Op een paar plekken drukte er wat op zijn lijf. Hij rilde, maar stopte er meteen mee. Het deed te veel pijn. Cas probeerde zijn kop op te tillen, maar iets hield zijn nek tegen. Met zijn klauw probeerde hij bij zijn nek te komen. Er zat een ketting omheen! Hard rukte hij aan de ketting maar die gaf niet mee. Nog harder trok hij, maar de ketting zat stevig vast. Hij zat gevangen! Wild schudde hij met zijn kop heen en weer. Hij kreeg direct koppijn en werd misselijk. Het donker werd nog donkerder… tot alles weg was. Cas werd wakker met een vieze smaak in zijn mond. Een beetje zurig, maar niet lekker zoals bij appels of bessen. Eerder smerig zoals bij bedorven groente. Hij had één keer rotte kool gegeten en dat was zo goor geweest. Hij had ervan moeten overgeven. Zijn moeder had zijn mond afgeveegd. Ze had hem lekker fris water gegeven om de vieze smaak weg te spoelen. Waar was zijn moeder? Hij deed zijn ogen open. Het leek lichter om hem heen, hij kon nu beter zien. Hoewel, hij zag een rotsblokje met pootjes. Een lopend rotsblok? Met een gezicht en een tasje? Dat kon helemaal niet. Droomde hij? Het rotsblokje keek hem met open mond aan. Cas knipperde met zijn ogen. En zoef, weg was het. Cas zag nog net de tas achter een stel rotsen verdwijnen. ‘Hé, kom terug!’ Wat was dit voor raar wezen? ‘Hallo, wie ben jij?’ Er kwam geen antwoord. 15
Online Touch Home