61

D en Haag Centraal Station, een plek waar ik wekelijks kom. De hoofdentree is al jarenlang afgesloten vanwege een groot bouwproject. Noodgedwongen loop ik dus via de zij-ingang naar buiten en ben direct op mijn hoede voor de trams die links en rechts passeren. Overal waar ik kijk staan hoge kantoor -en woontorens, die hier de laatste tien jaar zijn bijgebouwd. De begane grond is grotendeels ingenomen door fietsenstallingen, bouwketen en laad- en losruimtes. Ik zoek slalommend mijn weg tussen de vele fietsers en trams om deze hectische plek zo snel mogelijk te ontvluchten. Als dat is gelukt, haal ik opgelucht adem. Het voorbeeld is exemplarisch voor de stormachtige gebiedsontwikkelingen in stationsomgevingen. Een stapeling van functies hoog in de lucht tot diep onder de grond op de relatief kleine postzegels rond stations. Zeker bij grote bouwprojecten leidt die complexe verdichting tot jarenlange overlast. En dat heeft invloed op de leefbaarheid van stad en op de bereikbaarheid van het station. De ademruimte voor de stad en het openStation Driebergen Zeist. Fotograaf Tineke Dijkstra Wouter Veldhuis (1971) is architect en stedenbouwkundige/directeur bij MUST, een bureau gericht op de ontwikkeling van een rechtvaardige leefomgeving. Hij is sinds 2020 Rijksadviseur voor de Fysieke Leefomgeving bij het College van Rijksbouwmeester en Rijksadviseurs (CRa). Veldhuis is samen met Marianne Loof (Spoorbouwmeester) en Francesco Veenstra en Jannemarie de Jonge (beiden CRA) auteur van het advies ‘Verstandig verdichten’. Samen met Simon Franke schreef hij de publicatie ‘Onderweg naar de rechtvaardige stad’. baar vervoer van morgen staat onder druk. Neem bijvoorbeeld het Jaarbeursplein in Utrecht. Alles is bovenop elkaar gestapeld, één grote massa beton. Dat geeft hittestress, op hete dagen lopen de temperaturen op sommige plekken op tot wel 55,5 graden, zo blijkt uit analyses van datajournalist Jelmer Visser. Ter vergelijking: dat is een temperatuur waarop chefs hun vlees langzaam garen. Begrijp me niet verkeerd, het CRa en ook Bureau Spoorbouwmeester juichen knooppuntontwikkeling toe. Bewoners en bezoekers zijn gebaat bij een goede afstemming tussen verstedelijking, ov-mobiliteit en een goed bereikbare stedelijke omgeving. En het principe van verdichten, dat voortbouwt op het compacte stadbeleid uit de jaren 90, is in de basis duurzaam. Door woningen, kantoren en voorzieningen in de buurt van stations te bouwen, sparen we het buitengebied en stimuleren we het gebruik van openbaar vervoer. Maar ik denk dat we zijn doorgeschoten. De grote hoeveelheid aan bebouwing die nu gepland wordt, laat weinig ruimte over voor verblijfskwaliteit, klimaatadaptatie en verduurzaming. Stationslocaties 2024/2025 - 61

62 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication