0

Stationslocaties Nederland 2022/2023

Stations ontwerpen is steden bouwen Arcadis staat voor ‘improving quality of life’, onze passie die we overal laten terugkomen. Waar stations mensen en mobiliteit verbinden, bieden wij onze klanten wereldwijde expertise. Bij Arcadis staan 29.000 slimme mensen klaar om kennis en kunde te combineren voor de ingewikkelde opgaven waar we voor staan. Denk bijvoorbeeld aan het ontwerpen van een naadloos in elkaar overlopende openbare ruimte rondom een station! Learn more on www.arcadis.com Connect with us Arcadis Improving quality of life.

Voorwoord Nederland staat voor een grote transitieopgave. Er liggen meerdere grote uitdagingen voor een toekomstbestendige leefomgeving. Van woningbouw en stedelijke verdichting tot de bereikbaarheid van het landelijk gebied. Duurzame mobiliteit is meer dan ooit een cruciaal onderdeel van de oplossing. Het is daarom goed om te zien dat vrijwel iedere gemeente het potentieel van het stationsgebied herkent. Stations zijn knooppunten van mobiliteit en leefbaarheid. En een voorwaarde geworden voor stedelijke ontwikkeling die een grote bijdrage kan leveren aan de woningbouwopgave. Maar de ontwikkeling van woningen rondom knooppunten kan niet los gezien worden van de nood zakelijke investeringen en ruimtereservering voor het ov. De publicatie Het Nieuwe Stationskwartier is dan ook een oproep tot samenwerking tussen alle stakeholders. Zij hebben een gezamenlijk belang en een gedeelde verantwoordelijkheid om van deze snelle transformatie een ruimtelijk succes te maken. Zodat de nieuwe stations kwartieren plekken worden waar je straks graag aankomt, woont, werkt, verblijft en verder reist. De noodzaak van een toekomstbestendige leefomgeving verdient daarbij een stevige plek op de agenda. Als Spoorbouwmeester wil ik me daarom sterk maken voor een veel groter bewustzijn van de klimaaturgentie. Met inzet op meetbare en concrete resultaten. Samen met sterke ontwerpkracht en een integrale aanpak leidt dit tot ruimtelijke kwaliteit. Kwaliteit die overal weer anders kan zijn: verhalend, verleidelijk en bewust van de context. Want dat zorgt voor eigenheid, verrassing en leefkwaliteit voor reizigers en bewoners. Ik kijk uit naar de samenwerkingen in deze urgente transitie. Marianne Loof, Spoor bouwmeester Stationslocaties 2022/2023 - 3

Deelnemers in deze uitgave www.arcadis.com www.denbosch.nl/spoorzone www.prorail.nl www.nsstations.nl www.utrecht.nl www.cu2030.nl www.okra.nl www.crossmarkbreda.nl www.eindhoven.nl www.apeldoorn.nl www.deventer.nl www.woningmarktbeleid.nl www.poortvanhoorn.nl www.dijkenwaard.nl www.ruland.nl www.haarlemmermeer.nl www.hydeparkishere.nl www.amersfoort.nl www.ivbn.nl www.kpo.nl www.stationstuinenbarendrecht.nl www.ruysgroep.nl www.spoorbeeld.nl www.5tracksbreda.com www.hori.nl Stationslocaties Nederland 2022/2023 Magazine Stationslocaties Nederland, jaargang 2022/2023 Redactie en advertentie-exploitatie Jager Media D.A. Arthur Jager Postbus 2711 7301 EE Apeldoorn M 06 - 223 91 776 E arthur@jagermedia.nl Journalisten Pieter Pulleman, Marc van Rossum du Chattel, Dianne Huijskens, Ger Dreijer en Johan Koning www.jagermedia.nl Presentaties van vestigingslocaties in Nederland (binnenstedelijke (stations)ontwikkelingen, Haven(industrie)terreinen, Logistieke Hotspots en Food Locaties). - Blending Media - Monique Jager Social Media Team - Blending Media Vormgeving Studio Transparant Fotografie Jager Media Het magazine Stationslocaties Nederland wordt duurzaam geproduceerd.

Partners bij ontwikkelen van stationslocaties 6 Coverpresentatie: Stationslocaties Nederland 2022/2023 Ontwikkeling van de spoorzone ’s-Hertogenbosch Meer stad, meer wonen en meer werken. De signatuurprojecten zijn: Het statige Paleis kwartier, Willemspoort, Het Innovatie Kwartier, EKP-Noord, De Onderwijsboulevard en de Bossche Stadsdelta. Lees het verhaal van de Bossche wethouder Mike van der Geld. inhoud 10 Stationsagenda i.s.m. ProRail, NS Stations en Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat 14 15 Jaar stationsgebied Utrecht 18 OKRA Landschapsarchitecten 22 ProRail - ‘Samenwerken met bouwplannen’ 26 Crossmark Breda 28 NS Stations en ProRail - ‘Duurzame mobiliteit’ 31 NS Stations - ‘Woningbouwopgave duurzaam bereikbaar’ 34 Brainport Eindhoven - ‘Knoop XL’ 40 Arcadis - ‘Stations ontwerpen is steden bouwen’ 46 Apeldoorn 50 Deventer - ‘Stadscampus De Kien’ 52 Ministerie pakt regie en faciliteert en stimuleert woningbouw - ‘Programma Woningbouw’ 56 Poort van Hoorn 60 Stationskwartier Dijk en Waard 18 64 Ruland Architecten - ‘Kansen op dubbel grondgebruik boven spoor’ 66 Hoofddorp 68 Hyde Park op loopafstand van NS-station Hoofddorp 70 Amersfoort 72 IVBN - ‘Huurmarkt als katalysator voor de woningmarkt’ 76 Stationstuinen Barendrecht 78 AS Vloerwerken - ‘Dé specialist in stationsvloeren’ 80 Bureau Spoorbouwmeester - ‘Het spoorlandschap: een rijkdom voor Nederland’ 80 34 Stationslocaties 2022 /2023- 5

Spoorzone ‘s-Hertogenbosch: Meer stad, meer wonen, meer werken “Het is spannend en uitdagend dat we in ’s-Hertogenbosch een nieuw stuk binnenstad ontwikkelen. Een stad die meer dan 840 jaar oud is maar nog veel meer toekomst heeft dan verleden. Met het toekomstig vernieuwde station als middelpunt en als verbindende factor in de Bossche Spoorzone. Oud en nieuw smelten samen: de historische binnenstad enerzijds met anderzijds de Spoorzone, de plek waar wonen, werken, studeren en ontmoeten bij elkaar komen.” A an het woord is de Bossche wethouder Mike van der Geld. Hij is enthousiast over het gebied rond het spoor, ook wel Brede Binnenstad genoemd. “Juist omdat wij hier in historisch ’s-Hertogenbosch op een innovatieve wijze de stad doorontwikkelen. Waar in Nederland krijg je de kans om op grote schaal een transitie van een stuk stad te realiseren tot nieuwe binnenstad, als het gaat om duurzame mobiliteit en verstedelijking en klimaatadaptie? Stedelijke transformatie, gericht op toekomstige generaties die hier gaan werken, wonen en leven. In de Spoorzone gebeurt het.” Op de rails In onze snel veranderende en vaak onrustige wereld is het lastig plannen, erkent de wethouder. “Klimaat, economie, maatschappelijke verhoudingen: alles is in beweging en we beseffen dat er nog flinke uitdagingen liggen. Maar we weten waar we naarStationsweg - Karin Jonkers 6 - Stationslocaties 2022/2023

toe werken met de Spoorzone. Het begint bij een grote droom, een visie en de ambitie om een kwalitatief hoogwaardig nieuw stadsdeel te ontwikkelen. Die toekomst zetten we nu op de rails. Daarbij hebben we ook de hulp van Provincie en Rijk hard nodig. Samen met de marktpartijen, ontwikkelaars, NS, ProRail, de buurgemeenten en andere stakeholders. ” Koploper Van der Geld is optimistisch over het realiseren van de flinke ambities. “De plannen liggen klaar, marktpartijen, ondernemers, partners en inwoners zijn enthousiast om van start te gaan. En vergeet ook niet dat we als stad veel ervaring hebben met het ontwikkelen van een Spoorzone. Vergis je niet, nu zien meer steden kansen rond het spoor, maar in ’s-Hertogenbosch zijn we al in 1990 gestart met het daadwerkelijk realiseren van ambitieuze plannen in de Spoorzone.” Hij doelt op de zeer succesvolle ontwikkeling van het Paleiskwartier: een gebied direct grenzend aan de westzijde van het Bossche hoofdstation. “Kwalitatief hoogwaardige stedenbouw, een mix van woningen, bedrijven en kantoren, een gebied waar het Paleis van Justitie een plek heeft en veel onderwijsinstellingen gehuisvest zijn. Allemaal projecten die al gerealiseerd zijn en die ons extra motiveren om de kwaliteit van dat gebied verder door trekken langs het spoor. We versterken onze rol als koploper.” Uitdaging De Spoorzone krijgt verder vorm rond bestaande structuren. “We starten niet met een blank canvas, maar met inbreiden van nieuwe stedelijke elementen in een bestaande omgeving. Er lijkt weinig ruimte voor nieuwe stadsontwikkeling, totdat je er op een frisse manier naar kijkt, gericht op de toekomst die hele andere eisen aan ons stelt dan het verleden en heden. Voor ons is de uitdaging om wat wij Bossche Paleiskwartier - gemeente ‘s-Hertogenbosch kwaliteiten noemen, te combineren met ontwikkelingen als duurzame mobiliteit en klimaatadaptie, maar ook het scheppen van een fijn eigentijds leefmilieu voor onze inwoners. Met de gemeente als regisseur, maar in nauwe samenwerking met allerlei stakeholders.” Verleden en toekomst Het eerste Bossche station werd eind negentiende eeuw gebouwd aan de rand van de Brede Binnenstad De Brede Binnenstad is de plek waar al het water van Zuid-Oost Brabant en Limburg samen komt en doorstroomt naar de Maas, de plek die natuurlandschappen met elkaar verbindt en de plek waar snelwegen en spoorwegen bij elkaar komen. Juist in deze inspirerende stadsdelta pakken we nu de kans om onze brede binnenstad te ontwikkelen. Het station bevindt zich in het hart van die delta. Het was de bron voor de historische binnenstad met al haar kwaliteiten en het wordt de bron voor het inspirerende en innoverende nieuwe stadsdeel dat we Spoorzone noemen. Mike van der Geld Stationslocaties 2022/2023 - 7 eeuwenoude historische binnenstad. Ui tbreidings wijken volgden. “Wat we nu doen is het breder maken van onze binnenstad door rond het spoor te ontwikkelen. We combineren de historische binnenstad en alle charmes die daarbij horen, met de nieuwe kwartieren, optimaal gebruikmakend van het aanwezige industrieel erfgoed dat weer een nieuw leven krijgt. Zo ontwikkelen we de Spoorzone tot een inspirerende stadsdelta, een gebied waar het aangenaam wonen, werken en verblijven is. Hier komen stromen bij elkaar. Dat geldt voor ons niet alleen voor waterwegen, maar ook voor spoorwegen en autowegen.” Knooppunt De stad ’s-Hertogenbosch is ontstaan op een stuk land waar de rivieren Dieze, Dommel en Aa bij elkaar komen, met de verbinding naar de Maas. Die geografische ligging, gecombineerd met de gevolgen vereisen eigentijdse oplossingen in ruimte en aanpak. ’s-Hertogenbosch ligt op het kruispunt van autowegen (A2 en A58/A50) en als spoorknooppunt wint ’s-Hertogenbosch aan importantie. De lijnen Amsterdam-Eindhoven en Nijmegen-Breda kruisen elkaar in ’s-Hertogenbosch. De stad is uitgegroeid tot het tweede belangrijkste NS overstapknooppunt van Nederland. Het

Wat is de Spoorzone? De Spoorzone is het gebied rond het spoor en station in ’s-Hertogenbosch, een verbindende rode draad van een reeks signatuurprojecten. Het is onderdeel van de Brede Binnenstad, omdat het een nieuw innovatief stuk stad is, naast de eeuwenoude historische binnenstad met het station als kloppend hart. Tramkade ©CostaDelSilo.nl Caboomstudio.nl station speelt een zeer prominente rol in de landelijke en regionale mobiliteitsplannen van de toekomst. Nieuwe oplossingen De historische binnenstad pronkt met een rijke cultuur-historische pracht en praal en is ook de motor van de Cultuurstad van het Zuiden, zoals de stad zich profileert. De culturele ambities van de stad zijn van Europees niveau. Om het cultuuraanbod te verbreden en te verdiepen (denk aan de jongere generaties), is juist het investeren in de Spoorzone belangrijk. Zo zijn er plannen om het Designmuseum van de historische binnenstad naar de Spoorzone te verhuizen en de kunstacademie hier definitief te vestigen. Dit zorgt voor eigentijdse culturele dynamiek . Datastad De stad ontwikkelt zich als toonaangevende datastad met hoogwaardige ICTopleidingen (Hogeschool Avans en de JADS Universiteit). Vandaar de investeringen in het InnovatieKwartier in de Bossche Spoorzone met een concentratie van gerenommeerde ICT-bedrijven maar ook veelbelovende startups. Data en ICT zijn goed voor een kwart van de werkgelegenheid in een stad waar 45% van de beroepsbevolking hoog is opgeleid. Het station In het middelpunt van alle nieuwe ontwikkelingen ligt het station van ’s-Hertogenbosch. Bosch Centraal wordt steeds drukker. “Met het huidige station kunnen we de toekomstige groei niet opvangen. Teveel reizigers op smalle perrons, dat gaat niet. Het is gelukt om een toekomstvast station hoog op de nationale agenda te krijgen. Een slim, duurzaam en toekomstbestendig station in het MIRT is cruciaal voor de ontwikkeling van de Spoorzone. Met de ministeries van I&W en BZK, ProRail, NS en de provincie Noord-Brabant zetten we de samenwerking rond vernieuwing en opwaardering van het station voort. Als kloppend hart van de nieuwe Spoorzone; veel meer dan alleen een plek voor reizigers om te vertrekken of door te reizen wordt het station en omgeving een uitnodigend stadsdeel om te verblijven.” De capaciteit van het station wordt flink uitgebreid. Het station wint aan importantie als landelijke spoor-hub. Bovendien wordt het vervoersaanbod verbreed met innovatief, duurzaam en fijnmazig voor- en natransport voor stad en regio. Leefbaarste stad Op allerlei (inter)nationale lijstjes is de stad al jaren een van de best presterende steden van Nederland, inclusief de keuze tot de leefbaarste stad van Europa. Van der Geld. “Dat hebben we niet zelf verzonnen, maar bleek uit een internationaal onderzoek. ‘s-Hertogenbosch is voor buitenstaanders de beste stad om naar toe te verhuizen binnen Europa. Onze binnenstad staat genoteerd als de top van Nederland als het om economische veerkracht gaat. Die populariteit van onze stad geven we graag de ruimte. Daar zijn een uitnodigende leefomgeving, werk en uiteraard woningen voor nodig.” Grenzen verleggen Wie gaat er profiteren van het nieuwe, gerevitaliseerde stuk stad aan het spoor? De huidige inwoners van de stad krijgen er een hoogwaardige mobiliteits-hub bij, plus verbeterde oostwest-verbindingen in de stad voor fietsers en wandelaars. Naast uiteraard de winst aan woningen en werkgelegenheid waarvan ook de omliggende regio’s profiteren. InnovatieKwartier met impressie van het monumentale Grasso-gebouw 8 - Stationslocaties 2022/2023 Van de ongeveer 30.000 nieuwe woningen die de stad er in de nabije toekomst bijkrijgt, komt het leeuwendeel in de Spoorzone. “Een hele klus, ja. Woningen bouwen is van vitaal belang

EKP, een ontwikkeling van SDK Vastgoed; impressie van Absent Matter 2022 De signatuurprojecten zijn: • Het statige Paleiskwartier. Een iconisch project met spraakmakende architectuur, succesvol ontwikkeld vanaf 1990. Met 2.500 woningen, 170.000 m2 kantoorruimte en duizenden arbeidsplaatsen. • Willemspoort, grenzend aan het Jeroen Bosch Ziekenhuis en de Onderwijsboulevard. Een gebied waar uiteindelijk ruim 800 woningen komen, voornamelijk appartementen. • Het InnovatieKwartier. Het monumentale Grassokantoor, Grenco-terrein en EKP-zuid bieden samen ruimte aan ondernemers, kennisinstellingen en studenten om invulling te geven aan ‘s-Hertogenbosch als toonaangevende ICT- en datastad. Innovatief, sprankelend en een inspirerende plek voor vernieuwers. • EKP-Noord: een creatieve schakel binnen de Noordelijke Spoorzone. In het plan wordt een creatieve en duurzame woon-, werk- en leerhotspot gerealiseerd en een aantrekkelijke openbare ruimte. Met circa 820 woningen, gericht op de ‘dynamische stedeling’. • De Onderwijsboulevard: een leeromgeving voor 30.000 studenten en 3.000 medewerkers, grenzend aan het Paleiskwartier. • De Bossche Stadsdelta. Aan het spoor en de rivier De Dieze. Naast wonen en werken krijgt bruisende cultuur de ruimte. Hier wordt inhoud gegeven aan ’s-Hertogenbosch als Cultuurstad van het Zuiden. voor de stad, onze inwoners en de mensen die er willen komen wonen. We zijn een stad voor iedereen, duurzaam en inclusief, waar het goed wonen en werken is. We moeten woningen bouwen, dat hebben we beloofd, en we kiezen voor tachtig procent binnenstedelijk ontwikkelen, met prioriteit voor de Spoorzone. De kwaliteit van de openbare ruimte in de historische binnenstad is de referentie voor de nieuwe Brede Binnenstad. Er is ruimte voor maatwerk in ontwerp en uitvoering, maar de kwaliteit staat altijd voorop. Binnen een historische stad grenzen verleggen, daar moet je lef voor hebben en samenwerking zoeken met allerlei stakeholders. We durven groots te dromen, in het besef dat er keihard gewerkt moet worden.” << Meer informatie: www.denbosch.nl/spoorzone Stationslocaties 2022/2023 - 9

Stationsagenda: samen werken aan toekomstbestendige stations Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, ProRail en NS Stations werkten de afgelopen twee jaar samen aan de Stationsagenda: een lange termijn visiedocument voor stations en hun directe omgeving. De Stationsagenda nadert nu zijn voltooiing, maar is tegelijkertijd een document dat nooit af is. V olgens staatssecretaris Van Veldhoven uit het vorige kabinet was er behoefte aan een heldere beleidsvisie en een meer integrale aanpak ten aanzien van stations en hun omliggende gebieden. Dat leidde ertoe dat het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW), ProRail en NS Stations de handen ineen sloegen om een gezamenlijke Stationsagenda te ontwikkelen die ook andere stakeholders, zoals gemeenten, provincies en vervoerders betrekt. Aanleiding Onder meer de verwachte groei van het aantal reizigers, de toename van het aantal stakeholders rond het station, verduurzaming, de stedelijke ontwikkeling op en nabij de stations, de benodigde transfercapaciteit en de gebiedsontwikkeling zijn uitdagingen die om een integrale en gezamenlijke aanpak vragen. Delroy Blokland, afdelingshoofd Openbaar Vervoer en Stations bij IenW: “Hoe je die uitdagingen en alle betrokken partijen bij elkaar brengt, was de aanleiding om een Stationsagenda te willen maken.” Richtinggevend beleidsdocument De Stationsagenda moet een richtinggevend beleidsdocument worden voor de lange termijn. Niet van bovenaf opgelegd, maar gedragen en gevoed door de stakeholders, zegt Nijmegen traverse 10 - Stationslocaties 2022/2023 Blokland. “De nieuwe staatssecretaris omarmt het ook en de politieke steun is er; voor de Stationsagenda én de knooppuntenaanpak. Als er een investeringsbesluit genomen moet worden is hiermee al veel denkwerk gedaan. Een station veranderen is een lang proces. En de samenwerking die daarvoor nodig is aan de voorkant beter regelen, dat is onze inzet.” Sebastiaan de Wilde, directeur Vastgoed bij NS Stations, vindt de gezamenlijke aanpak noodzakelijk. “Het gebruik van het OV groeit hard. Binnensteden worden meer autoluw, Mobility as a Service (MaaS)-toepassingen nemen toe. Dit goed organiseren op een station met inachtneming van wet- en regelgeving, concessies, lokale omstandigheden en meer, dat vraagt nogal wat. Dan is het mooi dat het ministerie hierop instapt en mede de kaders zet.” Richtlijnen Astrid Bunt, directeur Stations bij ProRail vult aan: “De woningbouw rondom stations zal flink toenemen en dat vraagt om een investe

transfer en sociale veiligheid, hoe gaan we om met fietsparkeren, en dergelijke. Het gaat om samen zo goed mogelijk naar de toekomst kijken en wat er dan nodig is, om een compleet beeld te krijgen met beleidslogica erachter.” Stationsplein Jaarbeurszijde Utrecht Astrid Bunt (ProRail) Bunt: ‘De integrale aanpak is randvoorwaardelijk, want anders werkt het niet’ ring in de stations. Zonder investeringen in het OV heeft een investering in woningbouw geen enkele zin. Nederland moet bereikbaar blijven.” Blokland: “Of neem de fietsenstallingen die werden en worden gebouwd; vaak zijn dat best complexe bouwprojecten: ondergronds, op die stations-postzegel, met diverse eigenaren en belanghebbenden. Kaders helpen dan.” De Wilde: “Precies, als elke fietsenstalling er compleet anders uitziet en het serviceconcept verschilt, dan begrijp je dat als reiziger niet. Tegelijkertijd heb je wel het unieke van de locatie waarmee je te maken hebt. Daarom bevat het visiedocument wel richtlijnen voor stations, maar is het geen blauwdruk. En omdat er continu dingen veranderen en we ook continu leren, is het ook nooit af. Het wordt een levend document.” “Als je kijkt naar de betekenis van stations in hun gebied dan realiseren we goede scores. Toch zijn we toe aan een volgende stap. Hoe haal je een volgend niveau? Of hoe geef je een station een maatschappelijke functie? Vooral in kleinere kernen kan dat veel toegevoegde waarde creëren. Daarvoor heb je wel extra kennis en betrokkenheid nodig, bijvoorbeeld van gemeenten en vervoerders. Dat komt allemaal samen in de Stationsagenda”, vervolgt De Wilde. “De Stationsagenda geeft het inhoudelijke antwoord: hoe gaan we om met Sebastiaan de Wilde (NS Stations) De Wilde: ‘Hoe haal je een volgend niveau? Daarvoor heb je extra kennis nodig, bijvoorbeeld van gemeenten en vervoerders’ Stationslocaties 2022/2023 - 11 Beter sturen Blokland: “Die woningbouwopgave is iets van het nieuwe kabinet. Er is geld en een visie om te bouwen bij stations daar waar het kan. De minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening wil bouwen, IenW wil de OV-knooppunten upgraden en ook die samenwerking draagt bij aan het realiseren van de ambities uit de Stationsagenda.” Bouwen op en bij stations heeft ook impact op het thema duurzaamheid, zegt Bunt. “Het is lastig om mensen vanuit hun auto in het OV te krijgen. Maar als in hun woonomgeving het OV vanaf het begin aanwezig is, dan is dat veel gemakkelijker. Door te bouwen bij OV-knooppunten ontlast je de stad.” Duurzaamheid is overigens één van de prioritaire thema’s in het visiedocument, benadrukt Bunt. “We hebben met de Stationsagenda samen een tiental thema’s prioritair gemaakt, waaronder duurzaamheid, veiligheid, toegankelijkheid en sociale veiligheid. Dat gezamenlijke ambitieniveau zorgt

ervoor dat je je maatregelen en financiering beter kunt regelen; je kunt er beter op sturen en dat is winst.” Randvoorwaardelijk Bunt: “Stations moeten passen in hun omgeving, kwalitatief goed zijn en klaar zijn voor de toekomst. De integrale aanpak is daarvoor randvoorwaardelijk, want anders werkt het niet.” Bunt haalt station Ede-Wageningen aan als voorbeeld van een project waarin verschillende stakeholders samenwerken aan een toekomstbestendig station. “Er is daar meer spoorcapaciteit nodig en het station zelf moest nodig worden vernieuwd. Gemeente en provincie wilden dat aanpakken, en wij ook. Met goede voorzieningen, zoals toilet en wachtruimtes zorgen we voor een aangenaam verblijf op het station, waarbij alle soorten vervoer naadloos op elkaar aansluiten. Perron en sporen worden nu uitgebreid er wordt bijgebouwd en we pakken het omliggende gebied aan.” Het station is straks klaar voor de toekomst met maar liefst 265 zonnepanelen op het stationsgebouw, moderne fietsenstallingen, een overzichtelijk busplein en gelegen aan een stadspark. Bunt: “De dingen die we leren in dit soort complexe projecten vloeien naar de Stationsagenda. Denk aan ervaringen met samenwerken, het duurzaamheidthema, het aspect ‘prettig wachten’, de kwaliteit van de omgeving, fietsparkeren en meer.” De Wilde: “Daarom is de Stationsagenda belangrijk: het bundelt kennis, kunde en logica waardoor je niet op elke plek opnieuw discussie hoeft te voeren. Het is ook een manier om te leren Delroy Blokland (Ministerie van IenW) Blokland: ‘Als er een investeringsbesluit genomen moet worden is hiermee al veel denkwerk gedaan’ van andere projecten: hoe ga je bijvoorbeeld bouwoverlast tegen, welke deelfietsconcepten werken het beste; dat soort dingen nemen we mee.” Vorig jaar noemde Blokland ‘het hele proces nieuw, spannend én leuk’. Spannend en leuk is het nog steeds, zeggen Bunt, De Wilde en Blokland in koor. Bunt: “Het is geen mooi weerverhaal met achter de schermen een hoop gedoe. Dat is zeer zeker niet het geval.” De Wilde: “Met de Stationsagenda stemmen we de gezamenlijke belangen beter af. Er is namelijk veel te doen en wij organiseren ons om één verhaal te hebben voor al die stakeholders.” Bunt: “Het is een handreiking naar de buitenwereld om mee te doen.” << Actie-agenda OV Knooppunten Dit jaar werd ook de Actie-agenda OV Knooppunten afgerond. Hoe verhoudt die zich tot de Stationsagenda? De Wilde: “Het zijn verschillende dingen, maar er is wel samenhang. De Actie-agenda komt voort uit het sectorbrede programma Toekomstbeeld OV 2040 (TBOV 2040) en richt zich op het verder verbeteren van alle soorten knooppunten. De Stationsagenda is zoals gezegd een visie document dat gezamenlijke ambities omvat en een integrale aanpak voorstaat van een aantal belangrijke thema’s voor treinstations.” Blokland: “De Stationsagenda is een manier voor IenW, ProRail en NS Stations om gezamenlijk invulling te geven aan de ambities op het gebied van stations. En dan niet zozeer wat waar moet komen, maar meer: wat verwacht de reiziger van ons in de toekomst? Dat ging al best goed, maar tegelijkertijd was er behoefte aan meer sturing. Niet top-down, maar in gezamenlijkheid. Dat is wat we doen.” Station Amsterdam Amstel - Gerrit Serné 12 - Stationslocaties 2022/2023 Station Leiden

Station Schiedam Station Tilburg Stationslocaties 2022/2023 - 13

Vijftien jaar verandering in Utrechts centrum De kortste snelweg van Nederland, die liep van niets naar nergens. Singel 1974 - W. Meijnen Paardenveld 1976 - Utrechts Archief Singel september 2022 - CU2030 - Gerrit Serné Paardenveld 2020 - CU2030 - Gerrit Serné 14 - Stationslocaties 2022/2023

Het Stationsgebied in 2007 en 2020 - Rob van der Lingen De ontwikkeling van het Utrechtse Stationsgebied loopt vijftien jaar. Daarom is het tijd voor een beschouwing op één van de grootste stedelijke ontwikkelingen in een Nederlands centrum. Het project maakt snelle vorderingen, het oude station werd vernieuwd en klaargemaakt voor de toekomst. Ook is Hoog Catharijne weer fris en aantrekkelijk. In de laatste fase krijgt het gebied rond Jaarbeurs Utrecht nog een stevige facelift en dan is het centrum van Utrecht af, of toch niet? D e Domstad is altijd een voorloper geweest bij de ontwikkeling van het stationsgebied. In de jaren zestig waren er ambitieuze plannen, de oude stationsbuurt moest plaatsmaken voor Hoog Catharijne, het eerste grote overdekte winkelcentrum van Europa. Het Centraal Station werd geïntegreerd in het plan, net als kantoortorens en leisure, zoals een bioscoop en een sporthal. Terugkijkend zijn er destijds fouten gemaakt. Een deel van de Utrechtse singel werd ge dempt ten faveure van de kortste snelweg van Nederland, die liep van niets naar nergens maar was op enig punt wel tien rijbanen breed. Ook sneuvelden waardevolle panden, zoals het jugendstil pand van verzekeringsmaatschappij De Utrecht. En niet in de laatste plaats bleek Hoog Catharijne vooral in zichzelf gekeerd, de plinten waren verwaarloosd. Efteling-principe Albert Hutschemaekers was de eerste gemeentelijke projectleider van de ontwikkeling die Leen de Wit (l) en Albert Hutschemaekers (r) bij de maquette in het Infocentrum van CU2030 in Utrecht kortweg ‘Stationsgebied’ wordt genoemd. Hutschemaekers is bouwkundig ingenieur en kritisch op het oorspronkelijk ontwerp uit de jaren zestig: “Hoog Catharijne was gebouwd met het Efteling-principe: je haalt mensen binnen, en binnen moeten ze spenderen.” In de jaren negentig bleek HC sleets. Het project was toen nog niet eens af, en is ook nooit helemaal afgebouwd. Onbedoeld kreeg het complex een groep bewoners, die je liever niet hebt: daklozen en ernstig verslaafden. Op het dieptepunt bewoonden vele tientallen en soms honderden ernstig verslaafden de expeditiestraten onder het complex, daklozen sliepen in het winkelcentrum. Hutschemaekers: “Hoog Catharijne functioneerde goed als economisch winkelcentrum, als sociaal gebied was het een ramp, met al die verslaafden.” Daarnaast barste het station uit zijn voegen. Het rijk was bereid de portemonnee te trekken, onder de noemer Nationale Sleutelprojecten. Ook buurman Jaarbeurs had grootse plannen. Alle ingrediënten waren aanwezig om het centrum van Utrecht grootschalig op de schop te nemen. Een eerste poging daartoe, halverwege de jaren negentig, kreeg de naam UCP, Utrecht City Project en later Utrecht Centrum Plan. Onder aanvoering van de toen nog onbekende wethouder Jan van Zanen (VVD) werden plannen opgesteld, samen met onder andere NS, ProRail, Corio, Jaarbeurs Utrecht en de gemeente Utrecht. Eén mandje Die plannen strandden jammerlijk. Hutschemaekers legt uit: “Dat kwam omdat men dacht dat men gezamenlijk één project ging maken. Alle kosten en alle opbrengsten werden in één mandje gegooid. En dat werd geprobeerd te verdelen. Dan moet je ook risico’s gaan verdelen. Waar men tegenaan liep was niet de inhoud van de plannen, want die was goed, maar de risicobeheersing, niet elke partij kon en durfde dezelfde hoeveelheid risico aan te gaan.” Stationslocaties 2022/2023 - 15

die afgestemd waren op hun wensen en mogelijkheden. De individuele belangen werden bij elkaar gehouden door het masterplan, de gemeente hield de coördinatie. Jaarbeursplein 2007 - Rob van der Lingen Het zorgde voor een bijzondere situatie, de gemeente ging privaatrechtelijke overeenkomsten aan met de partners. Maar de publiekrechtelijke vergunningen moesten in een apart traject alsnog aangevraagd worden. Dat ging niet altijd even soepel, zoals bij de Van Sijpestijnkade. De gebouwen zouden gesloopt worden, de gemeente spoorde NS aan om de panden te kopen. In een latere fase wilde een nieuwe gemeenteraad de panden behouden, men vreesde dezelfde fout als met de betreurde sloop van De Utrecht. En dus moest een deel van de huizen blijven staan. Maar dat stond niet in het contract met NS, die eiste dat de huizen door de gemeente werden teruggekocht. Onderhandelen Hetzelfde probleem deed zich voor met de nieuwe Moreelsebrug over het spoor aan de zuidkant. Met Klépierre, de eigenaar van HC, was afgesproken dat het Station één in- en uitgang kreeg. Maar de politiek in Utrecht wil graag dat de Moreelsebrug trappen naar de perrons krijgt, dat is een extra uitgang, die niet door HC loopt. Dus moest De Wit in discussie met Klépierre: “We hebben na lang onderhandelen overeenstemming bereikt over het mogelijk plaatsen van de trappen in 2026. Dat is heel goed nieuws voor de stad.” Jaarbeursplein 2020 - CU2030 - Gerrit Serné Ondertussen waaide er een nieuwe politieke wind door Utrecht. Onder aanvoering van zanger Henk Westbroek werd Leefbaar Utrecht de grootste partij van de stad. Henk en zijn politieke vrienden namen bestuurlijke verantwoordelijkheid. Dat was het moment dat Hutschemaekers op een rijdende sneltrein stapte. “Ik werd later programmadirecteur, maar zo is het niet begonnen. Ik werd gevraagd om het referendum mogelijk te maken, dat referendum was een grote wens van Leefbaar Utrecht. Met een open referendum kon men ballast wegwerken en schoonschip maken.” De huidige programmadirecteur heet Leen de Wit. Hij wordt nog dagelijks geconfronteerd met de roerige tijd rond Leefbaar Utrecht. Het referendum moest vooral draagvlak creëren. De Utrechters konden niet ‘voor’ of ‘tegen’ de plannen stemmen, maar hadden de keuze uit twee ontwikkelvarianten: Visie A en Visie 1. De Wit: “Als inwoner van de stad vond ik het een onmogelijk referendum, ik heb dan ook blanco 16 - Stationslocaties 2022/2023 gestemd. Oplossingen die goed zijn, kan je niet zo ver van te voren bedenken.” Vandaag de dag klinkt er vanuit de stad dat het referendum niet wordt uitgevoerd. Niet terecht, want de essentialia uit het referendum zijn overeind gebleven, volgens De Wit: “Als je kijkt naar de essentie van het referendum dan zit daar veel van in. De stadsboulevard, de stadscorridor, het herstel van de singel, het behoud van de grote zaal van Vredenburg, wat een hele grote factor was waarom mensen op Visie A stemden.” Hutschemaekers: “Het referendum gaf richting en draagkracht. Vooraf had ik voorspeld dat het uiteindelijke resultaat een variant 1A zou worden.” Andere contractvorm Bij de herstart, onder de noemer Stationsgebied, koos men voor een andere contractstructuur, niet meer één totaalcontract met alle partijen, maar meerdere deelcontracten tussen de gemeente en de afzonderlijke deelnemers Het projectbureau besloot na het referendum om direct zichtbare verbeteringen aan te brengen om het draagvlak vast te houden. Als er eerst tien jaar zou worden besteed aan Stationsplein met Hoog Catharijne (l) en Utrecht Centraal (r) - Petra Appelhof

papieren plannen, zou dat draagvlak snel verdwijnen. Zo kwam er onder aanvoering van Hans Spekman (PvdA) een oplossing voor de verslaafden en werd het interlokale busstation opgeknapt. Wat volgde waren eindeloze discussies, zoals over het Stationsplein Oost, beter bekend als ‘onder het bollendak’. In het oude HC was het station niet zichtbaar, en dat moest veranderen. Ook moest er verblijfsruimte in het gebied gebracht worden om de leefbaarheid te vergroten. Maar niet iedereen zat te wachten op een stationsplein, vertelt Hutschemaekers: “Er waren mensen die vonden dat een plein niet nodig was, want men liep van het station toch HC in. Anderen vonden het plein te klein, of te groot. Uiteindelijk hebben we een mooi plein neergelegd.” Onderdeel van die hele discussie was de vorm van het plein, er moet hoogte Moreelsebrug - CU2030 - Gerrit Serné ondergrondse metro richting Utrecht Science Park laait weer op. Grondexploitatie Ook de verhoogde vraag naar woningen, maakt dat de politiek vraagt om de plannen aan te passen. De Wit: “We hebben de singel inmiddels hersteld. Dat heeft geld gekost, en dat moet terugverdiend met de grondexploitatie. Dan past het financieel helaas niet om sociale woningbouw op het Jaarbeursplein te realiseren. Voor een sluitende exploitatie hebben we daar kantoren nodig. Kantoren op die plek voorkomt ook overlast door evenementen. Overigens vragen we partijen om in het jaarbeurspleingebouw werk te maken van nachtcultuur.” Met de sloop van Muziekcentrum Vredenburg in 2007 startte de metamorfose van het Stationsgebied - Rob van der Lingen overwonnen worden, en dus zouden traptreden logisch zijn geweest, maar het werd een hellende vloer. Bijna klaar Lang kende het project de slogan: CU2030. Destijds zag je posters van kleine kinderen. De Utrechter legde het uit dat het project klaar is in 2030. Maar dat blijkt niet de bedoeling. De Wit: “Dat gaan we ook niet halen. Die slogan was twittertaal en stond voor See You To 030 en niet als einddatum.” Toch is het einde aan de binnenstadskant in zicht. De Jaarbeurskant duurt zeker tot na 2030. De Wit: “Het beurskwartier hebben we staan. De Jaarbeurs is nog een vraag hoe zich dat ontwikkelt. De structuur van het masterplan is gebleven en zelfs nog versterkt met parken. Bij het station zou een central business park komen, maar dat hebben we gekanteld. Dat wordt nu meer een centrummilieu. De creatieve sector werkt minder in kantoren. En dus gaan we daar een gebied maken, met wonen en leisure.” De hoofdopgave van De Wit is inmiddels bouwen aan één groot centrum, aan beide kanten van het spoor. Westbroek en zijn partij wilde de menselijke maat terug in de stad, en er moest meer geluisterd worden naar de mening van inwoners. Die leefbaarheid van de openbare ruimte is met sprongen vooruit gegaan. Ook de verslaafden zijn geen groot probleem meer in het gebied. Twintig jaar verder, zijn de doelen anders, andere ambities en maatschappelijke problemen. Inmiddels gaat de discussie over gezond stedelijk leven: betaalbaar wonen, klimaatverandering, de energietransitie, over verdichting en de modal-shift. Vooral die laatste heeft invloed op het stationsgebied. Nieuwe wijken als Merwede moeten aangesloten worden op een tramnetwerk. En ook de discussie over een goed werkend OV-netwerk, bijvoorbeeld een De twee heren zijn het eens dat het maatschappelijk debat over de ontwikkeling van de stad en haar centrum beter kan. Maar aan de andere kant moet gewaakt worden voor, wat zij noemen, de ‘stapeling van ambities’. Je kan niet met elke mening, elke wens, elke boom rekening houden, al zou je dat wel graag willen. Zowel Hutschemaekers als De Wit zijn het er over eens dat rond 2030 de eerste delen van het Stationsgebied al weer toe zijn aan renovatie. En zo zal de geschiedenis zich herhalen, HC ging al op de schop voordat het helemaal af was, en dat zal het huidige project ongetwijfeld ook overkomen. En daar is niets mis mee, dat heet voortschrijdend inzicht. << www.utrecht.nl www.cu2030.nl Stationslocaties 2022/2023 - 17

OKRA ontwerpt betekenisvolle plekken, met het oog op de toekomst “Stel je eens voor hoe het er hier over 50 jaar uitziet, als al die auto’s uit de binnenstad weg zijn, omdat we alleen nog maar elektrische, zelfrijdende deelauto’s gebruiken.” Vanuit zijn kantoor in hartje Utrecht kijkt Wim Voogt, landschapsontwerper en OKRA partner, uit over de Oudegracht. “Het is nu al een mooi uitzicht, maar zonder auto’s kun je een enorme kwaliteitswinst boeken. Er komt dan zoveel ruimte vrij in de stad, die je kunt benutten voor groenvoorzieningen en verblijven.” Links Wim Voogt, rechts Pierre-Alexandre Marchevet D urven dromen of soms zelfs brutaal durven te zijn… Het is kenmerkend voor de landschapsarchitecten van OKRA. Onderzoekend, samenwerkend en met een passie voor mens en natuur, ontwerpen ze bij OKRA betekenisvolle plekken, die een meerwaarde hebben voor hun omgeving en de mensen die er verblijven. Niet alleen in Nederland, maar ook in internationale projecten. Stationslocaties geven boost aan stad Stationslocaties behoren voor OKRA tot de meest uitdagende en leukste ontwerpopgaven. De stationsomgeving in Enschede was 30 jaar geleden hun eerste opdracht. Sindsdien is het bureau, met inmiddels zo’n 50 medewerkers, betrokken geweest bij de ontwikkeling van veel stationslocaties in binnen- en buitenlandse steden. “Een station is zoveel meer dan een OV knooppunt”, zegt Pierre-Alexandre Marchevet, landschapsarchitect en associate bij OKRA. “Het is ook een plek waar mensen samenkomen, waar ze zich thuis moeten 18 - Stationslocaties 2022/2023

Een natuurlijke wandelroute direct vanaf de stationsuitgang: De opnieuw uitgegraven Catharijnesingel trekt internationale aandacht voelen, waar de ziel van de stad herkenbaar is. Het is in het ontwerp steeds zoeken naar de juiste balans tussen die vervoersmachine - die kloppend, werkend en efficiënt moet zijn - en een plek die gelijktijdig comfortabel, uitnodigend en leefbaar is. De herontwikkeling van een station en de stationsomgeving kan een hele nieuwe boost geven aan de stad. Het station is niet langer meer een eilandje, maar is één met het centrum. Het is op economisch gebied van meerwaarde voor de stad, maar kan bijvoorbeeld ook, door de toepassing van Ontmoetingen in het stationsgebied van Rouen, tussen mensen, historische architectuur, groen en verschillende vervoersmodaliteiten Stationslocaties 2022/2023 - 19

Langs het Merwedekanaal geeft OKRA vorm aan een nieuwe toekomstbestendige stadswijk van 24 hectare Het Moreelsepark wordt een aangename groene verbinding tussen het stationsgebied en het stadscentrum van Utrecht groenvoorzieningen en waterelementen, een goede verkoelingsplek worden in de stad.” Veranderend gebruik Een ander belangrijk onderdeel dat de OKRA ontwerpen kenmerkt is het veranderende gebruik van de plek in de tijd. Wim Voogt legt uit: “Je moet bij het ontwerp van een stationsplein rekening houden met rustige en drukke periodes en met gebruikers die in de tijd verschillend zijn. Zo moet een stationsplein tijdens de spitsuren enorme reizigersaantallen aankunnen, maar op zondagavond om 23 uur ook nog een prettige en veilige plek zijn om te verblijven.” Jaarbeursplein Utrecht Het vernieuwen van stationslocaties en hun omgeving neemt veel tijd in beslag. “Het zijn projecten van de lange adem”, zegt Marchevet. Zo is het Jaarbeursplein in Utrecht in de voorbije 15 jaar omgetoverd van een doorgangsruimte aan de achterzijde van het centraal 20 - Stationslocaties 2022/2023

Het stationsgebied van Kingston werd specifiek ontworpen om reizigers te stimuleren vaker de fiets te pakken station, naar een levendig en sociaal-veilig stadsplein, waar gewoond, gewerkt en gerecreeerd wordt en waar vandaan je heel Nederland kunt bereizen met het OV. “Aan het begin van deze opdracht kregen we mee dat het ook een evenementenplein moest worden, waar geen plek was voor bomen,” vertelt Wim Voogt. “Vergroenen past juist heel erg bij ons, dus we zijn naar mogelijkheden gaan zoeken om dat toch te verwezenlijken. Er staan nu op diverse plekken clusters van verschillende soorten bomen. Utrecht is met zijn grachten een waterstad, dus hebben we ook waterelementen toegevoegd en andere ‘haakjes’ gemaakt naar het historische centrum van de stad, aan de andere kant van het station. En dat er in de voorbije jaren al twee keer een grote wielerronde vanaf het Jaarbeursplein van start ging (Tour de France en de Vuelta) bewijst dat het plein, ook met bomen, uitstekend dienst doet voor het organiseren van grote evenementen.” Ontwerpen die aanpasbaar zijn Bij OKRA houden ze bij het ontwerpen altijd rekening met de vraag hoe aanpasbaar een ontwerp is voor de toekomst. Kan er over 50 jaar op worden doorgebouwd, zonder dat het oude tegen de vlakte moet. “Onder het Jaarbeursplein is nu parkeergelegenheid voor 800 auto’s. Als die er in de toekomst niet meer zijn, dan kan daar wellicht een uitbreiding van de fietsenstalling komen”, aldus Marchevet. “Het besef dat een stad nooit af is, is in de professionele wereld al goed geland. NS en ProRail zijn daar ook echt mee bezig in hun opgaven. Stationslocaties 2022/2023 - 21 Hoe kunnen we iets bouwen dat over 50 jaar nog steeds voldoet? Maar het durven denken alsof je al 20, 30 of 50 jaar verder bent, verschilt per opdrachtgever. Gelukkig wordt het meer en meer gemeengoed. Zo wordt er nu in Utrecht aan het Merwedekanaal, naar ons ontwerp, een nieuwe, toekomstbestendige stadswijk gebouwd met een parkeernorm nul.” Catharijnesingel in ere hersteld Een ander groot project dat door OKRA is ontworpen is het sluitstuk van het herstel van de singelstructuur – van Mariaplaats tot aan de Bartholomeïbrug - rond de oude binnenstad van Utrecht. Het vormt een belangrijk onderdeel van het Masterplan Stationsgebied. Met het voltooien van de Catharijnesingel-Zuid is de oorspronkelijke, historische waterstructuur hersteld en passend gemaakt voor hedendaags en toekomstig gebruik. “Onze passie voor mens en natuur komt in dit ontwerp heel duidelijk naar voren”, legt Wim Voogt uit. “We hebben heel goed uitgezocht: voor wie maken we dit? Die doelgroepen zijn het hoofdmotief geworden in ons ontwerp: van kanoërs tot paaiende vissen, van hardlopers op de oever tot de trouw- en rouwboten die door de gracht varen, van mindervaliden tot rustzoekers. En dan vind ik het prachtig om te zien hoe, in een stad waar toch veel sociale ongelijkheid is, op dat mooie wandelpad langs de singel, mensen uit alle bevolkingslagen elkaar ontmoeten, een praatje maken of samen in stilte genieten op een bankje. Die sociale en culturele duurzaamheid vinden wij heel belangrijk en zie je altijd terug in onze ontwerpen.” << www.okra.nl Na decennia van verandering is het Jaarbeursplein eindelijk een bestemming op zichzelf geworden, als veelzijdig plein voor de inwoners van Utrecht

ProRail Stations ‘Het is nooit te vroeg om contact met ons op te nemen’ Ontwikkeling woontorens TBD bij Sloterdijk Hemboog, met supermarkt en café onder het spoor

De woningbouwopgave in Nederland is groot en de stations en hun directe omgeving zijn nadrukkelijk in beeld als woningbouwlocaties. Maar de nabijheid van het spoor vraagt om goed doordachte bouwplannen. “Een zettingsinvloed van enkele millimeters kan er al voor zorgen dat de treinen niet meer mogen rijden.” A ls een ontwikkelaar zijn tekeningen klaar heeft en dan pas bij ProRail Stations aanklopt, is het risico groot dat er elementen in de plannen zitten die ‘niet kunnen’. Projectmanager Caroline Brunekreef: “De plannen dan nog aanpassen kost simpelweg veel tijd en heeft vaak ook financiele consequenties.” Meedenken Die consequenties kunnen voorkomen worden als partijen al in de ideefase in overleg gaan met ProRail Stations, voordat het Programma van Eisen wordt opgesteld. “Wij denken graag mee, want dat is in ieders belang. Het spoor is onderdeel van de mobiliteitsoplossing van de toekomst; duurzaam en onmisbaar over zo’n tien jaar, maar daar moeten we dan als samenleving wel rekening mee houden. Een gebouw realiseren op dertig meter vanaf het baanvak bijvoorbeeld, daar zitten we niet zo bovenop. Maar komt het dichterbij, dan willen we betrokken worden en meekijken en meedenken. Uiteindelijk moeten wij namelijk een Spoorwegwetvergunning afgeven. Als de vergunningsaanvraag komt en het voorwerk is al gezamenlijk gedaan, dan scheelt dat enorm.” Bouwvlek TBD woontorens direct rondom station Sloterdijk Hemboog. Copyright TBD ‘Samenwerken levert de beste kwaliteit op voor de stad en de reiziger’ Caroline Brunekreef Lessen getrokken Brunekreef noemt station Amsterdam Sloterdijk en dan meer specifiek het onderdeel Hemboog als voorbeeld. “Hemboog ligt op circa honderdvijftig meter van Station Sloterdijk en feitelijk betreft het de sporen negen en tien. Er zijn daar veel ontwikkelingen gepland en bij enkele woontorens waren we te laat gekend, zodat we pas achteraf konden reageren. Daar hebben alle partijen lessen uit getrokken.” Het hoeft niet per se een omvangrijk stationsbouwproject te zijn, zegt Brunekreef. “Ga vroeg in overleg zodat het spoor onderhouden kan blijven en nieuwe bewoners bijvoorbeeld niet per ongeluk toegang krijgen tot spoorse gebouwen, doordat ze via een openslaand raam een stationsgebouw op kunnen klimmen.” Basiskaders in beeld ProRail Stations werkt daarom aan een ‘basisinstructie’ die het makkelijker maakt om snel te reageren op vragen. “We brengen de basiskaders in beeld: wat is wanneer nodig, wat kan wel op een bepaalde plek en wat niet. Het is vooral een document dat intern voor draagvlak zorgt én de communicatie met de vragenstellers verbetert. Het zorgt voor meer efficiency in het Stationslocaties 2022/2023 - 23

voortraject doordat zaken sneller en beter duidelijk worden. Aanvullend hebben we brochures met uitgebreide informatie voor gemeenten en ontwikkelaars.” Ontwikkeling van het spoor ProRail Stations heeft niet alleen te maken met de bouwplannen van derden, ook de ontwikkeling van het spoor zelf speelt een grote rol. “Hoe ontwikkelt het spoorvervoer zich? Van de behoefte in 2030 hebben we wel een redelijk beeld, van 2040 ook nog wel, maar 2060 is wel spannend: komen er meer treinen? Rijden die op hetzelfde spoor? Komen er sporen bij en hoe zit het met de stations? Moeten er perrons bij, moeten bestaande perrons breder worden? Dat heeft ook impact op de bouwplannen in stationsomgevingen. Woningen te dicht bij een baanvak bouwen hindert wellicht de hulpdiensten of maakt spooronderhoud lastig. En hoe ga je om met de geluids- en trillinghinder van het spoor? Allemaal onderwerpen waar je in een zo vroeg mogelijk stadium rekening mee wilt houden.” Beste manier Vroegtijdig in gesprek, veel met elkaar praten en out of the box durven denken; dat is de beste manier, benadrukt Brunekreef. Ze geeft nog een voorbeeld. “Stel een gemeente heeft plot X naast het station als ideale locatie aangewezen voor nieuwbouw. Plan A daarvan, wat verder weg van het station is voor ons prima, plan B komt al wat dichterbij en ‘daar vinden we al wat van’. Plan C, een woontoren die binnen de plannen het meeste oplevert, is te dicht bij het spoor en kan niet in die vorm. Een zettingsinvloed van enkele millimeters kan er dan al voor zorgen dat de treinen niet meer mogen rijden. Dit is een situatie die geen van de partijen wil. Als je vroeg in gesprek gaat, komen dat soort dingen boven tafel. In dit voorbeeld is het misschien wel mogelijk om de plannen om te draaien, waardoor het totaal wel gerealiseerd kan worden.” Veel puzzelen De woningbouw komt op de stations af en dat levert vragen op over het inrichten van het gebied. “Hoe combineer je het verbinden van wijken met het ontsluiten van het station? Waar plaats je het busstation, hoe regelen we de ontvangst op het station, het fietsparkeren en wat is de beste plek voor de kiss and ride? Zijn er parkeerplaatsen nodig? Welke modaliteiten en aanvullende services, als een pakketophaalpunt, komen er samen op de hub? Dat wisselt per locatie allemaal heel sterk qua invulling en vorm. Het moet uiteindelijk voor iedere gebruiker logisch zijn. Dat maakt het heel uitdagend, maar ook heel gaaf om mee bezig te zijn. Het is heel veel puzzelen en Station Sloterdijk Hemboog, waar zichtbaar is hoe dicht de nieuwe bebouwing bij het hooggelegen spoor in de buurt komt. De Glaswasinstallatie (de bakjes aan het kunstwerk) past precies tussen het spoor en het gebouw door. Copyright TBD omdenken. Je moet samen vooruitkijken om dat goed te doen. Regeren is vooruitzien, maar je moet ook durven handelen op basis van inschattingen.” Niet alleen in de Randstad “De Oude Lijn en dan vooral het stuk tussen Leiden en Dordrecht is een traject waar de nodige bouwplannen voor zijn, terwijl we er meer treinen op willen laten rijden. Toch speelt bouwen bij het spoor zeker niet alleen in de Randstad, maar van Friesland tot Zeeland tot Limburg. Overal is werk aan de winkel, van het aanleggen van verbindingen tussen wijken aan beide zijden van het spoor tot nieuwbouw van klein tot groot. Ik hoor wel eens dat gemeenten zeggen ‘dat deel kan later’, of ‘dat raakt het station niet’, maar zo denken is een gemiste kans. Ik herhaal; het is nooit te vroeg om contact met ons op te nemen. We hebben elkaar nodig en als we het samen aanpakken levert dat de beste kwaliteit op voor de stad en de reiziger, in minder tijd en tegen lagere

Station Hoorn, zicht vanaf de nieuwe traverse richting het fruitbomen plein, busstation en ziekenhuis. Daar waar nu een grote parkeerplaats op maaiveld is. Copyright WAX kosten. Samenwerken zorgt voor toegevoegde waarde.” Zo wil Eindhoven heel veel vastgoed realiseren in het stationsgebied terwijl wij een nieuw perron en nieuwe sporen moeten aanleggen. Hoorn is ook volop bezig. Daar zijn we vroeg betrokken bij de ideeën met de vraag hoe een parkeergarage het beste te ontsluiten, en om een nieuwe traverse te realiseren. Daar bleek een hele vastgoedontwikkeling achter te zitten. Als de omvang van de vraag duidelijk is kunnen ProRail en NS helpen om tot een kwalitatief hoogwaardig gebied te komen, in plaats van in te zoomen op één onderdeel van een plan zoals de ontsluiting van een parkeergarage.” “Dit vraagt om samenwerking tussen alle partijen; van gemeenten, provincies, NS, ProRail en vervoerregio’s tot ontwikkelaars. Alleen samen kun je tot de beste plannen komen, waarbij ieders belangen zijn geborgd. << Stationslocaties 2022/2023 - 25 Station Hoorn, zicht vanaf de stad met een rode loper op het station, een echt Welkom. Copyright WAX

CRO ‘T ZOET DE MARK NOORDELIJKE RONDWEG HAVENEILAND BACKER+RUEB GERECHTSGEBOUW KLAVERS JANSEN SPOORPARK

O OSSMARK BREDA BOUWT DOOR STATION 5TRACKS EUREKA / FAAM BELCRUMPOORT HENDRIC DRIE HOEFIJZERS NOORD STATIONSLAAN www.crossmarkbreda.nl

Moderne stations houden Nederland bereikbaar NS en ProRail willen Nederland bereikbaar houden. Van groot belang daarbij is de bereikbaarheid van stations. Daar valt nog een slag te maken, vinden NS en ProRail. En daarom moet in de tussentijd adaptief omgegaan worden met het aanbod van alle deel mobiliteiten door diverse partijen. M ette Janssen - Groothuis is manager ontwikkeling en beleid bij ProRail. Zij houdt zich samen met NS Stations bezig met dit grote vraagstuk. “Op dit moment zien we een versnelde verstedelijking in combinatie met een grote behoefte aan duurzame mobiliteit”, zegt Mette. “Dit leidt ertoe dat NS Stations en ProRail, naast onze eigen ontwikkelingen enorm veel vragen krijgen van gemeenten over herontwikkeling van stedelijke gebieden, met daarbinnen onze Bij 265 stations zijn er P+R locaties waar reizigers gratis kunnen parkeren stations.” NS Stations en ProRail zijn nog niet toegerust op de grote toename van vragen. “Bovendien wachten wij op politieke besluiten over welke stationsgebieden we als eerste moeten aanpakken. Dit alles met als doel om Nederland zo duurzaam mogelijk bereikbaar te houden.” Haar collega Marise Bezema, is manager Services bij NS Stations. Zij is onder andere verantwoordelijk voor OV-fiets en de bewaakte fietsenstallingen. Zij ziet uiteraard dezelfde ontwikkeling. “Het aantal projecten vanuit gemeentes is misschien wel verdriedubbeld”, vertelt zij. Het accent van de verzoeken was eerder al aan het verschuiven. “Het gaat nu over duurzaamheid en gezondheid. Alle gemeentes gaan investeren, met de nadruk op gezond stedelijk leven. De auto moet er uit, het centrum moet autoluw worden. En dus focussen gemeentes op OV, op de fiets en deelmobiliteit.” Veel meer fietsen Marise ziet een actuele ontwikkeling: “In coronatijd zijn veel meer mensen gaan fietsen, als vervanging van bus, tram en metro. Waar we met reizigersaantallen in het OV nog niet op 28 - Stationslocaties 2022/2023

“Bij ProRail voelen wij ons bijvoorbeeld ook verantwoordelijk voor de omgevingskwaliteit en de sociale veiligheid”. het niveau zitten van 2019, zien we bij OV-fiets stijgingen in het gebruik van 10% tot 15% ten opzichte van 2019. En ook het gebruik van fietsparkeren is veel meer dan we verwacht hadden.” Veel gemeentes zetten vol in op die shift naar fiets en lopen. “Het gebruikt minder ruimte, het is gezond, je stoot geen CO2 uit en draagt bij aan stikstofreductie. De stad wordt beter bereikbaar en leefbaarder, kortom een prettige stad om in te verblijven”, legt Marise uit. Mette vult aan met een grappig feitje: “Tijdens corona wilde iedereen elke dag 10.000 stappen halen. En dat zien we terug in de cijfers van na- en voortransport, er wordt veel meer gelopen.” Marise Bezema (NS Stations) en Mette Janssen – Groothuis (ProRail) Als het gaat om mobiliteitshubs kijken NS Stations en ProRail niet alleen naar een station, maar ook naar de omgeving. “De centrale vraag daarbij is, hoe houden we Nederland bereikbaar? De hub is daar een oplossing voor. Toch bestaat er geen concept hub, geen one size fits all”, vertelt Marise. “De reiziger staat centraal en wat hij nodig heeft om van deur naar deur te reizen.” Mette vult daarop aan: “Let wel: een mobiliteitshub is meer dan een aantal vervoersmodaliteiten dat bij elkaar komt. Je stapt er niet alleen van de bus op de trein. Bij ProRail voelen wij ons bijvoorbeeld ook verantwoordelijk voor de omgevingskwaliteit en de sociale veiligheid. Een mobiliteitshub is dus een station waarbij al deze zaken van hoog niveau zijn. Daarbij heb je veel De nieuwe in- en uitcheckzone vergemakkelijkt de toegankelijkheid van de fietsenstallingen Stationslocaties 2022/2023 - 29

“Het is onze opgave om flexibele stations te creëren, die meebewegen met veranderende behoeftes.” heel belangrijk. Daar biedt P+R de mogelijkheid om de reiziger richting de grote steden voortijdig uit de auto te krijgen en over te laten stappen op de bus of trein” Al 180 jaar zijn stations essentieel voor het reizen. Per locatie moet je kijken welke voorzieningen je aanbiedt en hoe dat in de omgeving past, zo is de opvatting. En stations moeten voorzieningen hebben die zijn toegerust op de toekomst qua aantallen. Marise: “Het is onze opgave om flexibele stations te creëren, die meebewegen met veranderende behoeftes.” verschillende partijen nodig. Denk aan het samenwerkingsverband van decentrale OV-autoriteiten DOVA, het ministerie van IenW provincies, Rijkswaterstaat en vele andere partijen.” Strijd om ruimte Stations zijn aantrekkelijke plekken geworden, het gevolg is een gevecht om de ruimte. “De kiss-and-ride-plek is een goed voorbeeld van. Die ligt steeds verder van het station af”, meent Marise. “Gemiddeld komt 6% van onze reizigers met de auto naar het station. In Utrecht is dat nagenoeg 0%. Daarom heb je op Utrecht Centraal geen plek om de auto te parkeren bij het station. Maar in plaatsen als Beilen, Meppel, en bij stations die twee gemeentes bestrijken, en dus veel inwoners bedienen zoals Driebergen-Zeist, komt tot 40% van de reizigers met de auto naar het station”, legt ze uit. “In regio’s waar het bus-OV toch beduidend minder qua dekking is, is de auto nog steeds Marise en Mette willen inclusiviteit nog aanstippen, of beter gezegd de bereikbaarheid van stations voor mensen met een beperking, ouderen of gezinnen met kleine kinderen. Je kan een stationsplein nog zo mooi maken, om reizigers te verleiden de trein te nemen, het station moet ook bereikbaar zijn voor de groeiende groep mensen die niet makkelijk afstanden te voet overbrugt. Mette: “Voor ons is inclusiviteit heel belangrijk. Wij vertellen gemeentes bijvoorbeeld: let op, opa en oma willen gewoon met de auto afgezet kunnen worden voor de deur van het station. Uiteindelijk moet iedereen zo goed mogelijk gebruik kunnen maken van onze stations.” Tot slot zegt Marise: “Het zou goed zijn als wij, de gemeentes en andere partners de stationsgebieden niet te vol bouwen. In de toekomst zijn er nieuwe wensen en behoeftes. Daarvoor moet je ruimte reserveren. En bovenal moeten alle partners in een gebied, overheden, vervoersmaatschappijen, projectontwikkelaars en anderen altijd gaan voor de integrale aanpak.” << Op 53 P+R locaties kan de reiziger voor vertrek het aantal beschikbare parkeerplekken online zien 30 - Stationslocaties 2022/2023

Hoe maken we 1 miljoen nieuwe woningen duurzaam bereikbaar? Nederland staat voor een belangrijke woningbouwopgave. Binnen tien jaar zijn er een miljoen extra woningen nodig, met de daarbij behorende infrastructuur. NS heeft de minister van IenW onlangs een advies gestuurd, het spoorbedrijf vindt dat een groot deel van de woningopgave op korte termijn is te realiseren tegen relatief lage kosten. Op het spoor is voldoende capaciteit om honderdduizenden reizigers extra te vervoeren, mits je bouwt waar die capaciteit beschikbaar is. H et is een beknopt en goed leesbaar boekje geworden, het advies van NS aan de minister, maar ook aan gemeentes en provincies. In duidelijke tekst en nog duidelijker kaartjes laat NS zien, waar wat hen betreft gebouwd kan worden. Daan Klaase is Manager Planontwikkeling bij NS Stations, en medeauteur van het stuk. Hij motiveert het advies: “Geld is schaars, als je moet kiezen, doe het dan in de juiste volgorde. Doe geen domme dingen, we zijn als de dood dat er een miljoen woningen wordt neergezet in een wei, met auto’s voor de deur.” NS geeft vier adviezen, één daarvan is dat eerst gebouwd moet worden op de best bereikbare plekken, bij vrijwel alle stations, zodat er beter gebruik wordt gemaakt van bestaande infraDaan Klaase structuur. “Dat betekent slimmer gebruik maken van wat we al hebben, onderhouden en verbeteren wat er is, afmaken waar we aan begonnen zijn en ons gedrag aanpassen. Voor woningbouw heb je ruimte nodig in de trein en op en om de stations. Voorbeelden van tracés met ruimte zijn de Brabantse Stedenrij, Arnhem-Nijmegen, Gouda-Woerden-Dordrecht-Breda en rond Zwolle. Klaase: “Ook in de provincies Zeeland, Friesland, Limburg en Drenthe is veel ruimte, maar deze gebieden zijn niet door de minister als grootschalige woningbouwlocaties aangemerkt.” Eenzijdige spits Klaase en zijn collega’s zochten in de dienstregeling naar ruimte. De bestaande capaciteit kan veel beter benut worden door meer te spreiden en reizigers een andere richting op te brengen. “De sleutel is om gemengd te bouwen: niet alleen woningen, maar juist ook werk-, onderwijs- en recreatievoorzieningen. Dit stimuleert de spreiding van reizigers en vult de onbenutte capaciteit in de tegenspits”. Voorbeelden hiervan zijn steden als Hoorn, Almere en Dordrecht. Voor Amsterdam Sloterdijk en Amsterdam Bijlmer geldt het omgekeerde. Dat zijn stations waar in de ochtendspits veel Stationslocaties 2022/2023 - 31

De vier adviezen van NS: 1. Start met bouwen op de best bereikbare plaatsen. 2. Investeer in 12 woningbouwversnellers om al tot 2030 de ontsluiting van honderdduizenden woningen te realiseren. 3. Dek bestaande tekorten en besluit dit jaar over schaalspronginvesteringen. 4. Stimuleer gemengde gebiedsontwikkeling rondom OV-knooppunten en houd ruimte voor toekomstige ruimte-vragende ontwikkelingen. mensen aankomen en juist ruimte is voor opstappers. Daar kunnen dus duizenden woningen gebouwd worden. Die stations hebben, volgens NS wel een grote upgrade nodig met extra capaciteit voor fietsparkeren, maar die investering weegt ruimschoot op tegen de aanlegkosten van wijken zonder bestaande OV-ontsluiting. Schaalsprong Niet overal kan de bestaande capaciteit beter benut worden. Met name in de Randstad zullen bestaande knelpunten groter worden. NS adviseert daarom te investeren in Zuidasdok, een derde perron voor Amsterdam Zuid en het doortrekken van de Noord-Zuidlijn tot Hoofddorp. Zuidasdok wordt door veel mensen gezien als een Amsterdams project. Maar NS meent dat de investeringen in Amsterdam Zuid cruciaal voor het landelijke spoorsysteem zijn. Dit om intercity’s tot in alle uithoeken van het land te laten rijden. 32 - Stationslocaties 2022/2023 De ‘Oude Lijn’ van Dordrecht, via Rotterdam, Schiedam, Laan van NOI naar Leiden is een goed voorbeeld waar met spoorverdubbeling en nieuwe stations een groei van 170.000 woningen kan worden opgevangen. “Deze maatregelen zijn vaak op de drukste delen van het netwerk nodig. De effecten zijn echter in een veel groter gebied merkbaar”, schrijft NS. Schaalspronginvesteringen zijn nodig in de metropoolregio’s Amsterdam, Rotterdam-Den Haag en Utrecht. “Daar ontstaan op middellange termijn knelpunten als de reizigersgroei doorzet.” De effecten van deze investeringen zijn groot, met kortere reistijden naar Groningen, Arnhem en Parijs. In de toekenning van woningbouwgelden ziet Klaase dat er veel geld wordt geïnvesteerd in de kwaliteit van de openbare ruimte, fietsbereikbaarheid van stations en stationsomgevingen. “Dat is prachtig, maar ik maak me zorgen over de stations zelf. In Zwolle zijn in het verleden al honderden miljoenen geïnvesteerd in het

spoor, er is een prachtige ondergrondse fietsenstalling met stationsplein gerealiseerd, maar het station zelf heeft nog steeds geen fatsoenlijke entrees.” De lobby voor de echte spoorse infra is vaak sterker dan die voor stations en dan kom je soms in de situatie dat de reistijd van de trein korter is, maar je er zes minuten over doet om van het perron af te komen.” Dat is de reden dat we naast de stations op de Oude Lijn veel meer stations apart benoemen in ons advies, zoals ‘s-Hertogenbosch en Eindhoven Centraal. Die zijn cruciaal voor het ontsluiten van extra woningen. Verder pleit NS voor perronverlengingen, baan-stabiliteit, en ook lokale vervoersoplossingen, zoals een tramlijn om de nieuwe Utrechtse wijk Merwede duurzaam te ontsluiten. De parkeernorm in de buurt van stations kan naar één parkeerplaats per vijf huishoudens. “Een parkeerplaats is circa 30 m2. Dat is tegenwoordig de ruimte van een studio. Menig student of starter zou daar blij mee zijn”, zegt Klaase. << Stationslocaties 2022/2023 - 33

Brainport Eindhoven: dé plek om te investeren in dynamische toekomst Eindhoven staat aan de vooravond van een flinke schaalsprong. Door de grote economische groei van de high tech regio Brainport moeten de komende 20-25 jaar de voorzieningen op het gebied van wonen, werken, mobiliteit en vrijetijdsbesteding enorm worden uitgebreid. Investeren in deze stad, waar hypermoderne, duurzame, high tech oplossingen worden bedacht en gemaakt voor onze grote maatschappelijke uitdagingen, betekent investeren in een hoopvolle en dynamische toekomst. Het Stationsplein zoals dat er in 2026 gaat uitzien, een wandelgebied met verkoelende bomen en het beekje ’De Gender’ (bron: KCAP) 34 - Stationslocaties 2022/2023

K noop XL, zoals de ontwikkeling van het gebied rondom het station in Eindhoven heet, speelt in deze plannen een centrale rol. Spil is de opwaardering van Eindhoven Centraal naar een OV-terminal, een verkeersknooppunt met in de toekomst directe verbindingen naar Düsseldorf en Aken. Zo wordt het station niet alleen het nieuwe, prachtige visitekaartje van de stad, het gebied eromheen wordt ook een geheel nieuwe woonwijk; van en voor Eindhoven en de hele regio met een woonaanbod voor verschillende doelgroepen. Een plek waar het goed toeven is, met veel groen, horeca, werkplekken en vrijetijdsaanbod. Tempo maken! Dóórpakken op al die plannen en tempo maken is nu een eerste vereiste, volgens wethouder Stijn Steenbakkers, verantwoordelijk voor de portefeuille Brainport, economie, onderwijs, Knoop XL en Eindhoven Noordwest. “Met stilstaan en afwachten komen we er niet. Veel plannen voor grote ontwikkelingen binnen Knoop XL liggen klaar, met name aan de zuidzijde van het station, maar de termijnen worden bij de Raad van State telkens weer opgerekt. Dat is echt frustrerend. We lopen tegen enorme problemen aan op het gebied van huisvesting en we Wethouder Stijn Steenbakkers van Brainport, economie, gebiedsontwikkeling Knoop XL (bron: gemeente Eindhoven) Stationslocaties 2022/2023 - 35

Het NS station en busstation Neckerspoel gaan samen een nieuwe OV-terminal vormen, meest ideale variant is de bussen ondergronds (bron: Arcadis) moeten echt vaart maken. Knoop XL is onze belangrijkste binnenstedelijke verdichting. In het gehele gebied kunnen we zo’n 9.000 woningen realiseren, op een plek waar nu nog amper iemand woont. Maar dan moet het sein wel op groen gaan.” Derde Mainport van Nederland Vanuit Den Haag komt er, in november 2022, hopelijk een definitieve toezegging voor het complete bedrag van ons bid van 1,3 miljard euro, om de Brainport regio verder te ontwikkelen. De wethouder licht toe: “Het kabinet heeft ons in 2016 de status van Mainport toegekend. Dit betekent dat zij, naast Amsterdam Airport en Rotterdam Seaport onze regio zien als zeer belangrijke aanjager van de Nederlandse economie. Alle zaken die wij hier met onze high tech innovaties bedenken en maken zijn van cruciaal belang voor de grote maatschappelijke opgaven en vraagstukken waar we mee te maken hebben. Niet alleen in Nederland, maar ook in Europa en wereldwijd. Denk aan verduurzaming, digitalisering, mobiliteit, elektrificatie, gezondheid.” 36 - Stationslocaties 2022/2023 Tijdens het schrijven van dit artikel werd bekend dat Klaas Dijkhoff begin oktober 2022, voor een periode van vier maanden, door het kabinet werd benoemd als ‘aanjager’ voor de doorontwikkeling van de regio Brainport Eindhoven. De Brabantse VVD-politicus krijgt een overbruggende rol tussen Den Haag en de regio, zodat de juiste investeringsbeslissingen gemaakt kunnen worden. Samen met het Rijk werd een strategische Brainport agenda opgesteld, gestoeld op drie pijlers: 1 - economie en innovatie, 2 - mensen en talent, 3 - bereikbaarheid en wonen. “We zijn blij met onze samenwerking met het Rijk”, aldus Steenbakkers. “Maar we hebben de support van de Rijksoverheid nu écht nodig, aankomende november. De gesprekken lopen goed, maar er moet nu wel echt boter bij de vis om grote slagen te maken in de schaalsprong. Investeringsbeslissingen aan de publieke kant duren te lang als je in zo’n booming omgeving zit.”

“Wij zitten in zo’n ‘booming’ omgeving. Er moet vanuit de Rijskoverheid nu wel écht boter bij de vis om grote slagen te maken in de schaalsprong.” der uit. “Het fonds wordt tot op de dag van vandaag nog steeds door die 21 gemeenten gevuld. Het is de bron van het succes waar de regio nu nog steeds op drijft.” Samenwerken op basis van gelijkwaardigheid De 21 economie-wethouders van gemeenten in de Brainport regio bepalen samen de richting die Brainport opgaat. Datzelfde gebeurt in de kennisinstellingen en bij de bedrijven. Steenbakkers licht toe: “De kracht van Brainport is dat wij, binnen die triple helix, op basis van gelijkwaardigheid samenwerken. De ene poot is niet De eerste bewoners van de Bunkertoren krijgen eind 2022 de sleutel. De eerste stap tot meer bewoning van Knoop XL. (bron: Being/Powerhouse) Het ontstaan van de unieke economie binnen de Brainport regio Eindhoven is in de vorige eeuw groot geworden onder de vleugels van Philips en DAF. De economie floreerde tot diep in de 20ste eeuw. Dat veranderde in de jaren negentig toen er, door het faillissement van DAF en de gelijktijdige grote Centurionreorganisatie bij Philips, duizenden ontslagen in zeer korte tijd vielen. De impact op de regio was enorm. Veel toeleveranciers gingen failliet en de werkeloosheid behoorde tot de hoogste van Nederland. Om de kennis en expertise voor de regio te behouden werd er, onder regie van de toenmalige burgemeester Welschen en de voorzitters van de Technische Universiteit Eindhoven en de Kamer van Koophandel, een strategisch reddingsplan opgesteld. Met een fonds waar de 21 gemeenten van Zuidoost Brabant en de Europese Unie aan bijdroegen. Zo ontstond een nieuwe netwerkeconomie, waarin overheden, onderwijsinstellingen en bedrijfsleven nauw met elkaar samenwerken. “Dat zogenaamde Stimulus programma van destijds is de voorloper van wat wij nu Brainport noemen”, legt de wethouStationslocaties 2022/2023 - 37

De nieuwbouw aan de zuidzijde van het station wordt geplaatst in prettige groene omgeving. (bron: AM) belangrijker dan de andere. Samen brengen we de verschillende gezichtspunten uit de samenleving bij elkaar en kijken wat er nodig is voor de hele regio. We kunnen dat als stad ook echt niet alleen. Samenwerken zit in ons DNA.” Innovatie-ecosysteem De Eindhovense economie is gestoeld op de high tech maakindustrie en is wereldwijd koploper op het gebied van innovatie. Er wordt gewerkt aan belangrijke sleuteltechnologieën, zoals micro- en nano elektronica, batterijtechnologie, advan38 - Stationslocaties 2022/2023 ced manufacturing (AM), artificial intelligenge (AI) en fotonica. “In Brainport maken we de toekomst”, zo vat Steenbakkers het samen. Brainport is de thuisbasis voor zes grote bedrijven: VDL, DAF, NXP, ASML, Signify en Philips. Deze zogenaamde OEM-ers (Original Equipment Manufacturers) hebben een grote ring van zo’n 6.500 high tech toeleveranciers in het MKB-segment aan zich gebonden. Daarnaast is de Brainport regio een geweldige voedingsbodem voor startups: 8 op de 10 bedrij

Zicht op de voet van District E, drie iconische torens naast het station vormen de entree van Knoop XL (bron: KCAP) ven zijn hier succesvol (tegen 2 op de 10 in andere regio’s). Het gebied heeft wereldwijd de hoogste patentdichtheid. Er worden miljarden geïnvesteerd op het gebied van Research & Development. Daardoor was de economische groei in de Brainport Regio de afgelopen jaren substantieel hoger dan in de rest van Nederland. Zelfs tijdens de corona crisis was er een groei van bijna 3%. Groeispurt met gigantische opgaven “Deze regio wordt, ook op Europees en wereldniveau, van steeds groter belang en maakt daardoor een enorme groeispurt door”, vertelt Steenbakkers. “Ter illustratie: momenteel neemt ASML elke maand 300 medewerkers aan. Dat aantal kun je vervolgens met circa drie vermenigvuldigen verderop in de keten. Hetzelfde zie je bij de andere vijf OEM-ers. We groeien zo hard, omdat we hier de goede dingen doen, zoals een bijdrage leveren om het duurzaamheidsvraagstuk op te lossen of de digitalisering van de grond te krijgen. De krapte op de arbeidsmarkt is een groot probleem. Willen we de groei blijven faciliteren, dan zal het personeelsbestand in deze regio de komende jaren moeten groeien met zo’n 72.000 nieuwe medewerkers. Talenten met knappe koppen of met gouden handjes. Al die mensen moeten wel ergens kunnen wonen, moeten zich goed kunnen verplaatsen en in hun vrije tijd leuke dingen kunnen doen. Daarmee staan we voor een gigantische opgave. Zo moeten er in de regio ongeveer 62.000 woningen gerealiseerd worden en moet er grondig geïnvesteerd worden in bereikbaarheid en spoor.” Eindhoven gaat het waarmaken Knoop XL, de ontwikkeling van het centrumgebied rondom het station, vormt het belangrijkste onderdeel in de verdere groei van de stad, omdat, naast het toevoegen van 9.000 woningen ook een sterker OV-systeem voor de hele regio wordt gecreeerd. “Voor woningcorporaties, projectontwikkelaars en investeerders is dit een uniek gebied om bij aan te sluiten”, aldus een enthousiaste wethouder. “Alle zaken op het gebied van mobiliteit, woonopgave, infrastructuur, duurzaamheid en vernieuwende werkconcepten komen in Knoop XL samen. Alles grijpt in elkaar bij dit belangrijke internationale knooppunt. Het is complex, maar dat vinden we hier in Eindhoven juist leuk en uitdagend. Als het ergens kan, dan is het hier!” << Meer info: www.openeindhoven.nl Wethouder Steenbakkers: Instagram: @stijnsteenbakkerscda LinkedIn: Stijn Steenbakkers Twitter: @StSteenbakkers Stationslocaties 2022/2023 - 39

40 - Stationslocaties 2022/2023

Stations ontwerpen is steden bouwen Steden staan voor grote opgaves die samenhangen met klimaatverandering, huisvesting en volksgezondheid. Ruimtelijke ontwikkelingen die moeten bijdragen aan klimaatadaptatie en de transitie naar duurzame energie. Stations bieden bij uitstek kansen om het maximale te halen om deze doelen met elkaar te verbinden en ook nog eens te streven naar sociaal en economische duurzaamheid en weerbaarheid van steden. Arcadis staat voor het maximaliseren van de positieve impact van de investering in stationsgebieden. Stations zijn knooppunten in de stad en bieden kansen om hoogwaardige stedelijke gebied te creëren waarbij de mens centraal staat door het mengen van functies. Waar ook verschillende vormen van mobiliteit op elkaar aansluiten en waar de openbare ruimtes verbonden zijn en naadloos in elkaar overlopen. Stationslocaties 2022/2023 - 41

Van links naar rechts: Luc Veeger, Renée Schoonbeek, Marc Starmans, Janet André A rcadis is toonaangevend op het gebied van ontwerp-, engineering- en adviesdiensten. De organisatie richt zich met name op infrastructuur, gebouwde omgeving, water en milieu. Het bedrijf heel vele disciplines in eigen huis, zoals architecten, stedenbouwkundigen, landschapsarchitecten en ingenieurs en kan daarom bij elk project meerdere rollen vervullen. Uitgangspunt bij elk project is de integrale aanpak, waarbij alle disciplines samenwerken. De organisatie heeft veel ervaring met het ontwerpen en realiseren van stations. Als je vertegenwoordigers van de verschillende disciplines van Arcadis bij elkaar zet, ontstaat er een boeiend gesprek, waarbij de deelnemers een aantal ontwerpprincipes aanstippen. Het gaat om aspecten die bij alle stations spelen en die van doorslaggevend belang zijn voor het succes van het project. Steden ontwerpen Luc Veeger is architect en stedenbouwer en werkt al vijfentwintig jaar bij Arcadis. Hij begon zijn carrière met het ontwerp van station Bijlmer. “Dat was ooit een onooglijk stationnetje in één van de suburbs van Amsterdam, terStation Bijlmer Opgeleverd: 2007 Rol Arcadis: architect & ingenieur plan t/m uitvoering Ooit een onooglijk stationnetje in de buitenwijken van Amsterdam, nu een levendig stadsdeel waar de bewoners trots op zijn. Het station is tevens een grote stedelijke verbinding 42 - Stationslocaties 2022/2023

wijl dat nu een levendig stadsdeel is geworden, waar de bewoners trots op zijn. Wij hebben daar in het ontwerp destijds een grote stedelijke verbinding door het station gerealiseerd.” Eén van de ontwerpprincipes die Veeger aandraagt, is de gedachte dat het ontwerpen van stations, het ontwerpen van steden is. Daarbij staat de stedelijke verbinding centraal. “De stations zijn belangrijke gebieden geworden, waarbij de stedelijke verbinding net zo belangrijk is als de openbaar vervoersfunctie”, stelt Veeger. Bovendien vragen zulke gebieden om een integrale aanpak. Renée Schoonbeek is stadsgeograaf, zij woonde vijftien jaar in New York, en is sinds kort terug in Amsterdam. De afgelopen zes jaar werkte ze bij een Arcadis-dochter in New York. Zij ziet een internationale trend bij de ontwikkeling van stationsgebieden: “Je moet voorkomen dat je stations benadert vanuit een geïsoleerde casus. Je moet vanaf dag nul bezig zijn om diverse oplossingen aan elkaar te verknopen.” Levendigheid en veiligheid Janet André is opgeleid als architect. Zij heeft in Zweden gewoond waar zij werkte aan metroprojecten. Nu focust zij zich op stations als project manager en geeft leiding aan een divers team van architecten die, op hun beurt, nauw samenwerken met ingenieurs en landscapsarchitecten. Als het gaat om ontwerpen vindt ze dat je breder moet kijken dan één station, je moet op kansen elders letten. André legt uit: “Je kan bijvoorbeeld de vraag stellen of stations 24 uur per dag open moeten zijn op plekken waar veel mensen wonen, werken en recreëren, opdat het een sociaal veilig gebied wordt. Het is steeds denken aan de opgaves: wat verbindt elkaar en wat geeft elkaar een kans.” Volgens haar gaat het bij stations altijd om de plaats, knoop, mobiliteit en mens. “Daarbij moeten we kijken naar het groter geheel. Wat is de positie van een station in een breder mobiliteitsnetwerk van stedelijke conglomeraties en corridors?” “De stedelijke verbinding is net zo belangrijk als de openbaar vervoersfunctie” Marc Starmans maakt het viertal disciplines bij het gesprek compleet. Hij is senior consultant en werkt al tweeëndertig jaar bij Arcadis. Hij is opgeleid in de civiele techniek. Ook hij was in een vroeg stadium betrokken bij de ontwikkeling van station Bijlmer. Volgens Starmans loopt Nederland voorop bij de ontwikkeling van stations als integraal onderdeel van een stadscentrum: “Ik durf te stellen dat we in Nederland heel vooruitstrevend en een voorbeeld voor de wereld zijn als het gaat om een integrale aanpak van station en omgeving.” Ruimte maken Een volgend ontwerpprincipe is volgens het viertal dat je ruimte moet creëren voor de stationsomgeving. Vaak is de ruimte rondom een station beperkt. Ook zijn er ruimtebehoeftes die met elkaar concurreren. In dat soort gevalStation Zuidas Opgeleverd: lopend Rol Arcadis: ingenieur, co-architect Hier ontwikkelen zich aan beide zijden van het station gebieden. In de toekomstige situatie loopt de openbare ruimte door het station, waarmee stadsdelen met elkaar worden verbonden. Stationslocaties 2022/2023 - 43

“De mobiliteitshub moet herkenbaar blijven, zodat mensen die ook weten te vinden” len moet je creatief omgaan met de ruimte die er is, door bijvoorbeeld te stapelen. Of je moet ruimte maken. Het algemeen besef leeft inmiddels dat verdichting een noodzaak is in stationsgebieden, maar stations moeten wel zichtbaar zijn. Starmans meent: “De mobiliteitshub moet herkenbaar blijven, zodat mensen die ook weten te vinden. Dagelijkse reizigers die weten dat wel, maar het zijn de mensen die er niet regelmatig komen, voor Station Amersfoort Opgeleverd: 1998 Rol Arcadis: architect & ingenieur plan t/m uitvoering Het Soesterkwartier was een gebied dat vanuit de rest van de stad slecht bereikbaar was. De nieuwe uitgang van het station aan de noordzijde heeft dat probleem verkleind. 44 - Stationslocaties 2022/2023 wie het al snel een zoekplaatje kan worden.” Een derde ontwerpprincipe is het creëren van naadloze overgangen tussen de verschillende functies in een stationsgebied en het vrij houden van de openbare ruimte, zonder obstakels. Daarbij moet de prioriteit naar voetgangers en fietsers, vinden ze bij Arcadis. Met name op maaiveldniveau moeten station en omgeving op een natuurlijke manier in elkaar overlopen. Veeger zegt: “We maken openbaarvervoersknooppunten en de inzet moet nu zijn om die werkelijk openbaar te maken. Dat helpt in de verbinding en voorkomt dat het station een gesloten bolwerk wordt.” Een stationsgebied moet een breed scala aan functies herbergen, en daarbij is sprake van een kwetsbaar evenwicht en het afwegen van belangen. André: “Er ligt spanning in dat je een commerciële kant nodig hebt, om een gebied

aantrekkelijk te laten zijn, maar tegelijkertijd moet je voorzichtig zijn dat de openbare ruimte niet wordt geprivatiseerd. Daarom is het van belang de eindgebruikers in de ontwerpfase te betrekken. Tegelijkertijd hebben zowel publieke als private partijen belang bij een omgeving die schoon, heel en veilig is. En die bijdraagt aan een positieve ervaring van reizigers, bezoekers en de mensen die in het gebied wonen en werken. Daarom is het van belang dat ook private partijen in een vroeg tijdig stadium betrokken worden bij het ontwerp van de stationsomgeving.” Verbinden en verknopen Stations zijn per definitie een hub, en daarom de plek waar diverse mobiliteitsvormen met elkaar verbonden moeten worden. Dit is het volgend ontwerpprincipe. Fietser en voetganger krijgen daarbij voorrang, de rol van de auto in binnenstedelijke gebieden wordt steeds kleiner. Vanuit die gedachte worden fietsenstallingen een belangrijk onderdeel van de opgave, met aandacht voor de route van stalling naar station. Volgens Starmans is station Driebergen-Zeist een mooi voorbeeld waar alle modaliteiten op een slimme manier zijn verknoopt. Bij dit station zijn de barrières geslecht door een verlaagd stationsplein. De trein en bus zijn netjes gefaciliteerd. Fietser en voetganger hebben alle ruimte, maar ook aan het parkeren van de auto is gedacht. “Er zit een logische ordening in alle modaliteiten. De parkeergarage voor de auto’s ligt verder weg dan de fietsenstaling en daarmee stimuleer je het gebruik van de fiets.” Uit de stationsbelevingsmonitor van NS blijkt dat reizigers dit waarderen. Het krijgt een score van 8.0, net als aan Rotterdam Centraal en Station Valkenburg. Alleen Station Overveen scoort hoger met een 8.2. Een volgend ontwerpprincipe is de dichtheid en kritische massa in het gebied. Hierbij wordt gezocht naar een goede balans tussen een aantrekkelijk en aangenaam verblijfsklimaat als het rustig is in het gebied, en de ruimte die je nodig hebt om een drukke spits aan te kunnen. Veeger verduidelijkt: “Wat er nodig is om de kritische massa te halen voor je centrumgebied maar ook voor je openbaar vervoer is verdichting.” Achterkant wordt voorkant Het zevende en laatste ontwerpprincipe betreft de aandacht voor duurzaamheid en sociale en economische weerbaarheid van steden. Een aantrekkelijke stationsomgeving, waar het prettig toeven is, moedigt mensen aan om te lopen, fietsen en het OV te nemen. Daardoor bewegen mensen meer, neemt het autorijden af en wordt het milieu minder belast. Door stations slim te ontwerpen kunnen stadsdelen met elkaar verbonden worden. Daardoor kunnen wijken die sociaaleconomisch zwakker zijn, profiteren van de activiteiten, voorzieningen en werkgelegenheid in het centrum. In het verleden kenden veel stations een zogenoemde ‘achterkant’. Door stations alleen nog maar ‘voorkanten’ te geven is er ook geen ‘wrong side of the tracks’ meer. Schoonbeek zegt: “Stationsgebieden kunnen economische kansen bieden aan mensen die net aan de verkeerde kant van het spoor wonen.” Een mooi voorbeeld, is volgens Starmans station Amersfoort: “Het Soesterkwartier was een gebied dat vanuit de rest van de stad slecht bereikbaar was. De nieuwe uitgang van het station aan de noordzijde heeft dat probleem verkleind.” Ook voor Rotterdam Centraal was het verbeteren van ‘de andere kant’ een uitgangspunt. Een belemmering bij het verbinden van twee stadsdelen via een station kunnen de NS-poortjes zijn. Starmans kijkt vooruit: “In de toekomst heb je bij Amsterdam-Zuid een gedeelte met poortjes, maar ook een gedeelte waar de openbare ruimte doorloopt. Daar ontwikkelen zich aan beide zijden van het station gebieden, die daarmee met elkaar verbonden worden.” Samenbrengen Bij het realiseren van de meeste ontwerpprincipes is het nodig dat alle belanghebbenden betrokken blijven, de integrale aanpak. “Die integrale aanpak is geen vanzelfsprekendheid. Ook in Nederland niet. Iedereen die in het ontwerpproces meewerkt, moet wat mij betreft dat besef ontwikkelen”, zegt Veeger, die meent dat elke partij zal zeggen dat hij dat doet. “Maar tegelijkertijd merken wij in de praktijk dat het moeilijk is om echt ‘in de huid te kruipen’ van de toekomstige gebruiker.” Hij verwijst naar Utrecht Centraal, waarvan hij vindt dat de stedelijke verbindingen tussen de beide zijdes nog is te verbeteren: “Het realiseren van een logische oriëntatie voor de gebruiker is nog steeds een uitdaging in dit mobiliteitshart van Utrecht.” Als finale van het gesprek geeft Starmans aan dat Arcadis een belangrijke rol kan spelen bij het samenbrengen van stakeholders: “We zien dat de wil om integraal te werken er is, maar vaak snappen stakeholders de problemen van anderen niet. Onze rol is dan om de verschillende, soms tegengestelde belangen, voor alle betrokkenen inzichtelijk te maken.” << Contact Arcadis Nederland Piet Mondriaan laan 26, postbus 220, 3800 AE Amersfoort 088 426 1261 www.arcadis.com De zeven ontwerpprincipes: • Stations ontwerpen is steden bouwen • Creëer ruimte voor de stationsomgeving • Maak naadloze overgangen en obstakelvrije ruimte • Verbind mobiliteiten aan elkaar • Streef naar dichtheid en kritische massa • Ontwerp openbare ruimte voor iedereen, vrij toegankelijk en gastvrij • Denk vanuit duurzaamheid en vergroot sociale en economische weerbaarheid Station Driebergen-Zeist Opgeleverd: 2021 Rol Arcadis: architect & ingenieur plan t/m uitvoering Een voorbeeld van de verknoping van modaliteiten. Door deze logisch te ordenen wordt het gebruik van de fiets gestimuleerd. Barrières zijn geslecht door het stationsplein te verlagen. Stationslocaties 2022/2023 - 45

Vernieuwde spoorzone draagt bij aan woest aantrekkelijk Apeldoorn Apeldoorn is in trek. De groene, bosrijke stad op de Veluwe groeit nog sneller dan verwacht. De gemeente is er klaar voor. Met een fors ontwikkelingsplan van zo’n € 100 miljoen voor de komende 4 jaar, dat zich voor een groot deel voltrekt in de spoorzone. Waar wonen, werken en leren samenkomen. In een groene, duurzame en slimme omgeving. W ie nu station Apeldoorn uitstapt, waant zich al op de Veluwe. De gele stenen typeren de stuifzanden van Kootwijk. Vervolg je je weg, dan passeer je de Vliegdennen, de kenmerkende bomen die je ook op de Veluwe vindt. “Daarmee trekken we als het ware het Veluwegroen de stad in”, vertelt Wim Willems, wethouder mobiliteit, innovatie, toerisme & recreatie. “En dat gaan we flink uitbreiden. We streven naar minimaal 40% groen in het hele stedelijk gebied.” Woest aantrekkelijk Apeldoorn groeit naar verwachting van 167.000 inwoners naar minstens 180.000 in 2040. Vooral ook door aanwas van buitenaf. Mede door de coronacrisis en de ‘ontdekking’ van het hybride werken, zien Randstedelingen de voordelen van een leven in de bosrijke omgeving. De titel van de Omgevingsvisie ‘Woest aantrekkelijk Apeldoorn’ dekt de lading dan ook volledig. Maar er is meer dan groei. 46 - Stationslocaties 2022/2023 Willems: “Apeldoorn staat net als veel andere steden voor een aantal grote opgaven. Zo groeit de behoefte aan woningen, bedrijfspanden en schone mobiliteit, en kampen we met effecten van klimaatverandering.” Nog markanter, groener en slimmer Maar… Apeldoorn heeft de plannen klaar. Binnen 2 jaar gaat de eerste spa de grond in. Dat moet ook, Apeldoorn heeft geld van het Rijk gekregen om de woningbouw te versnellen. Daarbij realiseert de gemeente een flink deel van de 13.000 nieuwe woningen in de spoorzone. En ontwikkelt of herontwikkelt tegelijkertijd grote delen van het gebied als mobiliteitsknooppunt voor werken, opleiden en wonen. Een integrale aanpak, in samenwerking met NS, ProRail, het bedrijfsleven, Rijk en Provincie, zal leiden tot een nog markantere, groenere en slimme stad. 70 hectare ontwikkelen en herbestemmen De Apeldoornse spoorzone beslaat zo’n 70 hectare, 1,6 kilometer in doorsnee. “Een te overzien en bijzonder interessant gebied waar we veel ontwikkelpotentie zien”, meent Roelof de Graaf, programmamanager spoorzone van de gemeente. Het gebied bestaat uit 3 kenmerkende zones: de gebieden Kayersmolen-Noord en Veldhuis aan de oostzijde van het spoor, het Hertzbergerpark aan de westzijde en tot slot de omgeving van bus- en treinstation. Veldhuis: leren en werken “De spoorzone Apeldoorn concentreert zich op wonen, werken en leren”, vervolgt wethouder Willems. “In de Veldhuislocatie ontwikkelen we een campusomgeving. Sinds jaar en dag hebben we daar meerdere MBO en HBO onderwijsinstellingen. Daar opende in september dit jaar bovendien het ‘Centrum voor veilig

heid en digitalisering’. Dat is hoger onderwijs in een samenwerking van Saxion Hogeschool, Universiteit Twente en de Politieacademie. We beogen daar een levendige omgeving, met woningbouw, de campus en natuurlijk aandacht voor goede bereikbaarheid. Uiteraard via het spoor, maar ook andere vormen van mobiliteit. We voorzien hier een mobiliteitshub, waar ook een deelauto voor je klaar staat. Apeldoornse ondernemers zijn enthousiast aangehaakt, zodat we dit gebied als gemeente niet zelfstandig aanpakken, maar juist samen met het bedrijfsleven en overheidsinstellingen.” Behoud cultuurhistorisch erfgoed Bij alle gebiedsontwikkeling van Apeldoorn zijn groen én oranje het uitgangspunt. Willems: “Die 40% groen noemde ik al. Oranje staat voor de allure van het koningshuis dat hier zijn sporen heeft met bijvoorbeeld Paleis het Loo. Allure en kwaliteit vormen daarom het andere uitgangspunt. “Als een ontwikkelplan geen kwaliteit uitstraalt, gaat het niet door”, voegt De Graaf toe. Daarbij past ook behoud en renovatie van cultuurhistorisch erfgoed. Zo torent de schoorsteenpijp van de oude nettenfabriek hoog uit boven de omgeving van Veldhuis. In vroeger tijden werden daar visnetten gemaakt. Tot en met de 60er jaren was dat een levendige industrie. “Apeldoorn heeft altijd een vooruitziende blik gehad. Die stijgende zeespiegel zagen we toen al aankomen”, grapt de wethouder. Wim Willems “We streven naar minimaal 40% groen in het hele stedelijk gebied.” “Het cultuurhistorisch erfgoed houden we natuurlijk in ere. Dat geldt ook voor de verffabriek van Royal Talens die daar staat. Het bedrijf heeft groeiambities en in goed overleg voorzien we een verhuizing. Zodat er ruimte komt voor woningen, waarbij we de karakteVeldhuis met Hogeschool Saxion en oplaadstation bussen

Voormalig kantoorpand Centraal Beheer ristieke, historische delen van de fabriek vanzelfsprekend behouden.” Hertzbergerpark Minstens zo karakteristiek en bovendien wereldberoemd is het Hertzbergergebouw. In de volksmond wel de Apenrots genoemd, het voormalige kantoor van Centraal Beheer. Het kubusvormige pand behoort tot een van de mooiste architectonische creaties van Nederland. Daar rinkelt allang de telefoon niet meer als je ‘Even Apeldoorn belt’. Gemeente Apeldoorn, Certitudo Capital Group en architect Winy Maas ontwikkelen dit gebied en herstellen het pand in ere. Het wordt vooral een groene woonbuurt, met een nieuw leven voor bestaande gebouwen, en nieuwbouw van 650 woningen. Stationsgebied “Wat later in de planning staat de ontwikkeling van het stationsgebied”, vertelt De Graaf. “We verbinden de achterzijde van het station “Voor doorgaand verkeer dat dwars door de stad moet, is straks geen ruimte meer.” Een lerende zone De spoorzone is een lerende zone. In dubbel opzicht. De Graaf: “Enerzijds door de sterke vertegenwoordiging van het onderwijs, anderzijds doordat we hier flink met innovatie en nieuwe technologie aan de slag gaan, waarvan we zelf veel gaan leren.” Hoofdkantoor Royal Talens Ketelhuis Nettenfabriek met de Veldhuislocatie. Het busstation dat nu nog aan de noordzijde ligt, brengen we naar de zuidkant, evenals de remise, zodat daar die mobiliteitshub ontstaat bovenop het ‘leren & werken’-gebied.” Mobiliteit “Kayersmolen-Noord en Veldhuis ontwikkelen wij bij uitstek voor ‘het nieuwe werken’ en flexibel vervoer”, vult Willems aan. “Daar verwachten we mensen die openstaan voor openbaar vervoer, elektrische deelauto’s, fietsen en steps. Mensen die mobiliteit zien als vervoer van A naar B, ongeacht welk middel. Zo willen we het autoverkeer uit de stad halen, met bijvoorbeeld een parkeernorm van 0,3 in Veldhuis, het laagste in Nederland. Ook het verkeer dat nu nog dwars door de stad moet, leiden we om door de ring te verbreden.” 48 - Stationslocaties 2022/2023 De gemeente ziet vooral in slimme technologie en innovatie de oplossing voor uitdagingen rond energie, duurzaamheid en mobiliteit. Willems: “Met alleen zonnepanelen redden we het niet. Daarom kijken we ook naar smart energy grids, aardwarmtepompen om energie terug te leveren aan het net en bidirectionaal laden.” Nek uitsteken De Graaf: “We laten momenteel berekenen wat het laadvermogen in dat gebied is, hoeveel we daarvan terug kunnen leveren en welke investering dat vraagt. Voor dergelijke nieuwe ontwikkelingen krijg je de business case soms moeizaam sluitend. Als gemeente steken we onze nek uit door die ontwikkelingen voor te financieren. Dan zijn we in ieder geval verzekerd van een duurzame energieoplossing in het gebied. Zodra bewoners worden aangesloten, bekijken we hoe we dat met hen en de ontwikkelende partijen verrekenen.”

ROC Aventus door tijdens de forse droogte afgelopen zomer gewoon de stadsperken blijven besproeien. Tot verbazing van de rest van Nederland die deze innovatie nog niet kende. Samenwerken naar succes In de Apeldoornse spoorzone komen veel uitdagingen bij elkaar: woningbouw, mobiliteit en bereikbaarheid, energietransitie, verduurzaming en vergroening. Een opgave die alleen door samenwerking een succes wordt. Willems: “De ontwikkeling van de spoorzone raakt zo’n beetje alle gemeenteportefeuilles, zodat ik contact heb met vrijwel al mijn collega-wethouders. En niet te vergeten met NS, ProRail, de Provincie, het ministerie van I&W. En natuurlijk de innovatieve ondernemers. Want ook voor hen is dit een speeltuin, waarin we creatief aan de slag gaan. We schrijven wel een aantal normen voor, maar we nodigen iedereen uit om met nieuwe ideeën en concepten te komen.” << Ook voor een leefbaar klimaat wil de gemeente nieuwe technologie inzetten. Willems: “Zo denken we aan ‘talking traffic’. Het betekent dat onze verkeerslichten met elkaar en met de navigatie van automobilisten kunnen communiceren. Daarmee kunnen we het verkeer nog beter om de stad leiden, wat het leefklimaat erbinnen bevordert. De binnenstad is straks goed bereikbaar voor bewoners en bezoekers. Voor doorgaand verkeer dat dwars door de stad moet, is straks geen ruimte meer.” Circulariteit krijgt eveneens volop aandacht. Zo maakt Apeldoorn al slim gebruik van het grondwater dat de ondergrondse parkeergarage naar boven drukt. Dat wordt opgevangen in een bassin en is beschikbaar voor hergebruik. Gemeentelijke groenvoorziening kon daarVernieuwde spoorzone Apeldoorn Feiten en cijfers Wonen + 1.900 – 2.350 woningen + 600 studentenwoningen Werken Groei werkgelegenheid Transformatie/ groei 50.000 – 70.000 m2 Leren Centrum Veiligheid & Digitalisering / Saxion e.a. + 2.000 studenten Randvoorwaardelijk Mobiliteit Energie Onderwijscluster nabij station Marktstraat met de Marktstoom

Wie ooit het genoegen heeft gehad om vanaf de A1 ter hoogte van de IJssel de stad Deventer te zien liggen, is een gezegend mens. En was dat in het donker, dan is de zegening verdriedubbeld. Het is een prachtplaatje, de skyline van de Hanzestad, één van de oudste steden van ons land. Stadscampus De Kien moet Deventer nóg meer aanzien geven W ie ooit het genoegen heeft gehad om in het monumentale stadscentrum te hebben rondgewandeld, of op of rond de fraaie Brink van de Koekstad een hapje te hebben gegeten, zal dat niet licht vergeten. Maar: kom je per trein aan in Deventer en wil je daarna richting dat stadscentrum wandelen, dan zie je aan de linkerkant nog grote gesloten kantoorpanden, die de prachtige stadsgracht geheel of gedeeltelijk uit het zicht laten verdwijnen. Dat moet gaan veranderen: net als het stationsgebied zelf, waar de Keizerstraat recent is ingericht als rode loper naar de historische binnenstad. In Stadscampus De Kien smelten straks, wonen, onderwijs, technologische ontwikkeling, bedrijvigheid en vergroening samen. Het wordt een multifunctionele omgeving, waar fietsers en voetgangers de vrije ruimte krijgen voor ontmoeting en waar auto’s op de achtergrond aanwezig zijn . Samenwerken aan de leefomgeving Pauline Tiecken is Gebiedsmanager van De Kien, Maarten Hanekamp de senior stedenbouwkundige van de gemeente Deventer. Ze geven ons graag een inkijkje in de toekomstige spoorzone van de stad. “Uniek is dat er door verschillende partijen echt wordt samengewerkt om de fysieke leefomgeving te vernieuwen en verbeteren; het gaat hier om zittende partijen zoals Tauw, Witteveen en Bos en Topicus; maar impressie Topicus Campus Deventer; Barcode Architects 50 - Stationslocaties 2022/2023 ook ontwikkelende partijen. Daarbij houden we rekening met verschillende zaken, zoals klimaatadaptatie, de druk op de ondergrond, hittestress en droogteproblematiek. Daar zetten we vol op in”, vertelt Tiecken. Hoewel de stadscampus natuurlijk niet in één keer zal verrijzen, moet er door die onderlinge samenwerking tussen de verschillende partijen wel eenheid komen in de Kien. “Samenhang in het gebied, maar ook programmatisch. Iedereen heeft zijn eigen belang en ambitie, maar uiteindelijk hebben we elkaar nodig om samen tot ontwikkeling te komen.” Tiecken geeft aan dat zeker ook de Saxion Hogeschool en Aventus (mbo), die in het gebied staan, hierbij betrokken zijn. “Leuke traineeships en studieopdrachten, om van elkaar te leren.” Want: “Uiteindelijk willen we dat mensen hier graag komen wonen, en dan vooral jonge professionals. Wonen, werken, leren en elkaar ontmoeten, dat moet de kern van de stadscampus worden.” Hanekamp neemt over: “We merken dat we als gemeente een proactieve rol moeten pakken. Door een ontwikkelingsperspectief op te stellen, waarmee we een richting aangeven voor het hele gebied. Daarbinnen kunnen deelgebieden verder worden uitgewerkt, daarbij merken we dat de openbare ruimte tot nog toe onderbelicht is gebleven. Juist in een campus fungeert die als verbindend element, herkenbare identiteit en samenhang tussen de verschillende deelgebieden. Dat is ook de

Liesbeth Grijsen Pauline Tiecken ‘We zien veel bereidheid van partijen om te investeren in dit gebied; dat maakt het logisch dat we zelf ook meer regie pakken, richting geven en ingrepen impressie Handelskade Deventer; Explorius, De Zwarte Hond reden dat er momenteel door Flux Landscape Architecture wordt gewerkt aan een handelingsperspectief, waarin leidende principes en randvoorwaarden voor de buitenruimte binnen De Kien worden vastgelegd.” Van monofunctie naar multifunctioneel “We willen van monofunctioneel, zoals nu met vooral veel kantoorlocaties, naar multifunctioneel. Waarbij de geweldige schouwburg die er nu al staat ook meer functies krijgt. We zijn actief bezig om die te transformeren naar een multifunctionele voorziening. Waar je kunt werken, recreëren, ontmoeten. Sowieso hebben we nu veel gesloten gebouwen met weinig verbinding. Die verbinding willen we creëren. Ook het toevoegen van woning is daarbij essentieel.” Hanekamp: “Belangrijk hierbij is dat we de voetganger en de fietser volop de ruimte willen geven in het gebied. Juist omdat De Kien zo dicht bij het station ligt, zijn er kansen om de overstap te maken naar duurzame mobiliteit. Is de openbare ruimte nu nog vooral gericht op de auto – die werkelijk overal kan komen -, straks moet de voetganger ruim baan krijgen. En de fietser. Die komen nu op de tweede plek en dat willen we omdraaien. Voetganger, fietser, ov en dan pas de auto.” Het gebied rondom het station wordt in tweeen gesplitst door… het spoor. “Het is een echte barrière in de Noord-Zuidverbinding”, erkent Tiecken. “Aan de zuidkant ligt de prachtige binnenstad te wachten. Die is bij veel mensen bekend. De ruimte tussen het centrum en het station gaan we optimaal benutten. Maar in het noorden, daar ligt nog veel ruimte op ons te wachten. Met die wijken willen we ook de verbinding maken. Maar we moeten ook met ProRail rond de tafel om te kijken hoe je het spoor hierin integreert.” Woonruimte voor jongeren “Aan de zuidkant ligt ook veel parkeerruimte. Van de NS, Saxion en Aventus. Daar hebben we een opgave. We willen onderwijs uitbreiden, wonen toevoegen en tegelijkertijd een aangename leefomgeving creëren. Dan is het hier noodzakelijk om het autogebruik en het parkeren efficiënter te organiseren.” Hanekamp: “Ik zie het als een puzzel, waarbij de stukjes op hun plek vallen. Deventer staat voor een grote opgave: we willen voor 2035 11.000 woningen realiseren. Daarvan zijn 7.000 woningen nodig om de autonome groei van Deventer op te vangen; 4.000 woningen worden extra toegevoegd om jongeren aan te trekken en de arbeidsmarkt te versterken. En juist dat is de doelgroep die zich perfect leent om op vijf minuten fietsen van het station en het centrum te wonen, werken en te ontspannen. In de schil rondom het centrum bevindt zich hiervoor nog ontwikkelruimte, waaronder in Stadscampus de Kien.” Hij vervolgt: “We hebben een prachtige, compacte binnenstad en we hebben het geluk – wat niet veel steden ons na kunnen zeggen – dat we nog over een aantal grote ontwikkelgebieden beschikken aan en rondom het spoor. Bijvoorbeeld de P&R-locatie achter voorbereiden in het openbaar gebied’ Liesbeth Grijsen, wethouder Stadscampus de Kien, Deventer Hogeschool Saxion, zo’n 700 parkeerplaatsen op het maaiveld. Wanneer we die parkeerplaatsen samenvoegen en stapelen in één gebouw, een parkeerHUB, dan ontstaat ineens volop ruimte voor het toevoegen van wonen, onderwijs, werken aan hoogwaardige groene openbare ruimte.” Tiecken besluit: “En dat willen we dus met De Kien laten ontstaan. Juist ook met groene waarden: diverse soorten, bomen, parken. Allemaal toegankelijk voor iedereen. En ook samen gemaakt. Met de bewoners en de gebruikers, zoals de schouwburg, onderwijsinstellingen en bedrijven die hier zitten:, ingenieursbedrijven Tauw en Witteveen en IT-bedrijf Topicus en softwarebedrijf MSML bijvoorbeeld. Zodat De Kien zich kan ontwikkelen tot een groene stadscampus met een unieke identiteit, sterk verbonden met het station en de prachtige historische binnenstad.” << www.deventer.nl

Ministerie faciliteert en stimuleert woningbouw Met het programma Woningbouw zet de overheid in op de bouw van 900.000 woningen tot en met 2030. Ook moet de bouwproductie groeien naar 100.000 woningen per jaar. Zeventien grootschalige woningbouwlocaties nabij (nieuwe) stations en OV-knooppunten staan daarbij centraal. B ij het opstellen van het Programma Woningbouw is vooral gekeken naar de behoefte, legt afdelingshoofd Ontwikkeling en Realisatie Rachel van Houwelingen uit. “De vraag ‘wat is er nodig’ was leidend. En dan zie je bijvoorbeeld dat het aanbod sociale huurwoningen onvoldoende is in de huidige bouwprogramma’s. Daarom stellen we in het programma Woningbouw dat tweederde van de 900.000 woningen in het betaalbare segment moet zitten. Dat is best fors.” Regie pakken Het realiseren van 900.000 woningen is een spannende opgave, zegt Van Houwelingen. “Maar de ambitie staat. Een continue bouwstroom is ook belangrijk om de markt mee te krijgen. Het gaat niet vanzelf. Dat zegt de minister ook en dat is de reden dat wij de regie voeren. Hoe pakken plannen regionaal uit, wat moeten we doen om plannen te realiseren? Is er bijvoorbeeld een nieuw station nodig? De Regionale Woondeals spelen hierin een rol.” Sneller van initiatief naar realisatie Bestemmingsplannen, inspraakrondes en dergelijke kosten tijd. “Hoe kunnen we elkaar helpen op dit gebied. Een weerbarstig probleem waar we – opnieuw – naar kijken. We vergroten bijvoorbeeld de capaciteit en expertise om versnelling te realiseren op dit aspect.” Het programma wil de woningbouw versnellen en stimuleren. “Het kan financieel niet altijd, zeker als het om sociale woningbouw gaat. Daarom beschikken we 52 - Stationslocaties 2022/2023

over een aantal financiële regelingen om dat soort projecten een duw in de rug te geven.” Veel stationsgebieden maken aanspraak op de woningbouwimpulsgelden. Ook de kleinere projecten weten die gelden te vinden. Bijvoorbeeld Hoorn, Woerden en Zwijndrecht.” Zeventien grootschalige woningbouwlocaties Grootschalige woningbouwlocaties zijn belangrijk in samenhang met bereikbaarheid. Marianne Betten, programmamanager Grootschalige Woningbouwprojecten: “De grootschalige woningbouwlocaties komen voort uit de zeven verstedelijkingsregio’s en de woondeals. Het zijn integrale woningebouwgebieden waar wonen, werken en voorzieningen samenkomen. Het zijn geen VINEX-locaties met hoofdzakelijk woningen maar nieuwe gebieden in delen van steden met alles erop en eraan. Het zijn transformatie- en ook stationslocaties die vaak duur en ingewikkeld zijn. Denk aan de stationslocaties van Eindhoven, Zwolle, maar ook Den Haag. Dit zijn plekken met infrastructurele uitdagingen, of omdat je eerst bedrijven moet verplaatsen. Het is zaak dat we dat in gezamenlijkheid aanpakken. Er zijn businesscases gemaakt voor alle zeventien locaties, waarin we aangeven wat er nodig is en waarvoor we nu in het komende bestuurlijke overleggen-MIRT (Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport) ook middelen reserveren voor de periode tot 2030. We willen nu de afspraken concreet maken, zodat er zekerheid ontstaat voor de markt.” Ontsluiting van nieuwe woongebieden Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties werkt samen met dat van Infrastructuur en Waterstaat om de ontsluiting van nieuwe woongebieden te helpen realiseren. Daarvoor is een bedrag van 7,5 miljard euro beschikbaar voor de komende tien jaar. Wordt een bijdrage toegekend dan geldt: afspraak is afspraak. Betten: “Stel dat we geld Stationslocaties 2022/2023 - 53

54 - Stationslocaties 2022/2023

Grootschalige integrale woningbouwgebieden Er zijn zeventien grootschalige integrale woningbouwgebieden geïdentificeerd waar intensieve betrokkenheid van de Rijksoverheid gewenst is. De zeventien gebieden zijn: Amsterdam Havenstad, MRA-West, MRA-Oost, Rotterdam Oostflank, Den Haag CID-Binckhorst, Oude Lijn Leiden-Dordrecht, Utrecht Groot Merwede, Eindhoven Internationale Knoop XL, de Brabantse Stedenrij, Groningen Suikerunieterrein en Stadshaven, Nijmegen Stationsgebied en Kanaalzone, Zwolle Spoorzone, Foodvalley, Spoorzone Arnhem Oost en Amersfoort Spoor- en A1-zone. Tot en met 2030 verrijzen in deze gebieden ongeveer 285.000 (grotendeels betaalbare) woningen nabij OV-knooppunten of kanaalzones. Het gaat om toekomstvaste gebieden met aandacht voor duurzaamheid, mobiliteit, bedrijvigheid en klimaatbestendigheid. beschikbaar stellen voor een nieuw station op het Suikerunie-terrein in Groningen dan moeten die woningen er wel komen.” Van Houwelingen: “De ruimtelijke puzzel is hoe dan ook complex. Als er een plan is, moeten we samen optrekken. Dat zal vaak in een pps-vorm zijn. Iedere locatie heeft zijn eigen behoefte.” Geen praatprogramma Het programma is zeker geen langlopend praatprogramma, benadrukt Betten. “Nee hoor, op veel plaatsen wordt al gebouwd. Zwolle is al heel ver, Nijmegen ook en de Oude Lijn LeidenDordrecht gaat ook hard. Zwolle is bijvoorbeeld al twee keer gehonoreerd voor financiele steun waardoor ze het gebied al voor een Er is 7,5 miljard euro beschikbaar voor het ontsluiten van nieuwe woongebieden groot deel kunnen afmaken. Nijmegen heeft afspraken gemaakt met IenW over het station en maakt aanspraak op de impulsgelden voor de vervoersmaatregelen om het station multimodaal te ontsluiten. Op de locatie Amsterdam Sloterdijk gebeurt al veel, maar verderop moet er eerst een strategie komen om de aanwezige bedrijven te verplaatsen. Het is heel verschillend: van gemeenten die bouwplannen op eigen kracht kunnen realiseren tot complexe situaties met veel uitdagingen en stakeholders. In de Randstad is het bijvoorbeeld heel moeilijk om die bereikbaarheid te realiseren.” Zekerheid en continuïteit “Nu de verhuurderheffing is vervallen, kunnen woningbouwcorporaties hun bouwtaak weer oppakken”, zegt van Houwelingen. “De afgelopen jaren lag hun focus vooral op beheer. Nieuwbouw vraagt om andere expertise en nieuwe mensen. Dat is een uitdaging.” Van Houwelingen signaleert sowieso veel onzekerheden. “De economische ontwikkelingen die nu plaatsvinden hebben wij ook niet in de hand. Tegelijkertijd zie je wel dat wat we kunnen aanpakken, daadwerkelijk aanpakken. Kijk maar naar de middenhuren die de minister nu reguleert om duidelijkheid te scheppen. Zo proberen we onzekerheden te verminderen voor de markt. We willen ook zo veel mogelijk inzetten op continuïteit, zodat de markt weet dat ze niet over twee jaar moeten stoppen met ontwikkelen en bouwen.” << Stationslocaties 2022/2023 - 55

Poort van Hoorn - binnenstedelijke groei aantrekkelijk voor jonge doelgroep Het Noord-Hollandse Hoorn gaat groeien. De ambitie bestaat om tot 2030 zeker 6.000 woningen bij te bouwen. Rondom het stationsgebied ontvouwt zich straks een aantal stedelijke woonmilieus die aantrekkelijk zijn voor studenten, woonstarters, jonge gezinnen en empty-nesters die van stedelijke reuring houden. De ontwikkeling van de Poort van Hoorn staat in de startblokken. W ethouder Axel Boomgaars heeft de Poort van Hoorn in zijn portefeuille: “Deze bestuursperiode staat in het teken van aanpakken. Het bouwen van woningen heeft topprioriteit voor Hoorn.” In 2020 ontwikkelde bureau Karres en Brands het ambitieuze stedenbouwkundig plan voor de Poort van Hoorn. De kersverse wethouder vindt het een aansprekend project: “Hoorn is een fijne stad. Binnen het plan is veel oog voor klimaatadaptatie, groen in de wijken en een betere bereikbaarheid van het station, de binnenstad en het toekomstige stadsstrand voor voetgangers en fietsers!” Meer stad worden Ook in Hoorn is de vraag naar woningen groot. Boomgaars: “Om ook in de toekomst een aantrekkelijke en levendige stad te blijven is het belangrijk om jongeren en jonge gezinnen in Hoorn te houden en naar Hoorn te trekken. Juist in de Poort van Hoorn is ruimte om voor deze groepen passende en betaalbare woningen te bouwen. Hier ontstaan aantrekkelijke stadse wijken waar wonen, onderwijs, 56 - Stationslocaties 2022/2023 werken en ontspannen bij elkaar komen.” Dat gaat verder dan alleen bouwen. Samen met partijen uit het bedrijfsleven en het onderwijs werkt de gemeente bijvoorbeeld aan een Wonen-Onderwijs-Werken (WOW)-aanpak. “Via talent academies zorgen we samen voor aantrekkelijke opleidingen, die goed aansluiten bij de vraag uit het bedrijfsleven. En voor deze studenten zorgen we vervolgens ook voor een passende woning.” Rondom het station, in een straal van 1.200 meter, wordt een groot deel van die huisvesting gerealiseerd. Met de Poort van Hoorn heeft de gemeente veel te bieden aan jonge doelgroepen. Boomgaars: “Hoorn is een aantrekkelijke gemeente met unieke kwaliteiten. Er is een historisch centrum met stadse voorzieningen als theaters, bioscopen en een poppodium; alles op overzichtelijke afstand van elkaar. De stad ligt aan het water, er is een haven en straks het grootste stadsstrand van Nederland. Er is veel bedrijvigheid. Er zijn groene woonwijken. Hoorn is een stad met een menselijke maat en er is volop gelegenheid om elkaar te ontmoeten. De economie bloeit. Steeds meer toeristen en dagjesmensen weten Hoorn te vinden, mede dankzij onze ontwikkelpartner NS.” De ligging is in veel opzichten gunstig. Hoorn ligt aan de rand van de Metropoolregio Amsterdam. Boomgaars: “Met de trein reis je vanaf het Centraal Station Amsterdam in een halfuur naar Hoorn. Dat is voor veel Amsterdammers dichterbij dan Zandvoort aan Zee bij wijze van spreken.” Impressie van het vernieuwde stationsgebied

Het stadsstrand aan het Markermeer: een publiekstrekker Axel Boomgaars is wethouder Poort van Hoorn “De Poort van Hoorn: stedelijke reuring dichtbij de Beste Binnenstad van 2022” Beste Binnenstad van 2022 Met haar unieke ligging combineert Hoorn het beste van twee werelden: je woont er in de stad én in het groen, in de rust én in de reuring. De intimiteit van de binnenstad met zijn smalle straatjes en hofjes aan de ene kant, het groen, het Markermeer en de natuur van West-Friesland aan de andere. De kwaliteit van de Hoorns binnenstad blijft niet onopgemerkt. Zo werd de binnenstad door Elsevier Magazine dit jaar verkozen als Beste Binnenstad van 2022. Elsevier doet al 25 jaar onderzoek naar de scores van gemeenten, kernsteden buiten Amsterdam, regionale kernen en buitenwijken (zgn. suburbs). In ‘Beste binnenstad’ staan binnensteden die het hoogst scoren op woonaantrekkelijkheid naar de smaak van de gemiddelde Nederlander. Bureau Louter onderzocht voor EW onder 6.700 respondenten de belangrijkste kenmerken van 81 steden en wijken. Hoorn prijkt bovenaan op de lijst van beste binnensteden. Het aantrekkelijke historisch centrum is grotendeels gebouwd voor de kooplui in de 16 en 17 eeuw. Hoorn scoort dan ook hoog met de monumentale bebouwing. En naast het aanbod van voldoende voorzieningen, cafés en restaurants biedt het centrum van Hoorn veel rust en ruimte. De gemiddelde Nederlander heeft behoefte aan zowel voorzieningen als aan rust en ruimte, wat het vanzelfsprekend maakt dat Hoorn zo hoog scoort. Voorrang aan voetgangers en fietsers Met de hoofdambitie ‘Visitekaartje voor Hoorn’ wordt voor de Poort van Hoorn hoog ingezet op nieuwe mobiliteit. Dat betekent gebruik maken van het spoor en de bus en volop ruimte voor fietsers en voetgangers. En ook minder auto’s op straat, meer openbaar (en elektrisch) vervoer en nieuwe, duurzame vervoersdiensten, zoals deelauto’s en samen-reizen apps. Hoewel Hoorn ruimte houdt voor de bereikbaarheid van de stad met de auto, vindt er binnen de stad een kentering plaats. In het Noordhollands Dagblad bespraken Irma Winkenius - NS regiodirecteur Randstad Noord - en haar collega Harro Homan - regiodirecteur bij ProRail dit onderwerp: Er bestaat volgens de Stationslocaties 2022/2023 - 57 directeuren een toekomstbeeld, waarbij mensen op de korte afstand zich lopend of met de fiets verplaatsen en op de iets langere afstand met het openbaar vervoer: trein, bus, metro. Irma Winkenius: “Er zal een verschuiving zijn van autobezit naar autodelen.” Beiden voorzien dit ook voor de Poort van Hoorn, dat gerealiseerd wordt rondom het ov-knooppunt van bus en trein. Harro Homan: “De jonge generaties zijn vatbaar voor het idee dat een auto hebben niet de norm is. Klimaatopgave en energietransitie maken dat reizen met het openbaar vervoer aantrekkelijker wordt. Daar dragen NS en ProRail bij uitstek aan bij.” De gemeente realiseert zich dat deze ontwikkeling wat vraagt van de mentaliteit van inwoners en ondernemers. Boomgaars: ‘’Hoorn blijft goed bereikbaar voor auto’s, maar we werken wel aan een autoluwe binnenstad, met goede parkeervoorzieningen aan de rand van de stad. Hier valt voor ons nog veel te winnen. Natuurlijk maken ondernemers zich zorgen over aanleveren van goederen en bereikbaarheid voor klanten. We nemen ondernemers en inwoners rondom het centrum mee in de ontwikkelingen, die trouwens niet van de één op de andere dag gebeuren. Samen groeien we naar het concept van minder autoverkeer in de stad, omdat het verblijfklimaat er enorm van opknapt.’’ Hoorn is verkozen tot Beste Binnenstad van 2022

Wie de plannen doorneemt, ziet dat de gemeente zich niet alleen inzet voor het realiseren van woningen. Kwaliteit, duurzaamheid, milieu en klimaatadaptatie spelen een grote rol om van de nieuwe buurten prettige oorden te maken voor meerdere doelgroepen. De Poort van Hoorn: stedelijk met menselijke maat Poort van Hoorn Pelmolenpad De realisatie van de Poort van Hoorn zal starten met de ontwikkeling van het Pelmolenpad, nu nog een parkeer- en evenemententerrein dichtbij de binnenstad. Woningbouwcorporatie Intermaris, ontwikkelaar BPD | Bouwfonds Gebiedsontwikkeling en de gemeente kwamen in 2022 tot een intentieovereenkomst over de realisatie van een mooie stadse woonwijk van ruim 600 woningen. Deze plek, dichtbij het station, is ideaal voor woningtypen en vernieuwende woonmilieus die iets nieuws toevoegen aan de stad en zorgen voor de versterking van de lokale economie. Er is bovendien ruimte voor water en groen. Peter van Oeveren, regiodirecteur BPD NoordWest, verheugt zich alvast daarop: ‘Op de goede wijze waarop we in samenwerking deze overeenkomst hebben bereikt, hebben wij er het volste vertrouwen in dat er over een aantal jaren een mooie, duurzame en toekomstgerichte wijk staat waar de toekomstige bewoners zich thuis zullen voelen.’ Ook Intermaris’ directeur-bestuurder Cees Tip is blij met het besluit: ‘Door 121 sociale huurwoningen te realiseren voor een- en tweepersoonshuishoudens geven we invulling aan de enorme vraag naar betaalbare woningen onder de groep startende woningzoekenden.’ Poort van Hoorn Dampten Op korte termijn starten diverse initiatieven op het Dampten-terrein, aan de westkant van Het Pelmolenpad wordt een stadse woonwijk 58 - Stationslocaties 2022/2023 Hoorn. Op het Dampten zijn nu nog overwegend bedrijven gevestigd en twee middelbare scholen. Met het oog op de Poort van Hoorn en ‘meer stad’-ambitie past het de gemeente beter om kavels vrij te maken voor de ontwikkeling van woningen. De ontwikkeling van appartementen op deze locatie zijn het startsein van de verdere ontwikkeling naar een gebied met meer woonfuncties. Stadsoase Buitenstad Eén van die projecten op het Dampten is Buiten Stad van STED Development. BuitenStad wordt een levendige, groene stadsoase voor uiteenlopende huishoudens als singles en senioren, starters en gezinnen met kleine of opgroeiende kinderen. STED gaat hier ongeveer 500 woningen realiseren in 11 woongebouwen. De woningen variëren in huur en koop en

De buurtkamer in BuitenStad “Woningen, bereikbaar voor studenten, starters en jonge doelgroepen.” ding en werken en is gericht op het stimuleren van de woonsituatie van onder andere jongeren en personeel in opleiding. De gemeente en de ontwikkelaar bereiden in 2022 de uitgangspunten voor, zodat een omgevingsvergunning kan worden afgegeven. Oosterbaan verwacht in 2023 te kunnen starten met de realisatie van de appartementen. komen in allerlei prijsklassen. Een goede mix zodat er een afwisselend leefklimaat ontstaat. De buurt is gericht op ontmoeten en het op gang brengen van een goed buurtleven. Er is ruimte om te spelen en te sporten, om je buren en overburen te ontmoeten, bijvoorbeeld in de gezamenlijke Buurthuiskamer, maar ook buiten in het groen. “Meer stad met behoud van menselijke maat en leefruimte voor natuur.” Rob de Groot, directeur STED en Pieter van der Linden van Sprankhuizen, directeur LVS vinden deze toevoeging van waarde voor de stad: “In het ontwerp is zorgvuldig aandacht besteed aan leefbaarheid én levendigheid in het gebied.” STED heeft - naast de woningbouw - stevig ingezet op groen in de wijk. De Groot: “Groen en water zorgt voor klimaatadaptatie én maakt het gebied fijner om te verblijven. In BuitenStad kom je het groen overal tegen; er is ruimte voor groen tussen de hofjes en aan gevels, op dak-akkers, terrassen en daktuinen. En natuurlijk met het groene Singelpark langs het spoor.” BuitenStad gaat een unieke plek worden, met een duidelijk eigen identiteit en toch ook heel Hoorns, door de gezelligheid en intimiteit in een lappendeken van hofjes, pleintjes en gebouwen. De Groot: “Het plan laat heel goed zien dat je veel woningen kunt realiseren op een klein stuk grond - met behoud van de menselijke maat en leefruimte voor de natuur.” Betaalbaar wonen op West Een andere ontwikkeling is die van Oosterbaan Projecten BV. Met Wonen op West gaat OosterRuimte voor groen - BuitenStad Stationslocaties 2022/2023 - 59 baan zo’n 100 zelfstandige huurappartementen realiseren, mogelijk gecombineerd met koopappartementen voor starters. Ook in deze woontorens komen gezamenlijke functies als deelauto’s, wasmachines, ontmoetingsruimte en een tuin. “De vraag naar betaalbare woningen in Hoorn is groot. In het gebouw komen kleine studio’s die voldoen aan de eisen van een sociale huurwoning”, vertelt directeur en ontwikkelaar Jan Oosterbaan. “Het concept is deels gezamenlijk wonen en gericht op een speciale doelgroep. Zo krijgen studenten, starters en jongeren de mogelijkheid om betaalbaar te wonen in Hoorn.” Het definitieve ontwerp van het gebouw wordt in het derde kwartaal van 2022 vastgesteld. Het concept past binnen de WOW-aanpak: wonen, opleiDe hogere bouw langs het spoor gaat voor een modern, meer stedelijk karakter in de stad zorgen. De ontwikkelaars voorzien in een verrijking van de stad, met meer levendigheid als de plek transformeert van bedrijventerrein naar een prettige verblijfsplek. De gemeente zal komend jaar een supervisor aantrekken. Boomgaars: “Deze zal de kwaliteit van het gebied waarborgen, als de realisatie binnenkort volop van start gaat.” << Meer informatie of op de hoogte blijven? Kijk op www.poortvanhoorn.nl, www.hoorn.nl/stadsstrand of neem contact op met Peter Entius (gemeente Hoorn) via poortvanhoorn@hoorn.nl of 0229-252200. Met dank aan Annet van Aarsen, De Beeldenfabriek en Karres en Brands.

Ambitieus herontwikkelingsproject gaat van tekentafel naar uitvoering Stationskwartier Dijk en Waard krijgt vorm De herontwikkeling van het stationsgebied in de nieuwe gemeente Dijk en Waard (Noord-Holland) gaat dit najaar verder onder de naam Stationskwartier. Een gebied dat alles in zich heeft om door te groeien naar een goed bereikbaar en aantrekkelijk stedelijk knooppunt, waar belangrijke functies en voorzieningen samenkomen. N a jaren van voorbereidingen komt het ambitieuze project nu echt op gang. Zo is de gemeente al in een vergevorderd stadium met het plan voor een spoorwegonderdoorgang op de drukke Zuidtangent. Hiermee wordt de bereikbaarheid van het Stationskwartier sterk verbeterd, evenals de verkeersdoorstroming en de veiligheid voor voetgangers en fietsers. Visitekaartje Minstens zo belangrijk is de ingrijpende metamorfose die het gebied zelf ondergaat. Met volop aandacht voor mobiliteit, wonen, werken, onderwijs, horeca en nieuwe voorzieninDe toekomstige spoorwegonderdoorgang gen. Het Stationskwartier wordt het nieuwe visitekaartje van Dijk en Waard. “Het gebied krijgt een enorm kwaliteitsimpuls”, zegt wethouder Nils Langedijk, die het project in portefeuille heeft. “Een goede mix van wonen, werken en voorzieningen draagt bij aan het beter benutten van het openbaar vervoer. Die betere benutting leidt tot meer en snellere treinverbindingen en dat maakt het stationsgebied weer interessant als vestigingslocatie.” Dijk en Waard werkt aan de toekomst en maakt zich klaar voor meer inwoners, meer reizigers en meer bezoekers. “Mensen kunnen hier wonen tussen stad en natuur. Dat is een unieke combinatie. Met goede trein- en busverbindingen binnen handbereik en op loopstand van het waterrijke ommeland en het cultuurhistorische Oosterdelgebied.“ Samenwerking Bij de herontwikkeling van het gebied is samenwerking voor de gemeente een sleutelbegrip. Samenwerking met inwoners en ondernemers, maar ook met ontwikkelaars, aannemers, overheden en andere (markt)partijen. Gemeente Dijk en Waard, die begin jaar is ontstaan na de fusie van de gemeenten Heerhugowaard en Langedijk en nu circa 88.000 inwoners telt, wil een substantiële bijdrage leveren aan de woningbouwopgave. Het gemeentebestuur streeft naar 10.000 nieuwe woningen. Een deel hiervan kan binnen het nieuwe Stationskwartier worden gerealiseerd. “Belangrijk is dat mensen betaalbaar kunnen wonen in een prettige, toekomstbestendige omgeving”, zegt wethouder Langedijk. “We 60 - Stationslocaties 2022/2023

Wethouder Nils Langedijk beeldkwaliteit), energie, mobiliteit, integrale inrichting van de openbare ruimte en afstemming in de fasering. Het gebouw De Goede Trede is dit jaar opgeleverd hechten grote waarde aan duurzame aspecten. Het Stationskwartier wordt voorzien van groene energie en het gebied is straks bestand tegen wateroverlast of droogte. We kiezen voor een aantrekkelijke inrichting van de openbare ruimte met veel groen. Het is de bedoeling dat mensen hier straks graag verblijven.“ Zaancorridor als vertrekpunt De Zaancorridor, de spoorlijn van Amsterdam naar Heerhugowaard, is onderdeel van het Provinciaal Programma OV-knooppunten. Het plan is om woningen, kantoren, scholen, (maatschappelijke) voorzieningen en winkels te concentreren rondom de NS-stations en goed te spreiden langs het spoortraject. De betrokken gemeenten, provincie Noord-Holland, ProRail en de NS pakken dit samen aan. Door tegelijkertijd te werken aan de woningbouwopgave en aan de bereikbaarheid slaat gemeente Dijk en Waard twee vliegen in één klap. De gemeente werkt binnen het Stations kwartier volgens het principe van Developing Apart Together (DAT), een nieuwe manier van samenwerken tussen publieke en private partijen in de herontwikkeling van een gebied met veel verschillende grondeigenaren. “De gezamenlijke ambitie is om een kwalitatief hoogwaardig nieuw en gezond stedelijk woon- en werkmilieu te realiseren”, zegt Sandra Groenveld, die als projectleider van de gemeente Dijk en Waard betrokken is bij de vastgoedontwikkeling in het Stationskwartier. “De ontwikkelaars werken aan hun eigen projecten, maar door intensief samen te werken op thema’s kan daadwerkelijk een succesvolle transformatie tot stand komen. De ontwikkelaars zien het belang van een integrale gebiedsaanpak.” De gemeente is daarom een samen werkingsproces gestart met de projectontwikkelaars om die thema’s samen op te pakken, zoals gezamenlijke marketing, placemaking, ge - bieds branding, de ruimtelijke kwaliteit (één Masterplan Het Masterplan Stationsgebied (2020) schetst een ambitieus toekomstbeeld, dat realistisch is, maar waarbij nog niet alles tot in de details is uitgezocht. “Eigenlijk is het masterplan een soort vliegwiel. Het geeft richting aan de transformatie door een stip op de horizon te zetten. We hebben geen uitgetekende blauwdruk en toetsen daar de plannen aan. Nee, samen met de initiatiefnemers en hun ontwerpers beweegt ons masterplan ook mee als dat tot meerwaarde leidt “, aldus Sandra Groenveld. Ontwikkelaars en projecten De metamorfose van het Stationskwartier gaat nog jaren duren, maar het eerste nieuwe gebouw is dit jaar al opgeleverd. Het gaat om De Groene Trede aan de Stationsweg, een complex met 62 appartementen en 5 woon-werk lofts. Het gebouw kenmerkt zich door de toepassing van veel groen in de gevels, zodat er een mooie overgang ontstaat van het landschapsreservaat Oosterdel naar de stedelijke ontwikkeling van het Stationskwartier. De Groene Trede is gerealiseerd door Hen selmans Bouw & Ontwikkeling (Noord-Scharwoude). Deze ontwikkelaar bouwt in het Stationskwartier ook het Handelshuys, dat bestaat uit twee gebouwen met circa 165 appartementen, voornamelijk in het sociale en middensegment. Tussen de gebouwen ontStationslocaties 2022/2023 - 61

De openbare ruimte in het nieuwe Stationskwartier krijgt een groen karakter staat een verbinding met twee parkeerlagen, die worden afgedekt met een gezamenlijke tuin voor ontmoeting. De bouw van dit complex start waarschijnlijk medio 2023. “De gemeente geeft ruimte aan initiatieven, maar is wel actief sturend op de variatie en verbinding in hoogte en uitstraling. Dat werkt goed”, aldus Wil Huiberts van Henselmans Bouw & Ontwikkeling. “Er zijn korte lijnen tussen de gemeente, de grondeigenaren, ontwikkelaars en architecten.” De ontwikkelende vastgoedbelegger Segesta Groep (Alkmaar) wil aan de rand van het Stationskwartier (bij de kruising van de N242 en de Zuidtangent) het complex De Zuidwester ontwikkelen. Dit plan omvat 112 huurappartementen (waarvan bijna 40% sociaal) in twee woongebouwen, een deels ondergrondse parkeergarage, een commerciële ruimte van circa 500 vierkante meter en een daktuin. “Wij zijn in deze voorbereidende fase samen met de gemeente en het ont werp team bezig Artist impression van 3Kwartier, dat wordt ontwikkeld door Pro6 Vastgoed met de uitwerking van ons initiatief naar concrete plannen. Als alles meezit, dan kunnen we begin 2024 gaan bouwen en wordt het complex eind 2025 opgeleverd”, aldus Jeroen Klinkert van de Segesta Groep. “Het is goed om regelmatig met alle partijen en de gemeente zaken af te stemmen. Dit overleg heeft een positieve invloed op het totale proces en zorgt voor kennisuitwisseling en een snellere doorlooptijd.” Bij Pro6 Vastgoed (Alkmaar), dat woningbouwprojecten ontwikkelt én ontwerpt, kon onlangs de vlag in stok. Het bedrijf heeft groen licht gekregen voor de ontwikkeling van drie aaneengesloten percelen aan de Industriestraat en de Handelsstraat. Op deze locatie wordt een wooncomplex gerealiseerd van drie woonblokken met 10, 7 en 6 bouwlagen. Het gaat in totaal om 138 appartementen, inclusief parkeervoorzieningen in de onderbouw. In het complex wordt ruimte gereserveerd voor kinderdagverblijf Babbels en voor een kinderbibliotheek. Het complex heeft de naam 3Kwartier. Woonblok 1 krijgt 60 koopappartementen en in woonblok 2 komen 42 huurappartementen. In woonblok 3 zijn 36 woningen voorzien voor De Waerden. Deze stichting levert woonruimte en zorg aan mensen met een verstandelijke beperking. De woonblokken worden met elkaar 62 - Stationslocaties 2022/2023

verbonden door een parktuin. De verkoop van de koopappartementen gaat binnenkort van start. De bouw van het complex begint in het tweede kwartaal van 2023. De oplevering is begin 2025. “Wij hebben in Dijk en Waard meer projecten lopen. De lijntjes met de gemeente zijn kort en we worden altijd snel geholpen”, aldus Machiel Reijne van Pro6 Vastgoed. “Door de goede samenwerking is ook de versnelling zichtbaar in het Stationskwartier. Als je elkaars belangen begrijpt, dan blijf je samen vooruitgang boeken.” Voor de locatie Handelsstraat 1 is een wooncomplex met circa 250 appartementen in voorbereiding. Het gaat om woningen in de sociale en vrije sector. Het complex, dat bestaat uit drie gebouwen, wordt gerealiseerd door een ontwikkelingscombinatie van diverse partijen. Onder het complex komen in twee lagen parkeerplaatsen. Naar verwachting kan de bouw starten in de eerste helft van 2024. De oplevering is waarschijnlijk medio 2025. De architect is Heiko Hulsker (Haarlem). Volgens de ontwikkelaars is er zowel individueel als collectief intensief en prettig contact met de gemeente. In het wooncomplex komen vooral duurzame en betaalbare (huur)appartementen. De Geus Bouw (Broek op Langedijk) werkt onder meer aan de ontwikkeling van het wooncomplex Stationshave met ongeveer 170 koopen huurappartementen. Daarnaast wordt nog een wooncomplex ontwikkeld op een perceel aan de Industriestraat. Het complex Stationshave Waarddijktoren en zorggebouw “Het overleg met de gemeente en de andere ontwikkelaars is erg belangrijk”, vindt Sebastiaan van Zoelen van De Geus Bouw. “Het Stationskwartier wordt een zeer aantrekkelijke plek om te wonen. Voor de eigen inwoners, maar ook voor mensen van buiten de regio.” Belle-Vue Wonen realiseert in het stationsgebied een wooncomplex met circa 250 appartementen in drie gebouwen. Het gaat om 65% koopwoningen en 35% huurwoningen. De bouw start in 2024. “Je hebt met veel verschillende spelregels te maken, maar dat hoort eigenlijk wel bij een project van deze omvang”, zegt ontwikkelaar Danny Diemeer van Belle-Vue Wonen. “De samenwerking tussen de betrokken partijen loopt goed. We gaan hier samen een prachtig Stationskwartier van maken!” De blikvanger van het Stationskwartier wordt de Waarddijktoren. Dit gebouw, dat wordt gerealiseerd aan de Stationsweg, krijgt mogelijk 20 woonlagen. De toren wordt ontwikkeld in combinatie met een zorggebouw van 8 bouwlagen. De woontoren bestaat uit 113 appartementen. Op de begane grond komen commerciële functies: dienstverlening, horeca en kleinschalige detailhandel. In het zorggebouw komen 72 woningen voor mensen die 24 uur per dag op service kunnen rekenen. Na ‘Stad van de Zon’ is het nieuwe Stationskwartier de volgende toekomstbestendige en innovatieve stadsuitbreiding in de gemeente Dijk en Waard. Innovatief op het gebied van energietransitie, klimaatbestendigheid, duurzame mobiliteit en wonen. De herontwikkeling van het gebied in het hart van Dijk en Waard gaat naar verwachting meer dan meer dan 10 jaar duren. << Stationslocaties 2022/2023 - 63

Ruland Architecten ziet kansen op dubbel grondgebruik boven spoor Bouwgrond in de centra van de belangrijkste steden van Nederland wordt steeds schaarser en daardoor duurder. Door te zoeken naar niet alledaagse oplossingen is dat probleem te verkleinen. Ruland Architecten uit Amsterdam denkt dat het bouwen boven het spoor voor verlichting kan zorgen. Als één van de weinige bureaus hebben zij ruimschoots ervaring met deze bijzondere manier van ontwerpen. A an het hoofd van Ruland Architecten staat Joost Ruland. Iedereen die wel eens bij het Centraal Station van Amsterdam is geweest kent één van zijn creaties, het Ibis Hotel boven het spoor. Leunend op tien ‘poten’, die op hun beurt pontificaal op het perron staan. Joost Ruland begon zijn carrière bij Benthem Crouwel Architekten en tekende daar voor het eerste deel van het Ibis hotel dat naast het station staat. Toen hij voor zichzelf begon werd hij benaderd om ook de uitbreiding voor zijn rekening te nemen. “De gemeente had een uitbreidingslocatie opgegeven boven het spoor. De gemeente had het idee dat dat nooit realiseerbaar was, omdat ze dachten dat het te duur en complex zou zijn.” Toen Ruland een betaalbare oplossing bedacht om het toch te realiseren, schrok de gemeente zich rot, maar terug konden ze niet, want het lag vast in het bestemmingsplan. Wel kwamen er veel aanvullende eisen, bijvoorbeeld op het gebied van veiligheid. Zo mochten de vluchtroutes uit het hotel niet eindigen op het perron. En ook als een trein zou ontsporen en een poot 64 - Stationslocaties 2022/2023 onder het gebouw zou wegvagen, moest het gebouw blijven staan. Als Ruland vertelt over deze complexe hindernissen en zijn oplossingen daarvoor, dan zie je dat hij daarvan geniet. “Ik ben echt trots op dit gebouw.” Verdichten Ruland zou graag nog zo’n project realiseren, en dat is in de huidige tijd nodig ook. “Als we niet alle weilanden willen volbouwen zullen we moeten kiezen voor verdichting”, zegt de architect. En met de gestegen grondprijzen ziet hij mogelijkheden. De fundering van zo’n gebouw is uiteraard iets duurder dan een gebouw met zijn ‘voeten in de klei’. Bovendien Ibis Hotel, Amsterdam Centrum zijn er veel andere uitdagingen, zo staan NS en ProRail niet toe dat de treinenloop verstoord wordt. Een enkele afsluiting tijdens een weekend in de zomer is nog net mogelijk, maar verder moet de bouw geen enkele hinder opleveren voor de treinenloop. Juist zulke hindernissen zorgen voor een stimulans voor de architecten van Ruland, zij vinden complexiteit leuk. “Hoe gekker hoe liever”, zegt hij. Wie de portfolio van Ruland Architecten bestudeert zal opvallen dat het bureau veel meer heeft met het spoor dan alleen het Ibis Hotel. De stations van onder andere Zwolle, Roosendaal, Geldermalsen en Maastricht zijn

door Ruland onder handen genomen. Het zijn monumentale panden. Ruland heeft een zwak voor dit soort bouw. Veel vooroorlogse stations zijn ontworpen door Van Heukelom. “Die werkte Berlagiaans, sober doch doelmatig, met mooie materialen en heel zorgvuldig, duurzaam, maar niet met tierelantijnen. Dat wilde Nederland niet uitstralen.” Slopen is zonde, maar functioneel zijn de stations niet meer. Dan gaat Ruland en zijn team aan de slag, met oog voor de oude details, zoals ornamenten en de gevel. En met de focus dat het gebouw moet voldoen aan de huidige eisen. “Wat we doen is meer dan restauratie, wij geven een gebouw een nieuw leven. In de loop der jaren zijn functies verdwenen, er zijn geen kruiers meer, we hebben geen mensen meer die stoven plaatsen in treinen. Maar daar zijn wel andere functies voor teruggekomen. Wij willen het oude behouden, en het functioneel maken voor toekomstig gebruik.” Circulair en duurzaam Ruland vindt dat je niet eindeloos gebouwen kunt slopen om er nieuwe voor in de plaats te zetten. In het kader van circulariteit en duurzaamheid zullen we steeds vaker gebouwen moeten ‘hergebruiken’ is zijn visie. Ruland Architecten begon met gebouwen bij het spoor en op het spoor. “Maar wij denken dat onze manier van werken ook goed past bij projecten die net naast de stations liggen, de spoorgebieden.” Deels doen de architecten dat al. Dat komt onder andere doordat de aanpak van een stationsgebied, met een monumentaal pand, complexe projecten zijn, met veel verschillende stakeholders, opdrachtgevers en grondeigenaren. “En dat complexe vinden wij nou juist heel erg leuk.” Die ambitie voor het complexe kan Ruland overigens ook toepassen buiten het spoor. Een voorbeeld daarvan is het ontwerp van de kantoorvilla van de firma Breedband in Arnhem. Het kantoor is goed bekend bij de grote spelers, zoals ProRail en de diverse bedrijven die onder NS vallen. Maar Ruland hoopt zijn expertise te kunnen inzetten voor gemeentes die worstelen met hun stationsgebied. “Monumentale stationsgebouwen zijn nu vaak al gerestauStationsgebouw Zwolle reerd, maar is de ruimte daaromheen er nog niet op aangesloten. Pleinen zijn verwaarloosd.” De architect roemt Zwolle waar het in zijn ogen goed gelukt is met een plein voor het station en de fietsen in een kelder er onder. Joost Ruland hoopt als docent aan de KU Leuven zijn kennis door te geven aan een jonge generatie architecten. Waarbij hij benadrukt dat projecten die zijn bureau aanpakt, nooit standaard zijn, en dat standaard oplossingen niet bestaan, complexiteit is zijn drijfveer. << info@ruland.nl www.ruland.nl Kantoorvilla Breedband, Arnhem ir. Joost Ruland ir. Gert van Velzen ir. Jordi Wenselaar ir. Marloes van Zelst Stationslocaties 2022/2023 - 65

Hyde Park - Bron MVRDV De cijfers zeggen genoeg. Haarlemmermeer wil rond het station van Hoofddorp 15.500 extra woningen en 11.000 arbeidsplaatsen toevoegen. Daarmee zal de grootste kern van de polder, ooit begonnen als kruisdorp met wat boerderijen, veranderen in een moderne stad van meer dan 100.000 inwoners, waarbij wonen, werken en verblijven hand in hand gaan. “Dan wordt Haarlemmermeer het moderne hart van de Randstad.” Hoofddorp wordt - met de ontwikkeling van het Stations gebied - modern en aantrekkelijk E r wordt nu al flink gebouwd aan de noordkant van het station. Dat is Hyde Park. Dit was een verouderd kantorenterrein dat wat mistroostig aandeed, maar nu volstaat met bouwkranen om bijna 4.000 appartementen te bouwen. Architecten van naam als Winy Maas hebben hier architectonische hoogstandjes getekend. Dat is echter nog niet genoeg. In september 2021 stelde de gemeenteraad het verdichtingsplan voor het Stationsgebied van Hoofddorp vast. Hiermee kiest Haarlemmermeer voor een stedelijk karakter, dat bestaat uit een mix van wonen, werken, leren, verplaatsen, verblijven en recreëren. Er komt dus meer en hogere bebouwing rond het station dan in andere delen van Hoofddorp. Het doortrekken van de Noord/Zuidlijn van station Amsterdam Zuid naar Schiphol en vervolgens naar Hoofddorp is belangrijk. Het lost 66 - Stationslocaties 2022/2023 het veiligheidsknooppunt op station Schiphol op en creëert extra capaciteit op het nationale spoorwegnet. Voor Haarlemmermeer is het goed dat daardoor ook de ontwikkeling van een hoogstedelijk gebied rond het station mogelijk wordt. Maar natuurlijk is het ook heel belangrijk dat mensen makkelijk en supersnel van Amsterdam naar Hoofddorp kunnen reizen. Daarmee zijn de Zuidas en de bedrijventerreinen van Haarlemmermeer met elkaar verbonden. Met deze gebiedsontwikkeling zal het station worden opgeknapt en uitgebreid. “De wens is er om er een intercitystation van te maken, zodat Hoofddorp nog beter “We worden een moderne stad, waar werken en wonen hand in hand gaan” verbonden is met de rest van de wereld. Dan woon je dus echt in het hart van de randstad”, zegt bouwwethouder Jurgen Nobel. Om dit mogelijk te maken, werkt de gemeente samen met diverse partijen, zoals met de rijksoverheid, de MRA, de provincie Noord-Holland en de Vervoerregio Amsterdam. Ook zijn partners als Schiphol, de NS en ProRail nauw bij de planontwikkeling betrokken. “Nederland staat voor een enorme woningbouwopgave”, zegt Nobel. “In de polder kunnen we tot 2040 tussen de 20.000 en – in het meest optimistische scenario- 40.000 woningen toevoegen. We moeten wel realistisch blijven. Er hangt namelijk nogal wat boven ons hoofd: stikstof, personeelstekorten, bouwmaterialen en grondstoffen die niet altijd voorradig zijn. De uitdaging is dus groot. Maar als je het enorme woningtekort ziet, weet je dat niets doen geen optie is. Dus de kansen die er

zijn, moeten we met beide handen aanpakken. Het nieuwe Stationsgebied wordt echt een visitekaartje voor Haarlemmermeer.” Verdichten gebeurt in meer stationsgebieden De plannen voor het Stationsgebied van Hoofddorp staan niet op zichzelf. Haarlemmermeer trekt in de Metropoolregio Amsterdam (MRA) op met acht andere steden onder de naam ‘Bereikbare Steden’. Samen willen ze laten zien dat verdichting rond hun stations veel op kan leveren. Het doel is om de woningbouw te versnellen, maar ook om het gebruik van het openbaar vervoer aan te moedigen. Ook zijn we een van de zeventien zogenaamde NOVEX gebieden, grootschalige woning bouwgebieden, waar het rijk zes miljard voor bereikbaarheidsmaatregelen over gaat verdelen. “Wij zijn een van de weinige MRA-gemeenten die ruimte hebben om grootschalig woningen te bouwen en het spoor rond Schiphol te ontlasten”, zegt Nobel. “Ook vanuit Den Haag horen we positieve geluiden over deze enorme kans.” De nieuwbouw is zowel bedoeld voor de eigen inwoners als nieuwkomers van buiten de gemeente. “In Haarlemmermeer hebben we van oudsher veel grondgebonden woningen. Er is nu echter behoefte aan appartementen, voor jongeren, maar ook voor ouderen met een empty nest. De doorstroming is dus belangrijk. Stationslocaties 2022/2023 - 67 Ook willen we graag inzetten op de betaalbaarheid van woningen. In maart van dit jaar is de zogenaamde Wet voorkeursrecht gemeenten (Wvg) gevestigd. Dat houdt in dat de gemeente bij de verkoop van een gebouw het eerste kooprecht heeft als een eigenaar zijn grond of gebouwen wil verkopen. Dit is een manier om speculatie met vastgoed te voorkomen. Nobel woont al zijn hele leven in Hoofddorp. “Het was altijd een dorp, weinig horeca, weinig vertier. Daar komt nu echt verandering in. Hoofddorp wordt een echte stad. En het mooie is, doordat we in dit gedeelte van Hoofddorp verdichten en de hoogte in gaan, kunnen andere kernen in Haarlemmermeer hun landelijke karakter houden.” << Bron tekeningen: Bureau De Zwarte Hond

SCAN MIJ VOOR MEER INFORMATIE hydeparkishere.nl @hydeparkishere

Hyde Park is here Welkom in Hyde Park - een hypermodern stedelijk gebied onder de rook van Amsterdam. In deze architectonisch, duurzaam en autoluwe stadswijk in Hoofddorp komen meer dan 3.800 ruimtelijke en luxe appartementen en studio’s. Hyde Park, gelegen naast alle uitvalswegen naar de grote steden, op loopafstand van NS-station Hoofddorp, op vier minuten van Schiphol en slechts twaalf minuten gelegen van de Zuidas. Vanuit hier ligt de wereld aan uw voeten. Zodra u de stadswijk Hyde Park binnentreedt, voelt en beleeft u de toekomstige internationale allure. Hyde Park verbindt op een levendige wijze Hoofddorp Station met het centrum. Het naastgelegen stadspark, de brede boulevards met restaurants, riante binnentuinen en zonovergoten dakterrassen zorgen voor rust en genot. Een totaal nieuw concept, waar jong en oud, gezinnen en singles zich op hun gemak voelen. AMSTERDAM 23 MIN NS STATION 2 MIN ZUIDAS 1 2 MIN SCHIPHOL 4 MIN HET STRAND 22 MIN

Projectmanager Arjen Jansen: ‘Het stationsgebied heeft de potentie om Amersfoort te verbinden’ Arjen Jansen In Amersfoort arriveren en vertrekken er dagelijks zo’n 500 treinen en 2000 bussen. Vrijwel alle passagiers hebben gemeen dat zij in hun reis het stationsgebied passeren. Zowel de gemeente als spoorwegmaatschappijen willen dat dit eerste of laatste aangezicht van Amersfoort een passend visitekaartje van de stad wordt. Projectmanager Stationsgebied Arjen Jansen geeft een update over het ambitieuze project. “H et renoveren van het stationsgebied is een proces van de lange adem”, begint Jansen. “Dat komt omdat de belangen zeer hoog en divers zijn. Dat het gebied toe is aan een upgrade, staat in ieder geval vast. De gemeenteraad heeft de gebiedsvisie namelijk in 2020 vastgesteld”, legt hij uit. Vanwege de pandemie bevindt het project zich momenteel nog in de ontwerpfase, maar het begint wel steeds meer vorm te krijgen. Het uiteindelijke doel ziet Jansen in ieder geval voor zich. “Alle inwoners en passanten van het stationsgebied moeten straks denken: wat is Amersfoort toch een leuke stad!” Gebiedsagenda De reden dat een project van deze omvang niet over één nacht ijs gaat, is onder andere vanwege de potentie van de ruimte. Naast de bedrijven die in het stationsgebied zijn gevestigd, is het ook vanuit toeristisch en ecologisch oogpunt een belangrijke plek. Jansen: “Ik begrijp goed dat bedrijven voor Amersfoort en dan specifiek voor dit gebied kiezen. Er is echter ook behoefte aan levendigheid. We hebben daarom met de bedrijven een Gebiedsagenda gemaakt. Daarmee verkennen we de opties om zowel binnen- als buitenruimtes open te stellen. Zo zijn er bomen op het Stationsplein geplaatst, heeft Natuurmonumenten een pilot voor een winkelconcept op de begane grond en we zijn bezig met een sportevenement. Zo willen we op een leuke manier meer ontmoeting en inspiratie tussen bedrijven organiseren”, vertelt Jansen. 70 - Stationslocaties 2022/2023 Wow-factor De projectmanager streeft ernaar om het stationsgebied een ‘wow-factor’ te geven, bijvoorbeeld door groenstroken en terrassen te plaatsen. Jansen waakt wel voor een mogelijke valkuil: “Het moet geen horecaplein worden. Daar zijn er in de binnenstad genoeg van. Deze plek moet vooral een duidelijke verbinding met het centrum krijgen. Als bezoekers nu vanuit het station de stad binnenlopen, is het onduidelijk waar het centrum is. Met tactische aanpassingen, zoals hoge klimaatbomen, worden passanten straks op een organische manier naar het centrum verwezen.” Naast logistieke redenen is deze vergroening ook vanuit een verkoelend oogpunt nodig. Jansen: “Afgelopen zomer werd op het Stationsplein een temperatuur van 40 graden bereikt. Er zijn koelteplekken nodig om weerstand tegen zulke omstandigheden te bieden. Dat willen we bereiken door in het gebied tussen station en centrum 200 bomen te planten. Ook wordt bijna twintig procent van het gebied ‘ontsteend’ door tegels te verwijderen.

Zo stroomt op sommige plekken het regenwater weer in de grond in plaats van in rioolputten.” Verbinding Voor deze plannen heeft Jansen geregeld contact met spoorwegbeheerder en -maatschappij ProRail en NS. “Het stationsgebied heeft de potentie om het noorden en zuiden van Amersfoort te verbinden. Amersfoort Centraal is daar de schakel tussen”, zegt hij. Als voorbeeld wordt het Piet Mondriaanplein genoemd. Deze noordkant van het station wordt als achterzijde gezien en kan wel een likje verf gebruiken. Jansen: “De noordkant moet een volwaardig entreegebied naar de stad en het station worden. Aan deze zijde worden veel nieuwe woningen langs de Eem en langs het spoor gebouwd. Ook het nieuwe stadhuis van Amersfoort komt hier in de buurt te staan. Dat zijn al voldoende redenen om het gebied een make-over te geven.” Tijdens de gesprekken met de spoorwegmaatschappijen ervaart Jansen veel bereidheid om mee te werken. “Zowel NS als ProRail delen de wens om het station te vernieuwen. Dat komt het volledige gebied ten goede en verhoogt de aantrekkelijkheid en capaciteit van het station. Met het oog op de groei van Amersfoort is dat belangrijk om de stad bereikbaar, leefbaar en duurzaam te houden.” Rechtbank De planning rondom de vernieuwing van het stationsgebied begint steeds meer vorm te krijgen. Volgens Jansen komt het moment tot daadwerkelijke renovatie enigszins dichtbij. “In de komende jaren ligt onze focus op het rondkrijgen van de financiering. Voor de fietskelder en het Stationsplein zijn er nu bijvoorbeeld middelen beschikbaar. ProRail is momenteel bezig met de voorbereiding van de ondergrondse fietsenstalling op het Stationsplein. In 2023 willen zij met de uitvoering starten”, aldus Jansen. Naast deze kwaliteitsimpuls is de gemeente volgens hem ook in gesprek met eigenaren en gebruikers van de “Om het Stationsgebied verder te verlevendigen, heeft Natuurmonumenten op de begane grond van hun kantoor een conceptstore geopend. Bezoekers kunnen hier kennismaken met thema’s in het domein van natuur, landschap en duurzaamheid. Een verrijking voor het plein.” gebouwen in het gebied. Jansen vervolgt: “De oude rechtbank is bijvoorbeeld eigendom van de gemeente en ligt tegenover het station Amersfoort Centraal. Dit is een strategische plek om het visitekaartje van Amersfoort mede vorm te geven. De gemeente gaat deze locatie namelijk in 2023 verkopen. Om het echt een visitekaartje te laten worden, met respect voor het beschermde stadsgezicht van De Berg, heeft de gemeente een zogeheten ontwikkelkader opgesteld voor deze verkoop. De gemeenteraad gaat het kader dit najaar behandelen. Het zou voor het stations gebied een stap in de goede richting zijn!” Tekst: Thomas van Waardenburg Stationslocaties 2022/2023 - 71 <<

5TRACKS te Breda van Heimstaden Huurmarkt als katalysator voor de woningmarkt Institutionele beleggers vormen een onmisbare schakel in de totstandkoming van een gezonde Nederlandse woningmarkt en inclusieve steden. Verenigd in brancheorganisatie IVBN zijn ze een constructieve gesprekpartner van het Rijk en overheden. Als lange termijn investeerders met een focus op maatschappelijke impact en verduurzaming van de woningvoorraad zorgen zij ervoor dat starters, senioren en mensen met sleutelberoepen prettig kunnen blijven wonen, werken en verblijven in onze steden. Ook in deze onzekere tijd willen institutionele beleggers hun rol van betekenis behouden, complementair aan woningcorporaties. 72 - Stationslocaties 2022/2023 H et is volkomen terecht dat de woningmarkt hoog op de politieke agenda staat. Niet alleen omdat de oplopende woningtekorten en malafide verhuurpraktijken al jarenlang het debat in de samenleving domineren, maar ook omdat de middenhuurmarkt langzaam maar zeker erkend wordt als onmisbare schakel tussen het sociale huursegment en de koopmarkt, die voor velen onbereikbaar is geworden door de hoge koopprijzen en de dure investeringen die moeten worden gedaan in de woning om de woning comfortabel en duurzaam te houden. De tijd is meer dan rijp voor politici en beleidsmakers om (ogenschijnlijk) verschillende dossiers samen te pakken en maatregelen te bedenken die de samenleving voor de lange termijn verder gaan brengen. De kansen liggen bijna voor het

oprapen, maar tegelijkertijd moet ervoor worden gewaakt dat de focus doorslaat naar het nemen van ondoordachte beleidsmaatregelen. Als dat scenario de overhand krijgt, dreigen institutionele beleggers onbedoeld buitenspel te worden gezet en dat is in niemands belang. Vliegwielfunctie Er staan in Nederland meer dan een half miljoen huurwoningen die door IVBN-leden zijn gerealiseerd. IVBN-leden verhuren 68% van hun bestaande huurwoningen in het middensegment, circa 17% daaronder en slechts 15% daarboven (IVBN, 2021). De afgelopen jaren realiseerden IVBN-leden gemiddeld 8.000 woningen per jaar, wat neerkomt op ongeveer 10% van de totale jaarlijkse nieuwbouwproductie. Institutionele beleggers hebben daarnaast een belangrijke vliegwielfunctie binnen de woningmarkt. Door de gegarandeerde afname van grote aantallen van midden- en overige vrije sector huurwoningen, kunnen ontwikkelaars óók met de bouw van koopwoningen en corporatiewoningen beginnen. Hierdoor is de start bouw van nieuwbouwprojecten dus veel sneller in zicht. Deze middenhuur is daarmee de katalysator voor de woningmarkt als geheel. Institutionele beleggers werken al decennialang op deze manier aan aantrekkelijke en toegankelijke steden en wijken. Of het nu op het gebied is van wonen, winkelen, werken of een combinatie hiervan. Ook al zien nog niet alle politici en beleidsmakers in dat ook zij voordeel kunnen behalen uit deze slagkracht van de institutionele beleggers, vanuit Rijksoverheidswege wordt dit gelukkig al wel steeds meer (h)erkend. Zo is er in het Coalitieakkoord van ons huidige kabinet erkenning voor de onmisbare rol die institutionele beleggers spelen in de middenhuur. Aanjager op diverse onderdelen tegelijk Institutionele beleggers vervullen een proactieve rol in het aanjagen van de woningmarkt en de verduurzaming van de gebouwde omgeving. Door het vinden van natuurlijke koppelingen rondom thema’s als urbanisatie en duurzame mobiliteit en die om te zetten in concreet investeringsbeleid, wordt gewaarborgd dat ook alleenstaanden, senioren en mensen met een middeninkomen toegang blijven krijgen tot een fijne woning met in de nabijheid OV-knooppunten om van A naar B te komen. Dit is ook de reden waarom stationslocaties een interessante investeringscategorie is voor institutionele beleggers. Huurappartementen op aansprekende locaties in de directe aanwezigheid van sociale ontmoetingsplekken en voorzieningen, gaan eenzaamheid tegen en bevorderen de sociale cohesie en inclusiviteit. Elisa Bontrop OV-knooppunten dichtbij woningen zorgen ervoor dat mensen te allen tijde een duurzaam alternatief hebben voor de auto. Zowel mensen die zich in toenemende mate bewust worden van hun ecologische footprint en daarna willen handelen, als mensen die zich geen autobezit (meer) kunnen veroorloven, worden hiermee bediend. Aan boord blijven Ook in deze onzekere tijden met sterk oplopende bouwkosten, stapeling van wet- en regelgeving, lange gemeentelijke doorlooptijden en hoge grondprijzen nemen institutionele beleggers hun maatschappelijke verantwoordelijkheid ten aanzien van (toekomstige) huurders en woningzoekenden. Bijvoorbeeld door de ontwikkeling en exploitatie van nieuwe woonvormen waarom de markt zo duidelijk vraagt, zoals huisvesting voor starters, alleenstaanden, ouderen en mensen met sleutelberoepen. Toch wordt de druk de laatste tijd erg opgevoerd in Appartementen Belvedére in Den Bosch van Altera Stationslocaties 2022/2023 - 73

de (terechte!) jacht op malafide verhuurders met een roep om stevige maat regelen. Slecht verhuurderschap moet uiteraard keihard worden aangepakt, maar bonafide partijen die op transparante wijze marktconforme huren vragen, moeten hier niet onder komen te lijden. Elke huurwoning die door institutionele en andere maatschappelijke investeerders aan het woningbestand wordt toegevoegd of verduurzaamd, draagt immers bij aan het beheersbaar krijgen en houden van woonlasten. Maatschappelijke impact als uitgangspunt Het bewerkstelligen van maatschappelijke impact door alle partijen in de keten zou een sleutelrol moeten spelen binnen elk beleidsdossier, dus ook ten aanzien van de woningmarkt. Via deze weg moeten malafide verhuurders buitenspel worden gezet en onze gezamenlijke opgaven ten aanzien van nieuwbouw en verduurzaming verder aangejaagd. We moeten ervoor waken dat we door ondoordachte (dreigende) wet- en regelgeving onnodig achterop raken met onze doelstellingen. Daar is helemaal niemand bij gebaat. Ook de ontwikkeling van nieuwe woonvormen nabij stationslocaties, dragen bij aan een toegankelijke woningmarkt voor iederéén. << ADVERTENTIE Ruland Architecten Integrators in elk bouwproces Idee - Creativiteit Een project begint vanuit een behoefte. Daarbij zijn een idee en creativiteit middelen om een doel te bereiken. Wij denken vanuit het eigenaarsperspectief en voegen daar onze organisatorische en architectonische meerwaarde aan toe. Gesprekspartner - Korte lijnen Vanuit onze veelzijdige en centrale rol in een bouwproces, kunnen we de lijnen naar alle betrokken partijen kort houden. We zijn dus gespreksen projectpartner tegelijk. Details ‘It’s all about the details’ wordt vaak gezegd. In zowel het ontwerp- als bouwproces, houden we graag elk detail in het oog. Uitkomst; een project met een passend resultaat. ‘The proof of the pudding is in the eating’ Dit klinkt natuurlijk allemaal heel mooi, maar hoe nu verder? Neem gerust contact met ons op om te ervaren hoe wij, voor en met u, als ‘integrators’ een project aan kunnen gaan. T +31 (0)20 423 66 89 E info@ruland.nl I www.ruland.nl Complexiteit - Regelgeving Bij de meeste projecten ontkomen we niet aan complexe uitdagingen en het daarbij behorende ‘programma van eisen’. Ook in gesprek gaan met gemeente of monumentenzorg zien wij als een vanzelfsprekendheid. Vergunningen - Subsidie We zien ons niet alleen als ‘de architect’. Ook het aanvragen van vergunningen en subsidies zijn voor ons bekend terrein. Begeleiding Voor ons is een project altijd meer dan alleen een bouwkundige opgave. We begeleiden daar waar nodig is om het project soepel te laten verlopen. Vanuit onze expertise en onderzoek waar nodig, houden we rekening met alle facetten die leiden tot een projectrealisatie die staat. 5TRACKS te Breda van Heimstaden

Voormalige Aldi locatie Zuideinde 146, Koog aan de Zaan Het project bestaat uit een woontoren met 20 koopappartementen, 15 middelhuur appartementen in een pakhuisachtig gebouw en 5 grondgebonden woningen aan het lint Het bestemmingsplan is goedgekeurd, de bouwaanvraag is in voorbereiding. Prognose start bouw zomer 2023, bouwtijd 1-1,5 jaar

De Stationstuinen Barendrecht, de groene wijk van morgen Een levendig nieuw stuk Barendrecht waar rond 2030 duizenden mensen wonen, werken, leren en recreëren. Dat is de ambitie van De Stationstuinen. In dit nieuwe stuk Barendrecht ten oosten van het NS station komen circa 3.500 nieuwe woningen, waarvan 30% sociale huurwoningen en 30% middeldure koop- en huurwoningen. Ook is er volop ruimte voor voorzieningen en een succesvol bedrijfsleven. De auto krijgt een bescheiden positie en er zijn goede fietsverbindingen met het dorp en het groene buitengebied. Door de ligging naast een hoogwaardig openbaar vervoerknooppunt ben je met tien minuten in Rotterdam. Wethouder Lennart van der Linden: “Deze grote potentie is ook door het Rijk erkend. De Stationstuinen is door het Rijk aangewezen als een versnellingslocatie binnen de Woondeals, de meerjarige samenwerking tussen overheden en maatschappelijke partners. Het Rijk heeft dit kracht bijgezet door te investeren in De Stationstuinen met meerdere subsidies. Speciaal voor projecten met veel betaalbare woningen.” 76 - Stationslocaties 2022/2023 Voortbouwen op de Agrofoodtraditie De Stationstuinen wordt gerealiseerd aan de oostkant van het NS station waar nu nog voornamelijk (agrologistieke) bedrijven actief zijn. Het aangrenzende Dutch Fresh Port bedrijvencluster is het groeiende domein van een groot aantal agrofood-bedrijven die koploper zijn op de wereldmarkt. De bestaande bedrijvigheid in het plangebied verdwijnt slechts deels. In De Stationstuinen gaan wonen, werken en leren hand in hand. Het is de wens een agrofood campus in het hart van De Stationstuinen te realiseren. Hier moet ruimte komen om te leren, onderzoeken, innoveren en kennis uit te wisselen rond thema’s als duurzaamheid en gezondheid. Activiteiten die naadloos passen bij een wijk van de toekomst. Samen bouwen De grond van De Stationstuinen is voor een groot deel in handen van diverse private grondeigenaren. De gemeente Barendrecht faciliteert deze partijen en is verantwoordelijk voor het ontwikkelen van de openbare ruimte. De gemeente heeft de plannen voor De Stationstuinen opgesteld in nauw overleg met grondeigenaar Emborion en woningcorporaties Patri monium, Wooncompas en Havensteder. Embo rion gaat zijn gronden zelfstandig ontwikkelen. Inzet is de realisatie van duurzame, vernieuwende woonconcepten voor vele type huishoudens. Inmiddels heeft Emborion een vergunning ingediend om de eerste 300 woningen versneld te bouwen. Zij koersen op het voorjaar van 2024 voor de start van de bouw. De groene draad ‘De groene draad’ voor de ontwikkeling van De Stationstuinen is vastgelegd in de gebieds visie en het ontwikkelkader in drie kernwaarden. Een krachtige combinatie die moet zorgen dat de belofte van De Stationstuinen wordt waargemaakt.

Artist impression: Wissing/Urban Synergy • Groen en bewust: bij binnenkomst van het gebied valt de aantrekkelijke groene openbare ruimte direct op. Een beeld dat versterkt wordt door de natuur-inclusieve gebouwen zoals vernieuwende, groen aangeklede woonconcepten gebouwd met duurzame materialen. • Gezond bereikbaar: Voetgangers en fietsers krijgen voorrang en het gebruik van het openbaar vervoer wordt geoptimaliseerd. Daarnaast wordt er nadrukkelijk ingezet op deelmobiliteit. De auto krijgt zo een bescheiden rol, wat in hoge mate bijdraagt aan de kwaliteit van de leefomgeving • Plek voor iedereen: een grote variëteit aan doelgroepen: bewoners, bezoekers en werkers zullen zich thuis voelen in De Stationstuinen. Het woningaanbod is aantrekkelijk voor vele type huishoudens. Barendrechters én nieuwkomers worden straks verrast door de mix aan voorzieningen en activiteiten waarvan een groot deel nieuw is binnen de gemeente. Daarnaast blijft veel ruimte beschikbaar voor startend en gevestigd ondernemerschap. << www.stationstuinenbarendrecht.nl Kom voorproeven! Het plangebied komt al letterlijk in beweging in en rondom ‘Verse Grond’, het gebied dat het hart vormt van De Stationstuinen. Steeds meer Barendrechters en andere bezoekers weten deze groene, creatieve plek direct naast het treinstation al te vinden en te waarderen. Verse Grond is gecreëerd in en om oude fruitloodsen en biedt diverse activiteiten. Je kan er eten en drinken in de mooie kas of het terras van Café Clementine, werken in de moestuin en sporten bij Padel Barendrecht en Rush World. Ook komt hier Foto: Laura-anne Grimbergen binnenkort de Robin Food Hub, voor startups die ons toekomstig voedselsysteem op praktische wijze willen vernieuwen. Dutch Fresh Port is de belangrijkste partner in dit initiatief. Vooral de druk bezochte zomerse activiteiten op deze plek, van buitenbioscoop tot eetbare plantenwandeling laten zien hoe dit gebied een levendige ontmoetingsplek voor alle bewoners (en ondernemers) uit Barendrecht en omstreken kan worden. www.versegrond.nl GEMEENTEBARENDRECHT Stationslocaties 2022/2023 - 77

AS Vloerwerken, dé specialist in stationsvloeren Renovatie en verbouw van stationsvloeren is specialistenwerk. Met hoge veiligheids- en kwaliteitseisen aan zowel de toegepaste materialen als de uitvoering van het werk. Niet elk vloerenbedrijf heeft daarvoor de expertise, vakmensen, materialen en papieren. Samen met de andere gespecialiseerde bedrijven heeft de Ruys Groep daarentegen alles in huis voor de perfecte stationsvloer. U moet er toch niet aan denken dat reizigers uitglijden op een glad perron? Of dat ze hinder ondervinden van de vloerrenovatie, omdat het verse beton nog niet is uitgehard terwijl de eerste trein het station al binnenrolt? Of aan een vloerspecialist die zonder grensbewaker in de B-zone werkt? Voor de gemiddelde vloerenlegger is dit onbekend terrein. Zo niet voor Arie Selbach, directeur AS Vloerwerken, die de afgelopen 25 jaar samen met de andere bedrijven binnen de Ruys Groep meer dan 45.000 m2 stationsvloer bouwde, verbouwde of renoveerde. Met alle benodigde expertise, materialen, machines en vakmensen. Veiligheid en kwaliteit voorop Daarbij is Selbach aanspreekpunt en coördinator voor opdrachtgevers. Als geen ander Werkzaamheden station Overvecht weet hij hoe de verbouw en renovatie reilt en zeilt op het station, én eromheen. Want AS Vloerwerken realiseert niet alleen vloeren van stationshallen en perrons, maar ook van belendende parkeergarages, fietsenstallingen en winkelgebieden. Selbach: “Vloerwerken rond het spoor zijn echt anders. Zo stellen NS en ProRail terecht hoge kwaliteitseisen aan het product en strenge veiligheidseisen aan de uitvoering van het werk. Al onze specialisten hebben daarom een DVP-certificaat van RailAlert. En bedrijfsmatig beschikken we natuurlijk over VCA 2 sterren en ISO 9001. Bovendien mogen reizigers geen enkele hinder ondervinden van onze werkzaamheden, wat betekent dat we in uiterst krappe tijdvensters buiten de spits of ’s nachts en in het weekend werken.” Gelukkig beschikt AS Vloerwerken met de andere bedrijven over de juiste vakmensen en innovatieve, snel verwerkbare materialen om daarin te voorzien. Denk aan speciale betonsoorten die binnen 8 uur zijn uitgehard en kunststoffen die zelfs maar een paar uur uitharding vragen, zodat de downtime voor de gebruiker zo beperkt mogelijk blijft. Uiteraard heeft Ruys Groep ook duurzaamheid hoog in het vaandel. Zo worden er geen oplosmiddelhoudende producten gebruikt, zijn ze in het bezit van Clean Air- en MVO-certificaten en krijgt circulariteit steeds meer vorm. Ook de kwaliteit van de vloeren is vanzelfsprekend hoog. Bijvoorbeeld nu dagelijks weer zo’n 200.000 reizigers over de onlangs gereStation Amsterdam Sloterdijk noveerde vloer van Amsterdam CS met hun koffers rollen, moet die weer jarenlang veilig en functioneel blijven. En dat blijft hij. Want Ruys Groep staat erachter, met bedrijven die al jaar en dag bekend staan om hun innovatieve, hoogwaardige vloertechniek in uiteenlopende sectoren. Alles in één hand “Elk vloerprobleem vraagt een specifieke oplossing”, zegt Hendrik Ruys, algemeen directeur Ruys Groep. “Met onze gezamenlijke bedrijven hebben we al die oplossingen in één hand. Zo leveren we vloeren turnkey op. Eventueel verwijderen we de oude vloer, of het nu asfalt, beton of kunststof is. We bereiden de ondervloer voor en produceren de vloer altijd in situ. Want we geloven niet in tegels. Die blijven altijd beweeglijk ten opzichte van elkaar 78 - Stationslocaties 2022/2023

station Vleuten/De Meern, 8 metrostations Amsterdam, Amsterdam Sloterdijk. Ruys Vloeren Specialist in industriële vloeren, voor met name de voedselindustrie, de zware- en logistieke industrie. Referenties: Rotterdam CS, Amsterdam Bijlmer Arena, station Eindhoven, stationsplein Nijmegen. RS Maatwerk Specialist in RVS-materialen zoals goten, putten, paaltjes en hekwerk. DR Flexjoint Realiseert duurzame, blijvend elastische vloerovergangen voor een volledig vlak en slijtvast oppervlak waar voegen of beschadigde dilataties zijn ontstaan. Station Houten resultaat en zijn door de voegen lastig te onderhouden, waardoor al snel gevaarlijke situaties kunnen ontstaan. Ook de markeringen, geleidelijnen tot aan roestvrijstalen goten, putten en zelfs paaltjes en hekjes nemen we voor onze rekening.” De juiste oplossing op de juiste plek Zo levert Ruys Groep voor elke toepassing een vloeroplossing. Uiteraard met de juiste R-waarde, oftewel goede antislip voor maximale veiligheid. Naast AS Vloerwerken, bestaat de complete Ruys Groep uit: SR Vloeren Specialist in kwalitatieve, complete vloerrenovaties in zo kort mogelijk tijdsbestek. Experts in Ucrete (PU cement) vloeren die bestand zijn tegen de zwaarste belasting. Referenties: Amersfoort CS, bagagetunnel Amsterdam CS, IJhal Amsterdam CS, leverancierstunnel Amsterdam CS, Station Bloemendaal, Station Zevenaar, Station Utrecht Overvecht, Station Hoevelaken, Station Houten. De Bedrijfsvloer Specialist in functionele en esthetische kunststofgebonden bedrijfsvloeren, zoals giet-, troffel- en coatingvloeren. Uitmuntend voor fietsenstallingen en parkeergarages. Referenties: fietsenstalling Amsterdam Amstel, trappenhuis Amersfoort CS. Eterno Specialist in cementgebonden minerale vloeren, zoals mono terrazzo. Voor als het op extra uitstraling aankomt. Referenties: Stationslocaties 2022/2023 - 79 MR Vloeren Biedt in België het complete pakket van de Ruys Groep voor met name de food, chemie en voedselindustrie. Voor minder geld een betere oplossing Ruys Groep stelt zich op als partner in vloertechnologie. “Wij streven naar lange termijn relaties door voortdurend het belang van de klant voorop te stellen”, vervolgt Hendrik Ruys. “Ook als dat niet direct in ons eigen belang is. Zo hebben we de vloer van Amsterdam CS niet compleet vernieuwd wat wel de vraag was, maar geschuurd en opnieuw gelakt. Vernieuwen was werkelijk niet nodig. Dat was zonde geweest. Bovendien adviseren we ook over de reiniging en het onderhoud, zodat ons werk jarenlang mooi blijft. Onderhoudsmiddelen leveren we overigens niet, daarvoor verwijzen we naar andere specialisten.” Arie Selbach (l) en Hendrik Ruys (r) Internationaal actief De kwaliteitsvloeren van Ruys Groep vindt u niet alleen in stations in Nederland, maar ook in België, Luxemburg, Duitsland, Portugal, Italië tot aan de VS en zelfs in Dubai en Qatar. “Ja, in Qatar legden we in een metrostation een zeldzame traditioneel Venetiaanse terrazzo vloer. Eén van onze bijzondere projecten.” << www.ruysgroep.nl

Het spoorlandschap: een rijkdom voor Nederland Vanuit de trein kun je Nederland op een unieke manier beleven; de rijkdom aan landschappen, bos, stad, rivieren -zelfs de seizoenen- trekken aan je voorbij. Het spoorwegnet loopt kriskras door ons land. Het verbindt Vlissingen met Delfzijl en Eijsden met Den Helder, doorkruist het Groene Hart en het Naardermeer, loopt vlak langs de Oostvaardersplassen en over de Veluwe en is ook vaak een groene plek of route in de stad. Bovendien is het spoorlandschap een heel essentieel leefgebied voor plant en dier; als woongebied en corridor. Wist je dat in grote delen van Nederland in de eerste tien meter spoorberm meer planten- en diersoorten leven dan in de 100 meter terrein daarnaast? Het belang van groen in de leefomgeving neemt toe. In het landschap creëert het spoor een aantal nieuwe kansen op het gebied van klimaatadaptatie en biodiversiteit. Het spoornetwerk is meer dan een autonome infrastructurele verbinding die het cultuur- en het natuurlandschap doorsnijdt. Het is een langgerekt landschap - van 10.000 hectare spoorgrond waarvan de helft begroeid of beplant, 7000 kilometer spoorberm en 400 stationspleinen- dat een belangrijke bijdrage levert aan de biodiversiteit en klimaatadaptatie in Nederland. Met het Landschapsplan voor het Spoor geven ProRail, NS en Bureau Spoorbouwmeester richting aan de vergroening van spoorbermen, stationsomgeving en stations. In dit landschapsplan benaderen zij de spoorlijn zoveel mogelijk als ‘gast’ in het landschap. Het landschap loopt bij wijze van spreken door tot in de treincoupé. Bij de inrichting van de baan, het station en het stationskwartier spelen de nabije omgeving en het omliggende landschap een belangrijke rol. De inrichting van het spoorlandschap verkleurt daardoor tijdens de reis, versterkt daarmee de grote diversiteit aan landschappen die ons land rijk is en vergroot de herkenbaarheid van de plek. Het landschapsplan dat vertaald is naar een drietal handboeken is gebaseerd op de karakteristieken van de omgeving Spoorlijn Zaandam – Purmerend door Waterland - Bron: Bosch Slabbers 80 - Stationslocaties 2022/2023

Station Almere Centrum - Bron: Bureau Spoorbouwmeester. Fotograaf: Jannes Linders Begroeiing in bermen, op emplacementen en in overhoeken ondersteunt de biodiversiteit langs het spoor; denk aan vogels, kleine zoogdieren, insecten en wilde planten. ProRail wil bij het beheer van bermen de aanwezige natuurwaarde behouden en kansen benutten voor de ontwikkeling van nieuwe natuur- en landschapswaarden. Het gebruik van bestrijdingsmiddelen is geminimaliseerd, er wordt niet bemest en de spoorbermen zijn voor publiek uit veiligheidsoverwegingen verboden terrein. Voor veel planten en dieren zijn vooral deze laatste twee eigenschappen belangrijke voorwaarden om te kunnen (voort)bestaan. Het Handboek Begroeiing in de Spoorberm geeft aanknopingspunten en bouwstenen voor een bermbeheer dat is gebaseerd op landschappelijke kwaliteit, ecologische kansen én spoorveiligheid De spoorpartijen willen samen met gemeenten, provincies en omwonenden de stationsomgeving meer maatschappelijke en ruimtelijke betekenis geven dan deze nu al heeft als schakel tussen het knooppunt van openbaar vervoer en de stad of het dorp of regio. De groene inrichting speelt daarbij een belangrijke rol. Een zorgvuldig en aantrekkelijk ingerichte openbare ruimte is representatief, biodivers, klimaatadaptief en beheerinclusief. Bij de (her)inrichting van het groen in het reisdomein op de stations en in de stationsomgeving wordt gestreefd naar een natuurlijk beeld. Dit betekent dat de plantvakken op en rond de perrons in principe streekeigen sortiment wordt toegepast. Wanneer dit niet mogelijk is, wordt ingezet op het creëren van een beeld dat zoveel mogelijk aansluit bij het landschap in de omgeving. Het Landschapsplan is dus uitgewerkt in drie handboeken. Waar NS en ProRail het groen in eigendom en beheer hebben, zijn de Stationslocaties 2022/2023 - 81 handboeken voor de spoorpartijen beleid. En als omgevingspartijen gedeeltelijk of volledig verantwoordelijk zijn voor het groen bij stations of langs het spoor, dan hebben de handboeken een inspirerend karakter en zijn daarmee een uitnodiging aan gemeenten en terreinbeheerders om ontwerp, inrichting en beheer samen op te pakken met de spoorpartijen. Station Rotterdam Centraal groen perron - Bron: Bosch Slabbers

Een groen Spoorbeeld Reizen draagt in belangrijke mate bij aan de Nederlandse CO2-uitstoot. Natuurlijk maakt het een groot verschil welk vervoersmiddel je (dagelijks) kiest. Fietsen en lopen belasten het milieu het minst. Ook de trein is een milieuvriendelijke keuze. Nagenoeg alle maatregelen en voorzieningen die je in deze keuze ondersteunen, dragen bij aan verduurzaming. Dan gaat het onder meer om de bereikbaarheid van stations, het comfort van het reizen met de trein, snelle en veilige verbindingen en een betrouwbare dienstregeling. Veel winst is te halen uit het ontwerp, de bouw/aanleg en het beheer van stations en het spoornetwerk. Daarom staat in het ontwerp- en vormgevingsbeleid van de spoorsector -Spoorbeeld-, ‘duurzaam ontwerpen’ centraal op basis van vier ruimtelijke thema’s: circulair, energieneutraal, biodivers en klimaatadaptief. Circulair Circulariteit gaat over het minimaliseren van het totale materiaalgebruik bij bouw, transformatie, onderhoud en beheer. Van belang is een maximaal hergebruik van materialen, producten, componenten en gebouwen. Het liefst gebeurt dit op een zo hoog mogelijk niveau van de circulariteitsladder: refuse, reduce, redesign, re-use, repair, refurbish, remanufacture, repurpose, recycle & recover. Circulariteit zorgt voor een beperking van de schade aan het milieu en een vermindering van de CO2uitstoot. Ook het voorkomen van waardevermindering en het maximaliseren van waarde speelt een belangrijke rol bij circulariteit. Binnen de spoorsector betekent dit bijvoorbeeld een vergroting van de waarde van het station voor de omgeving. Dit wordt ook wel regeneratie of waardecreatie genoemd. Extra bijkomstigheid is dat circulariteit innovatie stimuleert en nieuwe bedrijvigheid en werkgelegenheid aanjaagt. Circulair bouwen, transformeren, onderhouden en beheren vraagt om een andere manier van ontwerpen. Met het omarmen van circulariteit, wil de spoorsector een bijdrage leveren aan het rijksbrede programma Nederland circulair in 2050. Energieneutraal Alle recente en relevante kabinetsplannen en beleidsnota’s stellen dat het Nederlandse energiesysteem duurzaam moet worden. Dan gaat het om de productie, distributie en het verbruik van energie. Momenteel hangt een groot deel van ons energiesysteem nog samen met de winning en toepassing van eindige fos82 - Stationslocaties 2022/2023 siele brandstoffen. Het systeem zal fors op de schop moeten om de uitstoot van broeikasgassen verregaand te verminderen. Energiebesparing vormt een belangrijke bouw steen in de transitie. Maar met louter besparing redden we het niet. Het gebruik van fossiele brandstoffen moet stevig terug worden gebracht. Dat betekent dat we veel meer energie moeten halen uit hernieuwbare bronnen, in het bijzonder uit wind en zon. Het is de ambitie van NS en ProRail om voor 2030 energieneutraal te zijn. Dat wil zeggen dat er per jaar net zoveel energie duurzaam wordt opgewekt als dat er gebruikt wordt. Voor de komende jaren betekent dit een enorme opgave. Deze werkt ook ruimtelijk door. Vanuit het Spoorbeeld is volle aandacht voor deze nieuwe ontwerpopgave. Bureau Spoorbouwmeester onderzoekt de ruimtelijke gevolgen en de betekenis van de energietransitie. Ook ontwikkelen zij met de spoorpartijen concrete visies en kaders voor toepassing in de wereld van het spoor. Biodivers Met het oog op het behoud en het versterken van de Nederlandse biodiversiteit wil de overheid natuurgebieden (beter) beschermen en onderling verbinden. Uitgangspunt vormt de Uitvoeringsagenda Natuurlijk Kapitaal. Hierin worden op nationaal niveau de internationale biodiversiteitsafspraken concreet gemaakt. Het Nationaal Natuurnetwerk vormt de ruimtelijke ruggengraat van de Nederlandse biodiversiteit. Op basis van Europese en nationale wet- en regelgeving worden de natuurwaarden beschermd. Provincies verankeren de zorg voor de natuur in hun omgevingsbeleid. Ook Landschapsplan voor het Spoor I HANDBOEK - Beplanting in het reisdomein van het station Landschapsplan voor het Spoor || HANDBOEK – Beplanting in de Stationsomgeving November 2021 Landschapsplan voor het Spoor ||| HANDBOEK – Begroeiing in de Spoorberm November 2021 maken zij plannen voor de uitbreiding van natuurgebieden tot grotere eenheden. Het spoor is in twee opzichten relevant voor de Nederlandse biodiversiteit. Allereerst vormt het spoor een bijzonder biotoop voor allerlei wilde planten en dieren. Zij kunnen zich goed handhaven in de vaak soortenrijke bermen langs het spoor. Ook gebruiken zij de bermen om zich te verplaatsen. Tegelijkertijd doorsnijden spoorlijnen soms ook natuurgebieden. Hierdoor ontstaan barrières: de verbinding tussen de ene en de andere kant van het spoor wordt bemoeilijkt. Op basis van het Meerjarenprogramma Ontsnip pering is de afgelopen jaren al flink geïnvesteerd in de bouw van ecoducten en faunapassages. Zij makende uitwisseling van grotere en kleinere wilde dieren mogelijk tussen gebieden die door grote infrastructuur worden doorsneden. Daarnaast staat inmiddels ook het spoor zelf als biotoop op de agenda van ProRail. Hoe kan het spoorbermbeheer natuurinclusief – dat wil zeggen op basis van de landschappelijke en ecologische macro-zonering van ons land – worden verbeterd? Klimaatadaptief Het klimaat verandert. Nederland krijgt te maken met grotere extremen: hogere temperaturen, een sneller stijgende zeespiegel, nattere winters en drogere zomers. Klimaatadaptatie is opgenomen in de spelregels rond verduurzaming van het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT). Dit zorgt dat bij nieuwe infrastructurele projecten klimaatadaptatie afgewogen en/of meegenomen wordt. Ook stationsgebieden kunnen klimaatadaptief ingericht worden. Ze kunnen bijvoorbeeld regenwater vasthouden en/ of vertraagd afvoeren. Meer groen kan zorgen voor verkoeling en een schonere lucht. <<

Apartments, offices, hotel, stores, parking & park TO CONNECT TO BUSINESS Contact (voor kantoorruimte) OFFICES NOW AVAILABLE 5TRACKSBREDA.COM Op zoek naar kantoorruimte die meer is dan een werkplek? In 5TRACKS Breda vind je direct naast Breda CS en dichtbij uitvalswegen 15.500 m2 van hoge kwaliteit. Duurzaam, WELLgecertificeerd en flexibel indeelbaar, van klein tot groot. Met imposante atria voor werken, ontmoeten en ontspannen, en een hospitality concept dat je volledig ontzorgt. Joris van Vooren T +31 (0) 6 53 286 752 Joris.vanvooren@cushwake.com Lout de Roos T +31 (0) 6 21 704 909 lout.deroos@cushwake.com Stationslocaties 2022/2023 - 83

Energy is everywhere Bouwen met verstand vraagt om installatieontwerpen met visie. Boen met ere terpen met Energie acquireren, conserveren, economiseren & recycleren. Zo maakt Hori Sustainable Solutions elk gebouw optimaal duurzaam. Hori Sustainable Solutions - Engineering excellence Hori Sustainable Solutions B.V. I Stationslaan 10 I 3701 EP Zeist, Nederland I t +31 (30) 691 28 28 I info@hori.nl I www.hori.nl

1 Online Touch

Index

  1. 1
  2. 2
  3. 3
  4. 4
  5. 5
  6. 6
  7. 7
  8. 8
  9. 9
  10. 10
  11. 11
  12. 12
  13. 13
  14. 14
  15. 15
  16. 16
  17. 17
  18. 18
  19. 19
  20. 20
  21. 21
  22. 22
  23. 23
  24. 24
  25. 25
  26. 26
  27. 27
  28. 28
  29. 29
  30. 30
  31. 31
  32. 32
  33. 33
  34. 34
  35. 35
  36. 36
  37. 37
  38. 38
  39. 39
  40. 40
  41. 41
  42. 42
  43. 43
  44. 44
  45. 45
  46. 46
  47. 47
  48. 48
  49. 49
  50. 50
  51. 51
  52. 52
  53. 53
  54. 54
  55. 55
  56. 56
  57. 57
  58. 58
  59. 59
  60. 60
  61. 61
  62. 62
  63. 63
  64. 64
  65. 65
  66. 66
  67. 67
  68. 68
  69. 69
  70. 70
  71. 71
  72. 72
  73. 73
  74. 74
  75. 75
  76. 76
  77. 77
  78. 78
  79. 79
  80. 80
  81. 81
  82. 82
  83. 83
  84. 84
Home


You need flash player to view this online publication