Schematische weergave van algemeen uitstootreductieprincipe: hoe eerder de ingreep hoe groter de impact Schematische weergave van algemeen uitstootreductieprincipe: hoe eerder de ingreep hoe groter de impact Voor het onderzoek werden een aantal bestaande en recent vernieuwde stations geanalyseerd, waaronder Alkmaar Noord, EdeWageningen, Uitgeest en Harderwijk. Mede met dank aan de waardevolle input vanuit ProRail werd van ieder station de totale CO2footprint in beeld gebracht én die van de verschillende bouwdelen. Denk aan perrons, overkappingen, tunnels en pasarellen. De analyse leverde waardevolle informatie op. Voor toekomstige ontwikkelingen biedt het een handvat om per onderdeel goede afwegingen te maken, al sturend op het beschikbare CO2-budget. Moet er nieuwbouw komen of kan een bestaand gebouw met slimme ingrepen behouden blijven? Is er een tunnel nodig of kan het ook met een passerelle? Is een sporenkap echt de beste optie of bieden perronkappen een vergelijkbaar comfort? Het onderzoek toont ook aan dat de grootste impact gemaakt wordt wanneer je zo vroeg mogelijk begin met het sturen op duurzaamheid. Op zich is dat logisch, want hoe verder je in een ontwikkel-, ontwerp- of bouwproces zit, hoe kleiner de ruimte is om nog wijzigingen door te voeren. Van opdrachtgevers vraagt dat wel om ver voor de start van het ontwerpproces de ambities scherp te hebben en duidelijke uitspraken te doen over de CO2-plafondwaarden. Sturing op CO2-budgetten biedt volgens het onderzoek meer voordelen dan alleen het halen van de klimaatdoelen. Automatisch betekent het dat er veel meer biobased en gerecyclede materialen zullen worden toegepast. Dit heeft ook een positieve invloed op beleving en gezondheid van de omgeving en de reizigers. Bovendien is het een stimulans op de ontwikkeling van kennis en nieuwe duurzame materialen. Het aantal beschikbare biobased materialen neem al toe. De verwachting is dat zich dit de komende jaren verder zal versnellen. Net als de innovaties in traditionele materialen die nu nog een forse impact met zich meebrengen. Zo gaan de ontwikkelingen in betoninnovatie snel en wordt er steeds meer bekend over de precieze biogene opslag van biobased materialen. Naast materiaalinnovaties wordt er in toenemende mate energiezuiniger gewerkt en versnelt de transitie naar duurzaam opgewekte energie. Het onderzoek leidt tot een aantal concrete aanbevelingen die samen voor de grootste CO2-reductie zorgen. Dat begint met het hergebruik van bestaande gebouwen en het zoveel mogelijk beperken van sloop. Volgende stap is het minimaliseren van de ingreep. Hou het simpel, is het devies, en neem de tijd voor een gedegen afweging over de configuratie van de verschillende bouwstenen waaruit ieder station bestaat. Deze CO2 uitdaging moet gezien worden als een integraal onderdeel van de ontwerpopgave; architecten zijn gewend om met beperkingen te werken en deze om te zetten in functionele en esthetische kwaliteit. Als het onderzoek een ding duidelijk maakt, dan is het wel dat de reductie van CO2 voor de bouw en het ontwerp een echte game changer gaat zijn. De consequenties zijn groot. Toch stemt Paris Proof Stations hoopvol. Het onderzoek laat overtuigend zien dat met behulp van een aantal stevige ontwerpingrepen, duurzame materiaalkeuzes en een goede weging van ingrepen de Parijse doelen kunnen worden Stationslocaties 2024/2025 - 33 gehaald. Die van 2030 dan wel te verstaan. Voor de 95% reductie in 2050 hebben we nog wel wat hordes te nemen. Maar: innovaties gaan snel. Bovendien is het ontwerp zeer goed in staat om binnen de beperking van CO2-budget én met de inzet van duurzame materialen tot functionele en ruimtelijke kwaliteit te komen. We hebben dus veel te winnen om zo snel mogelijk in Parijs te zijn. << Download hier het rapport Paris Proof Stations
34 Online Touch Home