Luiten staat aan het hoofd van Bureau Spoorbouwmeester (BSbm). Met een hecht en ervaren team adviseert BSbm over allerhande ‘spoorse’ ontwerp- en vormgevingsopgaven. Dat gaat van het stationsinterieur tot het station en van de relatie tussen het station en de stationsomgeving tot het spoor in het landschap. “We maken ons sterk voor samenhang, inspireren tot samenwerking en laten zien hoe we samen tot meerwaarde kunnen komen. Dat doen we vanuit het Spoorbeeld: het ontwerp- en vormgevingsbeleid van de spoorsector. Ruimtelijke kwaliteit is onze drijfveer. Het Spoorbeeld is ons kompas.” Het succes van samenhang en samenwerking illustreert zich op een mooie manier op en rond de grote nieuwe stations van Nederland: Utrecht, Den Haag, Arnhem, Rotterdam en Breda – ook wel de Nieuwe Sleutelprojecten (NSP) genoemd. Het zijn stations waar we met recht trots op kunnen zijn: van ProRail en NS tot de betrokken gemeenten. “Die trots is mede het gevolg van het feit dat de aandacht voor ruimtelijke kwaliteit vanaf het begin groot is geweest”, stelt Luiten. “Nu is het de uitdaging om die kwaliteit ook elders op het netwerk te realiseren.” In de grote steden zien we een enorme spin-off van publieke investeringen in het spoor en de spooromgeving. We zien het bij de NSP maar ook in Delft, Leiden, Zwolle, Tilburg en straks ook in steden als Maastricht, Nijmegen en Groningen. “Men ruikt, ziet en grijpt de kansen. Die enorme investeringsbereidheid zorgt voor een geweldige impuls. Steden groeien over het station heen: de ontdekking van spreekwoordelijke andere kant waar steeds meer stations ook een volwaardig entree krijgen. En dat juist op de plek die voorheen het karakter van een achterkant had. Verder zien we het terug in de bouwhoogte. Alle grote steden zetten rond het station in op verdichting. In het stadssilhouet worden de stationslocaties daardoor ook op 30 - Stationslocaties 2018/2019 afstand steeds beter zichtbaar,” stelt Loos, die als Adviseur Architectuur en Stedenbouw werkzaam is bij BSbm. Natuurlijk is de stationsomgeving al jaren in beeld bij de ontwikkeling van stations. Het aandachtsgebied wordt alleen groter; ver voorbij het aloude stationsplein. Er ontstaan nieuwe brandpunten van stedelijkheid. Talloze functies komen samen: wonen, werkgelegenheid, onderwijs, zorg. Boeiend is dat de stad zelf ook reageert. Stads- en stationsontwikkeling groeien naar elkaar toe. Loos: “Neem Amsterdam. Daar zitten vrijwel alle gebiedsontwikkelingen in de invloedsfeer van stations: van Sloterdijk, Lelylaan, Amstel en Duivendrecht tot de ontwikkeling van Zuid waar het station hét logistieke adres van de Zuidas wordt.” Volgens Luiten plukken we de vruchten van het ABC-locatiebeleid dat eind jaren tachtig vanuit het toenmalige ministerie van VROM werd ingezet en met de NSP een stevige duw in de rug kreeg. “Er ontstaan op veel plekken in Nederland kans
31 Online Touch Home