3

Voorwoord Terwijl de bouw onder druk staat door inflatie, PFAS, CO2 en stikstof, zie ik juist kansen in stationsgebieden. Het zijn knooppunten waar duurzame mobiliteit zich concentreert, meervoudig ruimtegebruik mogelijk is en waar steeds meer aandacht is voor het creëren van een prettig en gezond leefklimaat. Rond de stations vindt integratie plaats van verschillende vormen van vervoer, wonen, werk en onderwijs. Juist door de realisatie van bouwopgaven in stationsomgevingen, met aandacht voor actuele thema’s als klimaatadaptatie, mobiliteitsen energietransitie en een duurzame leefomgeving, blijft de stad bereikbaar en leefbaar. Kijk bijvoorbeeld naar het Utrechtse stationsgebied, met een mooie mix van wonen, winkelen, werken en recreëren. Het bruist er van stedelijk leven sinds het stationsplein een openbare ruimte is en er weer water door de Catharijnesingel stroomt. Het grauwe stationsgebied is getransformeerd tot een groene plek waar mensen prettig kunnen verblijven. Waar de auto niet op nummer 1 staat, maar duizenden mensen dagelijks de fiets pakken en gebruik maken van deelmobiliteit. Hetzelfde zie je nu terug in andere plannen die in spoorzones gerealiseerd worden. Zoals bijvoorbeeld de metamorfose bij de stations Almere, Apeldoorn, Groningen Europapark en Zwolle. Op ‘versteende’ voorpleinen zijn schaduwrijke koelteplekken gecreëerd door aanplant van bomen en wordt water onder de pleinen opgevangen bij hevige regenval; allemaal om in te spelen op klimaatverandering en leefbaarheid. Bij veel van de nieuwe projecten zie je al de urgentie al van carbon based-design. Zowel bij de nieuwste stationsgebouwen als het omringende vastgoed wordt een switch gemaakt naar constructies van hout. Ontwerpers, maar ook aannemers experimenteren daarmee om duurzame gebouwen te realiseren. Inmiddels is er een rijkdom aan projecten en in dit magazine kunt u zien dat er volop plannen op stapel staan. Maar er is meer, zoals de toekomstige ontwikkelingen die zich aftekenen in de recente reeks gestarte (MIRT) opgaven in onder andere Eindhoven en een aantal stations langs ‘de Oude Lijn’, de spoorlijn die sinds 1847 Leiden en Dordrecht en tussenliggende steden met elkaar verbindt. Persoonlijk zie ik volop kansen! Wanneer we investeren in spoorknooppunten zal het autoverkeer afnemen en kunnen we de transities versnellen die in onze maatschappij nodig zijn. Het zijn grote thema’s. Ik roep dan ook iedereen op om met elkaar kansen te zoeken voor versnelling en zeker de kansen in stationsgebieden te benutten. Van opdrachtgevers en ontwerpers verlangt dit visie, kwaliteit en de intentie om krachten te bundelen. Paul van der Ree, architect studioSK, Movares Foto: Hala Alkharaz

4 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication