13

Werkwoorden Bij de werkwoorden is onderscheid gemaakt tussen regelmatig (reg.ww.) en onregelmatig (onr.ww.). Alleen bij de onregelmatige werkwoorden zijn vier verschillende vormen vermeld, met behulp waarvan de volledige vervoeging is op te stellen: - 1e en 3e persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd - 3e persoon enkelvoud onvolt. verleden tijd - voltooid deelwoord Bij samengestelde werkwoorden heb ik deze vormen achterwege gelaten. Zelfstandige naamwoorden Bij de zelfstandige naamwoorden is het geslacht vermeld (m), (v) of (o), en achter de betekenis de meervoudsvorm (mv.) als die anders is dan -en of -s. Ten slotte is overal het verkleinwoord (klw.) vermeld, omdat het over vrijwel de hele linie verschilt van het Ned. Niet alleen omdat -je verandert in -ie, en -etje in -egie, maar ook de klinker ombuigt: de korte a in lat krijgt een trema lättie, de oe in stoepe wordt stupie net zoals de lange oê in voêt vuûtie wordt. Na kòp volgt köppie en na póp puppie. Bij boom en bone horen beumpie en beuntie. Ook de typische oa-klank ontkomt er niet aan: het wordt öa, de klank die te vinden is in freule en manoeuvre of girl, bird ((Engels). (Anderen schrijven öö in een gesloten lettergreep: jöör, en ö in open lettergreep: jörig). Betekenissen Bij specifieke woorden van de streektaal – in de kantlijn met + aangeduid – zocht ik naar een zo goed mogelijke omschrijving. Soms was dat eenvoudig, bijv. bij mangs (= soms). Niet zelden waren meer woorden nodig, zoals bij toeverdan (= langzamerhand). Diverse keren kwam ik woorden (vooral werkwoorden) op het spoor, die als goed Nederlands klinken, maar toch een eigen betekenis hebben, bijv. neudeg weên = nodig hebben; ofgoan = aflopen. Zulke woorden zijn eveneens in de kantlijn aangeduid met +. Spelling / uitspraak Pogingen om te komen tot algemeen aanvaarde afspraken over de spelling van het Nedersaksisch zijn tot nu toe gestrand en misschien ook wel gedoemd te mislukken. Een paar voorbeelden: moal / maol, meanse / mèènse, huushoalster / uus- òlster. Het punt is dat de streektaal structureel meer klanken heeft dan het Nederlands. In de plaatselijke woordenboeken krijgt hetzelfde begrip zodoende in de alfabetische volgorde soms een heel andere plaats dan je zou verwachten. Als uitgangspunt heb ik de spelling van het Ommers genomen, zoals die vertrouwd is geworden door de ‘stukkies’ en de verhalen van Dieks Makkinga. Zijn dochter Frouwke Doezeman-Makkinga heeft deze al die jaren klaar gemaakt voor publicatie. Algemene regels waren er niet. Afgezien van de vroege stukjes is haar spelling consequent en voor de meeste mensen in Ommen ‘eigen’. 16

14 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication