17

papieren plannen, zou dat draagvlak snel verdwijnen. Zo kwam er onder aanvoering van Hans Spekman (PvdA) een oplossing voor de verslaafden en werd het interlokale busstation opgeknapt. Wat volgde waren eindeloze discussies, zoals over het Stationsplein Oost, beter bekend als ‘onder het bollendak’. In het oude HC was het station niet zichtbaar, en dat moest veranderen. Ook moest er verblijfsruimte in het gebied gebracht worden om de leefbaarheid te vergroten. Maar niet iedereen zat te wachten op een stationsplein, vertelt Hutschemaekers: “Er waren mensen die vonden dat een plein niet nodig was, want men liep van het station toch HC in. Anderen vonden het plein te klein, of te groot. Uiteindelijk hebben we een mooi plein neergelegd.” Onderdeel van die hele discussie was de vorm van het plein, er moet hoogte Moreelsebrug - CU2030 - Gerrit Serné ondergrondse metro richting Utrecht Science Park laait weer op. Grondexploitatie Ook de verhoogde vraag naar woningen, maakt dat de politiek vraagt om de plannen aan te passen. De Wit: “We hebben de singel inmiddels hersteld. Dat heeft geld gekost, en dat moet terugverdiend met de grondexploitatie. Dan past het financieel helaas niet om sociale woningbouw op het Jaarbeursplein te realiseren. Voor een sluitende exploitatie hebben we daar kantoren nodig. Kantoren op die plek voorkomt ook overlast door evenementen. Overigens vragen we partijen om in het jaarbeurspleingebouw werk te maken van nachtcultuur.” Met de sloop van Muziekcentrum Vredenburg in 2007 startte de metamorfose van het Stationsgebied - Rob van der Lingen overwonnen worden, en dus zouden traptreden logisch zijn geweest, maar het werd een hellende vloer. Bijna klaar Lang kende het project de slogan: CU2030. Destijds zag je posters van kleine kinderen. De Utrechter legde het uit dat het project klaar is in 2030. Maar dat blijkt niet de bedoeling. De Wit: “Dat gaan we ook niet halen. Die slogan was twittertaal en stond voor See You To 030 en niet als einddatum.” Toch is het einde aan de binnenstadskant in zicht. De Jaarbeurskant duurt zeker tot na 2030. De Wit: “Het beurskwartier hebben we staan. De Jaarbeurs is nog een vraag hoe zich dat ontwikkelt. De structuur van het masterplan is gebleven en zelfs nog versterkt met parken. Bij het station zou een central business park komen, maar dat hebben we gekanteld. Dat wordt nu meer een centrummilieu. De creatieve sector werkt minder in kantoren. En dus gaan we daar een gebied maken, met wonen en leisure.” De hoofdopgave van De Wit is inmiddels bouwen aan één groot centrum, aan beide kanten van het spoor. Westbroek en zijn partij wilde de menselijke maat terug in de stad, en er moest meer geluisterd worden naar de mening van inwoners. Die leefbaarheid van de openbare ruimte is met sprongen vooruit gegaan. Ook de verslaafden zijn geen groot probleem meer in het gebied. Twintig jaar verder, zijn de doelen anders, andere ambities en maatschappelijke problemen. Inmiddels gaat de discussie over gezond stedelijk leven: betaalbaar wonen, klimaatverandering, de energietransitie, over verdichting en de modal-shift. Vooral die laatste heeft invloed op het stationsgebied. Nieuwe wijken als Merwede moeten aangesloten worden op een tramnetwerk. En ook de discussie over een goed werkend OV-netwerk, bijvoorbeeld een De twee heren zijn het eens dat het maatschappelijk debat over de ontwikkeling van de stad en haar centrum beter kan. Maar aan de andere kant moet gewaakt worden voor, wat zij noemen, de ‘stapeling van ambities’. Je kan niet met elke mening, elke wens, elke boom rekening houden, al zou je dat wel graag willen. Zowel Hutschemaekers als De Wit zijn het er over eens dat rond 2030 de eerste delen van het Stationsgebied al weer toe zijn aan renovatie. En zo zal de geschiedenis zich herhalen, HC ging al op de schop voordat het helemaal af was, en dat zal het huidige project ongetwijfeld ook overkomen. En daar is niets mis mee, dat heet voortschrijdend inzicht. << www.utrecht.nl www.cu2030.nl Stationslocaties 2022/2023 - 17

18 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication