Klimaattransitiepad met bijbehorende maatregelen (bron: Flux landscape architecture) Onderzoeksmethode Voor het onderzoek selecteerden Bureau Spoorbouwmeester, NS, ProRail en Flux landscape architecture vijfentwintig stations verspreid over heel Nederland. Daarbij is gekeken naar reizigersaantallen, ligging en ruimtelijke opzet. Vervolgens zijn binnen een straal van driehonderd meter de belangrijkste ruimtelijke kenmerken en klimaateffecten geanalyseerd, zoals verharding, groen, water, hittestress en risico op wateroverlast. “Om te laten zien hoe dit in de praktijk werkt, zijn vijf stations verder uitgewerkt: ’s-Hertogen bosch, Beverwijk, Deventer, Leiden en Woerden”, vertelt Boeter. Voor elk van deze locaties is een klimaattransitiepad opgesteld: een reeks maatregelen die stapsgewijs ingevoerd kunnen worden, afhankelijk van de context. Zo wordt duidelijk hoe ieder station, met zijn eigen specifieke situatie, toekomstbestendig kan worden gemaakt.” ’s-Hertogenbosch: station als groene oase “Station ’s-Hertogenbosch laat goed zien hoe groot de klimaatopgave kan zijn én welke kansen er liggen,” vertellen Loof en Boeter. “Het huidige stationsgebied bestaat voor een groot deel uit steen en verharding. Op warme dagen loopt de temperatuur er flink op, terwijl bij hevige regenval juist wateroverlast dreigt.” In het klimaattransitiepad is daarom gekozen voor een reeks samenhangende maatregelen. Een belangrijk onderdeel is het vergroenen van de perrons en het voorplein, waardoor schaduw en verkoeling ontstaan en regenwater beter kan worden opgevangen. Ook wordt ingezet op een slimme waterhuishouding met infiltratiekratten en wadi’s, zodat piekbuien minder schade veroorzaken. Daarnaast spelen materiaalkeuze en inrichting een rol: minder hittevasthoudende Impressie station Leiden: bufferen en infilteren in natuurlijke wadi en plantenvakken in openbare ruimte (bron: Flux landscape architecture) 38 - Stationslocaties 2025/2026
39 Online Touch Home