12

hij die ochtend op de boerderij weer beweging in zijn benen had gekregen. Het lukte niet meer. Hij kon alles voelen, maar zijn benen lagen nu roerloos op het witte laken. De tien stappen naar dit bed waren zijn laatste geweest. In het Deventer ziekenhuis, terwijl een vijftienjarige jongen alleen in een kamer lag, sloeg een ernstig virus toe. Het raasde door zijn lichaam en verwoestte de voorhoorncellen die nodig zijn om spieren aan te sturen. De jongen werd zieker en zieker. En verzonk in ijldromen. Hij kwam terecht in de tijd dat papa vertelde dat zijn mamma dood was en niet meer terugkwam. “Mamma, mamma! Kom nou!” Wanhopig snikte de kleine peuter; hij wilde de veilige armen van zijn moeder om zich heen voelen. Zij zou hem troosten en zeggen dat hij een nare droom had en dat alles goedkwam. “Laat me niet alleen! Ik wil naar mamma toe,” huilde hij, ontroostbaar. Maar zijn moeder was al meegenomen door mannen in zwarte kleding met bleke, ernstige gezichten. Ze kwam niet meer terug. 12

13 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication