
  38. 38
  39. 39
  40. 40
  41. 41
  42. 42
  43. 43
  44. 44
  45. 45
  46. 46
  47. 47
  48. 48
  49. 49
  50. 50
  51. 51
  52. 52
  53. 53
  54. 54
  55. 55
  56. 56
  57. 57
  58. 58
  59. 59
  60. 60
  61. 61
  62. 62
  63. 63
  64. 64
  65. 65
  66. 66
  67. 67
  68. 68
  69. 69
  70. 70
  71. 71
  72. 72
  73. 73
  74. 74
  75. 75
  76. 76
  77. 77
  78. 78
  79. 79
  80. 80
  81. 81
  82. 82
  83. 83
  84. 84
  85. 85
  86. 86
  87. 87
  88. 88
  89. 89
  90. 90
  91. 91
  92. 92
  93. 93
  94. 94
  95. 95
  96. 96
  97. 97
  98. 98
  99. 99
  100. 100
Home


You need flash player to view this online publication